WIJZIGING WATERVERORDENING ZUID-HOLLAND
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
Gelet op artikel 2.4 van de Waterwet en artikel 145 van de Provinciewet;
Besluiten:
Artikel I
De kaart “Regionale waterkeringen en veiligheidsnormering Hoogheemraadschap van Delfland”, bedoeld in artikel 2.2. eerste lid van de Waterverordening Zuid-Holland en opgenomen in bijlage 1 behorende bij de Waterverordening Zuid-Holland, wordt vervangen door de bij dit besluit behorende kaart.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad van de provincie Zuid-Holland, waarin dit besluit wordt geplaatst.
Dit met uitzondering van het gedeelte ter hoogte van de geplande bochtafsnijding Delftse Schie bij Overschie, zoals vergroot aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart, waarvoor dit besluit op een nader door Gedeputeerde Staten te bepalen datum in werking treedt. Tot die datum blijft voor dit gedeelte van het beheergebied van Delfland het tracé en de veiligheidsklasse van de waterkering van kracht zoals deze golden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit.
 
Den Haag, 25 juni 2014
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
 
drs. J. SMIT, voorzitter
drs. R.H. VAN LUIJK, griffier
Bijlage:
Kaart “Regionale waterkeringen en veiligheidsnormering Hoogheemraadschap van Delfland” opgenomen in bijlage 1 van de Waterverordening Zuid-Holland (met kenmerk 13_1079/3).
Toelichting
Wijziging vanwege Bochtafsnijding Delftse Schie
De provincie Zuid-Holland is in een vergevorderd stadium van het project bochtafsnijding Delftse Schie in de gemeente Rotterdam en de gemeente Schiedam. In dit project wordt een nieuw stuk vaarweg aangelegd ten einde twee haakse bochten uit de vaarweg te halen. Onderdeel van de te doorlopen procedures is het aanpassen van de kaart “Regionale waterkeringen en veiligheidsnormering Hoogheemraadschap van Delfland” in bijlage 1 van de Waterverordening Zuid-Holland. Hiervoor is bij de provincie een verzoek ingediend door het Hoogheemraadschap van Delfland (afgekort: Delfland).
De veiligheidsklasse van een regionale waterkering wordt bepaald door de economische schade die optreedt in de polder bij het falen van de waterkering (IPO-methodiek). Bij het vaststellen van de veiligheidsklasse voor de regionale waterkeringen wordt binnen het beheergebied van Delfland sinds invoering van de IPO-methodiek minimaal veiligheidsklasse III (normfrequentie 1/100 jaar) en maximaal veiligheidsklasse V (normfrequentie 1/1000 jaar) aangehouden.
De huidige regionale waterkering langs de Oost-Abtspolder is ingedeeld in veiligheidsklasse IV (normfrequentie 1/300 jaar). Door de aanleg van de bochtafsnijding wordt er een nieuwe polder gecreëerd aan de oostzijde van de nieuwe vaarweg (en westzijde van de oude waterweg). Gezien de hoofdfunctie/ het grondgebruik van deze nieuwe polder, namelijk agrarisch natuurbeheer, wordt voor de kaden rondom deze nieuwe polder veiligheidsklasse III voorgesteld.
Aan de westelijke zijde van de nieuwe vaarweg komt eveneens een nieuwe regionale waterkering. Delfland stelt voor het huidige veiligheidsniveau van de Oost-Abtspolder, waarin onder andere een bedrijventerrein is gelegen, te handhaven en verzoekt de provincie voor deze nieuwe regionale waterkering veiligheidsklasse IV vast te stellen.
Met het hiervoor beschreven voorstel van Delfland kan worden ingestemd en de kaart “Regionale waterkeringen en veiligheidsnormering Hoogheemraadschap van Delfland” in bijlage 1 van de Waterverordening Zuid-Holland is conform het verzoek aangepast.
Overige wijzigingen
Gelijkertijd met de wijziging vanwege de hiervoor beschreven bochtafsnijding is van de gelegenheid gebruik gemaakt om voornoemde kaart bij de Waterverordening Zuid-Holland ook op een aantal andere punten te wijzigen. Ten behoeve van deze aanvullende wijzigingen is de door Delfland in het voorjaar van 2013 vastgestelde nieuwe Legger Regionale waterkeringen ook in ogenschouw genomen.
Dit leidt tot de volgende (administratieve) wijzigingen:
  • -
    De kering langs de waterberging Hoekpolder: Deze kering, die behalve in de Legger ook al planologisch is vastgelegd, wordt aangewezen en hieraan wordt klasse III toegekend conform de veiligheidsklasse die voor deze polder is berekend. Voor de kering tussen de waterberging en de boezem is in de Waterverordening uit 2009 abusievelijk niet de juiste veiligheidsklasse opgenomen. Deze moet eveneens klasse III zijn en is hierbij ook aangepast.
  • -
    Een deel van de Boschpolder is opgehoogd (en daarmee op boezempeil gebracht) voor de aanleg van een bedrijventerrein, waardoor een deel van de waterkeringen is komen te vervallen dan wel qua ligging is veranderd. De provincie neemt deze wijzigingen over van de Leggerkaart. De veiligheidsnorm voor deze polder blijft klasse III.
  • -
    De waterkering langs de Spaanse polder is op papier verlegd. In de praktijk lag de kering echter al dichter langs het water. Ligging is volgens de recent vastgestelde legger overgenomen op de kaart bij de Waterverordening Zuid-Holland.
  • -
    De tracés van de waterkeringen zijn (indien noodzakelijk) exacter weergegeven.
Inspraak
Het ontwerpbesluit tot wijziging van de Waterverordening Zuid-Holland heeft van 17 februari 2014 tot en met 31 maart 2014 ter inzage gelegen. In deze periode is één zienswijze ingediend. Deze zienswijze heeft voor wat betreft één onderdeel geleid tot een wijziging van het ontwerpbesluit, nl. het toevoegen van een overgangsbepaling aan artikel II van het ontwerpbesluit tot wijziging. Hierdoor behoudt het achterland van de bestaande waterkering aan de westkant van de Schie, ter hoogte van de beoogde bochtafsnijding Delftse Schie, zijn huidige beschermingsniveau tot een nader door GS te bepalen moment (samenhangende met de doorgraving van de bestaande regionale waterkering ten behoeve van het doorvaarbaar maken van de bochtafsnijding Delftse Schie).
Naar boven