Provincie Noord-Holland; Wijziging Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2013

Wijziging Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2013

Besluit van G edeputeerde S taten van Noord-Holland van 8 juli 20 1 4 , nr. 387228/387782 , tot wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2013

Gedeputeerde S taten van Noord-Holland;

Overwegende dat het vanwege het opnieuw openstellen van de regeling gewenst is om de Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2013 te wijzigen;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.Onder verlettering van de onderdelen d tot en met n tot c tot en met m komt het onderdeel c te vervallen.

  • 2.Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • n.aanbesteden: het gehele aanbestedingsproces inclusief de (voorlopige) gunning.

B

Artikel 9 komt als volgt te luiden:

Artikel 9

  • 1.Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag uiterlijk op 19 september 2014 is ontvangen.

  • 2.Een aanvraag om subsidie die na 19 september 2014 wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3.Gedeputeerde staten beslissen uiterlijk op 29 mei 2015 op de aanvragen.

C

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.In onderdeel b wordt de zinsnede ‘Uitvoeringsregeling subsidie groen Noord-Holland 3 paragraaf 3 Verbetering recreatieve verbindingen (Provinciaal Blad 2013/50) vervangen door:

    ‘een Uitvoeringsregeling subsidie quick win doorstromingsmaatregelen bus Noord-Holland’

  • 2.Aan onderdeel e wordt toegevoegd ‘naar het oordeel van gedeputeerde staten’.

D

Artikel 14 komt als volgt te luiden:

Artikel 14

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.het logo of de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit;

  • b.het project voor 1 november 2015 aan te besteden;

  • c.voor 1 augustus 2016 te beginnen met de uitvoering van het project;

  • d.indien een op de reservelijst geplaatst project alsnog wordt gehonoreerd, het project voor 1 april 2016 aan te besteden;

  • e.indien een op de reservelijst geplaatst project alsnog wordt gehonoreerd, voor 1 januari 2017 te beginnen met de uitvoering van het project;

  • f.het project gedurende 10 jaar in stand te houden.

E

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

Het derde lid komt te luiden:Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2016.

F

Bijlage 1 Begrotingsformat subsidieaanvragen behorende bij Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2013 wordt vervangen door bijgaande bijlage 1 Begrotingsformat subsidieaanvragen behorende bij Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2013.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Haarlem, 8 juli 2014.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter.

G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

Uitgegeven op 11 juli 2014.

Bijlage 1

Begrotingsformat subsidieaanvragen behorende bij Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2013

Voor een toelichting op de gebruikte termen in onderstaand format, inclusief voorbeelden, zie onderaan het begrotingsformat. Wij vragen u de toelichting aandachtig door te nemen, zodat u het format correct kunt invullen.

Overzicht subsidiabele projectkosten

Kostengroep

Kostencategorie

Bouwkosten

Overige bijkomende kosten (Let op! alleen de kosten

voor Kabels en Leidingen achten wij subsidiabel en

kunnen derhalve in onderstaand schema worden opgevoerd)

Directe kosten benoemd

Directe kosten nader te detailleren

Totale directe kosten

Indirecte kosten (maximaal 10% van de totale directe kosten)

Totale kosten per kostencategorie

Omrijkosten

Totale kosten (totale bouwkosten + totale overige bijkomende kosten + omrijkosten)

Uitsplitsing totale subsidiabele projectkosten + gevraagde subsidie

Subsidiabele projectkosten

Gevraagde subsidie

Businfrastructuur

(100% subsidiabel)

Overige infrastructuur en voorzieningen

(50% subsidiabel)

Omrijkosten

(50% subsidiabel)

Totaal

Toelichting op begrotingsformat subsidi eaanvragen Uitvoeringsregeling s ubsidie BDU Kleine Inf rastructuur Noord-Holland 2013

  • De uitgangspunten gebruikt voor bovenstaand format zijn neergelegd in de publicatie ‘Standaard Systematiek voor Kostenramingen – SSK-2010, publicatie 137’ van het CROW. Voor het aanvragen van subsidie bent u verplicht bovenstaand format te gebruiken. In het format zijn alleen de kostencategorieën en kostengroepen opgenomen, die de provincie subsidiabel acht. U kunt dus alleen deze kosten opvoeren voor subsidie.

  • Kostengroepen:

    Directe kosten benoemd: De kosten die rechtstreeks met de productie of de levering van een product of dienst zijn gemoeid en die aanwijsbaar aan dit product of deze dienst zijn toe te rekenen. De ‘directe kosten benoemd’ worden uitgedrukt in een hoeveelheid, eenheid en eenheidsprijs voor de uit te voeren werkzaamheden. Voorbeeld: Er wordt een brug aangelegd. De kosten die resulteren na de berekening van het kostenkerngetal per vierkante meter brugdek maal het daadwerkelijke aantal vierkante meters, vallen onder de ‘directe kosten benoemd’.

    Directe kosten nader te detailleren: Dit betreft een toeslag op de ‘directe kosten benoemd’ voor wel voorziene, maar nog niet expliciet uitgewerkte onderdelen. Voorbeeld: Op dit moment is bij de aanleg van de brug nog niet bekend hoe de brugleuningen en de randafwerkingen eruit moeten komen te zien. Voor deze kostenposten wordt middels een toeslag op de ‘directe kosten benoemd’ een bedrag geraamd geheten ‘directe kosten nader te detailleren’.

    Indirecte kosten: De kosten binnen een object waarvan niet wordt geregistreerd ten behoeve van welk product of welke dienst ze worden gemaakt. Kosten die hieronder vallen zijn:

    eenmalige kosten: kosten gemoeid met het inrichten en opruimen van het werkterrein; algemene bouwplaatskosten: kosten die specifiek op de bouwplaats worden gemaakt, zoals gebruik van rijplaten of wintervoorzieningen personeel, zoals kleding en handschoenen;

    uitvoeringskosten: de kosten waarvan de hoogte afhangt van de tijdsduur van een werk, zoals projectmanagement, werkbegeleiding, kwaliteitsborging, verbruik opdrachtnemer; algemene kosten: algemene kosten van het bouwbedrijf, zoals kantoor en directie;

    winst en risico: bedragen die zijn opgenomen in de aanneemsom ter dekking van de aannemerswinst en aannemersrisico binnen de bestekken/contracten;

    bijdragen: bijdragen RAW of bijdragen Fonds Collectief Onderzoek.

  • Kostencategorieën:

    Bouwkosten: De kosten voor de fysieke realisatie van het object. Het betreffen veelal de kosten die zijn gemoeid met het uiteindelijke uitvoeringscontract en bestaan uit een optelsom van de investeringen in manuren, materiaaluren, materiaalkosten, huurkosten en leveranties. Voorbeeld: De bouwkosten voor een weg omvatten de kosten voor de aanleg van de aardebaan en de wegverhardingen.

    Overige bijkomende kosten: Alle kosten die niet tot de bouwkosten, vastgoedkosten of engineeringskosten kunnen worden gerekend. Voorbeelden van ‘overige bijkomende kosten’ zijn: heffingen, leges, vervangend vervoer, maar ook het verleggen van kabels en leidingen van derden. De provincie acht alleen de werkzaamheden gemoeid met kabels en leidingen subsidiabel en om die reden vragen wij u alleen deze kosten op te nemen in bovenstaand format.

  • Uitsplitsing totale subsidiabele projectkosten (onderste gedeelte begrotingsformat)

Wij verzoeken u om de totale subsidiabele kosten uit te splitsen naar de hieronder genoemde onderdelen (voor zover van toepassing):

  • a. Businfrastructuur: De fundering en de verhardingen van busbanen met de daarbij behorende kunstwerken, zoals bruggen, duikers, viaducten, aquaducten en tunnels.

  • b. Overige infrastructuur en voorzieningen: Fietsinfrastructuur, fietsparkeervoorzieningen, bushaltevoorzieningen, bushalte-infrastructuur, verkeersregelinstallaties (VRI’s), parkeervoorzieningen, voetpadinfrastructuur, weginfrastructuur alsmede bewegwijzering en openbare verlichting.

  • c. Omrijkosten: Extra kosten die de aanbieder van openbaar vervoer moet maken, omdat hij moet omrijden of omdat hij vertraging ondervindt op de route vanwege een project in uitvoering waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Deze kosten zijn niet benoemd in de SSK-2010, publicatie 137, van het CROW, maar achten wij wel subsidiabel. Om die reden worden deze kosten apart benoemd.

Hieronder treft u een nadere toelichting aan op de niet-subsidiabele kosten, zoals opgenomen in artikel 11, lid 2 van de Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2013. Onderstaande toelichting sluit aan op de terminologie gebruikt door het CROW in de SSK-2010, publicatie 137, en geeft nogmaals aan dat dergelijke kosten niet voor subsidie in aanmerking komen en derhalve niet zijn opgenomen in het begrotingsformat:

Vervanging, beheer of onderhoud: door het CROW gedefinieerd als zijnde de kostencategorie ‘levensduurkosten’. Let op! Het CROW rept binnen de definiëring van deze kostencategorie niet over het element vervangingskosten. Echter, de provincie acht deze kosten niet subsidiabel en ze zijn derhalve niet in het begrotingsformat opgenomen.

Grondverwerving: door het CROW gedefinieerd als zijnde de kostencategorie ‘vastgoedkosten’.

Voorbereiding, administratie en toezicht: door het CROW gedefinieerd als zijnde de kostencategorie ‘engineeringskosten’.

Naar boven