Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2014.

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 24 juni 2014, nr. 358309/358313, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2014.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Overwegende dat het wenselijk is de restauratie van rijksmonumenten te stimuleren en dat door de restauratie het behoud van het rijksmonument en de publiekstoegankelijkheid van een rijksmonument behouden of vergroot wordt.

Gelet op:

  • -artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

  • -artikel 53 van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 201 4

Artikel 1

In deze regeling wordt onder rijksmonument verstaan: een beschermd monument als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Monumentenwet 1988.

Artikel 2

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.de restauratie van een publiekstoegankelijk rijksmonument of

  • b.een rijksmonument dat door de restauratie publiekstoegankelijk wordt

  • c.de restauratie van een orgel dat rijksmonument is en dat zich bevindt in een publiekstoegankelijk gebouw.

Een rijksmonument of gebouw als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is publiekstoegankelijk indien het voor het publiek voor tenminste twee keer en tenminste zestien uur per maand toegankelijk is, of indien het rijksmonument een molen is voor tenminste vier keer per jaar en tenminste 32 uur per jaar voor het publiek toegankelijk is.

Artikel 3

Subsidie wordt niet verstrekt indien:

  • a.het rijksmonument niet in de provincie Noord-Holland gelegen is;

  • b.het rijksmonument in het monumentenregister staat ingeschreven als woonhuis en na de restauratie voor meer dan 50 procent van het vloeroppervlak voor bewoning gebruikt wordt.

Artikel 4

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.de eigenaar van het rijksmonument;

  • b.de natuurlijke of rechtspersoon die belast is met het beheer of het behoud van het rijksmonument.

Artikel 5

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 25.000,-.

Artikel 6

Gedeputeerde staten stellen een subsidieplafond vast.

Artikel 7

  • 1.Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 13 augustus 2014 en tot en met 17 september 2014 is ontvangen.

  • 2.Een aanvraag om subsidie wordt niet in behandeling genomen indien:

    • a.de aanvraag om subsidie buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen;

    • b.de activiteit is voltooid voordat de aanvraag om subsidie is ontvangen.

  • 3.Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

    • d.een inspectierapport dat niet ouder is dan drie jaar, opgesteld door een onafhankelijke deskundige waarin de volgende onderwerpen aanbod komen:

1° de technische en fysieke staat van het rijksmonument;

2° de uit te voeren werkzaamheden;

3° de volgorde van urgentie van de uit te voeren werkzaamheden;

4° de termijn van aanpak.

  • e.een afschrift van de omgevingsvergunning of een bestuurlijk rechtsoordeel dat voor de restauratie geen omgevingsvergunning vereist is;

  • f.actuele van een datum voorziene overzichtsfoto’s en detailfoto’s van het rijksmonument en de te restaureren onderdelen en bouwtekeningen van de te restaureren onderdelen;

  • g.gegevens over de publiekstoegankelijkheid voor de komende tien jaar van het rijksmonument.

  • 4.Indien de aanvraag om subsidie betrekking heeft op de restauratie van een orgel of een molen bevat de aanvraag om subsidie tevens een advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed over het plan van aanpak van de restauratie.

  • 5.Indien de aanvrager om subsidie niet de eigenaar is van het rijksmonument bevat de aanvraag om subsidie tevens een document waaruit blijkt dat de eigenaar instemt met de restauratie.

  • 6.Gedeputeerde staten beslissen 14 januari 2015.

Artikel 8

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.de activiteit niet financieel haalbaar is;

  • b.de voor de activiteit benodigde omgevingsvergunning niet onherroepelijk is;

  • c.voor dezelfde activiteit in de afgelopen tien jaren reeds door gedeputeerde staten een subsidie is verstrekt;

  • d.naar het oordeel van gedeputeerde staten de publiekstoegankelijkheid van het rijksmonument voor tenminste tien jaren onvoldoende gewaarborgd is;

  • f.ten aanzien van de aanvrager van de subsidie er een bevel tot terugvordering van de Europese Commissie uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

  • g.de aanvrager van de subsidie een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in paragraaf 2.1. van de Communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun (pb EU 2004, C 244).

Artikel 9

Subsidie wordt verstrekt voor de kosten van de restauratie van rijksmonumenten als bedoeld in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013.

Artikel 10

Indien de subsidieontvanger een onderneming is wordt de subsidie verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat er binnen 6 maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht tot stand komt.

De uitvoeringsovereenkomst bevat tenminste bepalingen omtrent de verrekening van de exploitatiewinst die door de restauratie gegenereerd worden gedurende de afschrijvingsperiode van de restauratie waarvoor subsidie is verleend.

Artikel 11

De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 750.000,-.

Artikel 12

Indien het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt op een prioriteitenlijst.

De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt behaald.

indien de aanvrager een organisatie is als bedoeld in artikel 30 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten worden 8 punten behaald;

indien de aanvrager een ander is dan en organisatie als bedoeld in artikel 30 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten wordt 1 punt behaald;

indien de gevraagde subsidie minder is dan 10% van de subsidiabele kosten worden 10 punten behaald;

indien de gevraagde subsidie 10% of meer en minder dan 20% van de subsidiabele kosten is worden 7 punten behaald;

indien de gevraagde subsidie 20% of meer en minder dan 30% van de subsidiabele kosten is worden 5 punten behaald;

indien de gevraagde subsidie 30% of meer en minder dan 40% van de subsidiabele kosten is worden 3 punten behaald;

indien de gevraagde subsidie 40% of meer is van de subsidiabele kosten wordt 1 punt behaald.

De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met het laagste percentage van de gevraagde subsidie ten opzichte van de subsidiabele kosten als eerste gehonoreerd.

Artikel 13

De subsidieontvanger is verplicht om:

het logo of de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit;

binnen zes maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de restauratie;

indien de subsidie meer dan € 250.000,- bedraagt bij de uitvoering van de restauratie tenminste één leerwerkplek te creëren;

Indien de subsidieverstrekking betrekking heeft op de restauratie van een orgel of een molen is de subsidieontvanger verplicht om de restauratie te laten begeleiden door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed;

Indien de subsidie meer dan € 125.000,- bedraagt binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit een onderhoudsplan van het rijksmonument in te dienen.

Indien de subsidieverstrekking betrekking heeft op een ander rijksmonument dan een orgel of een molen kunnen gedeputeerde staten de verplichting op leggen om de restauratie te laten begeleiden door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Artikel 14

Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het tweede lid een formulier vast.

Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 15

  • 1.Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2.Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2015.

  • 3.Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2014.

Haarlem, 24 juni 2014

Gedeputeerde staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter.

G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

Uitgegeven op 2 juli 2014.

Toelichting

Op basis van de Cultuurnota 2013-2016, het Collegeakkoord 2011-2015 en de decentralisatie afspraken tussen rijk en provincies van 5 maart 2012 over restauraties van rijksmonumenten, gaat Provincie Noord-Holland in 2014 verder met investeren in haar rijksmonumenten.

Behoud van rijksmonumenten wordt door de provincie gezien in relatie tot overdracht aan volgende generaties, in relatie tot bevordering van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid, de economie en het toerisme. Daarnaast zijn het bevorderen van de werkgelegenheid en het vakmanschap in de bouw- en restauratiemarkt belangrijke factoren. Met deze uitvoeringsregeling wil de provincie eigenaren - al dan niet in de vorm van professionele organisaties voor monumentenbehoud (POM) – en beheerders stimuleren om te blijven investeren in het behoud van hun rijksmonumenten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Subsidie wordt verstrekt voor restauraties van rijksmonumenten die publiek toegankelijk zijn en voor de restauratie van rijksmonumentale orgels die in een publiekstoegankelijk gebouw staan. Het rijksmonument dan wel het gebouw waarin zich een rijksmonumentaal orgel bevindt dient minimaal 16 uur per maand voor het publiek toegankelijk te zijn. Dit mag 2 dagen van 8 uur zijn, maar ook 4 dagen voor 4 uur, of alles er tussen in. Voor molens geldt dat deze minimaal 32 uur per jaar voor het publiek toegankelijk moeten zijn. Dat kan zijn 4 dagen van 8 uur of 8 dagen van 4 uur of alles er tussen in. Woonhuizen die in het monumentenregister zijn aangemerkt als woonhuis en na de restauratie voor meer dan 50% van het vloeroppervlak voor bewoning gebruikt wordt zijn uitgesloten.

Subsidie wordt verstrekt voor restauraties van rijksmonumenten die publiek toegankelijk zijn en voor de restauratie van rijksmonumentale orgels die in een publiekstoegankelijk gebouw staan. Het rijksmonument dan wel het gebouw waarin zich een rijksmonumentaal orgel bevindt dient minimaal 16 uur per maand voor het publiek toegankelijk te zijn. Dit mag 2 dagen van 8 uur zijn, maar ook 4 dagen voor 4 uur, of alles er tussen in. Voor molens geldt dat deze minimaal 32 uur per jaar voor het publiek toegankelijk moeten zijn. Dat kan zijn 4 dagen van 8 uur of 8 dagen van 4 uur of alles er tussen in. Woonhuizen die in het monumentenregister zijn aangemerkt als woonhuis en na de restauratie voor meer dan 50% van het vloeroppervlak voor bewoning gebruikt wordt zijn uitgesloten.

Artikel 3

Er wordt geen subsidie verstrekt voor de restauratie van rijksmonumenten die in het monumentenregister (monumentenregister.cultureelerfgoed.nl) staan ingeschreven als woonhuis en waarvan 50 procent van het vloeroppervlak van het rijksmonument na restauratie voor bewoning gebruikt wordt.

Er wordt geen subsidie verstrekt voor de restauratie van rijksmonumenten die in het monumentenregister (monumentenregister.cultureelerfgoed.nl) staan ingeschreven als woonhuis en waarvan 50 procent van het vloeroppervlak van het rijksmonument na restauratie voor bewoning gebruikt wordt.

Artikel 7

De subsidieaanvraag moet worden ingediend tussen 13 augustus en 17 september 2014. Aanvragen die na 17 september 2014 worden ontvangen worden niet in behandeling genomen. De restauratiewerkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd mogen nog niet afgerond te zijn.

De subsidieaanvraag moet worden ingediend tussen 13 augustus en 17 september 2014. Aanvragen die na 17 september 2014 worden ontvangen worden niet in behandeling genomen. De restauratiewerkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd mogen nog niet afgerond te zijn.

Artikel 9

De provincie hanteert de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013 om de subsidiabele restauratiekosten te bepalen. Deze leidraad is een bijlage bij artikel 4 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten, zoals gepubliceerd in de Staatscourant 2012 nr 20420, 9 oktober 2012. Zelfwerkzaamheid is alleen subsidiabel wanneer de aanvrager een erkend aannemer is.

De provincie hanteert de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013 om de subsidiabele restauratiekosten te bepalen. Deze leidraad is een bijlage bij artikel 4 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten, zoals gepubliceerd in de Staatscourant 2012 nr 20420, 9 oktober 2012. Zelfwerkzaamheid is alleen subsidiabel wanneer de aanvrager een erkend aannemer is.

Artikel 10

Een subsidieontvanger wordt aangemerkt als een onderneming als de subsidieontvanger goederen of diensten aanbiedt. De rechtsvorm (stichting, BV of NV) en de vraag of de subsidieontvanger een winstoogmerk heeft zijn niet van belang.

In de uitvoeringsovereenkomst wordt de terugbetaling geregeld van de exploitatiewinst die voortkomen uit de restauratie gedurende de afschrijvingsperiode. De afschrijvingsperiode van de restauratie waarvoor subsidie is verleend, kan verschillen. De exploitatiewinst bestaat uit de inkomsten van een onderneming na aftrek van (bedrijfs)kosten, afschrijvingen en belastingen. De (bedrijfs)kosten kunnen onder andere bestaan uit de kosten van de geleverde goederen of diensten en uit de kosten die samenhangen met de bedrijfsvoering zoals huisvesting (waaronder onderhoud) en administratie.

De hoogte van de terug te betalen exploitatiewinst kunnen berekend worden op basis van het verschil tussen de hoogte van exploitatiewinst voor de restauratie en de hoogte van de exploitatiewinst na de restauratie.

Een subsidieontvanger wordt aangemerkt als een onderneming als de subsidieontvanger goederen of diensten aanbiedt. De rechtsvorm (stichting, BV of NV) en de vraag of de subsidieontvanger een winstoogmerk heeft zijn niet van belang.

In de uitvoeringsovereenkomst wordt de terugbetaling geregeld van de exploitatiewinst die voortkomen uit de restauratie gedurende de afschrijvingsperiode. De afschrijvingsperiode van de restauratie waarvoor subsidie is verleend, kan verschillen. De exploitatiewinst bestaat uit de inkomsten van een onderneming na aftrek van (bedrijfs)kosten, afschrijvingen en belastingen. De (bedrijfs)kosten kunnen onder andere bestaan uit de kosten van de geleverde goederen of diensten en uit de kosten die samenhangen met de bedrijfsvoering zoals huisvesting (waaronder onderhoud) en administratie.

De hoogte van de terug te betalen exploitatiewinst kunnen berekend worden op basis van het verschil tussen de hoogte van exploitatiewinst voor de restauratie en de hoogte van de exploitatiewinst na de restauratie.

Artikel 12

Organisaties als bedoeld in artikel 30 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten zijn organisaties die professioneel en met kwaliteit hun monumenten beheren en door de minister zijn aangewezen als Professionele organisaties voor monumentenbehoud (POMs).

Indien het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen die aan de criteria voldoen te honoreren worden de aanvragen gerangschikt op een prioriteitenlijst door het aantal punten dat wordt behaald. Aanvragen van POMs behalen 8 punten en aanvragen van niet-POMs 1 punt. Voorts zijn er punten te behalen afhankelijk de percentuele hoogte van de gevraagde subsidie in relatie tot de subsidiabele kosten. Hoe lager de percentage, hoe meer punten men kan scoren.

Organisaties als bedoeld in artikel 30 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten zijn organisaties die professioneel en met kwaliteit hun monumenten beheren en door de minister zijn aangewezen als Professionele organisaties voor monumentenbehoud (POMs).

Indien het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen die aan de criteria voldoen te honoreren worden de aanvragen gerangschikt op een prioriteitenlijst door het aantal punten dat wordt behaald. Aanvragen van POMs behalen 8 punten en aanvragen van niet-POMs 1 punt. Voorts zijn er punten te behalen afhankelijk de percentuele hoogte van de gevraagde subsidie in relatie tot de subsidiabele kosten. Hoe lager de percentage, hoe meer punten men kan scoren.

Artikel 13

Als moment waarop gestart wordt met de restauratie wordt verstaan: de aanvang van de restauratiewerkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd, hetzij de eerste, juridisch bindende toezegging om uitrusting te bestellen, hetzij een andere toezegging die de restauratie onomkeerbaar maakt, afhankelijk van wat als eerste plaatsvindt, onder uitsluiting van voorbereidende werkzaamheden. De aankoop van gronden en voorbereidende werkzaamheden zoals het verkrijgen van vergunningen en de uitvoering van voorbereidende haalbaarheidsstudies worden niet als aanvang van de werkzaamheden beschouwd.

Bij subsidieverleningen voor restauratie van molens en orgels geldt de verplichting dat de restauratie dient te worden begeleid door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Met betrekking tot de overige categorieën rijksmonumenten zullen gedeputeerde staten tijdens de beoordeling van de aanvraag in overleg met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bepalen of bij de subsidieverlening de verplichting wordt opgenomen dat de restauratie dient te worden begeleid door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Dit is afhankelijk van de complexiteit van de restauratie. Daarnaast wordt verplicht dat bij subsidie van meer dan € 250.000 er bij de uitvoering van de restauratie minimaal één leerwerkplek wordt gecreëerd. Indien men niet aan deze verplichting voldoet kunnen Gedeputeerde Staten de subsidie tot maximaal 20% lager vaststellen.

Als moment waarop gestart wordt met de restauratie wordt verstaan: de aanvang van de restauratiewerkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd, hetzij de eerste, juridisch bindende toezegging om uitrusting te bestellen, hetzij een andere toezegging die de restauratie onomkeerbaar maakt, afhankelijk van wat als eerste plaatsvindt, onder uitsluiting van voorbereidende werkzaamheden. De aankoop van gronden en voorbereidende werkzaamheden zoals het verkrijgen van vergunningen en de uitvoering van voorbereidende haalbaarheidsstudies worden niet als aanvang van de werkzaamheden beschouwd.

Bij subsidieverleningen voor restauratie van molens en orgels geldt de verplichting dat de restauratie dient te worden begeleid door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Met betrekking tot de overige categorieën rijksmonumenten zullen gedeputeerde staten tijdens de beoordeling van de aanvraag in overleg met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bepalen of bij de subsidieverlening de verplichting wordt opgenomen dat de restauratie dient te worden begeleid door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Dit is afhankelijk van de complexiteit van de restauratie. Daarnaast wordt verplicht dat bij subsidie van meer dan € 250.000 er bij de uitvoering van de restauratie minimaal één leerwerkplek wordt gecreëerd. Indien men niet aan deze verplichting voldoet kunnen Gedeputeerde Staten de subsidie tot maximaal 20% lager vaststellen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Subsidie wordt verstrekt voor restauraties van rijksmonumenten die publiek toegankelijk zijn en voor de restauratie van rijksmonumentale orgels die in een publiekstoegankelijk gebouw staan. Het rijksmonument dan wel het gebouw waarin zich een rijksmonumentaal orgel bevindt dient minimaal 16 uur per maand voor het publiek toegankelijk te zijn. Dit mag 2 dagen van 8 uur zijn, maar ook 4 dagen voor 4 uur, of alles er tussen in. Voor molens geldt dat deze minimaal 32 uur per jaar voor het publiek toegankelijk moeten zijn. Dat kan zijn 4 dagen van 8 uur of 8 dagen van 4 uur of alles er tussen in. Woonhuizen die in het monumentenregister zijn aangemerkt als woonhuis en na de restauratie voor meer dan 50% van het vloeroppervlak voor bewoning gebruikt wordt zijn uitgesloten.

Artikel 3

Er wordt geen subsidie verstrekt voor de restauratie van rijksmonumenten die in het monumentenregister (monumentenregister.cultureelerfgoed.nl) staan ingeschreven als woonhuis en waarvan 50 procent van het vloeroppervlak van het rijksmonument na restauratie voor bewoning gebruikt wordt.

Artikel 7

De subsidieaanvraag moet worden ingediend tussen 13 augustus en 17 september 2014. Aanvragen die na 17 september 2014 worden ontvangen worden niet in behandeling genomen. De restauratiewerkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd mogen nog niet afgerond te zijn.

Artikel 9

De provincie hanteert de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013 om de subsidiabele restauratiekosten te bepalen. Deze leidraad is een bijlage bij artikel 4 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten, zoals gepubliceerd in de Staatscourant 2012 nr 20420, 9 oktober 2012. Zelfwerkzaamheid is alleen subsidiabel wanneer de aanvrager een erkend aannemer is.

Artikel 10

Een subsidieontvanger wordt aangemerkt als een onderneming als de subsidieontvanger goederen of diensten aanbiedt. De rechtsvorm (stichting, BV of NV) en de vraag of de subsidieontvanger een winstoogmerk heeft zijn niet van belang.

In de uitvoeringsovereenkomst wordt de terugbetaling geregeld van de exploitatiewinst die voortkomen uit de restauratie gedurende de afschrijvingsperiode. De afschrijvingsperiode van de restauratie waarvoor subsidie is verleend, kan verschillen. De exploitatiewinst bestaat uit de inkomsten van een onderneming na aftrek van (bedrijfs)kosten, afschrijvingen en belastingen. De (bedrijfs)kosten kunnen onder andere bestaan uit de kosten van de geleverde goederen of diensten en uit de kosten die samenhangen met de bedrijfsvoering zoals huisvesting (waaronder onderhoud) en administratie.

De hoogte van de terug te betalen exploitatiewinst kunnen berekend worden op basis van het verschil tussen de hoogte van exploitatiewinst voor de restauratie en de hoogte van de exploitatiewinst na de restauratie.

Artikel 12

Organisaties als bedoeld in artikel 30 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten zijn organisaties die professioneel en met kwaliteit hun monumenten beheren en door de minister zijn aangewezen als Professionele organisaties voor monumentenbehoud (POMs).

Indien het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen die aan de criteria voldoen te honoreren worden de aanvragen gerangschikt op een prioriteitenlijst door het aantal punten dat wordt behaald. Aanvragen van POMs behalen 8 punten en aanvragen van niet-POMs 1 punt. Voorts zijn er punten te behalen afhankelijk de percentuele hoogte van de gevraagde subsidie in relatie tot de subsidiabele kosten. Hoe lager de percentage, hoe meer punten men kan scoren.

Artikel 13

Als moment waarop gestart wordt met de restauratie wordt verstaan: de aanvang van de restauratiewerkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd, hetzij de eerste, juridisch bindende toezegging om uitrusting te bestellen, hetzij een andere toezegging die de restauratie onomkeerbaar maakt, afhankelijk van wat als eerste plaatsvindt, onder uitsluiting van voorbereidende werkzaamheden. De aankoop van gronden en voorbereidende werkzaamheden zoals het verkrijgen van vergunningen en de uitvoering van voorbereidende haalbaarheidsstudies worden niet als aanvang van de werkzaamheden beschouwd.

Bij subsidieverleningen voor restauratie van molens en orgels geldt de verplichting dat de restauratie dient te worden begeleid door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Met betrekking tot de overige categorieën rijksmonumenten zullen gedeputeerde staten tijdens de beoordeling van de aanvraag in overleg met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bepalen of bij de subsidieverlening de verplichting wordt opgenomen dat de restauratie dient te worden begeleid door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Dit is afhankelijk van de complexiteit van de restauratie. Daarnaast wordt verplicht dat bij subsidie van meer dan € 250.000 er bij de uitvoering van de restauratie minimaal één leerwerkplek wordt gecreëerd. Indien men niet aan deze verplichting voldoet kunnen Gedeputeerde Staten de subsidie tot maximaal 20% lager vaststellen.

Naar boven