Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies

Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 11 februari 2014, nr. 495066, afd. PO, tot bekendmaking van de tekst van de wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies met ingang van de dag na publicatie in het provinciaal blad, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2013.

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

maken bekend de tekst van de wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies met ingang van de dag na publicatie in het provinciaal blad, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2013, luidende als volgt:

Overwegende dat ter uitvoering van de in het SPA gemaakte afspraken de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies dient te worden gewijzigd;

Gelet op de fiscale regelgeving, de Provinciewet en het SPA-akkoord 2011/2012;

besluiten:

vast te stellen het volgende:

Artikel I

De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt gewijzigd als volgt:

A.Artikel D.10 komt als volgt te luiden:

Artikel D.10
Levensloop

Gedeputeerde staten stellen overeenkomstig de hierover in het SPA gemaakte afspraken een levensloopregeling vast, met inachtneming van het bepaalde ter zake bij en krachtens de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet arbeid en zorg en de Wet inkomstenbelasting 2001.

  • B.Aan artikel D.16 wordt een zevende lid toegevoegd, luidende:

    • 7.Het bepaalde in het vierde en zesde lid is niet van toepassing op de ambtenaar aan wie onbetaald verlof is verleend, direct voorafgaand aan pensionering met het oog op vervroegde uittreding.

  • C.Artikel D.17 wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.Aan het vierde lid wordt een tweede volzin toegevoegd, luidende:

Ingeval van onbetaald verlof, direct voorafgaand aan pensionering met het oog op vervroegde uittreding komt de verschuldigde pensioenpremie vanaf het begin van dit verlof volledig voor rekening van de ambtenaar.

2.In het vijfde lid wordt “vierde lid” vervangen door: vierde lid, eerste volzin,.

Artikel II

De IKAP-regeling provincies wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 7, vierde lid, komt te vervallen.

Artikel III

De Levensloopregeling provincies wordt gewijzigd als volgt:

  • A.Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

    • 1.In onderdeel b wordt na ‘1964’ een komma geplaatst en toegevoegd: zoals dit artikellid op 31 december 2011 luidde.

    • 2.In onderdeel d wordt na ‘rendementen’ de komma vervangen door een puntkomma en komt de rest van de zin te vervallen.

    • 3.In onderdeel f wordt na ‘1964’ een komma geplaatst en toegevoegd: zoals dit onderdeel op 31 december 2011 luidde.

    • 4.Onderdeel h komt te vervallen, onder verlettering van onderdeel i tot nieuw onderdeel h.

  • B.Het opschrift van hoofdstuk 2 komt als volgt te luiden:

Hoofdstuk 2 Sparen

C.Artikel 2 komt als volgt te luiden:

Artikel 2
Deelname

De ambtenaar heeft onder bij en krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 gestelde voorwaarden elk kalenderjaar recht deel te nemen aan deze regeling. De ambtenaar kan daartoe eenmaal per jaar bij gedeputeerde staten een aanvraag indienen. De aanvraag wordt minimaal twee maanden voor de gewenste ingangsdatum ingediend.

  • D.Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

    • 1.In het eerste lid, onderdeel f, vervalt het vierde gedachtestreepje en wordt in het voorlaatste gedachtestreepje ‘artikel 19’ vervangen door: artikel 12.

    • 2.In het tweede lid wordt ‘de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001’ vervangen door: het bepaalde bij en krachtens de Wet op de loonbelasting 1964.

    • 3.In het derde lid komt de zinsnede ‘voor het opnemen van verlof’ te vervallen.

  • E.In artikel 5, eerste lid, komt, na onderdeel b, de zinsnede ‘voor het opnemen van verlof’ te vervallen.

  • F.In artikel 6, eerste lid, wordt de zinsnede ‘de voorziening in geld voor het opnemen van verlof’ vervangen door: de levensloopregeling.

  • G.Het opschrift van hoofdstuk 3 komt als volgt te luiden:

Hoofdstuk 3 Opnemen van levenslooptegoed

H. De artikelen 10 en 11 komen als volgt te luiden:

Artikel 10
Aanvraag opname levenslooptegoed

De ambtenaar kan een aanvraag tot opname van levenslooptegoed indienen. In die aanvraag vermeldt de ambtenaar het bedrag van de opname.

De in het eerste lid bedoelde aanvraag bevat een machtiging van de ambtenaar om een uitkering ter grootte van het in de aanvraag aangegeven bedrag ten laste van diens levenslooptegoed aan de provincie te verstrekken op een door de provincie aangegeven wijze.

Indien de ambtenaar het levenslooptegoed geheel of ten dele wil gebruiken ten behoeve van de opname van onbetaald verlof op grond van de Wet arbeid en zorg of op grond van de CAP, dan wordt de aanvraag tot opname van levenslooptegoed ten minste drie maanden vóór de gewenste aanvangsdatum ingediend.

Artikel 11
Beslissing en uitbetaling

Gedeputeerde staten kennen de in artikel 10, eerste lid, bedoelde aanvraag toe binnen 30 dagen na ontvangst daarvan en maken de beslissing op de aanvraag zo spoedig mogelijk bekend aan de ambtenaar en aan de levensloopinstelling.

Na ontvangst van de in artikel 10, tweede lid, bedoelde uitkering wordt deze na inhouding van loonheffing aan de ambtenaar uitgekeerd.

De uitkering aan de ambtenaar is niet aan te merken als salaris of bezoldiging.

Indien geld uit het levenslooptegoed wordt ingezet voor toegekend onbetaald verlof, verstrekken gedeputeerde staten, voor zover het saldo uit dat tegoed toereikend is, de ambtenaar gedurende de periode van onbetaald verlof maandelijks een uitkering ter hoogte van het bij de aanvraag aangegeven percentage van de berekeningsgrondslag over de maand, direct voorafgaande aan de datum van ingang van dat verlof. De uitkering is ten hoogste gelijk aan die berekeningsgrondslag. Indien het onbetaald verlof voor een deel van de voor de ambtenaar geldende arbeidsduur is toegekend gaat de uitkering tezamen met het daarnaast genoten loon bij de provincie niet uit boven de berekeningsgrondslag.

  • I.De artikelen 12 tot en met 18 komen te vervallen.

  • J.Na artikel 11 wordt ingevoegd het opschrift: Hoofdstuk 4 Beëindiging bij overlijden.

  • K.Artikel 19 wordt vernummerd tot artikel 12.

  • L.De hoofdstukken 6 en 7 worden vernummerd tot de hoofdstukken 5 respectievelijk 6.

  • M.De artikelen 20, 21 en 22 worden vernummerd tot achtereenvolgens de artikelen 13, 14 en 15.

Artikel IV

Het aanvraagformulier voor deelname aan de Levensloopregeling provincies, als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Levensloopregeling provincies wordt gewijzigd als volgt:

  • A.In punt 8 wordt ‘artikel 19’ vervangen door: artikel 12.

  • B.In punt 9 komt het derde gedachtestreepje te vervallen, luidende ‘geen voorziening ingevolge de Levensloopregeling provincies te sparen in het kalenderjaar waarin ik bij deze of een andere inhoudingsplichtige loon spaar ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964’.

Artikel V

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie van het provinciaal blad waarin het is geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Groningen, 11 februari 2014.

Gedeputeerde Staten van Groningen:

, voorzitter.

, secretaris.

Deze beslissing is namens Gedeputeerde Staten genomen door het lid van Gedeputeerde Staten

dat het onderwerp in portefeuille heeft.

Groningen, 11 februari 2014.

Deze beslissing is namens Gedeputeerde Staten genomen door het lid van Gedeputeerde Staten dat het onderwerp in portefeuille heeft.

, voorzitter.

, secretaris.

Uitgegeven, 18 februari 2014.

De secretaris:

.

Naar boven