2025D23702 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met het voorbereidend onderzoek van het wetsvoorstel inzake de Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen in de vorm van een lijst van vragen.

De voorzitter van de commissie,

Bromet

Adjunct-griffier van de commissie,

Bosnjakovic

Nr

Vraag

   

1

Hoeveel studenten lopen respectievelijk in het hoger en wetenschappelijk onderwijs stage, uitgesplitst naar facultatief, verplicht en buiten curriculair? Kan daarbij worden aangegeven in hoeverre daardoor studievertraging wordt opgelopen? En hoeveel procent van de masteropleidingen heeft een verplichte stage in het curriculum?

2

Welke bedragen worden voor de jaren van dit kabinet beschikbaar gesteld voor de adviesorganen AWTI1 en de Onderwijsraad? In hoeverre zijn daarin kortingen en bijstellingen opgenomen en werkt de departementale taakstelling door in de budgetten van deze organisaties?

3

Kunt u een uiteenzetting geven van de implicaties van de algehele korting op OCW? Worden deze kortingen op het toekomstig verdienvermogen elders op de begroting opgevangen?

4

Hoe vaak wordt de 21+toets voor toelating tot een hbo2-opleiding toegepast? Hoe vaak en in welke gevallen wordt deze toets afgenomen bij scholieren en studenten die eigenlijk niet in aanmerking komen voor deze toets? Is het mogelijk om het huidige beleid van de 21+toets te verruimen? En wat het zou kosten om het huidige, te beperkte, toelatingsbeleid op te lossen?

5

Op welke posten, waarop dankzij amendement van het lid Bontenbal c.s.3 minder werd bezuinigd, is bij de Voorjaarsnotabesluitvorming besloten om opnieuw op te bezuinigen?

6

Op welke manier wordt geborgd dat onderwijsinstellingen de kennis- en ondersteuningsproducten van het studentenwelzijn-programma Stijn daadwerkelijk implementeren en wie is hiervoor verantwoordelijk?

7

Hoe wordt geborgd dat mbo4-instellingen in minder stedelijke regio’s voldoende middelen behouden om praktijkgericht onderwijs te blijven bieden na de korting op praktijkleren en het RIF5?

8

Is het Herstelplan kwaliteit funderend onderwijs, waarvan sprake was in het Hoofdlijnenakkoord Hoop, lef en trots6, van de baan, nu u hierover niet langer in gesprek bent met de ouderorganisaties, scholierenorganisatie LAKS7, onderwijsvakbonden en de sectorpartners primair – en voortgezet onderwijs?

9

Kunt u een overzicht geven van alle bezuinigingen van dit kabinet op OCW (zoals de bezuinigingen in het Hoofdlijnenakkoord, de aanpassingen die zijn gedaan bij het amendement van het lid Bontenbal8 en aanpassingen die zijn gedaan bij de Voorjaarsnota 2025)?

10

Kunt u een overzicht geven van de bezuinigingen op hoger onderwijs? Kunt u aangeven wat de effecten hiervan zijn op de instroom van leerlingen, op de financiële positie van instellingen en welke instellingen hierdoor geraakt worden?

11

Kunt u een overzicht geven van de koopkrachtontwikkeling van studenten in de afgelopen tien jaar? Kunt u een overzicht geven welke maatregelen zijn genomen (dus bezuinigingen en intensiveringen) in de afgelopen tien jaar voor studenten met daarbij een budgettaire reeks?

12

Klopt het dat de taakstelling internationale studenten structureel bijna behaald wordt, ook zonder de Wet Internationalisering in Balans?

13

Klopt het dat het amendement van het lid Bontenbal c.s.9 beoogt te bezuinigen op het OCW-departement, maar dat OCW 35 procent van hun taakstelling vanuit dit amendement alsnog kort op het onderwijs via niet uitgekeerde prijsbijstelling of korting op de lumpsum? Welke korting op de lumpsum en niet-uitgekeerde prijsbijstelling is dit specifiek?

14

Kunt u twee reeksen geven voor de lumpsumbekostiging voor het po10 en vo11? Hoeveel wordt hier per reeks op omgebogen, inclusief en exclusief lpo12?

15

Hoeveel minder hebben scholen structureel reëel te besteden door de bezuiniging op basisvaardigheden?

16

Kunt u in één tabel vatten wat het amendement van het lid Bontenbal c.s.13 ombuigt en intensiveert en wat het kabinet vervolgens terugdraait, inclusief de verdeling van de taakstelling voor het departement?

17

Kunt u een overzicht geven van de taakstelling in het kader van de 22 procent besparing op apparaatskosten voor de komende vijf jaar?

18

Wat is de realisatie van deze taakstelling voor het jaar 2024 en wat is de voortgang voor 2025?

19

Welk deel van de taakstelling wordt ingevuld vanuit apparaatsgelden en welk deel vanuit andere middelen en welke zijn dat?

20

Welke ICT-vernieuwingen zullen niet of later plaatsvinden als gevolg van de taakstelling op apparaatskosten?

21

Welk deel van deze taakstelling valt neer bij uitvoeringsorganisaties en wat zijn hier de operationele gevolgen van?

22

Welke kaders hanteert u voor het realiseren van de taakstelling op de apparaatsuitgaven?

23

Kunt u een overzicht geven in de ontwikkeling van externe inhuur in de afgelopen vijf jaar en de doelstelling voor de komende vijf jaar?

24

Klopt het dat het hoger onderwijs een nieuwe bezuiniging heeft gekregen voor de introductie van NIS214 cyberwetgeving? En klopt het dat u met deze middelen het inrichten van een toezichtsfunctie op het Ministerie van OCW betaalt en dat een deel van de middelen bestemd is voor SURF? Wat is de reden dat u – als gevolg van een door uzelf genomen besluit – de rekening voor het gereed brengen van uw departement bij de universiteiten en hogescholen neerlegt?

25

Klopt het dat de maatregel uit het Hoofdlijnenakkoord over het afschaffen van de ov-vergoeding voor studenten in het buitenland juridisch niet haalbaar blijkt? Waarom kiest u ondanks eerdere kritiek op de bezuinigingen in het hoger onderwijs ervoor om ook dit te verhalen op de bekostiging van de universiteiten en hogescholen?

26

Kunt u inzichtelijk maken wat de financiële impact is op de verschillende onderwijssectoren (po, vo, mbo, hbo en wo15) van het niet uitkeren van de prijsbijstelling?

27

Van welke extensiveringen is de compensatie voor de prijsontwikkeling afkomstig?

28

Hoeveel loon- en prijsbijstelling is in 2025 toegekend aan de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs?

29

Wat zijn de geschatte kosten van het structureel invoeren van gratis kinderopvang voor alle kinderen van nul tot vier jaar?

30

Kunt u aangeven hoe de mindering op de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling, zoals besloten bij de Voorjaarsnota 2025, verdeeld wordt over de artikelen op de OCW-begroting?

31

Kun u in twee tabellen uiteenzetten hoe de loonbijstelling en afzonderlijk de prijsbijstelling verdeeld is over de OCW-begroting en welke reële prijsvermindering hierdoor optreedt op financiële posten?

32

Klopt het dat universiteiten een groot deel van de resterende prijsbijstelling hebben moeten inleveren ter dekking van «OCW-brede problematiek» (dit bevat vooral het niet halen van de taakstelling die de Minister heeft gekregen op het eigen ambtenarenapparaat)? Waarom laat u het hoger onderwijs opdraaien voor het feit dat het u niet lukt de eigen departementale taakstelling te halen?

33

Hoe verklaart u dat in het amendement van het lid Bontenbal c.s.16 dekking wordt gezocht in het inzetten van een reservering voor het studentenreisproduct op de aanvullende post, maar deze in deze suppletoire begroting niet lijkt te worden ingezet? Is voorzien in een alternatieve dekking?

34

Op welke specifieke budgetten wordt alsnog een compensatie voor prijsontwikkeling toegekend?

35

Betekent het overmaken van tranche 2025 van de loonbijstelling dat er geen korting op de kabinetsbijdrage op de lonen in het onderwijs voor 2025 plaatsvindt?

36

Wat is het percentage waarmee de loonbijstelling wordt verhoogd?

37

Wat is het percentage waarmee de prijsbijstelling wordt verhoogd?

38

Heeft het korten op de loonbijstelling van tranche 2025 voor externe inhuur op het apparaat gevolgen voor de lumpsum in het onderwijs? Zo ja, welke?

39

Waar is vastgelegd dat OCW wettelijk verplicht is tot het uitkeren van prijsbijstelling op de bekostiging van het primair onderwijs, de studiefinanciering en de mediabekostiging?

40

Wat is de reden dat OCW alleen wettelijk verplicht is de prijsbijstelling uit te keren in het primair onderwijs en niet in de andere onderwijssectoren?

41

Vindt er op alle onderwijsartikelen in de OCW-begroting een volledige loonbijstelling plaats?

42

Wordt er in 2025 gekort op kabinetsbijdrage in de arbeidsvoorwaarden in het onderwijs?

43

Hoe wordt de Kamer geïnformeerd over de aangepaste beschikkingen vanwege de lagere prijsbijstelling?

44

Wat zijn de kosten als het gehele onderwijs de prijsbijstelling ontvangt, met uitsplitsing per onderwijssector?

45

Hoe vaak is het afgelopen tien jaar voorgekomen dat een onderwijssector geen of een onvolledig loon- en/of prijsbijstelling heeft ontvangen?

46

Hoe is verdeling in de lumpsum in de verschillende onderwijssectoren tussen het loongevoelige en prijsgevoelige deel van de bekostiging?

47

Op welke manier (per onderwijssector) is deze verdeling in de lumpsum tussen het loongevoelig deel en prijsgevoelig deel vastgelegd?

48

Op welke delen van artikelen 6 en 7 wordt er geen loonbijstelling uitgekeerd en betekent dit dat de salarissen voor personeel op basis van dit deel van de begroting niet worden gecompenseerd?

49

Hoeveel minder fulltime eenheden aan personeel kunnen scholen naar verwachting inzetten op basisvaardigheden in 2027, 2028 en 2029 als het bedrag gelijk blijft en de loonkosten stijgen?

50

In hoeverre worden scholen met een relatief grote opgave op het gebied van basisvaardigheden (bijvoorbeeld door onderwijsachterstanden) harder geraakt door het uitblijven van indexatie?

51

Zijn er signalen dat scholen met een relatief grote opgave op het gebied van basisvaardigheden het uitblijven van indexatie als een belemmering ervaren voor het duurzaam verbeteren van basisvaardigheden?

52

Welke afwegingen heeft u gemaakt om scholen met hogere personeelskosten per leerling (zoals bijvoorbeeld in dunbevolkte gebieden of scholen in het (v)so17 te compenseren of juist niet?

53

Hoe verhoudt de bevriezing van het bedrag voor basisvaardigheden zich tot de ambities van het kabinet in het Hoofdlijnenakkoord/Regeerprogramma en het Masterplan Basisvaardigheden?

54

Op welke manieren borgt u dat scholen voldoende middelen behouden om de ambities op het gebied van basisvaardigheden waar te maken?

55

Overweegt u om het bedrag voor basisvaardigheden te herzien of opnieuw vast te stellen op basis van inflatie of cao-stijgingen na 2027?

56

Hoe laat u de effectiviteit van het niet-indexeren van het bedrag voor basisvaardigheden monitoren en evalueren?

57

Wordt er tussentijdse evaluatie voorzien van de financiële knelpunten die scholen mogelijk ondervinden bij de bevriezing van de middelen voor basisvaardigheden op het prijspeil van 2024?

58

Wat zijn de scenario’s als blijkt dat scholen hun inzet op basisvaardigheden moeten terugschroeven vanwege ontoereikend budget?

59

Kunt u aangeven waarom de bezuiniging op de prijscompensatie geconcentreerd op een beperkt aantal OCW-begrotingsposten zijn geboekt (w.o. lumpsum vervolgonderwijs) en welke directe gevolgen dat heeft voor de financiële ruimte van onderwijsstellingen?

60

Hoeveel scholen ontvingen in 2024 middelen uit de onderwijskansenregeling in het voortgezet onderwijs?

61

Wat zijn de structurele meerkosten van het verlagen van de maximale klassengrootte naar 21 leerlingen in het basisonderwijs?

62

Kunt u in meerjarenperspectief kwantificeren wat de korting van € 90,0 miljoen in 2027 en vanaf 2028 structureel € 177,0 miljoen op de Onderwijskansenregeling voortgezet onderwijs concreet gaat betekenen voor de leerlingen voor wie deze regeling was bedoeld en hun toekomstkansen?

63

Hoe groot was tot nog toe de doelgroep leerlingen die werd bereikt met de onderwijskansenregeling voortgezet onderwijs door middel van onderwijsassistenten of coaches, extra onderwijstijd, huiswerkbegeleiding, en door ouderbetrokkenheid te stimuleren, en betekent de opheffing van de onderwijskansenregeling dat er in 2028 nog van die groep nul leerlingen resteert?

64

Kunt u een uitsplitsing geven van de loon- en prijsbijstelling per sector voor komende jaren?

65

Is de reden dat het bedrag voor de loonbijstelling een dalende trend laat zien dat het kabinet uitgaat van minder leraren in de toekomst, of is er een andere reden?

66

Waar is de onderwijskansenregeling voortgezet onderwijs afgelopen jaren voor ingezet?

67

Hoeveel scholen maken gebruik van de onderwijskansenregeling?

68

Hoeveel kinderen maken gebruik van de onderwijskansenregeling?

69

Waar bevinden zich de scholen die gebruik maken van de onderwijskansenregeling?

70

Hoeveel leraren (in fulltime eenheden en in personen) worden op dit moment bekostigd vanuit de onderwijskansenregeling?

71

Hoeveel onderwijsondersteuners (in fulltime eenheden en in personen) worden op dit moment bekostigd vanuit de onderwijskansenregeling?

72

Is er een evaluatie van de onderwijskansenregeling voortgezet onderwijs geweest?

73

Hoeveel scholen ontvingen in 2024 middelen uit de onderwijskansenregeling op basis van de CBS18-achterstandsindicator en hoeveel leerlingen waren daarbij betrokken?

74

Heeft u een analyse laten maken van de gevolgen van het beëindigen van de onderwijskansenregeling voor scholen met een hoge achterstandsscore en kunt u die delen?

75

Wat zijn de kosten van het invoeren van een maximum reistijd van 45 minuten voor leerlingenvervoer in het speciaal onderwijs?

76

Wat is het structurele bedrag dat nodig is om de vrijwillige ouderbijdrage volledig af te schaffen in het primair en voortgezet onderwijs?

77

Wat zijn de precieze gevolgen van het opheffen van de onderwijskansenregeling?

78

Kunt u per regio aangeven welke scholen gebruik maken van de onderwijskansenregeling?

79

Is er met de sector gesproken voordat werd besloten om de onderwijskansenregeling te schrappen?

80

Wat is de totale omvang van bezuinigingen op primair – en voortgezet onderwijs naar aanleiding van deze Voorjaarsnota (inclusief niet verdeelde loon- prijsbijstellingen) en hoe verhoudt zich dat tot het «terugdraaien» van bezuinigingen door onder andere het amendement van het lid Bontenbal c.s.19?

81

Heeft u naast overleg met de instellingen over de taakstelling internationale studenten ook overleg met de vakbonden?

82

Welke indicatoren bevat de CBS-achterstandsindicator precies bij de bepaling van achterstandsscores voor het voortgezet onderwijs?

83

Kunt u een per regeling overzicht geven van de subsidieregelingen in het funderend onderwijs waarbij de CBS-achterstandsindicator momenteel wordt gebruikt als verdeelsleutel?

84

Wordt de CBS-achterstandsindicator afgeschaft, herzien of blijft ze behouden na de beëindiging van de onderwijskansenregeling?

85

Wat zijn de (financiële) consequenties voor andere regelingen als de CBS-achterstandsindicator komt te vervallen of gewijzigd wordt?

86

Overweegt u om bij toekomstige subsidieregelingen in het funderend onderwijs andere indicatoren dan de CBS-achterstandsindicator voor toekenning van middelen te hanteren? Zo ja, welke?

87

Welke scholen zullen naar verwachting het meeste de consequenties ondervinden van het uitfaseren van de onderwijskansenregeling, vmbo20-, havo- of vwo-scholen?

88

Welke maatregelen gaan voorkomen dat het vmbo, ten opzichte van de havo en het vwo, onevenredig hard wordt geraakt door het uitfaseren van de onderwijskansenregeling?

89

Wat zijn de meerkosten van bol21-studenten ten opzichte van bbl22-studenten in verband met het hogere aantal contacturen dat zij krijgen?

90

Wat zou het loslaten of versoepelen van de lesurennorm, die wordt opgelegd door de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, voor gevolgen hebben voor de bekostiging van het mbo?

91

Is het waarschijnlijk dat het loslaten of versoepelen van de lesurennorm, die wordt opgelegd door de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, tot gevolg heeft dat het benodigde budget voor de bekostiging van het mbo lager uitvalt?

92

Kunt u uiteenzetten welke implicaties de korting op de onderwijskansenregeling zal hebben op het vervolgonderwijs? Zijn er positieve ontwikkelingen verbonden aan de regeling met betrekking tot meer gelijkheid, beter wetenschappelijk onderzoek of meer onderzoekers die nu weg zullen vallen?

93

Wat zijn de meerkosten van het structureel invoeren van gratis schoolmaaltijden op alle basisscholen met een hoge concentratie achterstandsleerlingen?

94

Wat zijn de jaarlijkse kosten om schoolzwemmen verplicht en gratis aan te bieden in groep 3 en 4 van het primair onderwijs?

95

Hoeveel minder studenten zijn er gaan studeren op het wo dan verwacht? Hoeveel meer zijn er gaan studeren op het hbo?

96

Waar komen de hogere studentenaantallen in het hbo vandaan?

97

Heeft de aankondiging van de langstudeermaatregel effect gehad op de lagere studentenaantallen in het wo?

98

Waarom hebben er minder internationale studenten gekozen om in Nederland te studeren?

99

Hoeveel minder internationale studenten moeten komend jaar gaan studeren om de taakstelling op internationale studenten te bereiken?

100

Kunt u een overzicht delen van de jaarlijkse prijsbijstelling op de cultuurbegroting vanaf 2016 tot en met 2025? Kunt u eveneens een overzicht delen van de loonbijstelling vanaf 2016 tot en met 2025 op de cultuurbegroting? Kunt u een overzicht delen van de reële inflatie op loon en prijs vanaf 2016 tot en met 2025 op de cultuurbegroting?

101

Kunt u toezeggen dat onderbouwing conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1) voor 2025 voor de basisvaardigheden in het mbo nog tijdens de behandeling van deze suppletoire begroting naar de Kamer wordt gestuurd, zodat de Kamer haar budgetrecht goed geïnformeerd kan uitoefenen?

102

Wat is het verwachte effect van het opheffen van de onderwijskansenregeling in het vo (korting oplopend tot € 177 miljoen structureel vanaf 2028) op scholen in regio’s met hoge achterstandsscores buiten de Randstad?

103

Wat is de onderbouwing voor de resterende taakstelling op internationalisering in het hoger onderwijs en wat is de verdeling van deze taakstelling over instellingen (en regio’s)?

104

In hoeverre is het nog steeds noodzakelijk de toets anderstalig onderwijs in te voeren, nu het aantal niet-Nederlandse EER23-studenten fors lager is in de referentieramingen en de instellingen al aan de taakstelling voldoen?

105

Wat zijn de landelijke kwaliteitsmiddelen voor hbo en wo?

106

Wat zijn de gevolgen voor het afschaffen van de landelijke kwaliteitsmiddelen voor hbo en wo?

107

Wat zijn naar verwachting de totale kosten die gemoeid zijn met de financiering van niet-Nederlandse EER-studenten met het oog op de rijksbijdrage per student en de sociaal-financiële voorzieningen vanuit DUO24 waarop deze studenten aanspraak kunnen maken?

108

Hoeveel bedraagt de korting op de loonbijstelling voor externe inhuur in 2025 en op welk begrotingsartikel is deze geboekt?

109

Waarom wordt de aanvullende bekostiging voor po-instellingen en de aanpak lerarentekort G5 verlaagd?

110

Wat is de reden dat er minder subsidieaanvragen zijn gedaan voor de subsidieregeling School en omgeving?

111

Is het afschaffen van de ov-vergoeding voor studenten die in het buitenland studeren wel of niet in strijd met het EU-recht?

112

Wat is er nodig om vast te kunnen stellen of het afschaffen van de ov-vergoeding voor studenten die in het buitenland studeren in lijn is met het EU-recht?

113

In hoeverre betekent de ontwikkeling dat middelen voor basisvaardigheden door de loon- en prijsbijstelling op het originele bedrag niet worden uitgekeerd en de facto worden bevroren op het prijspeil van 2024, wat vanaf 2030 oploopt tot een structurele bezuiniging van € 48,1 miljoen, dat basisvaardigheden niet langer «absolute prioriteit» hebben, zoals nog viel te lezen in een passage in het Hoofdlijnenakkoord Hoop, lef en trots25?

114

Betekent het gelijk houden van het «in 2024 gecommuniceerde nominale bedrag van minimaal € 182 per leerling» dat het kabinet voornemens is deze bekostiging ook in de komende jaren (na formele invoering van de gerichte bekostiging) niet meer te indexeren?

115

Kunt u de bedragen voor de extensiveringen op cultuur en media in tabel 5 nader toelichten?

116

Welke aannames liggen ten grondslag aan het besluit om structureel € 48,1 miljoen aan loon- en prijsbijstelling niet uit te keren op de gerichte bekostiging basisvaardigheden in po en vo vanaf 2030, terwijl het nominale bedrag per leerling (€ 182) gelijk blijft?

117

Hoe wordt de impact op scholen in krimpregio’s of gebieden met een lage sociaaleconomische status beoordeeld nu zij met een bevroren nominale bekostiging stijgende personeelskosten zelf moeten opvangen?

118

Op welke wijze sluit de intensivering op basisvaardigheden in het mbo (€ 47,2 miljoen in 2025/2026–2026/2027) aan bij de ombuigingen op andere mbo-onderdelen?

119

Kunt u aangeven hoeveel aanvragen voor een tegemoetkoming voor de gemiste basisbeurs zijn afgewezen vanwege het (nog) niet behalen van een wo-masterdiploma? Is geanalyseerd in hoeverre het gemaakte onderscheid rechtvaardig is om bij een afgeronde hbo-bachelor wél compensatie toe te kennen? Zo ja, wat was hiervan de uitkomst? Zo nee, waarom niet?

120

Wat zijn de gevolgen voor het niet uitkeren van de loon- en prijsbijstelling van de basisvaardigheden funderend onderwijs?

121

Leidt het niet uitkeren van de loon- en prijsbijstelling bij de basisvaardigheden tot verlies van banen?

122

Hoe worden de lage aanvragen op de subsidieregeling School en Omgeving verklaard?

123

Hoeveel studenten schakelen er jaarlijks van een hbo-bachelor naar een wo-master? Welke mogelijke gevolgen zijn verbonden aan de rechterlijke uitspraak dat u beter moet uitleggen waarom hbo-studenten geen prestatiebeurzen krijgen voor een universitaire master26?

124

Hoeveel studenten schakelen er jaarlijks van een hbo-bachelor naar een wo-master? Hoeveel kost het om deze groep studenten een extra jaar prestatiebeurs toe te kennen?

125

Zal er, gezien de doelgroepen, bij het bepalen van subsidies speciale aandacht komen voor aanvragen vanuit focusgebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (de NPLV-focusgebieden)?

126

Wat zijn de structurele kosten om voor alle thuiszittende leerlingen maatwerkonderwijs met begeleiding te organiseren?

127

Hoe verhouden de uitspraken op pagina 8 over dalende aantal nieuwkomers zich tot de uitspraken op pagina 26, waar er wordt gesproken over een hogere instroom?

128

Hoe is de structurele korting van € 20 miljoen op de Regeling praktijkleren vanaf 2030 onderbouwd en welk aandeel hiervan betrof bbl-trajecten in tekortsectoren zoals zorg, techniek en landbouw?

129

Wat is de regionale verdeling van de verschuiving van bbl- naar bol-studenten in de referentieraming? Zijn landelijke regio’s (zoals Noordoost-Nederland) zwaarder getroffen?

130

Hoe is rekening gehouden met regionale verschillen in kostenontwikkeling (bijvoorbeeld energie, reiskosten, personeelsmarkt) bij het besluit om 50 procent van de prijsbijstelling 2025 niet uit te keren?

131

Hoeveel studenten worden er bereikt met het geld voor de basisvaardigheden in het mbo, gezien de looptijd van twee jaar?

132

Wat betekenen de bezuinigingen op het apparaat van OCW in de praktijk?

133

Hoe wordt de € 47,2 miljoen voor basisvaardigheden mbo ingezet om intensiever onderwijs en meer begeleiding te bewerkstelligen?

134

Hoe wordt de € 47,2 miljoen voor basisvaardigheden mbo ingezet om intensiever onderwijs en meer begeleiding te bewerkstelligen in het specifieke geval dat de lesurennorm uit de WEB27 zou worden versoepeld?

135

Op welke budgetten of schotten wordt de structurele korting van € 21 miljoen op de bekostiging van het mbo toegepast?

136

Wat is de oorzaak van de gestegen kosten op het apparaat waarvoor DUO een structurele compensatie benodigt van € 1,4 miljoen?

137

Wat is de verwachte omvang van de referentieraming voor het aantal studenten in het hbo en wo in 2025 en hoe verhoudt zich dat tot de voorgaande raming?

138

Wat is het verschil in kosten tussen een student in de bol en de bbl in het mbo?

139

Waar worden de kwaliteitsmiddelen, die zijn opgenomen in de lumpsum, momenteel voor ingezet door instellingen?

140

Welke effecten gaat het verlagen van de kwaliteitsmiddelen hebben op de kwaliteit van het onderwijs?

141

Wat zijn de verwachte gevolgen van het niet uitkeren van een deel van de gerichte bekostiging voor de basisvaardigheden op het gemiddelde landelijke lees-, schrijf- en rekenniveau van scholieren?

142

Wat kost het de samenleving wanneer als gevolg van het uitfaseren van de onderwijskansenregeling en het niet uitkeren van een deel van de gerichte bekostiging voor de basisvaardigheden straks een groter deel van scholieren onvoldoende kan meedoen in onze maatschappij? Wat is de hoogte van de rekening die daarmee wordt doorgeschoven?

143

Wat is het bedrag dat nodig zou zijn om alle studenten in het mbo, hbo en wo structureel recht te geven op een basisbeurs die het sociaal minimum dekt?

144

Wat zijn de kosten van het structureel bekostigen van een verlaging van het collegegeld tot € 1.000 per jaar voor voltijdstudenten?

145

Het collegegeld zal in studiejaar 2025–2026 € 2.601 bedragen, tien jaar geleden in het studiejaar 2015–2026 bedroeg het nog € 1.951; hoeveel geld zou het structureel kosten om het collegegeld te bevriezen zodra het meer dan € 3.000 bedraagt?

146

Hoe groot is de financiële tegenvaller als hbo-studenten die een wo-master gaan doen na het bepalen van hun hbo-diploma toch recht krijgen op een verlenging van hun basisbeurs?

147

Hoeveel geld zou het kosten om de indexatie van de basisbeurs niet te koppelen aan het CPI28, maar aan de koopkracht van studenten?

148

Is de huidige basisbeurs dekkend voor uitwonende studenten om hun studie te kunnen volgen zonder te hoeven lenen en een bijdrage van hun ouders te ontvangen?

149

Hoe hoog zou een toereikende basisbeurs moeten bedragen voor uitwonende studenten zonder te hoeven lenen en een bijdrage van hun ouders te ontvangen?

150

Wat zijn de geschatte jaarlijkse kosten van het verstrekken van een gratis sportpas aan alle leerlingen in het primair – en voortgezet onderwijs en aan studenten in het mbo, hbo en wo?

151

Welke subsidies worden als gevolg van de keuze om geen loon- en prijsbijstelling door te verdelen naar andere instrumenten binnen artikel 1 niet geïndexeerd? Worden de budgetten voor bijvoorbeeld de Brugfunctionaris po en die van schoolmaaltijden hierdoor geraakt?

152

Hoeveel scholen in het primair onderwijs ontvangen middelen voor de Brugfunctionaris po en hoe vertaalt zich dat naar fte’s in de sector? Vallen deze functionarissen onder de reguliere CAO van het primair onderwijs en in hoeverre is er ruimte om deze groep werknemers ook een loonsverhoging te geven die past bij de prijsstijgingen in de winkel?

153

Hoeveel scholen in het primair onderwijs ontvangen middelen voor schoolmaaltijden en hoeveel leerlingen worden met deze regeling bereikt? Kunt u op basis van de gegevens van de uitvoerder van deze regeling (het Jeugdeducatiefonds) aangeven in hoeverre de prijzen voor schoolmaaltijden (per maaltijd) zijn gestegen, hoe dit in verhouding staat met de toegekende prijsbijstelling en hoe u denkt dat dit verschil kan worden opgevangen?

154

Betekent het niet toekennen van de loon- en prijsbijstelling op humanistisch vormend onderwijs en godsdienstonderwijs dat de lonen en prijzen niet gecompenseerd worden voor inflatie en er dus wordt bezuinigd op het humanistisch vormend onderwijs en godsdienstonderwijs?

155

Hoeveel kost het om bij het humanistisch vormend onderwijs en godsdienstonderwijs wel de loon- prijsstelling door te voeren?

156

Kunt u aangegeven wat het effect is op de bezuiniging van de onderwijsvoorziening jonggehandicapten? Hoeveel kinderen worden hierdoor getroffen?

157

Wat betekent het uitstel van de curriculumherziening precies, voor de ontvanger(s) van de overige subsidie als eventueel voor scholen, als gevolg van het amendement Eerdmans c.s.29 waarbij dekking wordt gezocht in de overige subsidies op artikel 3?

158

Wat behelst de bezuiniging «Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters» en wat zijn de gevolgen van deze bezuiniging?

159

Wat is het effect van het niet toekennen van de loon- en prijsbijstelling op onderdelen van artikel 3?

160

Kunt u de extra intensivering op de basisvaardigheden mbo boven op het Herstelplan nader toelichten?

161

Kunt u de budgettair neutrale kasschuif op de bekostiging van mbo-instellingen, ter dekking van het amendement van het lid Eerdmans c.s.30, nader toelichten?

162

Welke consequenties heeft de extensivering op het Regionale Investeringsfonds van € 18 miljoen (2025–2027) op de aanvragers van dat fonds?

163

Wat is het effect van de bezuiniging op schoolmaaltijden? Hoeveel kinderen krijgen hierdoor geen maaltijd meer? Hoeveel scholen worden hierdoor geraakt?

164

Welke activiteiten gaan er allemaal precies worden afgeblazen ten gevolge van de extensivering op het Regionaal Investeringsfonds van € 6,0 miljoen per jaar in de jaren 2025 tot en met 2027 (in totaal € 18,0 miljoen), de extensivering op de regeling doorstroom beroepskolom in de jaren 2026 tot en met 2029 (in totaal € 19,8 miljoen) en het aanwenden van vrij inzetbare prijsbijstelling op studiefinanciering van in totaal € 9,4 miljoen, waarmee een extra intensivering van in totaal € 47,2 miljoen voor basisvaardigheden in het mbo in de studiejaren 2025/2026 en 2026/2027 wordt gedekt?

165

Wordt het mbo gecompenseerd voor de stijgende prijzen (prijsbijstelling)?

166

Klopt het dat de eerdere bezuiniging op praktijkleren uit de begroting-OCW is teruggedraaid door het amendement van het lid Bontenbal c.s.31 en wat is het verschil tussen deze bezuiniging op praktijkleren en de eerder teruggedraaide bezuiniging in de begroting-OCW?

167

Hoe kan, ondanks een bezuiniging, de maximale vergoeding van € 2.700 per leerwerkplek in stand blijven en wat zijn de gevolgen van de bezuiniging op praktijkleren?

168

Op welk bekostigingsinstrument wordt de € 25,0 miljoen voor het Fonds Onderzoek en Wetenschap, dat met de rijksbijdrage 2025 aan instellingen wordt toegekend, precies geboekt? En kunt u daarnaast een uiteenzetting van de kosten verschaffen?

169

Waarover vindt wel prijsbijstelling plaats op artikel 6 (hoger onderwijs)?

170

Hoeveel kost het om de bekostiging onderwijsdeel wel te compenseren voor gestegen prijzen (prijsbijstelling)?

171

Wat zijn de gevolgen van de aanvullende bezuinigingen op de RIF-gelden op de stimulans voor werkgevers en mbo-instellingen in de regio om met behulp van innovatie en onderzoek vakmensen toekomstbestendig te kunnen opleiden?

172

Wat zijn de gevolgen van de bezuinigingen op de regeling doorstroom beroepskolom op de efficiënte doorstroom tussen de verschillende onderwijssectoren?

173

Is al bekend hoe de alternatieve dekking van € 38,2 miljoen op de

apparaatsuitgaven via niet uitgekeerde loon- en prijsbijstelling of korting op de lumpsum van de onderwijssectoren precies wordt ingevuld?

174

Wat is het effect van het niet doorverdelen van de loon- prijsbijstelling naar artikel 9 voor de onderwijsregio’s en wat betekent dit voor de middelen die beschikbaar zijn voor scholen in het kader van de PBSS32-regeling?

175

In hoeverre heeft het niet doorverdelen van de loon- en prijsbijstelling naar artikel 9 gevolgen voor de instrumenten gericht op het terugdringen van personeelstekorten in het onderwijs en het stimuleren van het opleiden van nieuw personeel?

176

Heeft u overwogen om de middelen die nu beschikbaar komen door de afbouw van het RIF in te zetten om te voorzien in concrete vraagstukken rondom publiek-private samenwerking, zoals het intensiveren van de samenwerking van mbo-instellingen met werkgevers in de regio, zoals u zelf als oplossing heeft geopperd in uw brief van 28 maart 202533?

177

Wat zijn de gevolgen in de praktijk van de extensivering van het Regionaal Investeringsfonds en de regeling doorstroom beroepskolom?

178

Welke taken zullen mbo-instellingen minder moeten doen om de bezuiniging van € 20 miljoen op de bekostiging op te vangen?

179

Klopt het dat er door OCW bewust een bezuiniging is ingeboekt op praktijkleren vanwege de concernbrede problematiek en niet vanwege dalende studentenaantallen en verschuiving van bbl naar bol?

180

Wat is de reden van het uitstel van het wetsvoorstel Wet van school naar duurzaam werk?

181

Kunt u een uiteenzetting geven van de implicaties van de korting op startersbeurzen? Worden deze kortingen op het toekomstig verdienvermogen elders op de begroting opgevangen?

182

Welke effecten gaat de korting op de bekostiging van het ho34 hebben op het onderwijs?

183

Zullen de klappen door de korting op de bekostiging van het ho, het hbo net zo hard treffen als het wo?

184

Op welke onderdelen heeft het wettelijk verplichte deel van de prijsbijstelling voor artikel 15 Media betrekking en op welke onderdelen komt er geen prijsbijstelling beschikbaar?

185

Waarover vindt wel prijsbijstelling plaats op artikel 7 (wetenschappelijke onderwijs)?

186

Hoeveel kost het om de bekostiging onderwijsdeel wel te compenseren voor gestegen prijzen (prijsbijstelling)?

187

Klopt het dat lonen en prijzen bij de subsidies lerarenbeurs en zij-instroom niet worden gecompenseerd?

188

Wat zijn de effecten van het niet-compenseren van de subsidies lerarenbeurs en zij-instroom?

189

Worden door het niet-compenseren van de subsidies lerarenbeurs en zij-instroom minder leraren opgeleid?

190

Kunt u aangeven wat het effect is van de bezuiniging op de lerarenbeurs? Hoeveel leraren worden hierdoor getroffen? Op hoeveel scholen heeft dit effect?

191

Welke bezuiniging vindt plaats op de zij-instroom, waarom gebeurt dit en wat zijn de effecten hiervan op toekomstige leraren en scholen met lerarentekorten?

192

Laat het amendement van het lid Bontenbal c.s.35 de mogelijkheid open om niet meer ruimte te geven aan de NPO36 om meer (online) reclame-inkomsten te genereren en wel de rijksmediabijdrage te verminderen?

193

Hoe draagt het voor 18,5 procent naar onderwijssectoren afschuiven van de bezuiniging op het eigen kerndepartement bij aan de doelstelling van het kabinet om binnen het eigen apparaat met minder ambtenaren en inhuur te gaan werken?

194

Hoe wordt de prijsbijstelling op artikel 95 doorverdeeld?

195

Kunt u aangeven hoeveel studenten geneeskunde in de zomerperiode coschappen lopen en niet in aanmerking komen voor een studentenreisproduct? Wordt voor deze studenten voorzien in een tegemoetkoming op de OV-kosten? Zo ja, hoe hoog is deze tegemoetkoming? Zo nee, waarom niet? Wat is het benodigde budget om studenten geneeskunde die tijdens de zomerperiode coschappen lopen een studentenreisproduct toe te kennen?

196

Welk percentage van de groep die geen studiefinanciering heeft aangevraagd, is mbo-student?

197

Kunt u, indien van toepassing, per kostenpost aangeven welk deel van het bedrag betrekking heeft op loonbijstelling en welk deel op eventuele prijsbijstelling?

198

Kunt u toelichten waar de resterende € 3,6 miljoen van de budgetverhoging van € 11,2 miljoen voor het agentschap Nationaal Archief voor is bestemd, naast de € 5,1 miljoen voor de tijdelijke voorziening ten behoeve van het digitaal beschikbaar maken van het CABR37 en de € 2,5 miljoen voor loon- en prijsbijstelling?

199

Kunt u specificeren waaruit de bezuiniging (extensivering) op het onderdeel «Creatieve industrie» bestaat?

200

Wat is de verklaring voor de daling van € 4.365.000 bij de post opdrachten van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed?

201

Kunt u toelichten waarom bij het onderdeel cultuur geen prijsbijstelling is toegepast, met uitzondering van het Nationaal Archief en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed?

202

Behoort het verminderen van risico’s voor de nationale veiligheid tot de wettelijke taak van hoger onderwijsinstellingen?

203

Kunt u toelichten hoe de extra subsidie van € 1 miljoen in het kader van de herpositionering en duurzame borging van de archief- en bibliotheekfunctie met betrekking tot gendergelijkheid wordt besteed?

204

Welke bestuursorganen en agentschappen van OCW worden bedoeld in verband met de efficiency taakstelling?

X Noot
1

AWTI: Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie

X Noot
2

hbo: hoger beroepsonderwijs

X Noot
3

Kamerstuk 36 600 VIII, nr. 141

X Noot
4

mbo: middelbaar beroepsonderwijs

X Noot
5

RIF: Regionaal Investeringsfonds mbo

X Noot
6

Bijlage van Kamerstuk 36 471, nr. 37 (documentnummer 2024D19455), blz. 16

X Noot
7

LAKS: Landelijk Aktie Komitee Scholieren

X Noot
8

Ibidem

X Noot
9

Ibidem

X Noot
10

po: primair onderwijs

X Noot
11

vo: voortgezet onderwijs

X Noot
12

lpo: loon- en prijsontwikkeling

X Noot
13

Ibidem

X Noot
14

NIS2: tweede versie van de Europese Network and Information Security

X Noot
15

wo: wetenschappelijk onderwijs

X Noot
16

Ibidem

X Noot
17

(v)so: (voortgezet) speciaal onderwijs

X Noot
18

CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek

X Noot
19

Ibidem

X Noot
20

vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

X Noot
21

bol: beroeps opleidende leerweg

X Noot
22

bbl: beroepsbegeleidende leerweg

X Noot
23

EER: Europese Economische Ruimte

X Noot
24

DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs

X Noot
25

Ibidem

X Noot
26

Website Rechtspraak, 3 december 2024, «Minister moet beter uitleggen waarom hbo-student geen prestatiebeurs krijgt voor universitaire master», https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Midden-Nederland/Nieuws/Paginas/Minister-moet-beter-uitleggen-waarom-hbo-student-geen-prestatiebeurs-krijgt-voor-universitaire-master.aspx

X Noot
27

WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs

X Noot
28

CPI: Consumentenprijsindex

X Noot
29

Kamerstuk 26 600 VIII, nr. 147

X Noot
30

Ibidem

X Noot
31

Ibidem

X Noot
32

PBSS: Professionalisering en Begeleiding Starters en Schoolleiders

X Noot
33

Kamerstuk 32 034, nr. 58

X Noot
34

ho: hoger onderwijs

X Noot
35

Ibidem

X Noot
36

NPO: Nederlandse Publieke Omroep

X Noot
37

CABR: Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging

Naar boven