Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 2024D40672 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 2024D40672 |
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de 21e voortgangsrapportage Spoorbeveiligingssysteem European Rail Traffic Management System (ERTMS) (Kamerstuk 33 652, nr. 95).
De voorzitter van de commissie,
Peter de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Wiendels
Nr |
Vraag |
1 |
Kunt u aangegeven wat het precieze verschil is tussen hoe Nederland ERTMS uitrolt en hoe België dit doet? |
2 |
Wat is de reden dat de test in Zeeland vier maanden duurt (en niet drie of bijvoorbeeld vijf)? Kunt u dit nauwkeurig toelichten met heldere onderbouwing? |
3 |
Kunt u de onderliggende stukken, op basis waarvan de naar de Kamer gestuurde vergelijking van de baanvakken is opgesteld, met de Kamer delen? |
4 |
Kunt u nauwkeurig aangeven hoe het project in een stabiele fase wordt gebracht? |
5 |
Kunt u een nadere onderbouwing geven van het potentiële tekort van 1 miljard euro? |
6 |
Hoe gaat u voorkomen dat het potentiële tekort tot een forse vertraging van het project leidt? |
7 |
Kunt u in het kader van de afspraken met Zeeland nader duiden wat de volgende passage concreet betekent: «uitgebreide communicatie over de hinderplanning en vervangend vervoer waarbij wordt ingespeeld op de specifieke Zeeuwse situatie. Bussen starten eerder en rijden langer door dan de treindienst. Ook wordt voorzien in een expresdienst Vlissingen – Middelburg – Goes»? |
8 |
Kan in het kader van de afspraken met Zeeland nader worden geduid wat «optimalisatie van de werkzaamhedenplanning in Zeeland voor, tijdens en na de implementatie van ERTMS» concreet betekent? |
9 |
Waar is de 2,1 miljoen euro voor vervangend busvervoer in Zeeland precies op gebaseerd? |
10 |
Wat is de maximaal mogelijke bezetting van de extra ov-fietsen? Betreft dit ook ebike-ov-fietsen? Zo nee, waarom niet? |
11 |
Wat betekent «de sprinterdienst van Zeeland naar Breda zo lang als mogelijk doorzetten» precies? Hoe wordt bepaald wat zo lang als mogelijk is? |
12 |
Kan in het kader van de afspraken met Zeeland nader worden geduid wat de volgende passage precies betekent: «In het kader van de Pilot Publiek Vervoer bekijken Provincie, Rijk en NS de mogelijkheden om drempels te verlagen op het gebied van plannen boeken en betalen van reizen»? |
13 |
Waarom is de bijdrage aan het vervangend busvervoer in Zeeland exclusief btw en de bijdrage aan het onderwijspakket inclusief btw? |
14 |
Welke afspraken zijn gemaakt over de toegankelijkheid van het vervangend vervoer voor mensen met een beperking? Kan gegarandeerd worden dat dit op precies hetzelfde niveau blijft als bij het treinvervoer? |
15 |
Is het ruimtelijk en technisch mogelijk om de lijn uit richting Vlissingen-Roosendaal bij Lage Zwaluwe ook aan te sluiten op de HSL? Zo ja, welke tijdwinst zou dit kunnen opleveren tussen Rotterdam en Zeeland? En wat zouden de globale kosten van deze aansluiting zijn? |
16 |
Is in het kader van het compensatiepakket voor Zeeland ook gesproken over de lijn Terneuzen-Gent? Wordt het personenvervoer al volledig meegenomen in de plannen? Zo nee, waarom niet? |
17 |
Kan per station waar gedurende vier maanden geen trein stopt precies worden weergegeven hoe groot het reistijdverlies is? |
18 |
Hoeveel reizigers zullen naar verwachting door het maanden lang niet laten rijden van treinen kiezen voor de auto en hoeveel hiervan zullen naar verwachting niet meer terugkeren in het OV? |
19 |
Hoe groot is het risico dat de proeffase in Zeeland langer dan vier maanden duurt? |
20 |
Wat is op dit moment de planning in welke maanden er geen treinen zullen rijden? |
21 |
Wat is de oorzaak van een toename van 4 miljoen euro in de programmakosten tussen deze en de vorige voortgangsrapportage? |
22 |
Hoe verhoudt zich de stijging in de programmakosten tot de verbetermaatregelen om meer grip te krijgen op de budgetspanning en de uitgevoerde second-opinion? |
23 |
Op welke wijze draagt u zorg dat Nederland niet andere, niet compatibele, versies/baselines van ERTMS gaat implementeren dan onze buurlanden Duitsland en België? |
24 |
Hoe zorgt u ervoor dat reizigers in Zeeland geen hinder ondervinden van de maanden waarin met ERTMS getest gaat worden? Is er al een busvervoerder benaderd? |
25 |
Is er gekeken naar de mogelijkheid te testen op een dubbelsporig baanvak waarbij er slechts één van de twee sporen wordt uitgevoerd met ERTMS? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan er meer duiding komen waarom dit niet tot de mogelijkheden behoort? |
26 |
Wat is de exacte afbakening van het deel van de Zeeuwse lijn dat als proefbaanvak zal worden gebruikt? |
27 |
Kunt u ook het eindrapport van het «onderzoek naar alternatieven voor de Hanzelijn als proefbaanvak» naar de Kamer sturen? Welke grote verschillen bestaan er tussen het tussenrapport en het eindrapport voor de Zeeuwse lijn? |
28 |
Zal de volgende voortgangsrapportage weer een volledige en concrete planning bevatten van alle migratiestappen van de programmascope? |
29 |
Waarom zijn de toevoeging van de Noordelijke lijnen en de assentellers uit 2021 en 2022, die voor een groot extra budgettekort zorgen, nog steeds niet verwerkt in de programmaraming en het programmabudget? Welke kostenraming wordt momenteel gehanteerd voor de toevoeging van de Noordelijke lijnen en de assentellers aan de programmascope? |
30 |
Hoe hoog is het saldo van de aanlegkosten voor het proefbaanvak Zeeuwse lijn en de uitgespaarde kosten voor het proefbaanvak Hanzelijn? |
31 |
Waarom worden niet alle risico’s waarvan honderd procent zeker is dat zij optreden toegevoegd aan de programmaraming? In hoeverre hangt dit samen met het feit dat de risicoreservering van 270 miljoen euro onvoldoende is om het risicoprofiel van 744 miljoen euro te dekken? |
32 |
Hoe worden de risico’s van het test- en proefbedrijf in Zeeland verwerkt in de projectraming? |
33 |
De aanlegkosten ERTMS op de Zeeuwse lijn zijn nog niet opgenomen in het programmabudget en in de programmering; een eerste schatting is 200 miljoen euro. Is dit inclusief of exclusief risico's? |
34 |
Kunt u een uitgesplitst overzicht geven van de kosten die zijn gemoeid met de Zeeuwse lijn als proefbaanvak, inclusief de maatregelen die worden genomen om de overlast hiervan voor de reizigers en vervoerders te beperken? |
35 |
In het verleden bleken er geregeld te weinig bussen te zijn als treinvervangend vervoer; hoe gaat u ervoor zorgen dat dit in Zeeland niet opnieuw gebeurt? Kunt u daarbij ook toelichten hoe het werkt als er plotseling vervangend vervoer nodig is en hoe ervoor gezorgd wordt dat mensen dan nog steeds zo spoedig mogelijk op de plaats van bestemming aankomen? |
36 |
Hoe monitort en evalueert u het aanbod van het treinvervangend vervoer, en hoe onderneemt u stappen als dit niet volgens afspraak en naar tevredenheid wordt geleverd? |
37 |
Wie heeft het besluit genomen om de test in Zeeland plaats te laten vinden? |
38 |
Op basis van welke gegevens heeft u het besluit voor de Zeeuwse lijn genomen? |
39 |
Is uw besluit om de test op het Zeeuwse traject uit te voeren nog terug te draaien? |
40 |
Welke andere trajecten zijn, naast de Zeeuwse lijn, nog in beeld (geweest) voor een test? |
41 |
Wanneer heeft u het besluit voor de Zeeuwse lijn genomen? |
42 |
Wanneer is uw besluit aan de Zeeuwse collega’s medegedeeld en aan wie? |
43 |
Op welke wijze is de compensatie voor het ongemak voor Zeeland tot stand gekomen? Met wie is hierover overlegd? Welke gedeputeerden zaten aan tafel? |
44 |
In hoeverre is het compensatiepakket voor Zeeland al vaststaand? Kunnen hier nog wijzigingen in aangebracht worden? |
45 |
Kan gegarandeerd worden dat het alternatieve vervoer in Zeeland bij doorgang van de test ook adequaat is? |
46 |
Wordt er ook meegenomen bij inzet van vervangend vervoer dat de ochtend- en avondspitsmomenten in Goes druk zijn en bussen in de file komen te staan? |
47 |
Kan het traject dat getest wordt niet korter gemaakt worden, zodat de treinen tot Arnemuiden kunnen rijden? |
48 |
Worden er op het traject Goes-Roosendaal meer treinen ingezet tijdens de test? |
49 |
Was er geen optie tot testen op een traject waar meer dan één spoorlijn is, anders dan in Zeeland? |
50 |
Kan het goederentransport naar het Sloegebied wel doorgang vinden? |
51 |
Is het zeker dat in Zeeland geen enkele economische schade ontstaat? Zo ja, wordt deze volledig gecompenseerd? |
52 |
Wordt er ook gekeken naar mogelijkheden tot opschaling van alternatief vervoer binnen Zeeland als dit nodig is? |
53 |
Wordt er gekeken naar chauffeurs die de weg kennen in Zeeland en de Nederlandse taal machtig zijn? |
54 |
Wordt er rekening gehouden met de evenementenagenda in Zeeland bij keuze tijdvak? |
55 |
Wordt er rekening gehouden met ander onderhoud aan infrastructuur in de provincie Zeeland, zodat dit niet gelijktijdig valt? |
56 |
Wordt er na de eerste testen ook rekening gehouden met vervolgtesten en onderhoud zodat Zeeland niet weer verstoken is van treinvervoer op een ander traject? |
57 |
Wordt er rekening gehouden met de periode van testen en onderhoud op het gehele traject Vlissingen-Amsterdam, zodat er na Goes niet nogmaals extra reistijd ontstaat? |
58 |
Kunt u garanderen dat Zeeuwen van verdere vertraging/stremming verstoken blijven? |
59 |
Komt er compensatie voorde extra intercity en betere bereikbaarheid van Zeeland vanuit het compensatiepakket «Wind in de zeilen» (Binnenlandse zaken), die op deze manier teniet wordt gedaan? |
60 |
(Hoe) is extra reistijd meegenomen in de afweging en keuze voor een proefbaanvak in Zeeland? |
61 |
(Hoe) gaan (vaste) reizigers in Zeeland gecompenseerd worden voor de extra wacht- en reistijd? |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2024D40672.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.