2024D37896 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.

De voorzitter van de commissie,

Thijsen

De griffier van de commissie,

Nava

Nr

Vraag

   

1

Kunt u inzichtelijk maken hoeveel belastinginkomsten de Nederlandse Staat (ongeveer) is misgelopen doordat het hoofdkantoren van Shell en andere multinationals zijn verplaatst naar het buitenland? Kunt u een inschatting maken van hoeveel euro aan verduurzamingsinvesteringen Nederland hierdoor is misgelopen?

2

Kunt u een overzicht maken van de Europese wetgeving die in 2025 zal worden behandeld? Kunt u per voorstel aangeven wat het belang voor Nederland hierbij is?

3

Hoe ontwikkelen de energiekosten in Nederland zich ten opzichte van andere landen, bijvoorbeeld Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, België en Frankrijk?

4

Hoeveel zijn de energiekosten van bedrijven in Nederland de afgelopen 5 jaar gestegen? Waar ligt dit aan? Hoe verhoudt dit zich tot onze buurlanden?

5

Tot welk jaar zal Nederland steenkool blijven gebruiken?

6

Tot welk jaar zal steenkool in de Rotterdamse haven overgeslagen worden?

7

Voor welk bedrag zijn de fossiele subsidies verminderd met deze begroting?

8

Hoeveel procent CO2-reductie wordt verwacht dat Nederland met het huidige (voorgenomen) beleid zal halen in 2040?

9

Wanneer worden in 2025 de kernenergie-besluiten over de aanbesteding, ruimtelijke locatie en het rijk-regio genomen? Welke afwegingen moeten hiervoor nog worden gemaakt?

10

Kunt u empirisch bewijs leveren dat absolute ontkoppeling van CO2 uitstoot op wereldwijde schaal kan worden bereikt tegen een achtergrond van aanhoudende economische groei, en dat absolute ontkoppeling van koolstofemissies kan worden bereikt in een tempo dat snel genoeg is om opwarming van de aarde met meer dan 1,5°C of 2°C te voorkomen?

11

Hoe wordt in de begroting rekening gehouden met de toegankelijkheid van duurzame mobiliteit, zoals elektrisch vervoer en openbaar vervoer, voor mensen met een lager inkomen of in minder stedelijke gebieden?

12

Hoeveel middelen worden in de begroting gereserveerd voor sociale compensatiemaatregelen voor huishoudens die negatief worden beïnvloed door klimaatmaatregelen, zoals CO2-belastingen of hogere energieprijzen?

13

Wat wordt gezien als de minimale noodzakelijke omvang van de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie?

14

Welke maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de baten van klimaatmaatregelen (bijv. subsidies voor verduurzaming van woningen) gelijkmatig verdeeld worden onder alle sociaaleconomische groepen?

15

Kunt u een overzicht geven per inkomenspercentiel waar de middelen uit deze begroting terecht komen?

16

Wanneer worden de (Small Modular Reactors-gelden (SMR-gelden) beschikbaar gesteld? Welke voorwaarden worden hieraan verbonden?

17

Wat is de verwachte broeikasreductie in 2030 op basis van de plannen uit deze begroting?

18

Hoe verhoudt de broeikasreductie in 2030 op basis van de plannen uit deze begroting met de bevindingen van PBL uit de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2023 waarin geconcludeerd werd dat de verwachte broeikasreductie in 2030 uitkomt op circa 46–57%?

19

Waar wordt bezuinigd ten op zichtte van de vorige begroting en wat zijn de effecten op CO2-reductie per bezuiniging?

20

Hoeveel middelen worden in 2025 gereserveerd voor maatregelen om de sociale ongelijkheid te verminderen in de context van de energietransitie, zoals energiearmoede?

21

Hoe wordt ervoor gezorgd dat de energietransitie in 2025 betaalbaar en toegankelijk blijft voor alle inkomensgroepen?

22

Op welke manier wordt in de begroting rekening gehouden met de impact van stijgende energieprijzen op huishoudens met lage inkomens?

23

Welk deel van de begroting is specifiek gericht op het verbeteren van toegang tot duurzame energiebronnen voor kwetsbare en achtergestelde gemeenschappen?

24

Hoe wordt er in de begroting van 2025 rekening gehouden met de verschillen tussen regio’s in Nederland, vooral in achtergestelde of economisch zwakkere gebieden, in de uitvoering van klimaatbeleid?

25

In welk jaar verwacht u de eerste Small Modular Reactor (SMR) in Nederland operationeel kan zijn? Op basis van welke onderzoeken doet u deze verwachting?

26

Wat is de definitie van groene groei?

27

Wat is de definitie van grijze krimp?

28

Wat is de inhoudelijke argumentatie om de Routekaart Energieopslag niet om te zetten in een Programma?

29

Op welke wijze worden systeemkosten meegewogen in de vormgeving van energiebeleid, -subsidies en -investeringen?

30

Bent u voornemens om systeemkosten een expliciete plaats te geven in de afwegingen bij de vormgeving van energiebeleid,- subsidies en investeringen?

31

Wat wordt er concreet gedaan om de kennis van kernenergie in Nederland verder uit te bouwen?

32

Hoe wordt er samengewerkt met Nederlandse bedrijven om hen te betrekken en mee te laten profiteren van de bouw van de nieuwe kerncentrales? Hoe wordt dit meegenomen in de aanbesteding en wordt dit ook als randvoorwaardelijk gesteld in de aanbesteding?

33

Kan er een duidelijke onderbouwing worden gegeven van de effecten van de 9,5 miljard euro extra investering in kernenergie op de energieprijzen voor burgers en bedrijven?

34

Hoe zijn de extra middelen voor kernenergie (9,5 miljard euro) opgebouwd? Wat is aan financiering nodig voor het langer openhouden van Borssele, voor het bouwen van 2 kerncentrales, voor de bouw van twee extra kerncentrales?

35

Wat zijn de overwegingen om 2,7 miljard euro van het oorspronkelijke budget door te schuiven naar 2031 t/m 2035?

36

Hoe ziet u de bijdrage van kernenergie aan de energiemix in 2030, 2040 en 2050? Hoeveel petajoule verwacht u in deze jaren te leveren met de inzet van kernenergie en hoeveel CO2-reductie in Mton levert dit op?

37

Wat is het effect van de bezuinigingen op de DEI+ regeling, de MOOI regeling, de IPCEI waterstof en de Green Deals op de mogelijkheid voor de industrie om de innoveren?

38

Kunt u aangeven welke uitgaven worden gedaan, zijn gereserveerd of voorzien zijn qua bijdragen van Nederland aan de verschillende Important Projects of Common European Interest (IPCEI's)?

39

Hoeveel geld gaat er accumulatief volgend jaar naar de verduurzaming van de industrie (maatwerkafspraken, SDE++, VEKI, PIDI)? Kunt u een uitputtend overzicht geven van welke subsidies en andere middelen er naar de verduurzaming van de industrie gaan?

40

Kunt u een uitsplitsing maken van hoeveel middelen er reeds zijn toegekend aan bedrijven met maatwerkafspraken, hoeveel middelen er gereserveerd zijn voor maatwerkafspraken die nu worden uitonderhandeld en hoeveel middelen er nog beschikbaar zijn voor maatwerkafspraken?

41

Zijn de subsidies voor de verduurzaming van de industrie, waaronder de Versnelde klimaatinvesteringen industrie (VEKI) en de Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) voor dit jaar volledig uitgeput? Zo niet, hoe kan dit en hoeveel middelen schuiven er door naar volgend jaar?

42

In lijn met het TNO-rapport Expertsessie reflectie sociaal economische gevolgen van Klimaatfondsvoorstellen, hoe bewaakt u dat het tempo van elektrificatie van de industrie niet sneller gaat dan de groei van hernieuwbare elektriciteitsproductie? Andersom, hoe bewaakt u dat de groei van duurzame elektriciteitsproductie niet sneller gaat dan de vraag naar groene elektriciteit?

43

In lijn met het TNO-rapport Expertsessie reflectie sociaal economische gevolgen van Klimaatfondsvoorstellen waarin wordt voorgesteld dat er een betere onderbouwing komt van de reden waarom aan enkele grote industriële bedrijven miljardensteun wordt verleend voor groene waterstofproductie en vergassingstechnologie, kunt u die betere onderbouwing geven?

44

Bent u voornemens om gericht beleid te ontwikkelen om ervoor te zorgen dat bestaande gas -en kolencentrales omgebouwd kunnen worden naar CO2-neutrale centrales die de leveringszekerheid van elektriciteit kunnen waarborgen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

45

Kunt u aangeven welke middelen worden uitgetrokken voor het creëren van een gelijk speelveld voor circulaire ondernemers en hoe zich dit verhoudt tot middelen die toekomen aan bestaande, lineaire bedrijfsmodellen?

46

Hoeveel fulltime equivalent (fte) is er beschikbaar op het ministerie voor energiebesparing in algemene zin?

47

Hoe helpt het weer instellen van de Indirecte kostencompensatie (IKC) de industrie om te verduurzamen? Welke prikkel hebben de bedrijven die voordeel hebben bij de IKC om het geld dat zij door de IKC niet hoeven te besteden aan energie, dat geld in te zetten voor verduurzaming? Hoe kan de IKC voorwaardelijk gemaakt worden aan energiebesparing en verduurzaming?

48

Hoeveel procent van de reductieopgave van de industrie zal in 2028, in 2030, in 2035, in 2040 en in 2045 naar schatting worden bereikt door Carbon Capture en Storage (CCS)?

49

Wanneer kan de Kamer de uitkomsten van de verkenning van een gecoördineerde aanpak voor de geharmoniseerde toepassing van de regels voor nettarieven in de EU door de Europese energietoezichthouders en ACER verwachten?

50

Welke manieren ziet u om de harmonisatie van de nettarieven te gaan financieren? Hoe pakt elk van deze manieren uit met betrekking tot klimaatrechtvaardigheid?

51

Kunt u aangeven hoeveel middelen toegewezen zijn aan onderzoek en innovatie op het gebied van het verminderen van de vraag naar en het efficiënter benutten van het gebruik van kritieke materialen (voor hernieuwbare energietoepassingen)?

52

Kunt u aangeven welk aandeel van de subsidiegelden voor Klimaatbeleid gereserveerd is voor het bevorderen van de circulaire economie?

53

Hoeveel fte is er beschikbaar op het ministerie voor het handhaven van energiebesparingsregelgeving?

54

Hoeveel kerncentrales kunnen gebouwd worden met 14,5 miljard euro gekeken naar de recente bouw van kerncentrales in buurlanden zoals Engeland?

55

Kunt u de koolstofreductie vergelijken tussen de hoeveelheid kerncentrales die gebouwd kunnen worden met 14,5 miljard euro en de hoeveelheid huishoudens die verduurzaamd kunnen worden met 14,5 miljard euro?

56

Hoeveel bedrijven voldoen aan de energiebesparingsverplichting? Hoeveel bedrijven daarvan ontvangen duurzaamheidsubsidies?

57

Waar staat Nederland in het behalen van het doel van 50% minder primaire abiotische grondstoffen?

58

Op welke manier wordt toezicht gehouden op het voorkomen dat subsidiemiddelen worden ingezet door bedrijven om te voldoen aan de energiebesparingsverplichting?

59

Welke middelen zijn er in de begroting beschikbaar om energiearmoede, zoals te hoge energieprijzen, te hoge warmtetarieven en geen toegang tot generieke isolatiesubsidies voor kleingebruikers en huishoudens, tegen te gaan?

60

Kunt u in een overzicht weergeven hoe de 22 procent taakstelling op het ambtelijk apparaat per onderdeel van het departement en voor de uitvoeringsorganisaties neerslaat?

61

Kunt u aangeven op basis van welke criteria bepaald wordt hoe de 22 procent taakstelling op het ambtelijk apparaat wordt ingevuld?

62

Kunt u concreet aangeven welke taken/werkzaamheden niet meer uitgevoerd gaan worden vanwege de taakstelling van 22 procent op het ambtelijk apparaat?

63

Kunt u per subsidie onder de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing- regeling (ISDE-regeling) uitsplitsen hoeveel daar de komende jaren op wordt gekort ter invulling van de generieke taakstelling subsidies?

64

Op welke wijze geeft u in de begroting 2025 invulling aan het advies «Koersen op Klimaatneutraal» van de Raad voor Openbaar Bestuur van 28 maart 2024, om de uitvoeringskosten (CDOKE-gelden) voor gemeenten, provincies en waterschappen op te hogen tot 5,9 miljard voor de periode 2025–2030?

65

Wat zijn de verwachte personele gevolgen van de bezuinigingen op het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM)? Wat zijn de gevolgen in het algemeen van deze bezuinigingen?

66

Wat zijn de verwachte personele gevolgen van de bezuinigingen op de Nederlandse Emissie autoriteit (NEa)? Wat zijn de gevolgen in het algemeen van deze bezuinigingen?

67

Wat zijn de verwachte personele gevolgen van de bezuinigingen op TNO, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel (KvK), Raad voor Accreditatie

(RvA), Centraal planbureau (CPB) en Autoriteit Consument en Markt (ACM)? Wat zijn de gevolgen in het algemeen van deze bezuinigingen?

68

Wat zijn de gevolgen van de taakstelling op de prijsrisicobuffer in de raming voor de SDE?

69

Welke gevolgen heeft het bezuinigen op batterijen voor de voortvarende aanpak van de netcongestieproblematiek?

70

Welke factoren liggen ten grondslag aan de bijstelling van de ontvangsten onder de Mijnbouwwet zoals die in tabel 6 van de memorie van toelichting?

71

Waarom zijn er nu wel inkomsten ingeboekt voor de CO2-heffing waar dat eerder niet het geval van?

72

Kunt u per bedrijf waarmee u maatwerkafspraken sluit, uiteenzetten hoeveel megaton CO2-reductie dit ongeveer oplevert en hoeveel werkgelegenheid deze bedrijven bieden in Nederland? Hoeveel banen hiervan zijn direct en hoeveel banen hiervan zijn indirect?

73

In welke mate wordt de reductie van andere schadelijke emissies teruggedrongen met het sluiten van de maatwerkafspraken? Wat voor effect heeft dit op de gezondheid van omwonenden en de luchtkwaliteit van Nederland?

74

Is het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (K&GG) bereid om aan te haken bij de EU-Alliantie over kernenergie? Waarom wel of niet?

75

Waar heeft de piek in de ETS-ontvangsten in 2027 mee te maken?

76

Zijn de geraamde opbrengsten van de CO2-heffing voor de industrie gebaseerd op de ophoging van de CO2-heffing, zoals door het vorige kabinet besloten, of is de terugdraaiing van deze ophoging in de begroting verwerkt?

77

Hoe is bij de bijstelling van de ontvangsten onder de Mijnbouwwet rekening gehouden met nieuwe aanvragen voor gaswinning of verlenging van bestaande gasvelden?

78

Hoeveel middelen worden in 2025 gereserveerd voor het omscholen en bijscholen van werknemers die in fossiele industrieën werken, zodat zij kunnen profiteren van nieuwe werkgelegenheid in duurzame sectoren?

79

Op welke wijze wordt in de begroting rekening gehouden met de sociale gevolgen van de energietransitie, met name voor werknemers in sectoren die zwaar afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen?

80

In hoeverre is het elektriciteitsnetwerk in 2035, 2040 en 2045 nog een bottleneck voor de verduurzaming van de industrie?

81

Worden er in 2025 subsidies of speciale regelingen verstrekt aan huishoudens in lagere inkomensgroepen voor het installeren van zonnepanelen of het verduurzamen van woningen? Zo ja, hoeveel middelen worden hiervoor gereserveerd?

82

Worden er in 2025 subsidies of speciale regelingen verstrekt aan huishoudens in huurwoningen voor het installeren van zonnepanelen of het verduurzamen van woningen? Zo ja, hoeveel middelen worden hiervoor gereserveerd?

83

Kunt u aangeven wat de verwachte subsidie intensiteit is van de gereserveerde middelen voor kernenergie in euro per vermeden ton CO2, danwel in euro per opgewekte kWh? Kunt u aangeven hoe zich dat verhoudt tot andere vormen van elektriciteitsopwekking zoals zonneparken, windparken of gascentrales op waterstof, aangenomen dat de kerncentrale flexibel wordt ingezet als aanvulling op zonnestroom en windstroom?

84

Zijn er problemen voor de businesscase voor nieuwe warmtenetten gezien de combinatie van een op kostengebaseerde tariefstelling, met een maximumtarief en met een lagere aardgasenergiebelasting voor kleinverbruikers dan eerder gepland? Zijn de subsidies zoals de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) en de SDE++ voldoende om de businesscase mogelijk te maken?

85

Ziet u een route om huishoudens op stadswarmte een voordeel te geven via nettarieven of anderszins voor de lagere netbelasting die optreedt bij de keuze voor stadswarmte in plaats van een warmtepomp?

86

Is er gezien de socialisatie van de netkosten voor gas en elektra over nagenoeg de hele samenleving sprake van een ongelijk speelveld daar de kosten van stadswarmte door de aangeslotenen van een lokaal warmtenet moeten worden gedragen?

87

Op welke wijze worden de klimaatdoelen en doelen ter verduurzaming van de woningvoorraad gedicht, nu het hoofdlijnenakkoord de normering van koopwoningen en CV-ketels, de fiscale prikkel vanuit een hogere energiebelasting op aardgas afzwakt en geen invulling wordt gegeven aan de benodigde uitvoeringsgelden voor het klimaatbeleid door provincies en met name gemeenten?

88

Gezien de afspraak uit het regeerprogramma om het aantal specifieke uitkeringen verder terug te dringen om de administratieve lasten bij gemeenten te verminderen, kunt u onderbouwd aangeven wat de daadwerkelijke administratieve lasten zijn voor decentrale overheden van de verschillende specifieke uitkeringen (SPUK) op uw begroting?

89

Kunt u aangeven hoe de middelen voor «uitvoering energietransitie – taken voor gemeenten» doorlopen na 2030? Indien u hier geen zicht op heeft, hoe organiseert u dat u dat inzicht wel heeft voordat de decentrale overheden deze reeks in hun eigen begrotingen (vanaf 2027) moeten opnemen?

90

Waar worden de geothermiegelden exact aanbesteedt? Kunt u de vertienvoudiging in 2026 uitleggen?

91

Waar besteedt het Ministerie van Justitie en Veiligheid de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie-middelen (SDE+-middelen) aan?

92

Wat betekent het niet ophogen van deze heffing voor de broeikasgasuitstoot van de industrie in 2030? Wat betekent dit voor het bereiken van het 55% reductiedoel in 2030?

93

Hoe verhouden de kosten van de klimaatdoelen zich tot de economische impact op de agrarische sector, met name op kleine en middelgrote boerenbedrijven?

94

Welke concrete maatregelen worden genomen om de haalbaarheid van de klimaatdoelen in 2030 en 2050 te waarborgen zonder disproportionele lasten voor plattelandsgemeenschappen?

95

Op welke wijze kunnen agrarische ondernemers gebruik blijven maken van subsidieprogramma’s, zoals de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE), ondanks de bezuinigingen?

96

Hoeveel van de middelen die zijn gereserveerd voor de verduurzaming van de industrie en innovatie mkb komen beschikbaar voor bedrijven in de agrarische sector en op het platteland?

97

Hoe wordt gewaarborgd dat de financiële middelen voor verduurzaming van het mkb eerlijk worden verdeeld, ook ten gunste van kleine en middelgrote boerenbedrijven die moeite hebben met de energietransitie?

98

Welk deel van de begroting van het Klimaatfonds en van het Ministerie van K&GG is direct of indirect beschikbaar voor verduurzamingsprojecten in de landbouwsector? Wat zijn de voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op deze middelen?

99

Hoe worden de inspanningen van de agrarische sector erkend en ondersteund binnen het kader van het Klimaatfonds, dat voornamelijk gericht lijkt te zijn op grootschalige industriële en infrastructuurprojecten?

100

Waaruit blijkt dat de Nederlandse industrie vernieuwend is, ook gezien de recente NEa studie die constateert dat de industrie niet groener is geworden?

101

Waaruit blijkt dat de Nederlandse industrie floreert, ook gezien de rapportages van het CPB waaruit blijkt dat de industriële productie voor het zoveelste kwartaal achter elkaar krimpt?

102

Waaruit blijkt dat Nederlandse industrie een koploperspositie heeft in de wereld met betrekking tot het verduurzamen van de industrie?

103

Hoeveel subsidie is er voor de industrie beschikbaar om te verduurzamen? Kunt u dit onderverdelen in geld voor de verschillende subsidie regelingen, de maatwerkafspraken, infrastructuur en schone energiebronnen?

104

Hoe beoordeelt u de waarschuwingen van het PBL dat het budget voor de maatwerkafspraken niet voldoende zal zijn om de industriële clusters in Nederland te verduurzamen? Kunt u een onderbouwing geven voor het budget dat nodig is per industrieel cluster of per industriële technologie om te verduurzamen en een maatwerkafspraak te sluiten?

105

Wat betekent het optimaliseren van de nationale gasproductie onder het kopje «Gasleveringszekerheid» concreet voor de winning uit kleine gasvelden?

106

Hoe is vastgelegd in de voorwaarden voor nieuwe Liquefied natural gas-terminals (Lng) dat ze ook gebruikt kunnen worden voor de opslag van waterstof?

107

Wat staat in absolute euro's op de post nog niet ingevuld/vrij te besteden in tabel 15?

108

Hoeveel budget is er uitgetrokken voor de publiekscampagne «Zet ook de Knop om»? Welk deel van dit budget is specifiek gereserveerd voor de circulaire economie en welk deel voor het stimuleren van hergebruik?

109

Wat betekent het schrappen van het Nationaal Groeifonds (NGF) voor het vrijvallen van middelen waarbij sprake is van onderuitputting?

110

Welk percentage van de projecten Opwek Energie op Rijkvastgoed is in coöperatief of lokaal eigendom?

111

Waarom wordt er alleen in 2026 geïnvesteerd in de opslag van waterstof?

112

Welke concrete plannen zijn er voor de uitbreiding van energie-infrastructuur op het platteland, zoals waterstof- en laadinfrastructuur, om netcongestieproblemen op te lossen en energietransitieprojecten in deze gebieden te ondersteunen?

113

Wat zijn de overwegingen om de gereserveerde middelen voor de subsidie CO2-vrije gascentrales geheel door te schuiven naar het jaar 2030?

114

Waar wordt de subsidie voor CCS aan besteed buiten de 2 miljoen die naar het Clean Energy Transition Partnership (CETP) gaat? Hoeveel hiervan gaat naar bedrijven?

115

Hoeveel is er in totaal gereserveerd voor subsidies aan CCS?

116

Hoeveel van de post overige subsidies is gereserveerd voor WarmtelinQ?

117

Hoeveel fte is er beschikbaar op het ministerie voor energiecoöperaties?

118

Hoe draagt de geplande investering in CO2-vrije gascentrales bij aan het waarborgen van een stabiele energievoorziening voor plattelandsgebieden?

119

Welke concrete maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de doorschuiving van de middelen voor CO2-vrije gascentrales naar 2030 de haalbaarheid van de nationale klimaatdoelen in 2030 in gevaar brengt?

120

Welke strategie heeft u in gedachten voor de middellange termijn om de leveringszekerheid te garanderen?

121

Welke technologieën die leveringszekerheid kunnen garanderen heeft u in overweging en welke van deze technologieën acht zij kansrijk

122

Hoeveel geld is er beschikbaar voor de ombouw grootverbruikers om financieel bij te dragen aan de noodzakelijke aanpassingen van installaties van laagcalorisch naar hoogcalorisch gas? Wordt het voldoen aan de energiebesparingsverplichting als voorwaarde gesteld?

123

Hoeveel euro betalen huishoudens zonder zonnepanelen gemiddeld op jaarbasis aan hun energieleverancier om de kosten van huishoudens met zonnepanelen te dekken?

124

Hoe wordt het resterende budget naar aanleiding van het amendement Erkens (Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 20), ter waarde van de resterende 45 miljoen euro, verdeeld binnen de verschillende genoemde invullingsdoeleinden, en hoe is de verhouding proceskosten en budget voor de daadwerkelijke uitvoering?

125

Welke concrete projecten worden gefinancierd met de stikstofaanpak piekbelasters industrie?

126

Klopt het dat klimaatfinanciering betaald wordt uit de begrotingen van K&GG, Financiën en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS)?

127

Welke bedragen zijn er op de begroting van K&GG, respectievelijk de begrotingen van Financiën en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS), gereserveerd voor klimaatfinanciering, aangezien op de begroting van BHOS jaarlijks structureel 2,4 miljard + 250 miljoen euro zal worden bezuinigd?

128

Hoe voorkomen we dat we op het gebied van kernenergie teveel gaan leunen op externe kennis of kennis uit andere landen?

129

Wat is de verwachting van de hoeveelheid olie die Nederland in 2040 nog zal importeren? En hoeveel in 2050?

130

Met hoeveel zullen de ontvangsten op de K&GG-begroting naar verwachting toenemen vanaf 2027 door de implementatie van Emission Trade System (ETS)-2?

131

Kunt u de te verwachten veilinginkomsten van de ETS2 en ETS1 opsplitsen per sector?

132

Is het mogelijk om de tenderopbrengsten vanuit de wind-op-zeekavels structureel toe te voegen aan de K&GG-begroting, gezien de grote kosten die gemaakt moeten worden voor de aanleg van de netten op zee?

133

Hoeveel extra zal er dan worden ontvangen vanuit de dividenduitkering EBN en Ontvangsten Mijnbouwwet, wanneer de aardgaswinning op de Noordzee conform kabinetsplannen wordt opgeschaald?

134

Uit welke begroting/middelen zal de kostenveroordeling worden voldaan als de uitkomst van de arbitrage met de NAM, die in 2025 wordt verwacht, zou neerkomen op een kostenveroordeling voor de staat?

135

Waarop is de geschatte aardgasproductie uit kleine velden gebaseerd, zoals vermeld in tabel 20 van de memorie van toelichting?

136

In hoeverre is rekening gehouden in de geschatte aardgasproductie, zoals vermeld in de memorie van toelichting, met nieuwe gasvelden waarvoor nog geen definitieve besluitvorming is genomen (zoals bij Ternaard)?

137

Wat zijn de verwachtingen voor de begroting met betrekking tot gaswinning voor de periode van 2024 tot 2030?

138

In hoeverre is het mogelijk om de inkomsten die voortkomen uit de afschaffing van de vrijstelling op het duaal gebruik van kolen in te zetten voor de verduurzaming van de betalende bedrijven om zo hun verduurzaming te faciliteren?

139

Hoe kijkt u naar het handelingsperspectief om sneller te verduurzamen van bedrijven die geraakt worden door de afschaffing van de vrijstelling op duaal gebruik van kolen? In hoeverre is dat perspectief er nog voldoende als deze maatregel wordt genomen?

140

Hoeveel mensen (fulltime-equivalent) werken aan de oprichting van het Ministerie van KGG (secundair aan de organisatie, niet de inhoud)?

141

Wat zijn de tot nu toe gemaakte kosten voor de oprichting van het Ministerie van K&GG?

142

Wat zijn de totaal verwachte kosten van de oprichting van het Ministerie van K&GG?

143

Bent u bereid om bij de verdere uitwerking van de Routekaart Negatieve Emissies als uitgangspunt mee te nemen dat hierin geen voorkeur wordt gegeven aan bepaalde technieken?

144

Bent u van plan om in de Routekaart Negatieve Emissies concrete en substantiële doelstellingen en volumes op te nemen voor negatieve emissies voor de komende jaren om de ontwikkeling hiervan te stimuleren?

145

Voor de Warmtenetten Investerings subsidie (WIS) is er vanuit het Klimaatfonds totaal 972,5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de periode 2025–2030, terwijl het bedrag in de begroting tot en met 2029 optelt tot circa 435 miljoen; waar wordt het overige bedrag, het verschil tussen bovengenoemde bedragen (ruim 500 miljoen), voorzien?

146

Wat verklaart het verschil tussen de 972,5 miljoen euro voor de WIS die vanuit het Klimaatfonds beschikbaar is gesteld voor de periode 2025–2030 en het bedrag uit de begroting t/m 2029 dat optelt tot +/- 435 mln?

147

Klopt het dat voor de WIS er vanuit het Klimaatfonds totaal 972,5 miljoen euro beschikbaar is gesteld voor de periode 2025–2030, terwijl in de begroting het bedrag t/m 2029 op tot +/- 435 mln. telt? Waar wordt het overige bedrag, het verschil tussen bovengenoemde bedragen (ruim 500 miljoen), voorzien?

148

Hoe wordt gewaarborgd dat biobased grondstoffen de klimaatrechtvaardigheid niet aantast gezien de mogelijke effecten buiten Nederland?

149

Welke specifieke subsidies in de SDE, SDE+, en SDE++ worden gekort als gevolg van de bezuinigingen van 4 miljard euro in de periode 2025–2029? Wat zijn de gevolgen voor de agrarische sector?

150

Hoe worden de geplande bezuinigingen op de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof doorgevoerd? Wat zijn de gevolgen voor projecten in plattelandsgebieden?

151

Welke kansen ziet u om trajecten die bijdragen aan stikstofverruiming door te laten gaan, met als doel op de lange termijn meer ruimte voor stikstof te creëren?

152

Hoeveel middelen zijn er beschikbaar voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving op het platteland, en hoe wordt ervoor gezorgd dat landelijke gemeenten gelijke toegang hebben tot deze financiering als stedelijke gebieden?

153

In hoeverre worden boerderijen en agrarische bedrijven betrokken bij initiatieven voor verduurzaming van de gebouwde omgeving, zoals isolatieprogramma’s en de toepassing van warmtepompen?

154

Wat is de wisselwerking tussen prioriteringskader van de ACM voor transportverzoeken bij schaarse netcapaciteit en uw planning inzake energie-infrastructuurprojecten?

155

Kunt u aangeven welke middelen worden uitgetrokken voor de natuurinclusieve inpassing van projecten voor hernieuwbare opwek op land? Kunt u een inschatting geven van hoeveel subsidie dit is per geproduceerde eenheid van energie (kWh) en of deze subsidie toereikend is voor de businesscase van natuurinclusieve energieopwekking?

156

Kunt u aangeven hoeveel verschillende subsidieregelingen gestapeld kunnen of moeten worden voor de realisatie van een warmtenet, inclusief opwek en aansluiting?

Naar boven