2024D35565 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Evaluatie en de verlenging van de subsidieregeling kunstmatige inseminatie met donorsemen (KID) (herdruk)1.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Mohandis

Adjunct-griffier van de commissie,

Heller

Inhoudsopgave

  • I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

    Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

  • II. Reactie van de Staatssecretaris

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris over de evaluatie en verlenging van de subsidieregeling kunstmatige inseminatie met donorsemen (hierna: subsidieregeling). Zij hebben nog enkele vragen hierover.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat de verlenging parallel loopt met het schriftelijk overleg over de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (Wdkb). Hierbij vragen zij de Staatssecretaris rekening te houden met ruimte voor eventuele wijzigingen naar aanleiding van de beantwoording of de voorstellen vanuit de Kamer in het schriftelijk overleg. Zij willen graag dat dit ook meegenomen wordt in dit proces.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris voornemens is om in eerste instantie de regeling grotendeels ongewijzigd te verlengen. Genoemde leden waarderen dat deze regeling, die het voor velen zonder een medische indicatie mogelijk maakt om hun kinderwens te vervullen, verlengd wordt met vijf jaar. Zij merken hierbij wel op dat de Staatssecretaris aangeeft voornemens te zijn om twee beperkte aanpassingen aan te brengen, namelijk (1) het laten vervallen van de verplichting voor fertiliteitsklinieken om bij de vaststelling het aantal behandelde vrouwen op te geven en (2) tot een marge van vijftien procent nabetaling mogelijk te maken. Zij lezen tevens dat de Staatssecretaris voornemens is om in de komende periode te onderzoeken in hoeverre het op basis van de evaluatie wenselijk is de regeling aan te passen voor het opvolgende subsidiejaar. Zou hiervoor een concreet tijdsplan geleverd kunnen worden?

Administratieve lasten en gevoel van ongelijke behandeling als grootste knelpunt

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris erkent dat er gevoelens bestaan van ongelijke behandeling bij de doelgroep van de subsidieregeling. Hoewel genoemde leden zich ervan bewust zijn dat er juridisch geen sprake is van ongelijke behandeling, achten zij het wel wenselijk dat de Staatssecretaris deze signalen serieus neemt en stappen zet om deze gevoelens te verminderen of weg te halen. Welke concrete maatregelen gaat hij nemen om erop toe te zien dat gevoelens van ongelijke behandeling bij de doelgroep worden verholpen?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris het niet realistisch acht om voor 1 januari 2025 een opname van de behandeling in het basispakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw) door te voeren. Zij zouden echter wel erop aan willen dringen dat er goed overleg plaatsvindt met de doelgroep en instellingen over opname in het basispakket van de Zvw als alternatief en dat de Staatssecretaris dit alternatief nader onderzoekt. Genoemde leden lezen namelijk dat de eigen betaling een belangrijk knelpunt vormt dat leidt tot administratieve lasten. Verder vragen zij de Staatssecretaris welke bredere consequenties hij voor zich ziet met betrekking tot het maken van uitzonderingen op de eis van een medische indicatie. Daarnaast lezen genoemde leden in de evaluatie dat het «consult bij begeleiding vroege zwangerschap na fertiliteitstraject» niet onder de subsidieregeling valt met als gevolg dat cliënten die binnen een jaar zwanger raken zowel de eigen betaling als het eigen risico (indien deze nog niet verbruikt is) moeten afdragen. Zij sluiten zich daarbij aan bij de observatie uit het rapport dat dit moeilijk uitlegbaar is aan cliënten (blz. 21). Zij stellen ook dat het onwenselijk is in verband met de financiële toegankelijkheid van de behandeling. Zij verzoeken de Staatssecretaris daarom om dit punt ook mee te nemen in verdere evaluatie en eventuele wijziging van de subsidieregeling. Zou hij kunnen aangeven hoe hij hier tegenaan kijkt? Is hij het met genoemde leden eens dat het onwenselijk is en moeilijk uit te leggen aan cliënten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke concrete manier gaat hij dit oplossen?

Aanpassen van (regels voor handhaving van) de meldplicht en mogelijkheid van nabetaling

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris nabetaling tot een marge van vijftien procent mogelijk zou willen maken. Hierbij vragen zij of hij nader zou kunnen toelichten op welke gronden de marge van vijftien procent tot stand is gekomen. Op basis waarvan is bepaald dat bij een maximering van vijftien procent enerzijds de prikkel voor klinieken wordt behouden om een melding te maken bij negatieve afwijkingen in het aantal behandelingen en anderzijds er voldoende ruimte blijft bestaan voor het opvangen van verschillen?

Verbeterslag in informatievoorziening voor cliënten

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris vervolg zal geven aan de aanbeveling om in aanvullende informatievoorziening op B1-niveau over de subsidieregeling te voorzien. Hierbij vragen zij de Staatssecretaris via welke kanalen cliënten deze informatie zouden kunnen ontvangen. Is er ook informatievoorziening beschikbaar voor cliënten die het Nederlands niet machtig zijn? Zo nee, is hij bereid om hierin te voorzien?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de evaluatie en verlenging subsidieregeling KID. Zij hebben geen vragen hierover aan de Staatssecretaris.

II. Reactie van de Staatssecretaris


X Noot
1

Kamerstuk 29 214-105

Naar boven