2024D34616 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen. De vragen zijn op 23 september 2024 voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

De fungerend voorzitter van de commissie,

P. de Groot

De griffier van de commissie,

Schukkink

Nr.

Vraag

   

1.

Kunt u toelichten waarop de verhoging van de verplichtingen op artikel 13 Spoorwegen van 436,3 miljoen euro precies betrekking heeft? Waarom worden deze verplichtingen in deze suppletoire begroting opgenomen?

2.

Kunt u nader toelichten hoe de overboeking van 408,5 miljoen euro van artikel 11.04 naar de artikelen 12, 13, 15 en 17 bijdragen aan de rijksbrede dekkingsopgave op het Mobiliteitsfonds?

3.

Uit welke jaren zijn de middelen uit de kasschuiven op artikel 11. 04 van in totaal 116,7 miljoen euro afkomstig? Welke gevolgen hebben deze kasschuiven voor de uitgaven op het Mobiliteitsfonds in de betreffende jaren?

4.

Wat is het perspectief voor de excessieve prijsstijgingen die op diverse artikelen tot budgetverhogingen leiden? Zullen toekomstige prijsstijgingen kunnen worden gedekt uit de Risicoreservering Prijsstijgingen?

5.

Kunt u de grootste verplichtingenschuiven op artikel 12 kort inhoudelijk toelichten? Waardoor worden bijvoorbeeld de verplichtingenschuiven voor A12/A15 Ressen-Oudbroeken veroorzaakt en wat zijn hiervan de gevolgen? Waarom wordt voor de Vrachtwagenheffing 83,1 miljoen euro naar 2024 gehaald?

6.

Kunt u toelichten waarom in 2024 met een kaderruil 170,6 miljoen euro wordt overgeheveld van artikel 13 Spoorwegen naar artikel 12 Hoofdwegennet, terwijl op artikel 12 ook 132 miljoen euro aan niet benodigde middelen van 2024 naar latere jaren wordt verschoven? Waarom is voor het benodigde bedrag geen kasschuif toegepast binnen artikel 12 zelf?

7.

Kunt u kasschuiven en kaderruilen op de suppletoire IenW-begrotingen voortaan meerjarig inzichtelijk maken?

8.

Kunt u toelichten hoe het bedrag van 103 miljoen euro aan inkomstenderving voor ProRail uit de gebruiksvergoeding is opgebouwd?

9.

Kunt u voortaan in de informatievoorziening aan de Kamer over benodigde middelen voor NS ook ingaan op de benodigde middelen voor ProRail als deze daar (via de gebruiksvergoeding) mee samenhangen?

10.

Uit welke jaren worden met de kasschuiven op artikel 13 118,5 miljoen euro uit latere jaren naar 2024 gehaald? Welke gevolgen heeft het putten uit middelen voor spoor uit latere jaren voor de spoorbudgetten en het aanpakken de opgaven in die latere jaren?

11.

Welke gevolgen heeft het uitstellen van de verplichtingen en uitgaven voor Korte termijn woningbouw, bijvoorbeeld voor de aansluiting op de woningbouwplannen?

12.

Kunt u toelichten waarom de verplichtingen op artikel 15 eerder warden aangegaan, met name voor de Krammersluizen?

13.

Kunt u inhoudelijk toelichten waarom de uitgaven aan ERTMS in 2024 stijgen met 134,7 miljoen euro?

Naar boven