2024D30887 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg over de brief van 19 juni 2024 inzake Voorlopige Kaderbrief Wlz 2025 (Kamerstuk 34 104, nr. 408)

De fungerend voorzitter van de commissie,

Eerdmans

Adjunct-griffier van de commissie,

Sjerp

Inhoudsopgave

  • I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

    Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

  • II. Reactie van de Staatssecretaris

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben de Voorlopige Kaderbrief Wlz 2025 gelezen en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

Wat verandert er op administratief gebied bij het overgaan naar maatwerk-pgb voor bestaande budgethouders? Wordt er aandacht besteed aan de begeleiding van budgethouders om de overgang probleemloos te laten verlopen? De leden van de PVV-fractie vragen hierbij oog te hebben voor de administratieve lasten van budgethouders. Het is voor verzekerden namelijk nu soms ontzettend moeilijk om niet te verdwalen in alle ingewikkelde regelgeving. Verbetert dit bij het hebben van maatwerk-pgb?

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de reactie op brandbrief «Voorlopige Kaderbrief Wlz 2025». Genoemde leden willen het kabinet bedanken voor het snel nakomen van de toezegging uit het wetgevingsoverleg van 11 juni jl. over de wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van VWS voor het jaar 2024.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat het besluit meer inzichtelijk is gemaakt, waarvoor dank. Echter zijn nog niet alle cijfers geheel duidelijk. Zou de Staatssecretaris de onderstaande tabel verder kunnen aanvullen en invullen zodat zowel de besluitvorming per declaratie en per indicatie beter inzichtelijk wordt en de uiteindelijke keuze. Daarnaast zouden deze leden graag inzicht krijgen in het ratio aangehouden prognose van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ten opzichte van de ZN-prognose en het totaal begrote budget voor het desbetreffende jaar.

Inzicht tabel ontwikkeling WLZ-kader over de jaren 2021–2025.

Jaartal

Nza per declaratie prognose

Nza per indicatie prognose

Aangehouden Nza prognose

ZN prognose

Ratio Nza-ZN prognose

Grote her verdelingsmiddelen

Begrote totale budget

Wacht-lijst **

Aantal wachtenden

2021

                 

2022

                 

2023

                 

2024

                 

2024 na aannemen van motie Dobbe

                 

2025

                 

2026

                 

*Getallen in miljoenen euro’s

**aantal wachtenden x 1000

De leden van GroenLinks-PvdA hebben kennisgenomen van de meest recente prognoses van het NZa.1 Genoemde leden vragen het kabinet hoe het de verwachte tekorten van declaraties van € 54 miljoen en indicaties van € 347 miljoen gaat opvangen. Hebben deze financiële tegenvallers concrete gevolgen voor deze keuzes voor de taakstellingen en de financiële opgave in het budgettair kader Wlz 2025? Kan de Staatssecretaris garanderen dat dit niet ten koste gaat van verpleeghuisplekken?

In de Beslisnota op pagina 3, tabel 2 lezen deze leden dat de verschuiving naar scheiden wonen en zorg een besparing van € 43 miljoen oplevert. Genoemde leden verwachten dat hierdoor de verstrekkingsvormen volledig pakket thuis (vpt) en persoonsgebonden budget (pgb) zullen groeien. In hoeverre is hier in de voorlopige begroting rekening mee gehouden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Voorlopige Kaderbrief Wlz 2025. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

Het kabinet geeft in de brief het volgende aan: «In onderdeel 2 stel ik het voorlopig budgettair Wlz-kader voor 2025 vast. Daarbij heb ik rekening gehouden met het besluit van de Tweede Kamer om de brief «Voorhang Wlz-behandeling en vervolg twee andere Wlz-maatregelen uit het coalitieakkoord» controversieel te verklaren en het aanvullende verzoek van de vaste commissie voor VWS om «geen onomkeerbare stappen te zetten op dit onderwerp». Het betreft de maatregelen (1) meerjarig contracteren met budgetafspraken, (2) doorontwikkeling van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg en (3) taakstelling Wlz-behandeling.»

De leden van de VVD-fractie willen weten hoe groot de totale budgettaire omvang is van deze uitgestelde maatregelen.

Namens het demissionaire kabinet geeft de voormalige Minister vervolgens aan: «Het terugdraaien van de maatregelen leidt tot een budgettair probleem waarvoor geen dekking beschikbaar is.» De leden van de VVD-fractie willen benadrukken dat ze van mening zijn dat financiële problemen niet mogen worden doorgeschoven. Genoemde leden vragen mede daarom of het (missionaire) kabinet alsnog deze drie maatregelen in de begroting voor 2025 gaat verwerken. Indien het kabinet dat niet voornemens is, dan willen zij weten hoe het geconstateerde budgettaire probleem dan wel in de begroting wordt opgelost.

De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet om een concrete opsomming van mogelijke alternatieve maatregelen aan de Kamer te verstrekken. Genoemde leden willen tenslotte weten wat de gevolgen en consequenties zijn als er geen financiële dekking wordt gevonden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben de Voorlopige Kaderbrief Wlz 2025 en de bijlagen met interesse gelezen en hebben naar aanleiding hiervan nog de volgende vragen.

De leden van de NSC-fractie lezen in de julibrief benutting budgettair kader Wlz 2024 van het NZa dat er in 2024 een tekort is in het budgettair kader tussen de € 54 en € 347 miljoen waardoor niet duidelijk is of de resterende herverdelingsmiddelen van € 76 miljoen voldoende zullen zijn. Kan de Staatssecretaris deze brief aan de Kamer doen toekomen? Kan de Staatssecretaris aangeven waar de genoemde € 76 miljoen vandaan komt en hoe dit in verhouding staat tot de € 310 miljoen aan herverdelingsmiddelen die wordt genoemd in de voorlopige kaderbrief Wlz 2025? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe een eventueel budgettair tekort in 2024 opgevangen wordt? En kan de Staatssecretaris aangeven of zij verwacht dat de zorgen van de NZa voor 2024 gevolgen zullen hebben voor het budgettair kader van 2025?

De leden van de NSC-fractie lezen in de beslisnota bij de voorlopige kaderbrief dat het niet doorvoeren van diverse controversieel verklaarde maatregelen tot een besparingsverlies in 2025 van € 615 miljoen leidt waarover nog budgettaire besluitvorming dient plaats te vinden. Op 3 juni zond de voormalige Minister van VWS een brief (34104–406) met als onderwerp Reactie op verzoek commissie over Voorhang Wlz-behandeling en vervolg twee andere Wlz-maatregelen uit coalitieakkoord Rutte IV naar de Kamer over dit onderwerp. Kan de Staatssecretaris aangeven wat de stand van zaken is?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Voorlopige Kaderbrief Wlz 2025. Deze leden hebben daar nog de volgende vragen over.

De leden van de D66-fractie merken op dat op basis van de ramingen van de NZa inzet van de herverdelingsmiddelen voor 2024 niet nodig lijkt te zijn, maar dat er tijdens de augustusbesluitvorming meer duidelijkheid is. Graag ontvangen voornoemde leden een update over de stand van zaken van de verwachte ruimte en het tekort, en wat de Staatssecretaris daarop aan actie onderneemt. Daarnaast merken de voornoemde leden op dat er een groot verschil zit in de raming van de ruimte op basis van declaraties en indicaties. Was dit verschil in voorgaande jaren even groot en welke acties onderneemt de NZa om een preciezere raming te kunnen maken van de ruimte in het Wlz-kader?

De leden van de D66-fractie merken op dat de Kamer het amendement-Dobbe heeft aangenomen om het Wlz-kader voor 2024 te verhogen ten opzichte van wat eerder opgenomen was in de begroting. Hierdoor zijn bepaalde tariefmaatregelen teruggedraaid. Kan de Staatssecretaris een overzicht geven op welke manieren deze middelen nu worden ingezet voor een concrete verbetering van de zorg voor ouderen? Is duidelijk of er extra verpleegkundigen zijn aangenomen als gevolg van dit amendement en zo ja, hoeveel? Is duidelijk welke concrete kwaliteitsverbeteringen zijn doorgevoerd als gevolg van deze middelen en zo ja, kunt u daar specifieke voorbeelden van geven?

De leden van de D66-fractie merken op dat extra stijging van de Wlz-uitgaven als gevolg van uitvoering van het amendement-Dobbe niet zijn opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord, ondanks dat geen van de deelnemende partijen van het Hoofdlijnenakkoord gebruik maakte van de voorhangprocedure om de betreffende tariefmaatregelen toch doorgang te laten vinden? Hoe gaat de Staatssecretaris om met dit gat die de coalitiepartijen hebben gecreëerd in haar begroting? Wordt door het kabinet aan de gebruikelijke begrotingsregel voldaan dat extra uitgaven specifiek gecompenseerd dient te worden en zo ja, op welke manier wordt dan in de langdurige zorg bezuinigd ter compensatie van deze extra stijging van de uitgaven?

De leden van de D66-fractie merken op dat in de kaderbrief die we nu bespreken en is verstuurd door de voorganger van de Staatssecretaris nog effecten zijn opgenomen van de eerdere maatregel om wonen en zorg te scheiden. Is het kabinet nog steeds voornemens deze maatregel onverkort door te voeren? Genoemde leden vragen hiernaar omdat het Hoofdlijnenakkoord hier niet op ingaat maar de PVV-fractie in het verleden zich fel verzette tegen maatregelen zoals deze. Indien de Staatssecretaris deze maatregel niet onverkort wenst uit te voeren, kan zij dan uiteenzetten op welke manier dit budgettair verwerkt zal gaan worden in de begroting en in de Wlz-kaderbrief? Indien de Staatssecretaris deze maatregel wel wenst uit te voeren, op welke manier is zij dan voornemens om meer vaart te zetten achter de uitvoering ten opzichte van haar voorganger?

De leden van de D66-fractie vindt transparantie van kwaliteit in de zorg van groot belang. Op die manier kunnen mensen zelf betere keuzes maken over hun zorg en kunnen instellingen of personen die ondermaatse kwaliteit leveren en beter worden uitgevist. Deelt de Staatssecretaris die mening en op welke manier wil zij zorgen dat zorgkantoren en de inspectie beter kunnen toetsen op kwaliteit van zorginstellingen en deze informatie delen met cliënten en andere belanghebbenden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de Voorlopige Kaderbrief Wlz 2025. Deze leden hebben de volgende vragen aan de Staatssecretaris.

Genoemde leden hechten er waarde aan dat verpleeghuisplekken optimaal worden benut. Is de Staatssecretaris bereid om indien nodig het genoemde maximumaantal verpleeghuisplekken los te laten, zodat mensen voor wie intramurale zorg noodzakelijk is hier ook toegang toe hebben?

Tot slot lezen deze leden in de Beslisnota op pagina 3, tabel 2 dat de verschuiving naar scheiden wonen en zorg een besparing van € 43 miljoen oplevert. De leden denken echter dat hierdoor de verstrekkingsvormen volledig pakket thuis (vpt) en persoonsgebonden budget (pgb) zullen groeien. In hoeverre is hier in de voorlopige begroting rekening mee gehouden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Voorlopige Kaderbrief Wlz 2025. Zij constateren dat met dit voorlopige kader het bezuinigingsbeleid van de kabinetten Rutte dreigt te worden doorgezet. Zij hebben daarom nog een aantal kritische vragen en opmerkingen over dit kader.

De leden van de SP-fractie vragen de nieuwe Staatssecretaris in hoeverre zij het VVD-beleid van de vorige Minister uit de voorlopige kaderbrief van plan is door te zetten. Is zij bereid om te stoppen met dit afbraakbeleid in de langdurige zorg en in plaats daarvan te investeren in betere en toegankelijkere zorg?

De leden van de SP-fractie lezen dat de voormalige Minister van VWS de huidige financieringssystematiek van de Wlz legitimeert door te stellen dat deze systematiek «er de afgelopen jaren steeds toe [heeft] geleid dat alle geleverde zorg vanuit het beschikbare Wlz-kader kon worden betaald». Hiermee ging zij echter voorbij aan de mogelijkheid dat de hoeveelheid geleverde zorg ook beïnvloed kan worden door het budget dat beschikbaar is. Hoe kijkt de Staatssecretaris hiernaar?

In de voorlopige kaderbrief schreef de voormalige Minister dat het amendement Dobbe enkel werd uitgevoerd voor 2024, ondanks dat de toelichting van het amendement expliciet een structurele doorwerking voorzag, «vanwege de demissionaire status van het kabinet». De leden van de SP-fractie wijzen er echter op dat er inmiddels een nieuw kabinet zit dat niet demissionair is. Betekent dit dat het amendement nu wel structureel zal worden doorgevoerd?

De leden van de SP-fractie lezen in de voorlopige kaderbrief dat een deel van de middelen die ter uitvoering van het amendement Dobbe zijn toegevoegd aan het Wlz-kader zijn toegevoegd als herverdelingsmiddelen en dat er op grond van de julibrief van de NZa beoordeeld zou worden «of deze middelen daadwerkelijk beschikbaar moeten worden gesteld voor de zorginkoop van 2024». Betekent dit dat het nog steeds mogelijk is dat een deel van de bezuinigingen die geschrapt waren door het amendement Dobbe alsnog doorgaan, tegen de expliciete wens van een meerderheid van de Kamer?

De leden van de SP-fractie vragen daarnaast of de Staatssecretaris nog steeds achter het besluit staat om dit jaar nog € 310 miljoen te bezuinigen op het Wlz-kader, terwijl nu blijkt dat de NZa een tekort verwacht van tussen de € 54 en € 347 miljoen.2 Hoe gaat zij dit tekort überhaupt oplossen?

De voormalige Minister van VWS schreef in de voorlopige kaderbrief dat langer thuis wonen gestimuleerd wordt. De leden van de SP-fractie merken op dat dit (ten onrechte) het idee opwekt dat er momenteel veel mensen naar het verpleeghuis gaan die eigenlijk nog prima thuis zouden kunnen wonen. Hoe vaak komt het volgens u voor dat mensen naar het verpleeghuis gaan, terwijl dat niet noodzakelijk is? Heeft u hier cijfers of schattingen over? Zo nee, waarom neemt u dan toch het besluit om de toegankelijkheid van verpleeghuizen te beperken?

De leden van de SP-fractie wijzen erop dat bij de bezuinigingsgolf in 2015 ook de redenering werd gebruikt dat mensen liever thuis wilden wonen, maar dat dit toen een te rooskleurig beeld bleek met alle gevolgen van dien voor mensen die niet thuis willen of kunnen wonen. Wordt hier nu niet dezelfde redenering toegepast?

De leden van de SP-fractie hebben daarnaast nog een aantal kritische vragen over het besluit om het aantal verpleeghuisplekken vanaf 2027 te maximeren op 125.300, kennelijk onafhankelijk van het aantal mensen dat een plek in een verpleeghuis nodig heeft. Hoe kan de hoeveelheid ingekochte verpleeghuisplekken worden vastgesteld, onafhankelijk van de hoeveelheid mensen met een Wlz-indicatie die hen wettelijk recht geeft op een plek? Zorgt dit er niet voor dat mensen die wettelijk recht hebben op een plek deze niet kunnen krijgen? Breekt het kabinet hiermee niet de wet?

De leden van de SP-fractie wijzen er bovendien op dat er momenteel al forse wachtlijsten zijn voor verpleeghuizen. Hoe wil de Staatssecretaris deze wachtlijsten aanpakken, als zij nu ook nog eens het aantal verpleeghuisplekken gaat maximeren? Worden er dan straks mensen simpelweg aan hun lot overgelaten, of kiest zij ervoor om de thuiszorg nog verder onder druk te zetten?

De leden van de SP-fractie stellen daarnaast vraagtekens bij de aanname dat het verplaatsen van zorg van verpleeghuiszorg naar extramurale zorg de groei van de zorguitgaven zou beperken. Bij extramurale zorg thuis moeten zorgverleners namelijk een stuk grotere afstanden tussen cliënten afleggen dan in de situatie dat diezelfde zorg in een verpleeghuis zou worden geleverd. Hoe kan het dan goedkoper zijn om mensen dezelfde kwaliteit en hoeveelheid zorg te leveren die zij nodig hebben op afstand dan geclusterd? In hoeverre is de kwaliteit en kwantiteit van zorg voor mensen met een volledig pakket thuis (vpt) vergelijkbaar met de kwaliteit en kwantiteit van zorg van mensen met een vergelijkbare zorgvraag die intramurale Wlz-zorg krijgen?

De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris of de ingeboekte bezuiniging van € 43 miljoen die gekoppeld is aan de maximering van het aantal verpleeghuisplekken nog steeds wordt doorgezet, nu er in het coalitieakkoord juist € 600 miljoen is gereserveerd voor investeringen in de ouderenzorg.

De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris hoe de verdere bezuinigingen die in de voorlopige kaderbrief worden aangekondigd zich verhouden tot de problemen in de langdurige zorg en de vele signalen dat de huidige tarieven vaak al niet toereikend zijn.

De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris in hoeverre dit voorlopige Wlz-kader voldoende is om tarieven te vergoeden die wel stand kunnen houden bij de rechter. Kunnen hiermee bijvoorbeeld de tarieven voldoende worden verhoogd om te voldoen aan de uitspraak van de rechter over de tarieven in de gehandicaptenzorg?

II. Reactie van de Staatssecretaris

Naar boven