2024D30691 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken hebben enkele fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 23 augustus 2024 inzake geannoteerde agenda van de informele Raad Algemene Zaken d.d. 2 en 3 september 2024 (Zaaknummer 21 501-02, nr. 2927) en d.d. 28 juni 2024 inzake verslag van de Raad Algemene Zaken d.d. 25 juni 2024 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2916.)

De fungerend voorzitter van de commissie,

Bromet

Adjunct-griffier van de commissie,

Hoedemaker

Inhoudsopgave

  • I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

    • Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

    • Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

    • Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

  • II Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Raad Algemene Zaken van 2 en 3 september 2024. Zij hebben daarbij nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie zijn vergenoegd te lezen dat het versterken van het Europese concurrentievermogen om actie en politiek commitment vraagt op alle beleidsterreinen en dat daarbij onder andere opvolging moet worden gegeven aan het rapport van de heer Letta. De Minister geeft in de geannoteerde agenda aan dat hij uitkijkt naar concrete acties op basis van de aanbevelingen. Deze leden vragen de Minister aan welke concrete acties op dit moment wordt gedacht en wat de inzet van de Minister zal zijn bij uitvoering van deze concrete acties.

De aan het woord zijnde leden volgen de lijn van het kabinet inzake het feit dat een sterke economie van belang is voor de bestaanszekerheid en koopkracht van alle Nederlanders en waarderen de inzet van het kabinet op onder andere een sterke interne markt, het verdiepen van de kapitaalmarktunie en de overige inzet, met in het bijzonder het aangaan van gemeenschappelijke schulden. Deze leden vragen het kabinet dan ook hoe het speelveld met betrekking tot standpunten bij overige lidstaten op dit laatste punt ligt. Daarnaast vragen de voornoemde leden naar de positie van Nederland in verhouding tot deze standpunten van de overige lidstaten. Zij zouden de Minister daarnaast graag willen vragen hoe Nederland zijn eigen standpunt zal uitdragen.

De leden van de VVD-fractie zijn blij te lezen dat het kabinet ook tijdens het Hongaars voorzitterschap aandacht blijft vragen voor een sterke rechtsstaat, met onder andere een onafhankelijke rechtspraak, een pluriform mediastelsel en gelijke rechten voor minderheden. Hoe gaat de Minister dit over het voetlicht brengen tijdens de informele Raad Algemene Zaken? De aan het woord zijnde leden zouden de Minister daarnaast willen vragen welke stappen er door het Hongaars voorzitterschap gemaakt zullen worden om deze zaken te waarborgen. Hoe gaat de Minister het Hongaars voorzitterschap hiertoe aanmoedigen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Raad Algemene Zaken van 2 en 3 september 2024. Deze leden hebben enkele vragen over de kabinetsinzet gedurende deze Raad Algemene Zaken.

Het rapport van de heer Draghi over de toekomst van het Europese concurrentievermogen zou in eerste instantie na de Europese verkiezingen gepubliceerd worden. Kan de Minister, vanwege het belang van het rapport, aandringen op het zo spoedig mogelijk publiceren van dit rapport?

Tegen Hongarije loopt op dit moment een artikel 7-procedure. In het verslag van de laatste Raad Algemene Zaken staat dat de conclusie van de voorzitter is dat de Raad zich over de artikel 7-procedure zal blijven buigen. Dit suggereert dat de Voorzitterschap invloed heeft op de voortgang. Kan de Minister aangeven hoe dit proces nu verloopt nu de beklaagde het Voorzitterschap heeft?

Vragen en opmerkingen van de leden van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister van Buitenlandse Zaken de informele Raad Algemene Zaken niet zal bijwonen vanwege een reis elders in de wereld. Deze leden vinden het een goede zaak dat Nederland geen bewindspersoon naar Boedapest stuurt, maar begrijpen hieruit dat de Minister mogelijk wel zou deelnemen indien hij geen andere verplichtingen had. Dat keuren de leden van de D66-fractie af en zij roepen de Minister op tijdens het Hongaarse voorzitterschap niet deel te nemen aan informele Raden in Boedapest.

De leden van de D66-fractie delen de mening van de Minister dat het Nederlands bedrijfsleven baat heeft bij een goed vestigingsklimaat. Kan de Minister toelichten op welke manieren het Europees lidmaatschap essentieel is voor het Europees vestigingsklimaat? Welke voordelen heeft het lidmaatschap van de Europese Unie voor Nederlandse ondernemers? Kan de Minister een schatting maken van wat uittreden uit de Europese Unie ondernemers gemiddeld per jaar zou kosten? Kan de Minister aangeven wat het effect van het van binnenuit slopen van de EU zou hebben op het vestigingsklimaat en Nederlandse ondernemers? Eén van de coalitiepartners in dit kabinet is nog steeds uitgesproken voorstander van het «van binnenuit slopen van de EU». Deze partij levert onder andere de Minister van Economische Zaken, die voornamelijk deel zal nemen aan de Raden Concurrentievermogen. Is die Minister ook de mening toegedaan dat de EU van binnenuit gesloopt dient te worden? Zo ja, hoe rijmt hij dit met de standpunten zoals naar voren gebracht in de geannoteerde agenda van de informele Raad Algemene Zaken?

Voorts onderschrijven de aan het woord zijnde leden de inzet van de Minister met betrekking tot optimale benutting van het arbeidsmarktpotentieel in de lidstaten. Tegelijkertijd laat de grote krapte op de arbeidsmarkt zien dat dit niet voldoende zal zijn. Zo concludeerde de Europese Commissie al eerder dat een groot aantal vakkrachten van buiten de EU nodig zal zijn voor bijvoorbeeld de energietransitie en schrijft ook de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 dat bepaalde arbeidsmigranten van buiten de EU onmisbaar zijn. Deze leden vragen het kabinet deze boodschap ook uit te dragen tijdens de Raad.

De voornoemde leden maken zich grote zorgen over de veiligheidsimplicaties van de Hongaarse Nationale Kaart waarmee onder andere Russische burgers worden toegelaten. Zij steunen dat de Minister dit zal opbrengen en vragen welke concrete voorstellen Nederland zal doen om veiligheidsrisico’s tegen te gaan.

Tot slot hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van onlangs aangenomen wetgeving in Bulgarije omtrent de LHBTI+-gemeenschap. Zij hebben grote zorgen over de impact van deze wet op LHBTI+’ers in Bulgarije. Is de Minister bereid zijn afkeuring tegen deze wetgeving uit te spreken en Bulgarije op te roepen deze maatregelen ongedaan te maken?

II Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken

Naar boven