Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juli 2024
Bij brief1 van 27 juni jl. heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport gevraagd
om een reactie op de brief die u is toegezonden door P met suggesties voor nazorg
reanimatie.
Allereerst wil ik mijn waardering uitspreken voor de moeite die de persoon in kwestie
heeft genomen om zijn ervaring te delen en het initiatief te nemen om een suggestie
ter verbetering aan te dragen.
De schrijver geeft aan dat de nazorg na een reanimatie, met name het in contact komen
met de (burger) hulpverleners die de betreffende gereanimeerde geholpen hebben, nauwelijks
aanwezig is. De schrijver doet een suggestie om deze nazorg vorm te geven door het
inrichten van een kenniscentrum waar ook de reanimeerders en gereanimeerden bij elkaar
gebracht worden. Hierbij wordt door de schrijver aangegeven dat HartslagNu in de vorm
van HartslagSamen bestaat, maar dat deze alleen mensen bij elkaar brengt als de betrokkenen
aangesloten zijn op de applicatie van HartslagNu.
Allereerst wil ik op het laatste reageren. De schrijver stelt dat HartslagSamen alleen
toegankelijk is voor personen die in de alarmeringsapplicatie van HartslagNu zitten.
Dit is een misverstand. Mensen die een hartstilstand hebben overleefd, burgerhulpverleners,
familie en vrienden van het slachtoffer, professionele hulpverleners en omstanders
kunnen allemaal terecht bij HartslagSamen, om met andere betrokkenen in contact te
komen. HartslagSamen is net als HartslagNu een landelijk dekkende dienstverlening.
Via de website www.hartslagsamen.nl kunnen betrokkenen bij een reanimatie zich op deze website aanmelden om met betrokkenen
van eenzelfde reanimatie in contact te komen. HartslagSamen vraagt wel nadrukkelijk
om toestemming van partijen om het contact tot stand te brengen. De procedure voor
de aanmelding staat beschreven op de website van HartslagSamen.
Daarnaast doet de schrijver een suggestie voor aanpassing van wet- en regelgeving
om het in contact brengen van betrokkenen bij een reanimatie te vergemakkelijken.
Het standaard uitwisselen van gegevens tussen slachtoffer en burgerhulpverlener is
niet aan de orde. Daar is geen grondslag voor in de zin van de Algemene verordening
gegevensbescherming (AVG). Als beide personen toestemming geven moet dit uiteraard
wel kunnen. Hiervoor is een procedure en een mogelijkheid via HartslagSamen ingericht.
Op dit moment is er geen aanleiding om regelgeving op dit punt aan te passen. Verdere
nazorg op het gebied van doormaken van een hartstilstand kan via de behandelend arts
ingezet worden.
Afsluitend merk ik nogmaals op dat ik waardering heb voor het initiatief van de schrijver
en ben ik mij bewust van de behoefte aan dergelijke nazorg. Uiteraard is er verbetering
in bekendheid van het platform HartslagSamen en de mogelijkheid tot het ontmoeten
van betrokkenen bij een reanimatie mogelijk. Ik zal HartslagNu vragen om te bekijken of de procedure en
de bekendheid van HartslagSamen verder verbeterd kunnen worden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. Agema