2024D20985 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van de Algemene Rekenkamer van 15 mei 2024 houdende de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 36 560 VI, nr. 1).

De fungerend voorzitter van de commissie,

De Roon

Adjunct-griffier van de commissie,

Blom

Nr

Vraag

   

1

Waarvan zijn de inkomsten uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) in 2024 afhankelijk?

2

Wat doet u zoal om vastgoedinformatie op orde te krijgen? Is daarvoor een programma?

3

Hoe verhoudt de Nederlandse vertraging op de aanvraag van gelden uit de HVF zich tot de aanvragen van andere Europese Unie (EU)-lidstaten?

4

Hoe groot acht u de kans dat een HVF betaalverzoek volledig wordt gehonoreerd?

5

De Algemene Rekenkamer stelt dat er een risico is dat Nederland het verwachte bedrag van 2,64 miljard euro in 2024 vanuit het HVF niet geheel zal ontvangen, deelt u deze overweging? Hoe wilt u dit risico ondervangen?

6

Aan welke eisen, waardoor er een hoge korting kan komen op de ontvangen gelden vanuit de HVF, kan Nederland mogelijk niet voldoen?

7

Gegeven dat de Algemene Rekenkamer stelt dat de tolerantiegrens voor fouten en onzekerheden is overschreden op Artikel 7 «Apparaat» door het onrechtmatig verlengen van overeenkomsten en het afnemen van verlopen rijksbrede overeenkomsten, kunt u toelichten waar het om gaat en wat uw inzet is om dit te voorkomen?

8

Uit figuur 2, betreffende informatiebeveiliging op ambassades, blijkt dat op drie ambassades met een zeer hoge spionagedreiging amper of geen effectief informatiebeveiligingsplan is, kunt u toelichten welke maatregelen concreet en spoedig zullen worden genomen om dit voorschrift voor informatiebeveiliging op orde te krijgen?

9

De Algemene Rekenkamer stelt dat de kans zeer waarschijnlijk is dat lokale medewerkers onder druk worden gezet door de lokale overheid om gevoelige informatie te delen, hoe zet u erop in om dit te voorkomen? Welke concrete maatregelen gaat u treffen, specifiek op de hoog risico-ambassades, om te voorkomen dat gevoelige informatie lekt?

10

Hoe wilt u de afweging of lokale medewerkers (on)bewust toegang hebben tot zeer vertrouwelijke informatie in ambassades bewuster maken en waar zet u concreet op in?

11

Op ambassades werken ook lokaal geworven medewerkers die in de praktijk onmisbaar zijn, kunt u toelichten welke screeningsmechanismen worden ingezet bij de werving van lokale medewerkers? En zijn er aparte protocollen voor landen met een hoog spionagerisico?

12

In het rapport valt te lezen dat bij het verbeteren van de informatiebeveiliging, de ambassades sterk afhankelijk zijn van individuele sleutelpersonen, welke maatregelen wilt u nemen om ervoor te zorgen dat het management van de ambassade genoeg handvatten heeft om zelf in staat te zijn om de informatiebeveiliging te verbeteren?

13

Het blijkt dat er weinig ondersteuning is vanuit Den Haag bij het inrichten van informatiebeveiligingsmaatregelen op lokale ambassades, hoe kan er meer doeltreffende ondersteuning vanuit Den Haag worden aangeboden aan ambassades?

14

In het rapport valt te lezen dat het tijdens het kabinet Rutte IV extra beschikbaar gestelde geld voor het postennetwerk niet kan worden gekoppeld aan een specifiek beleidsartikel op de ontwerpbegroting, kunt u toelichten waar dit extra geld voor is ingezet en wat de daarbij beoogde doelen waren? En kunt u de Kamer inlichten over de behaalde resultaten op de desbetreffende terreinen?

15

In het rapport valt te lezen dat er voor personeel van bedrijven met economische belangen in Nederland een «Orange Carpet visumprogramma» bestaat, bestaan er expliciete voorwaarden om te bepalen of een persoon onder dit visumprogramma zijn of haar visum kan aanvragen? Welke exacte documenten hoeven zij minder aan te leveren? Zijn er daarnaast uitzonderingen toepasbaar op bedrijven uit bepaalde landen (zie: verhoogd risico op spionage) voor dit visumprogramma?

16

Het rapport stelt dat u zich binnen het visumproces heeft ingezet voor een beleid over «continuïteit, robuustheid en betrouwbaarheid», maar stelt dat de verantwoording hiervoor ontbreekt, kunt u toelichten hoe u heeft ingezet op deze begrippen binnen het visumproces? In welke mate is de kwaliteit door de centralisatie van het visumproces hierbij verbeterd en efficiënter gemaakt?

17

Uit figuur 10 blijkt dat er door problemen omtrent digitalisering binnen het visumproces sprake is geweest van oplopende kosten en vertragingen, kunt u toelichten om welke specifieke kosten en vertragingen dit gaat? En kunt u uitleggen waarom deze uitgaven essentieel waren voor de verbetering van het visumproces?

Naar boven