2024D19965 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Postma

De griffier van de commissie,

Schukkink

Nr

Vraag

   

1.

Heeft u alternatieve opties binnen de begroting overwogen voor de dekking van de aanpak van de flessenhals Meppel en de OV-hub bij station Ede-Wageningen, in plaats van de reservering voor de Lelylijn, of bent u bereid dit alsnog te doen?

2.

Wat is de volledig vrij besteedbare ruimte op deze begroting?

3.

Kunt u aangeven op welke specifieke artikelen nog vrij besteedbare ruimte zit?

4.

Welke begrotingsartikelen zijn beleidsmatig belegd, maar nog niet juridisch vastgelegd?

5.

Op welke begrotingsartikelen zijn bedragen bestuurlijk vastgelegd?

6.

Kunt u een overzicht geven van wijze waarop de motie-Bikker c.s. voor het verbeteren van de beschikbaarheid en betaalbaarheid van het openbaar vervoer in de provincies en vervoersregio's (Kamerstuk 36 410, nr. 29) structureel is verwerkt in de Rijksbegroting?

7.

Zijn er voor de jaren 2025 tot en met 2030 middelen gereserveerd voor het Schone Lucht Akkoord, via SPUKS of anderszins? Zo ja, hoeveel geld is er gereserveerd? Zo nee, volgt deze reservering op een later moment en wanneer zal dat dan zijn?

8.

Kunt u per departement aangeven welke middelen er beschikbaar zijn voor de Rijksrederij en het vlootvervangingsprogramma?

9.

Op verschillende plekken in de 1e suppletoire begrotingen zien we extra uitgaven als gevolg van stijgende tarieven; wie bepaalt dat sprake is van stijging van de tarieven, op basis waarvan wordt deze stijging bepaald en hoe wordt overleg gevoerd met de opdrachtnemers die stijgende tarieven voorstellen?

10.

Kunnen we een overzicht krijgen van alle herschikkingen/mutaties 1e suppletoire begroting die betrekking hebben op het KNMI?

11.

Zijn actuele inzichten beschikbaar over de financiële aspecten van de omvorming van ProRail?

12.

Kunt u toelichten waarom de middelen voor de omvorming van ProRail, die de afgelopen jaren op de begroting bleven staan, nu verwijderd worden? Wat is het verschil met eerdere jaren?

13.

Zijn actuele inzichten beschikbaar over de financiële aspecten van de omvorming van ProRail? Zou de voorgestelde omvorming nog steeds budgettair neutraal zijn?

14.

Voor het project Luchtvaart in Transitie wordt in totaal 73,3 miljoen euro beschikbaar gesteld vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF) om de Nederlandse luchtvaartsector te verduurzamen. Voor welke partijen binnen de luchtvaartsector wordt dit geld ter beschikking gesteld?

15.

Voor welk bedrag heeft de Belgische federale overheid financieel commitment verzekerd voor Rail Gent Terneuzen? Heeft de Belgische federale overheid hierbij de eerder afgesproken 50–50 verhouding aangehouden? Kunt u de Kamer de brief doen toekomen waarin dit is vastgelegd?

16.

Welke resultaten verwacht u van de extra middelen vanuit het Nationaal Groeifonds voor Luchtvaart in Transitie?

17.

Kunt u voortaan in de memorie van toelichting bij begrotingsvoorstellen verwijzingen opnemen naar relevante documenten bij begrotingen waarvan middelen worden overgeheveld, zoals het Nationaal Groeifonds en het Klimaatfonds op de begroting van Economische Zaken en Klimaat, zodat de betreffende Kamercommissies deze overhevelingen beter kunnen beoordelen?

18.

Kunt u voor de projecten genoemd onder tabel 6 (Klimaatfonds) de concrete opbrengsten beschrijven?

19.

In tabel 10 (budgettaire gevolgen van beleid, art. 14) staat bij «Opdrachten verkeersveiligheid» voor de jaren 2025 – 2029 een mutatie van achtereenvolgens –225, –225, –287, –225, zou er een toelichting gegeven kunnen worden op deze mutatie en waarom dit zo is opgenomen?

20.

Voor het verminderen van stikstof staan er twee subsidies (SSEB en TSL). Omdat er in 2023 meer kasbudget vanuit 2024 naar 2023 is gehaald om de subsidieverhogingen te kunnen financieren is er een relatief groot tekort op het kasbudget ontstaan in 2024 wat nu uit toekomstige jaren wordt teruggehaald (12,7 miljoen euro). Hoe wordt verwacht dit kasbudget aan te vullen, rekening houdend met de verwachting dat de subsidies alleen nog maar hoger gaan uitvallen?

21.

Kan aangegeven worden wat op dit moment de te verwachten kosten voor de Lelylijn zijn? Hoeveel hiervan is inmiddels gereserveerd en hoeveel moet nog gevonden worden?

22.

Kan aangegeven worden wat op dit moment de te verwachten kosten voor de Nedersaksenlijn ongeveer zijn? Hoeveel hiervan is inmiddels gereserveerd en hoeveel moet nog gevonden worden?

23.

Kan in een overzichtelijk schema voor de Hoofdrailnetconcessie en voor het regionale openbaar vervoer weergegeven worden hoe de rijksbijdragen hiervoor de komende vijf jaar zijn?

24.

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het onderzoek naar een OV Nederland-ticket? Wanneer wordt het onderzoeksresultaat verwacht?

25.

Kan een inschatting gegeven worden van de te verwachten tariefstijgingen voor 2025 voor de hoofdrailnetconcessie en het regionale openbaar vervoer bij ongewijzigd beleid?

26.

In tabel 17 staan verschillende subsidies genoemd; kan worden toegelicht voor elke van deze subsidies welk doel het dient, hoe de regeling wordt uitgerold, wie daar gebruik van kan maken en hoe de regeling wordt geëvalueerd?

27.

Kunt u in een overzicht weergeven hoe, waaraan en wanneer de 267 miljoen euro uit het Klimaatfonds ingezet wordt voor een versnelde transitie van de circulaire plasticketen en welke concrete stimuleringsmaatregelen er voor 2024 en verder voorzien zijn?

28.

Kan er een nadere toelichting worden gegeven bij mutatie «VTH» (–11.331) onder 22.3 van tabel 18 (budgettaire gevolgen van beleid, art. 22)?

29.

Kan er een nadere toelichting worden gegeven voor «Omgevingsveiligheid» (–3.499) en «Asbest» (–3.916)?

30.

Kunt u toelichten waarom de middelen voor de ontmanteling van kerncentrale Dodewaard in de Voorjaarsnota (p. 163) voor het jaar 2024 als uitgaven zijn opgenomen en niet als verplichting, terwijl deze middelen in de suppletoire begroting worden geboekt als verplichtingsruimte voor uitgaven vanaf 2040?

31.

Heeft het kabinet voorwaarden gesteld waaronder de structurele reservering van 300 miljoen euro met decentralisatie-uitkeringen voor het regionale openbaar vervoer wordt overgeboekt naar het Provinciefonds? Zo ja, welke voorwaarden gelden er voor deze structurele overboeking? Wanneer wordt de overboeking van deze structurele middelen gerealiseerd?

Naar boven