2024D17331 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over haar brief van 28 maart 2024 over de pauzering van de vierde ronde Nationaal Groeifonds (Kamerstuk 36 410, nr. 13).

De fungerend voorzitter van de commissie,

Stoffer

Griffier van de commissie,

Nava

Inhoudsopgave

  • I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

  • II Antwoord / Reactie van de Minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen vanuit de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie waarderen het besluit van de Minister om de vierde ronde van het Nationaal Groeifonds (NGF) te pauzeren en dat zij het signaal vanuit de Kamer op basis van stemmingen zo heeft opgepakt. Deze leden hebben verder geen opmerkingen of vragen.

Vragen vanuit de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn bezorgd over het feit dat de vierde ronde van het NGF plotseling gepauzeerd is, mede omdat er geen realistisch alternatief wordt geboden. Nederland staat namelijk aan de voet van verscheidene transities en grote maatschappelijke opgaves. Deelt de Minister de mening dat het pauzeren van het NGF onverstandig is, gezien de opgaven waar Nederland voor staat en het feit dat het NGF van groot belang is voor het stimuleren van innovatie en het duurzame verdienvermogen, die al onder druk staan, van Nederland?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben gelezen dat 2,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in Nederland wordt uitgegeven aan Research en Development (R&D), aldus TNO. Dat is ruim onder de streefwaarde van de EU-doelstelling van 3 procent en hiermee ligt Nederland ver achter op zijn buurlanden. Deelt de Minister de zorg van deze leden dat het uitstellen dan wel afstellen van het NGF waarschijnlijk leidt tot nog lagere R&D-uitgaven? Voor de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie staat het doel van het NGF centraal: innovatie stimuleren en zo duurzaam verdienvermogen creëren. Komt de Minister met alternatieven voor het NGF om innovatie en onderzoek te stimuleren? Overweegt de Minister om het vrijgekomen geld uit het NGF bijvoorbeeld structureel op de begroting te zetten voor het stimuleren van innovatie, of wordt uitstel geen afstel?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat veel bedrijven kritiek hebben geuit op het feit dat de vierde ronde van het NGF plotseling is uitgesteld. Veel bedrijven en instellingen waren dan ook al bezig met de voorbereiding voor een aanvraag in de vierde ronde. Er zijn maar liefst 61 QuickScans gedaan. Deze leden maken zich zorgen over de samenwerking tussen de overheid en bedrijven en instellingen, waarbij het plotseling uitstellen de betrouwbaarheid van de overheid aantast. Deelt de Minister deze zorgen? Deelt de Minister ook de zorg dat bedrijven en instellingen in de toekomst wellicht terughoudender zijn bij het samenwerken met de overheid, bijvoorbeeld geen aanvraag meer doen voor een regeling als het NGF?

Vragen vanuit de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister inzake de pauzering van de vierde ronde van het NGF. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie vragen of het bekend is hoeveel bedrijven en/of organisaties voorbereidingen hebben getroffen voor de ontwikkeling van een voorstel voor de vierde ronde van het NGF. Daarnaast vragen zij of de Minister zicht heeft op de gemiddelde kosten die bedrijven/organisaties hebben gespendeerd aan het ontwikkelen van een voorstel voor een aanvraag van middelen uit het NGF.

De leden van de VVD-fractie vragen of er op dit moment door de pauzering van de vierde ronde van het NGF gevolgen zijn voor de reeds toegekende middelen voor projecten uit eerdere indieningsrondes.

Vragen vanuit de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met gemengde gevoelens de brief van de Minister gelezen over de pauzering van de vierde ronde van het NGF. Uit het verwerpen van de motie in de kamer heeft de Minister geconcludeerd dat er onvoldoende draagvlak is om over de start van de vierde ronde te publiceren. Deze leden kunnen zich voorstellen dat het geen makkelijk besluit was en spreken waardering uit voor de moed die daaruit spreekt. Wel hebben de leden van de NSC-fractie nog enige vragen over de stand van zaken en over hoe het nu verder moet.

De leden van de NSC-fractie zijn benieuwd naar de scenario’s die de Minister nu ziet voor de korte termijn. Wat zou de impact zijn van het volledig afblazen van de vierde ronde? Zou het mogelijk zijn om een (sterk) afgeslankte vierde ronde te introduceren? En op basis van welke selectiecriteria zou een dergelijke zachte landing mogelijk zijn?

De Minister heeft aangegeven het idee van de leden van de NSC-fractie voor een Nationale Investeringsbank een goed idee te vinden. Kan de Minister aangeven hoelang het minimaal zou duren om een dergelijk plan uit te werken? In hoeverre kunnen de huidige quick scans van de vierde ronde misschien nu al terecht bij Invest-NL? Is het mogelijk om op kortere termijn het mandaat van Invest-NL te verruimen om mogelijkheden te creëren?

De leden van de NSC-fractie zijn blij met de investeringen uit het Beethoven-project. De investeringen in wonen, infrastructuur en talent-ontwikkeling hebben volgens hen een positieve ontwikkeling op het ondernemersklimaat, maar zorgen er ook voor dat het halfgeleiderecosysteem in Nederland verder kan groeien. Zo dragen deze investeringen indirect bij aan het verhogen van de R&D-doelstelling (drie procent bbp, waarvan twee procent van het bedrijfsleven). Kan de Minister kwantitatief inzicht geven in het effect op de publieke R&D-investeringen van het eventueel schrappen van de vierde en vijfde ronde van het NGF? Kan de Minister een inschatting maken wat het effect op de private R&D-investeringen is van een verdubbeling van R&D-investeringen van het halfgeleiderecosysteem in Nederland?

De leden van de NSC-fractie zijn blij dat met het accepteren van de projecten uit de eerste, tweede en derde ronde een aantal mooie nieuwe ecosystemen ontstaan, zoals bijvoorbeeld PhotonDelta. Is de Minister het met deze leden eens dat we deze nieuwe ecosystemen moeten behouden de komende jaren? Welke ondersteuning is er de komende jaren nodig vanuit het ministerie om de toegezegde investeringen te monitoren? Is de Minister met de leden van de NSC-fractie van mening dat er actief portfoliomanagement zou moeten plaatsvinden op de bestaande projecten? Hoe zou de Minister dit inrichten?

Vragen vanuit de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van de brief van de Minister inzake de pauzering van de vierde ronde van het NGF. Zij kunnen de redenering die hieraan ten grondslag ligt ook niet volgen. Het NGF jaagt innovatieve, duurzame en structurele economische groei aan. Eerder is berekend dat elke euro die in het NGF wordt ingezet bijna zes euro oplevert. Voor deze vierde ronde waren al vele consortia aan de slag met hun ideeën om het innovatieve verdienvermogen van de toekomst te versterken. Het is daarom volgens deze leden een domper dat de Minister heeft gekozen om de vierde ronde van het NGF verder op te schorten. Zij willen de Minister daarom nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister zich genoodzaakt voelt om de vierde ronde van het NGF op te schorten nadat er geen meerderheid was is voor twee moties van het lid Sneller, die respectievelijk verzochten om op de kortst mogelijke termijn duidelijkheid te geven over de vierde ronde van het NGF en van uitstel geen afstel te maken (Kamerstuk 32 637, nr. 618), en om niet te bezuinigen op het NGF en de resterende middelen te blijven inzetten voor innovatieve, duurzame en structurele economische groei (Kamerstuk 32 637, nr. 619). De vigerende situatie tijdens indiening van deze moties was dat de Minister recentelijk de vierde ronde had uitgesteld met drie maanden (van 1 april naar 1 juni). Daarover bestond bij onder andere kennisinstellingen en innovatieve bedrijven ongenoegen en onduidelijkheid, gezien zij met consortia hard aan de slag waren om de deadline van 1 april te halen en het uitstellen van de deadline ook betekende dat hun inzet naar de nieuwe deadline gevormd moest worden. Hierover schreven zij dan ook een brandbrief aan de Kamer. Ook betekende dit uitstel een mogelijke terugtrekkende beweging van marktpartijen in de cofinanciering.

De leden van de D66-fractie voelen daarom onbegrip over de conclusie van de Minister dat verdere opschorting noodzakelijk vanwege het verwerpen van deze moties. Zij zien dit onbegrip ook bij de leden van de fracties die tegen bovenstaande moties hebben gestemd, omdat zij zich niet herkennen in de motivatie achter hun stemgedrag die aan hen wordt toegedicht door de Minister. Dit sterkt de aan het woord zijnde leden in hun overtuiging dat de conclusie verre van onontkoombaar was. Deze leden stellen dat wanneer een motie met een verzoek tot aanpassing van een vigerende situatie wordt weggestemd, de vigerende situatie van toepassing blijft en dat niet een tegenovergestelde situatie dan het dictum van kracht wordt. Daartoe heeft de Kamer immers geen verzoek gedaan. Daarom willen deze leden graag een nadere uiteenzetting van de Minister en meer inzicht krijgen in het proces van totstandkoming van dit besluit: welke adviezen heeft de Minister gekregen en welke afstemming heeft plaatsgevonden alvorens zij dit besluit aan media communiceerde? Waarom duurde het zo lang na haar communicatie aan de media voordat de Kamer hier een brief over ontving? Waarom heeft de Minister geen hint gegeven over de verstrekkende en voor velen zeer onverwachte gevolgen die zij zou verbinden aan verwerping van de motie op het moment dat zij deze apprecieerde in het tweeminutendebat, waar zij slechts stelde het oordeel aan de Kamer te laten? Kan de Minister verduidelijken of de situatie eerder is voorgekomen, waarbij de Kamer een motie heeft verworpen en de bewindspersoon om die reden juist een tegenovergesteld besluit nam op basis van de verworpen motie in plaats van terug te keren naar de oorspronkelijke beleidslijn? Zo nee, kan de Minister dan verduidelijken waarom deze verworpen moties haar tot deze keuze hebben doen komen? Kan de Minister bevestigen dat dit haar eigen interpretatie was van het oordeel van de Kamer over deze moties welke juist spoedige doorgang verzochten? Kan de Minister bevestigen dat de Kamer haar niet heeft verzocht om de vierde ronde verder op te schorten? Wat heeft de Minister nodig (van de Kamer) om de voorbereidingen voor de vierde ronde weer op te starten? Als de Kamer geen actie onderneemt, wat zal dan de eerstvolgende handeling van de Minister ten aanzien van de vierde ronde zijn, en wanneer is zij voornemens deze handeling te laten plaatsvinden?

De leden van de D66-fractie zijn, zoals gezegd, teleurgesteld over het uitstellen van de vierde ronde van het NGF. Voor deze ronde zijn consortia van mkb’ers, innovatieve bedrijven en kennisinstellingen al maanden bezig geweest met hun voorstellen en lagen er al 61 quickscans klaar. Deze leden vrezen dat de uitstel niet alleen vertraging betekent, maar dat deze keuze er ook voor zorgt dat partijen private cofinanciering mislopen. Kan de Minister verduidelijken of er initiatieven voor deze vierde ronde nu door het besluit verder op te schorten volledig tot stilstand zijn gekomen, bijvoorbeeld door het stopzetten van inhuurcontracten of doordat medewerkers van het project zijn gehaald. De leden van de D66-fractie ontvangen hier graag een overzicht van. Kan de Minister inventariseren welke projecten zouden kunnen herstarten als de vierde ronde wel open gesteld zou worden? Hoe gaat de Minister om met verwachtingen die zijn gewekt bij innovatieve bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen die bezig zijn met NGF-voorstellen? Wat zou de verwachte opbrengst van de vierde ronde zijn, gezien elke geïnvesteerde euro ongeveer zes euro oplevert? Hoeveel aanvullende private R&D-investeringen loopt Nederland mis door de huidige onzekerheid rondom de doorgang van de vierde ronde van het NGF? Ook zien deze leden dat sommige bedrijven «dan maar in andere landen subsidie aanvragen» en dit ook hebben gekregen. Hoe weegt de Minister dit?

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de positie van het Adviescommissie NGF over de nieuwe politieke keuzes die worden gemaakt ten aanzien van het NGF. De Adviescommissie NGF is daarbij kritisch over de pauzeknop, gezien het NGF niet zomaar aan en uit kan worden gezet. Partijen zijn immers maanden bezig met een aanvraag waar ook grotendeels al kosten voor zijn gemaakt. De Adviescommissie NGF stelt dat als de beslissing over de vierde ronde uitblijft tot na midden juni er geen redelijke termijn is om de vierde ronde op een deugdelijke manier te starten in september 2024. Dat zou betekenen dat de eerstvolgende optie om te starten pas in het voorjaar van 2025 is, met alle gevolgen van dien gezien dergelijk onbetrouwbaar beleid ervoor zorgt dat consortia hun middelen anders gaan inzetten, de voorbereiding van projecten wordt gestopt en investeringen op het gebied van innovatie worden verplaatst naar het buitenland. De leden van de D66-fractie vinden dit een zeer onwenselijk scenario dat effect heeft op het innovatieve klimaat van Nederland en haar economie. Kan de Minister toezeggen voor juni duidelijkheid te geven over eventuele doorgang van de vierde ronde in september?

Vragen vanuit de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de regering aangaande de pauzering van de vierde ronde van het NGF.

De leden van de BBB-fractie vragen wat nodig is om snel zekerheid te geven over de omzetting van reserveringen voor reeds toegekende projecten in NGF3. Daarnaast zijn deze leden benieuwd naar hoeveel mkb’ers betrokken zijn bij succesvolle aanvragen uit eerdere rondes, en hoeveel mkb-bedrijven nu betrokken zijn bij aanvragen (quickscans) bij de vierde ronde. Ook zijn zij benieuwd hoeveel aanvragen uit de lijst met ingediende quickscan-aanvragen voor de vierde ronde van het NGF te linken zijn aan de tien focustechnologieën uit de Nationale Technologiestrategie (NTS)?

Ook vragen de leden van de BBB-fractie wat de gevolgen zijn voor lopende projecten en de betekenis van deze projecten voor de Nederlandse samenleving, bijvoorbeeld voor onze medische sector, en hoe deze gevolgen zijn meegenomen in de afweging de vierde ronde te pauzeren.

De leden van de BBB-fractie constateren dat er, naast Eindhoven waar nu uit Beethoven geïnvesteerd gaat worden, meerdere innovatie-ecosystemen zijn in Nederland die bijdragen aan waardevolle sectoren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan biotech in leiden, maar ook de chipindustrie buiten Eindhoven. Zo zijn bijvoorbeeld de regio’s Arnhem-Nijmegen en Twente belangrijk. Deze leden zijn benieuwd in hoeverre de innovatie-ecosystemen buiten brainport Eindhoven hinder ondervinden of gaan ondervinden door de pauzering van de vierde ronde van het NGF, en wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn voor de discussie die gaande is met betrekking tot het vestigingsklimaat en verdienvermogen van Nederland, en wat de rol van het NGF is om de verschillende innovatie-ecosystemen in Nederland een stabiel perspectief te bieden.

De leden van de BBB-fractie zijn benieuwd in hoeverre het pauzeren van de vierde ronde van het NGF gevolgen heeft voor het streven om in 2030 3 procent van het bbp aan R&D te besteden. Daarnaast willen zij weten hoe de Minister de concrete uitvoering van de NTS gaat vormgeven met de pauzering van de vierde ronde in het achterhoofd. Welke middelen hebben bedrijven en organisaties op dit moment verder, dus zonder de vierde ronde van het NGF, om hieraan bij te dragen?

De leden van de BBB-fractie zijn benieuwd naar de reden het meteen kiezen voor pauzering. Het aannemen van moties is in de regel het startpunt van het nemen van besluiten. Deze leden vragen waarom het met grote meerderheid verwerpen van de moties-Sneller (Kamerstuk 32 637, nr. 618, 619) meteen ertoe heeft geleid dat de vierde ronde van net NGF gepauzeerd is. De moties gingen niet over het wel of niet door laten gaan van de vierde ronde. Er werd dan ook met het verwerpen van deze moties geen signaal afgegeven om direct te pauzeren. Waarom is direct deze keuze gemaakt op basis van interpretaties voordat dit is voorgesteld aan de Kamer? Daarnaast zijn de leden van de BBB-fractie benieuwd naar hoe zo’n afweging wordt gemaakt en wat de afspraken hierover zijn, ook met de andere bewindspersonen.

Vragen vanuit de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de brief van de Minister over de pauzering van de vierde ronde van het NGF. Deze leden zijn van mening dat het niet verstandig is en geen recht doet aan het vertrouwen in de overheid om de vierde ronde te pauzeren, gezien de reeds gedane investeringen van bedrijven, kennisstellingen en overheden in de voorbereiding. Deze leden hebben daarom ook de genoemde motie-Sneller om van uitstel geen afstel te maken gesteund.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister inmiddels meer informatie kan geven over het vervolg, of er inderdaad van uitstel geen afstel komt, of er zicht is op een volgende nieuwe datum voor openstelling en zo niet, wanneer de Minister dit besluit wil nemen. Deze leden vragen ook hoe de Minister hierover communiceert richting deelnemende partijen en of zij hierover met hen in gesprek is. Zo ja, wat uit is deze gesprekken naar voren komt en hoe worden de zorgen van deze partijen geadresseerd?

De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister wil bevestigen dat de pauzering van de vierde ronde geen gevolgen heeft voor definitief toegekende middelen voor projecten uit vorige rondes gezien het belang van een betrouwbare overheid.

Vragen vanuit de Volt-fractie

De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het besluit om de vierde subsidieronde van het NGF te pauzeren. Deze leden betreuren ten zeerste het besluit en hebben daar de volgende vragen en opmerkingen over.

De leden van de Volt-fractie merken op dat de Minister In het commissiedebat Verdienvermogen zei dat zij de wens van de formerende partijen om de vierde ronde van het NGF niet open te zetten begreep. De Minister stelde daarom voor dat de vierde ronde van het NGF uit te stellen van 1 april tot 1 juni 2024. Kan de Minister aangeven wat de reacties waren van de bedrijven en organisaties die veel tijd en moeite hadden gestoken in de ontwikkeling van een voorstel op dit besluit?

De leden van de Volt-fractie constateren dat de Minister in de brief nadrukkelijk verwijst naar de motie-Sneller en dat het verwerpen daarvan door de Kamer niet anders geïnterpreteerd kon worden dan dat er niet voldoende steun is om de vierde ronde op korte termijn open te stellen. Deze leden vinden dat er een te snelle politieke conclusie is getrokken door de Minister. Gelet op de schade die het besluit van de Minister heeft op de betrokken bedrijven, organisatie en de positie van de overheid, vragen deze leden of er daadwerkelijk geen andere interpretatie was dan het besluit om de vierde ronde te pauzeren. Graag vernemen zij waarom de Minister het verwerpen van de motie zo streng heeft geïnterpreteerd. Heeft het streng interpreteren van de motie door de Minister geen grootschalige gevolgen voor de betrouwbaarheid van de overheid? Zo ja, wat kan de Minister doen om de schade te mitigeren? Zo nee, waarom niet?

De leden van de Volt-fractie merken op dat in het commissiedebat Verdienvermogen het belang van voorspelbaar beleid en het zijn van een betrouwbare overheid veelvuldig naar voren is gekomen. Deze leden onderstrepen hier het belang van en hebben daar de volgende vragen over.

Kan de Minister aangeven wat de consequenties zijn van het pauzeren van de vierde subsidieronde uit het NGF voor de relatie tussen overheid en het bedrijfsleven, en de relatie tussen overheid en de betrokken kennisinstellingen? De Minister stelt dat het kabinet hecht aan continuïteit en zekerheid voor alle bedrijven, organisaties, regio’s en buitenlandse partners. Kan de Minister toelichten hoe het besluit om de vierde subsidieronde te pauzeren hieraan bijdraagt? Welke signalen heeft de Minister vanuit het veld gekregen en welke mogelijkheden ziet de Minister om de mogelijke schade dat is aangedaan te herstellen?

De leden van de Volt-fractie onderstrepen het belang van de investeringen vanuit het NGF en hoe deze investeringen bijdragen aan het versterken van het duurzaam verdienvermogen en strategische onafhankelijkheid van Nederland, vooral in het licht van de relatief lage onderzoeks- en ontwikkeling investeringen in Nederland ten opzichte van buurlanden. Kan de Minister aangeven wat het pauzeren van de vierde ronde van het NGF voor consequenties heeft voor het behalen van de Lissabon criteria waarin is besloten dat 3 procent bbp wordt uitgegeven aan R&D, waarvan ca. 1 procent door de overheid? In het kader van een gelijk speelveld in Europa vragen deze leden wat de consequenties zijn van de pauzering van de vierde ronde voor de Nederlandse positie in Europa, graag een toelichting.

De leden van de Volt-fractie merken op dat Thorizon, een innovatieve start-up, een aanvraag heeft gedaan. Aangezien de vierde ronde is gepauzeerd, is Thorizon op zoek gegaan naar buitenlandse financiering, wat heeft geresulteerd in financiering vanuit de Franse overheid. Kan de Minister, gelet op haar uitspraak over strategische onafhankelijkheid en duurzaam verdienvermogen, toelichten wat de consequenties zijn van het besluit om de vierde ronde te pauzeren voor de strategische onafhankelijkheid en het duurzaam verdienvermogen van Nederland? Ziet zij meer buitenlandse financiering in Nederlandse start-ups na het pauzeren van de vierde ronde van het NGF? Kan de Minister ook toelichten of zij dit ziet als een positieve of negatieve ontwikkeling?

Tot slot vragen de leden van de Volt-fractie welke andere instrumenten de overheid heeft om projecten die bijdragen aan innovatie, het duurzaam verdienvermogen en strategische onafhankelijkheid te stimuleren. Is de Minister het met deze leden eens dat we zo snel mogelijk innovatieve projecten moeten steunen die bijdragen aan de lange termijn economische groei met positieve maatschappelijke effecten? Wat gaat de Minister doen om dit, nu de vierde ronde van NGF gepauzeerd is en diens toekomst onzeker, te bewerkstelligen?

II Antwoord / Reactie van de Minister

Naar boven