2024D07199 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn brief van 11 oktober 2023 inzake de monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking (Kamerstuk 25 087, nr. 320).

De fungerend voorzitter van de commissie,

Tielen

Adjunct-griffier van de commissie,

Kruithof

Nr

Vraag

   

1

Wat is de verwachte opbrengst van de Wet bronbelasting 2021 door de toevoeging van dividenden binnen de reikwijdte van deze wet?

2

Wat was de opbrengst van de Wet bronbelasting 2021 in 2021, 2022 en 2023? Hoe verhoudt dit zich met de begrote opbrengst? Zal een dergelijk verband zich ook voordoen voor wat betreft dividenden? Zo nee, waarom niet?

3

Indien de opbrengst van de Wet bronbelasting 2021 hoger was dan geraamd, waarom zijn de ramingen dan niet aangepast op basis van de reële opbrengst van de Wet bronbelasting 2021? Wat dient er te gebeuren op basis van de begrotingsregels met de opbrengst van de Wet bronbelasting 2021 als deze wél geraamd zou zijn, maar hoger zou uitvallen dan geraamd? Is dit anders dan wanneer er geen opbrengst is geraamd?

4

In hoeverre kloppen de uitlatingen gedaan in het FD-artikel «Nederland doet te weinig tegen belastingontwijking» van 14 december 2023? Zijn deze uitlatingen gebaseerd op oude data? Kan het kabinet aangeven in welke mate de geldstromen die naar laagbelastende jurisdicties stromen zijn verminderd sinds de invoering van de Wet bronbelasting 2021? Kan worden aangegeven in welke mate er sprake is van causatie versus correlatie tussen de Wet bronbelasting 2021 en de verandering in deze geldstromen? Welke andere wetgeving zal impact hebben op de grootte van deze geldstromen?

5

Is bekend welk percentage rente-, royalty- en dividendstromen vanuit andere lidstaten van de Europese Unie naar laagbelastende landen zijn afgenomen? Zo ja, wat zijn deze percentages? Zo nee, kan dan in algemene termen worden aangegeven hoe Nederland zich verhoudt tot andere lidstaten van de Europese Unie?

6

In relatie tot welke landen die binnen de reikwijdte vallen van de Wet bronbelasting 2021 geldt dat een belastingverdrag de effectuering van deze bronheffing in de weg staat? Hebben deze verdragen een Principal Purpose Test? Kan Nederland de heffing alsnog effectueren als een verdrag een Principal Purpose Test heeft? Hoe zit dit als er reële economische activiteiten plaatsvinden bij de ontvanger van de rente, royalty’s of het dividend?

7

Uit welke gegevens en/of cijfers blijkt dat de mogelijkheden om belasting te ontwijken de afgelopen jaren zijn afgenomen?

8

Op welke gegevens en/of cijfers is de prognose gebaseerd dat de mogelijkheden om belasting te ontwijken aankomende jaren nog meer zal afnemen? Kan hierbij een overzicht gegeven worden van voorgenomen maatregelen?

9

Kan per land een overzicht gegeven worden van de in de wereld gehanteerde toptarieven van de vennootschapsbelasting?

10

Met hoeveel zijn de belastinginkomsten vanuit bedrijven in absolute zin gestegen in de afgelopen tien jaar? Welk deel van deze stijging is redelijkerwijs aan te merken als een gevolg van de aanpak van belastingontwijking?

11

Kan een volledig overzicht gegeven worden van alle maatregelen gericht op het tegengaan van belastingontwijking die in de afgelopen tien jaar genomen zijn? Kan daarbij tevens worden aangegeven tussen welke regelingen samenloop kan plaatsvinden en of een dergelijke samenloop tot dubbele belastingheffing kan leiden? Kan verder per maatregel worden aangegeven wanneer deze zal worden geëvalueerd en door wie: Nederland of de Europese Commissie?

12

Is het nog steeds de insteek van het kabinet dat dubbele belastingheffing moet worden voorkomen? Zo ja, hoe zal het kabinet daarvoor zorgen bij regelingen die overkill kennen of een knellende samenloop hebben?

13

Heeft de Nederlandse implementatie van unilaterale en Europese maatregelen gericht op het tegengaan van belastingontwijking impact op het gelijke speelveld binnen de interne markt? Zo ja, wat is deze impact? Is het minder aantrekkelijk om in Nederland te vestigen dan in andere lidstaten van de Europese Unie? Zo ja, wat zal het kabinet doen om ervoor te zorgen dat Nederland niet op achterstand blijft staan?

14

Kan een overzicht gegeven worden van de aanpak van dividend stripping die in andere EU-landen gehanteerd wordt? Waarbij eveneens wordt aangegeven hoeveel geld daarmee wordt opgehaald? Kan daarbij ook een onderscheid worden gemaakt tussen wat het begrip «dividend stripping» betekent in verschillende landen? Klopt het dat het in andere landen meervoudige teruggaaf van dividendbelasting betreft, maar dat dit door de wetgeving in Nederland nooit mogelijk was? Zo ja, plaatst dit de maatregelen die worden genomen in andere landen in een ander licht?

15

Klopt het dat het rapport van Tax Justice Network gebaseerd is op informatie die dusdanig achterhaald is dat niet langer gesteld kan worden dat het rapport een accurate weergave van de huidige situatie geeft? Kan het kabinet toezeggen dat het geen gebruik maakt van rapporten van organisaties zoals Tax Justice Network zolang er dergelijke feitelijke onjuistheden in staan of als de data dusdanig is achterhaald, dat het rapport niet betrouwbaar is?

16

Kunt u aangeven door welke personen en/of instanties buiten het ministerie op tijdelijke of permanente basis advies is uitgebracht over de focusgebieden om belastingontwijking aan te pakken, de maatregelen die hierop genomen kunnen worden, de manier waarop dit gemonitord kan worden of andere onderwerpen die van belang zijn voor deze monitor?

17

Kunt u een overzicht verstrekken van de aanbevelingen van de Commissie Doorstroomvennootschappen die inmiddels wel en niet zijn doorgevoerd?

18

Kunt u bij de aanbevelingen die niet zijn geïmplementeerd aangeven waarom deze niet zijn doorgevoerd?

19

Kunt u per getroffen maatregel aangaande belastingontwijking aangeven of, en zo ja, wanneer een evaluatie gepland staat?

20

Bedrijven die tussen 2010 en 2019 nooit fiscaal winst hebben gemaakt zijn verantwoordelijk voor 6% van de aangiften voor de vennootschapsbelasting (vpb), is dit meer dan voorgaande decennia?

21

Hoe hebben deze aantallen zich ontwikkeld in de afgelopen jaren?

22

Hoe verklaart u dat de daling van de rente- en royaltystroom een jaar eerder plaatsvond dan de conditionele bronbelasting is ingegaan (2020 terwijl de regeling in 2021 inging)? Indien de verklaring is dat dit te maken zou hebben met anticiperend gedrag, zijn daar dan aanwijzingen voor?

23

Kunnen de stromen naar de doorstroomjurisdicties in tabel 1 per land worden weergegeven? Dus voor de landen Hong Kong, Ierland, Luxemburg, Singapore en Zwitserland elk afzonderlijk? Zo nee, waarom niet?

24

Op een eerdere vraag naar het uitsplitsen van stromen per land werd geantwoord dat dat niet mogelijk zou zijn vanwege onthullingsgevaar, kan worden aangegeven op welke wet of regel dit gebaseerd is? Indien dit is vanwege een interne regel van DNB, waar is die regel dan op gebaseerd?

25

Hoe verklaart u de forse daling in tabel 1 van de inkomende inkomensstromen tussen 2019 en 2020 betreffende het Verenigd Koninkrijk?

26

Hoe verklaart u de forse stijging in tabel 1 van de inkomende inkomensstromen tussen 2020 en 2022 betreffende het Verenigd Koninkrijk?

27

Hoe verklaart u de forse daling in tabel 1 van de uitgaande stromen tussen 2018 en 2019 betreffende het Verenigd Koninkrijk?

28

Hoe verklaart u de forse stijging (verdrievoudiging) in tabel 1 van de uitgaande stromen tussen 2021 en 2022 betreffende het Verenigd Koninkrijk?

29

Is er een link tussen de afname in stromen betreffende laagbelastende jurisdicties (LBJ’s) en de gelijktijdige toename betreffende het Verenigd Koninkrijk?

30

Hoe valt in tabel 1 de stevige stijging in 2019, daling in 2020 en 2021 en stijging in 2022 te verklaren van de uitgaande stroom naar de Verenigde Staten?

31

Kunt u in tabel 1 en 2 aangeven om hoeveel bedrijven het hier gaat binnen de verschillende geldstromen?

32

Kunt u een inschatting of exact antwoord geven voor hoeveel van de geldstromen in tabel 1 en 2 worden geleid via brievenbusfirma's en bij hoeveel er ook echt sprake is van activiteit in Nederland?

33

Op pagina 3 tabel 1 komt naar voren dat het saldo tussen inkomende en uitgaande geldstromen gedaald is met de helft tussen 2021 en 2022 (van 41 miljard euro naar 19 miljard euro, per saldo 22 miljard euro), wat is hier de reden van en welk effect heeft dat op de economie?

34

Tabel 2 laat een grote afname zien in de inkomensstromen naar laagbetaalde jurisdicties in 2020, is er sprake van een zeker voorsorteereffect op wetgeving die in 2021 van kracht werd?

35

Hoe valt de grote stijging in uitgaande dividenden in 2021 te verklaren naar laagbelastende jurisdicties in tabel 2?

36

Kan met betrekking tot de discrepantie tussen de gegevens van DNB en de Belastingdienst worden aangegeven om welke bedragen het precies gaat voor elk van de laatste vijf beschikbare jaren?

37

Vermeld wordt dat er «een onzekerheid in de statistieken van DNB in de orde van grootte van honderden miljoenen» kan zijn op geldstromen die uberhaupt gaan over honderden miljoenen, wat is dan de waarde van enige inschattingen en waarom kan dit niet nauwkeuriger gemaakt worden?

38

Wordt er bijgehouden in hoeverre bronbelasting richting laagbelastende jurisdicties niet kan worden geheven omdat dit wordt belemmerd door een belastingverdrag? Zo nee, waarom niet? Zo ja, om welk bedrag gaat het in totaal voor rente en voor royalties?

39

Er wordt gesteld dat de bronbelasting een budgettaire opbrengst oplevert, kunt u dit kwantificeren en aangeven of dit incidentele dan wel structurele opbrengst betreft?

40

Over welke discrepantie tussen de aangiftegegevens van de Belastingdienst en DNB-statistieken gaat het precies? Is dat het verschil in grondslag van circa 0,22 miljard aan rente- en royaltybetalingen in 2017 volgens de belastingdienst en 1,5 miljard aan rente- en royaltybetalingen volgens DNB? Zo nee, om welke bedragen gaat het dan wel?

41

Wat is de verklaring van de grote onzekerheid in de statistieken van DNB als het gaat om de inkomensstromen naar laagbelastende jusisdicties? Kan worden uitgelegd waarom en hoe dit inherent is aan de wijze waarop de macro-economische cijfers worden samengesteld?

42

Welke geschatte inkomensstroom hoort bij de genoemde onzekerheidsmarge van honderden miljoenen, als het gaat om de door DNB gerapporteerde inkomensstromen naar laagbelastende jurisdicties? Geldt dit voor zowel de rentestroom van 1,0 miljard euro als voor de royaltystroom van 0,5 miljard euro?

43

Klopt het dat de eerste twee verklaringen voor de discrepantie tussen de aangiftegegevens van de Belastingdienst en DNB-statistieken het verschil ook juist groter zou kunnen maken, omdat het hier gaat om onzekerheidsmarges en onnauwkeurigheid?

44

In welke mate draagt het niet kunnen heffen van een bronbelasting vanwege het belastingverdrag bij aan de discrepantie tussen de statistieken van DNB en de Belastingdienst?

45

De hoeveelheid aan variabelen die samenhangen met belastingontwijking zijn dermate hoog dat er nauwelijks een causaal verband is vast te stellen tussen de genomen maatregelen en beleid in de praktijk (zie onder andere pagina 4 omtrent onzekerheid in de statistieken, pagina 5 omtrent het ontbreken van betrouwbare gegevens en geen eenduidige definitie van belastingontwijking). Hoe voorkomt u dat er eenzijdig (op nationaal vlak) wordt doorgeschoten in het aanpakken van belastingontwijking, welk risico kleeft hier aan?

46

Hoe wordt door de belastingdienst bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel gecontroleerd of er daadwerkelijk sprake is van een corresponderende opwaartse heffing in het andere land?

47

Wordt er bijgehouden tegen welk tarief is geheven voor de corresponderende opwaartse heffing in het kader van de toepassing zakelijkheidsbeginsel? Om welk percentage gaat dit gemiddeld?

48

Wordt een heffing van 0% in het andere land gezien als het voldoen aan de corresponderende opwaartse heffing in het kader van de toepassing zakelijkheidsbeginsel?

49

Wordt een heffing van 1% in het andere land gezien als het voldoen aan de corresponderende opwaartse heffing in het kader van de toepassing zakelijkheidsbeginsel?

50

Er ontbreekt een eenduidige definitie van belastingontwijking: welke definitie hanteert Nederland, welke wordt in internationaal verband gehanteerd en welke wordt in het verband van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) gehanteerd? Kunt u definitieverschillen nader duiden en toelichten?

51

Is er een recentere versie van de country-specific analysis waarnaar wordt verwezen voor de onderbouwing van de overschatting van winsten?

52

De landspecifieke analyse waarnaar wordt verwezen laat voor de jaren 2016, 2017 en 2018 na correctie percentages zien van 19,2%, 20,0% en 25,2%, terwijl in de monitoringbrief wordt gesproken over 21%, 20% en 20%. Hoe corresponderen die getallen met elkaar?

53

Wat is de verklaring van het in de analyse genoemde percentage van 29,8% in 2019, terwijl het statutair tarief 25,8 is?

54

Kan de berekening worden gegeven die ten grondslag ligt aan de correctie van 6,5 miljard euro voor «other biases» die wordt gebruikt voor het berekenen van de overschatting van de winst? In welke mate dragen de verschillende genoemde onderdelen (joint ventures, verschillen in accounting standaarden, fusies, overnames, etc) daar aan bij?

55

Kan er een verklaring worden gegeven van het verstorende effect van fusies en overnames op de cijfers? Om welke bedragen gaat het?

56

Wat is de verklaring voor de veel hogere correctie in 2018 (20,8 miljard euro ten opzichte van gemiddeld 4 miljard euro in andere jaren) van winsten voor dividenden?

57

Om welke bedragen gaat het in totaal bij de genoemde innovatiebox en liquididatieverliesregeling als onderdeel van de verklaring voor het verschil tussen het fiscale en statutaire tarief?

58

Hoe verklaart u het dat de cijfers met een vertraging van vijf jaar naar buiten worden gebracht? Op welke manier kan deze periode drastisch worden verkort, zodat niet slechts het beleid van vijf jaar geleden kan worden gemonitord?

59

Hoeveel OESO-landen hebben Pijler 2 inmiddels geïmplementeerd? Gelieve een overzicht en een tijdspad van de landen die het nog niet hebben geïmplementeerd (en hierbij tevens de reden van uitblijven van implementatie weergeven). Kunt u dezelfde vraag beantwoorden voor EU-landen?

60

Het kabinet geeft aan, hoewel grote stappen zijn gezet, nog niet volledig tevreden te zijn: op welke punten is het kabinet nog niet tevreden en wat gaat zij daartoe ondernemen?

61

Het kabinet heeft eerder gesproken over mogelijke unilaterale maatregelen bij het uitblijven van afspraken over de Unshell-richtlijn, hoe lang moet de impasse in Europa nog duren voordat het ministerie unilaterale stappen onderneemt?

62

Kunt u een nadere inhoudelijke toelichting geven op het voorstel van de Europese Commissie inzake het richtlijnvoorstel Framework for Income Taxation (BEFIT)?

63

Hoe wordt de privacy gewaarborgd bij onderlinge uitwisseling, bijvoorbeeld in het kader van FASTER?

64

Kunt u de formele naam geven van de groep die hier wordt aangegeven als «Expert Group»?

65

In het najaar van 2023 zou de expert group naar Nederland komen, hierover zou een verslag worden gemaakt, wanneer verwacht u dit naar de Kamer te sturen?

66

De Staatssecretaris geeft in zijn brief van 20 december 2023 inzake Onderzoek naar structureel verlieslatende bedrijven (Kamerstuk 31 066, nr. 1328) aan dat de weging en de beoordeling aan een volgend kabinet is. In de voor deze inbreng voorliggende brief schrijft u dat het kabinet de strijd tegen belastingontwijking ook in demissionaire status onverminderd voert. Kunt u gelet hierop een weging, beoordeling en mogelijke vervolgstappen geven (inzake het ambtelijk rapport structureel verlieslatende bedrijven)?

Naar boven