2024D05443 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken hebben enkele fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 9 februari 2024 inzake geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 20 februari 2024 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2830) en d.d. 8 februari 2024 inzake Verslag van de Raad Algemene Zaken d.d. 29 januari 2024 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2826).

De fungerend voorzitter van de commissie,

Bromet

De griffier van de commissie,

Hessing-Puts

Inhoudsopgave

  • I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

    • Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

    • Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

    • Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

  • II Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken die op 20 februari a.s. zal plaatsvinden in Brussel.

Deze leden zijn van mening dat het verslag van de Raad Algemene Zaken d.d. 29 januari geen recht doet aan het verzoek om een brief waarin het demissionaire kabinet precies aangeeft hoe het de motie van het lid Emiel van Dijk c.s. over duidelijk maken dat het Nederlandse medisch beroepsgeheim strikt gehandhaafd zal worden (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2820) gaat uitvoeren.

Voornoemde leden zijn het ten zeerste oneens met de uitleg van de motie «dat er zorgen leven in Nederland over het delen van patiëntgegevens zonder toestemming van de patiënt.» Zij zijn van mening dat hiermee afbreuk wordt gedaan aan het dictum van de, met een ruime meerderheid, aangenomen motie:

«verzoekt de regering om bij de presentatie van de prioriteiten van het Belgisch voorzitterschap van de EU reeds duidelijk te maken dat het Nederlandse medisch beroepsgeheim strikt gehandhaafd zal worden en dat de medische gegevens van Nederlandse patiënten niet digitaal noch op Europees niveau ter beschikking zullen worden gesteld aan wie dan ook, om wat voor reden dan ook, tenzij met expliciete en vrijwillige instemming van de patiënt»

De aan het woord zijnde leden vragen de Minister dit alsnog kenbaar te gaan maken en daarover te rapporteren aan de Kamer.

De leden van de PVV-fractie willen de Minister oproepen om duidelijk kenbaar te maken dat er een nieuwe politieke realiteit is na de verkiezingen 22 november 2023 en dat de motie ook in dat licht moet worden uitgelegd.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 20 februari. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

Deze leden lezen dat er voorafgaand aan de Raad Algemene Zaken een informeel ontbijt zal plaatsvinden met de voorzitter van de Bosnische ministerraad. Deze leden kunnen zich vinden in het standpunt van het kabinet dat toetreding gebaseerd dient te blijven op merites en het boeken van significante voortgang. In het licht van deze genoemde significante voortgang, zijn voornoemde leden benieuwd naar de huidige voortgang die Bosnië en Herzegovina maakt. Kan het kabinet een reflectie geven op de huidige stand van zaken over de voortgang en hoe ver Bosnië en Herzegovina op dit moment is volgens het kabinet. Deze leden zijn daarnaast specifiek geïnterseerd in de voortgang van de Republiek Srpska.

De aan het woord zijnde leden zijn vergenoegd met het feit dat op verzoek van Polen zelf een stand van zaken bespreking over artikel 7 geagendeerd is en dat Polen hervormingen van plan is ten behoeve van een onafhankelijke rechterlijke macht. Deze leden ontvangen graag een reflectie van het kabinet op de stappen die Polen neemt en of Polen op de juiste weg is om de artikel 7 procedure te beëindigen. Daarnaast vragen deze leden of het kabinet voornemens is richting de Poolse regering een positief signaal af te geven bij elke hervorming die de schade van de Poolse rechtstaat herstelt.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie nemen kennis van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 20 februari 2024.

Deze leden zien graag dat, in het licht van de vele boerenprotesten in de Europese Unie, de Nederlandse inzet wordt het (Europese) Landbouw- en Visserijbeleid hoog aan de kaarten tijdens de volgende Raad Algemene Zaken en voor de bijeenkomst van de Europese Raad. Kan de Minister toezeggen de zorgen van Nederlandse boeren, tuinders en vissers kenbaar te maken op de Raad Algemene Zaken? Tijdens de vorige bijeenkomst in Brussel heeft premier Rutte ook tijd kunnen vrijmaken op korte termijn om met boeren rond de tafel te zitten. Waarom kon dit toen wel?

In het kader van natuurbeleid, zien voornoemde leden in de Kaderrichtlijn Water grote zorgen voor Nederland. Kan de Minister toezeggen deze zorgen over de Kaderrichtlijn Water in Brussel kenbaar te maken op de Raad Algemene Zaken en uiteindelijk voorbereidend op de Europese Raad? Ziet de Minister mogelijkheid om steun te zoeken binnen de EU om de Kaderrichtlijn Water, net als het voorstel halveren van pesticiden in 2030, in te trekken? Zo nee, waarom lukt het Nederland niet hierover genoeg druk uit te oefenen? Waarom lukt het de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, wel op het niveau van pesticiden en niet op het niveau van de Kaderrichtlijn Water voor Nederland?

Wat zijn de actuele ontwikkelingen van het plan van Eurocommissaris Breton voor een «omvangrijk Defensiefonds van 100 miljard euro»? Wat wordt de Nederlandse inzet hierin?

De leden van de BBB-fractie kijken kritisch naar de stappen richting een Europees Defensiefonds. Deze leden zien liever dat Nederland eerder investeert in de eigen krijgsmacht om deze eerst op orde te krijgen.

II Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken

Naar boven