Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 2023D50721 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 2023D50721 |
De vaste commissie voor Financiën heeft over de Beleidsdoorlichting artikel 5 begroting IX: Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (Kamerstuk 31 935, nr. 82) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Tielen
Adjunct-griffier van de commissie,
Kruithof
Nr |
Vraag |
1 |
Hoe wordt bewerkstelligd dat door «vergroening» van de exportkredietverzekeringfaciliteit (ekv-faciliteit) deze faciliteit uiteindelijk niet verwordt tot een «groene» subsidie maar structureel blijft bijdragen aan bevordering van de Nederlandse export, de Nederlandse economie, de werkgelegenheid en tevens minimaal kostendekkend blijft? |
2 |
Wat zijn de ervaringen met de «vergroening» van de publieke ekv’s, zijn deze tot op heden (minimaal) kostendekkend of verliesgevend en in welke mate dragen ze bij aan de Nederlandse economie en de werkgelegenheid? |
3 |
Kan er een overzicht worden gegeven van landen die zich gedeeltelijk dan wel geheel niet aan de COP26-verklaring houden, maar deze wel hebben getekend? Op welke punten wijken deze landen af van de verklaring, welk voordeel behalen zij daarmee ten opzichte van Nederland? |
4 |
Kunnen alle aanvragen voor ekv’s binnen een redelijke termijn worden behandeld door Atradius Dutch State Business (ADSB) of zijn er projecten die niet in behandeling kunnen worden genomen? |
5 |
Welk percentage aangevraagde ekv’s wordt afgewezen? |
6 |
Hoeveel van de afgewezen transacties zijn afgewezen als gevolg van het MVO-beleid? |
7 |
Hoeveel procent van de totale obligo in 2021 schat u dat in lijn was met de doelstelling om in 2050 klimaatneutraal te zijn? |
8 |
Hoe verhouden de voorwaarden voor het gebruik van ekv's in Nederland zich tot de voorwaarden die worden gesteld in de landen om ons heen ten aanzien van duurzaamheid en «fossiele transacties»? |
9 |
Welke categorieën en soorten investeringen zijn op dit moment uitgesloten van financiering met behulp van ekv’s? |
10 |
Welke sectoren maken het meest gebruik van ekv’s en voor welke sectoren zijn ekv’s (relatief) van het grootste belang? |
11 |
Maakt Nederland op dit moment gebruik van alle ruimte die internationale afspraken ons bieden om ekv’s aan te bieden? Zo nee, op welke punten is er mogelijk ruimte om het aanbod van ekv’s uit te breiden? |
12 |
Op welke wijze is sinds 2021 werk gemaakt van het uitvoeren van de aanbevelingen uit het White Paper «Take Action or Fall behind»? |
13 |
Welke verbeterpunten zijn mogelijk om de toegankelijkheid van ekv’s voor het mkb te verbeteren? |
14 |
Hoe bent u voornemens om het ekv-instrument breder beschikbaar te stellen voor het midden- en kleinbedrijf (mkb)? |
15 |
De onafhankelijke deskundige geeft aan dat een duidelijk risico is dat teveel doelen worden gekoppeld aan het instrument, kan een overzicht gegeven worden van deze doelen? Op basis waarvan wordt geconcludeerd dat het risico bestaat dat het aantal doelen wordt uitgebreid? |
16 |
Welke stappen worden gezet om de voorwaarden en beleidsdoelen van ekv’s zoveel mogelijk terug te dringen tot de kern, te weten het verzekeren van betalingsrisico’s die verbonden zijn aan Nederlandse export en investeringen in het buitenland die zonder deze verzekering niet tot stand zouden zijn gekomen? |
17 |
Is het CBS voornemens om haar aanname dat ekv-transacties zonder ekv niet zouden hebben plaatsgevonden te onderbouwen? |
18 |
In hoeverre is de afnemende absolute bijdrage van het publieke ekv aan de economie aanleiding voor u aanleiding onderzoek te doen naar de oorzaken daarvan? |
19 |
Gaat u nader laten onderzoeken of de afnemende absolute bijdrage van de ekv zich de komende jaren doorzet, en hierover aan de Kamer rapporteren? |
20 |
Wanneer gaan de ingezette vergroeningsmaatregelen worden geëvalueerd? |
21 |
In hoeverre heeft ADSB in de periode 2016–2021 «nee» moeten verkopen door gebrek aan capaciteit? |
22 |
Waarom is ADSB relatief efficiënt in het verzekeren van transacties vergeleken met andere exportkredietverzekeraars? |
23 |
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het herzien van het anti-omkopingsbeleid? |
24 |
Waarom kiest het kabinet er niet nu al voor een volgend onderzoek niet door het ministerie zelf maar door een onafhankelijke derde te laten uitvoeren? |
25 |
Kan er een overzicht worden gegeven van landen die zich geheel dan wel gedeeltelijk niet houden aan de Arrangement? Op welke punten wijken deze landen af van de verklaring, welk voordeel behalen zij daarmee ten opzichte van Nederland? |
26 |
Kan er een overzicht worden verstrekt van in welke gevallen Nederland strenger is dan internationaal afgesproken? In hoeverre ondermijnt deze opstelling de Nederlandse concurrentiepositie? In hoeverre speelt de strenge opstelling van Nederland juist andere landen in de kaart, welke projecten heeft Nederland door de strenge opstelling misgelopen? |
27 |
Is de wens van het kabinet om koploper te zijn op het gebied van milieu, sociale en governance risico’s ideologisch of economisch ingegeven? Wat is de (financiële dan wel economische) meerwaarde voor Nederland om koploper te zijn en hoe komt dat in concreto tot uitdrukking, kunt u de toegevoegde waarde kwantificeren? |
28 |
Kunt u helder omschrijven wat exact de begrotingsdoelstelling is van artikel 5 en wat de doelstellingen zijn van de ekv? Als die niet (meer) gelijk zijn, kunt u dan duiden wanneer en waarom die doelstellingen uit elkaar zijn gaan lopen? |
29 |
Wat wordt er exact verstaan onder verantwoorde export en (nog verdere) vergroening? Daarnaast schrijft u dat het juridisch kader toe is aan een onderhoudsslag, in het belang van de kabinetsdoelstellingen op het gebied van vergroening en de benodigde energietransitie, kunt u dit nader duiden? Welke norm(aanpassing) en/of onderhoudsslag is nodig in verband met de energietransitie? In welke mate en op welke manier is het ekv-instrumentarium onderdeel van het klimaatbeleid van dit kabinet? |
30 |
Waarom wordt de ekv-faciliteit ingezet als klimaatinstrument (vergroening en energietransitie)? Staat dit niet op gespannen voet met de (veronderstelde) doelstelling van de ekv-faciliteit (bevorderen export, bijdragen aan Nederlandse welvaart)? |
31 |
Wanneer wordt het beoordelingskader voor het ekv-instrumentarium opgeleverd? Wordt dit beoordelingskader voorafgaand aan vastlegging in het Beleidshandboek nog voorgelegd aan de Kamer? |
32 |
Wat behelst het huidige anti-omkopingsbeleid en wat dient nog nadere uitwerking? |
33 |
Kunt u nader concretiseren wanneer er voor Nederland sprake is van ongewenste neveneffecten en/of wanneer er sprake is van onaanvaardbare effecten op milieu, sociaal en governance gebied? Kunt u het Nederlandse beleid vergelijken met het beleid van andere landen/publieke exportkredietverzekeraars? |
34 |
Kunt u de opmerking dat de ABSB relatief efficiënt is (volgens een internationale benchmark) in vergelijking met andere publieke exportkredietverzekeraars nader toelichten? Is de ABSB ook in (nationale) absolute zin efficiënt of behoeft het verbetering? |
35 |
Klopt het dat de risico’s voor «groene» projecten hoger liggen dan voor andersoortige projecten? Zo ja, kunt u die risico’s nader duiden en waar mogelijk kwantificeren? |
36 |
Waarom gelden er soepelere (financiële) regels ten aanzien van «groene» exporttransacties, kunt u deze versoepelingen uitputtend opsommen en aangeven waarom die versoepelingen gelden? Kunt u daarbij tevens aangeven welke risico's specifiek bij deze «groene transacties» spelen en in welke mate die impact hebben op het ekv-instrumentarium? |
37 |
In hoeverre is de Nederlandse concurrentiepositie verslechterd doordat het (demissionaire) kabinet zich heeft gecommitteerd aan de COP26-verklaring? |
38 |
Op welke vlakken en door welke landen wordt buiten de regels van de Arrangement om geconcurreerd? Welke alternatieve instrumenten voor export-, import- en investeringsondersteuning worden ingezet? |
39 |
Welke uitgangspunten hanteren consultancybureaus om te bepalen of iets al dan niet kwalificeert als «groen»? Hoe objectief zijn die criteria en hoe wordt die objectiviteit vastgesteld dan wel getoetst? |
40 |
Kunt u een overzicht delen van de projecten waarop obligo uitstaat? |
41 |
Hoe verklaart u het dat er zo'n 600 miljoen euro aan obligo uitstaat in Nederland? |
42 |
Hoeveel van de obligo buiten olie & gas sector zit naar schatting in projecten met significante CO2 uitstoot? |
43 |
Onder welke sector worden ekv’s voor slachthuizen en vleesindustrie gerekend? |
44 |
Wat zijn de kernpunten van de Nederlandse inzet in de onderhandelingen van de Common Approaches? |
45 |
Wat is de stand van zaken rondom de herziening van de Common Approaches die eind 2023 verwacht werd? |
46 |
Wat is de stand van zaken rondom de Europese strategie voor exportfinanciering die begin 2023 afgerond zou zijn? |
47 |
Is een soortgelijke neerwaartse trend in de bijdrage van de ekv’s aan de Nederlandse economie ook terug in andere Europese landen? |
48 |
Is er een toename te zien in het aantal afgewezen aanvragen voor een exportkredietverzekering die de afname in de toegevoegde waarde mede zou kunnen verklaren? |
49 |
In hoeverre is de afnemende absolute bijdrage van het publieke ekv aan de economie een specifiek Nederlands fenomeen? |
50 |
In hoeverre worden projecten in de landbouwsector naast de beleidsverklaring dierenwelzijn ook getoetst aan in Nederland geldende normen voor dierenwelzijn? |
51 |
Wanneer wordt verwacht dat de aanbevelingen uit 2022 op het anti-omkopingsbeleid zullen worden doorgevoerd? |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2023D50721.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.