|
Nr
|
Vraag
|
| |
|
|
1
|
Klopt het dat het tempo van de dijkversterkingsoperatie sterk moet worden verhoogd
van de huidige 35 kilometer per jaar naar gemiddeld 67 kilometer per jaar? Wat gaat
u doen om deze versnelling te bereiken? Is het mogelijk om de middelen voor instandhouding
uit het coalitieakkoord, die vooralsnog niet tot besteding komen, hiervoor in te zetten?
Wat zijn de kansen en belemmeringen daarbij?
|
|
2
|
Is het nodig om de doorlooptijd van dijkversterkingsprojecten te verkorten, moeten
er meer projecten tegelijkertijd worden uitgevoerd, of gaat het om een combinatie
van beide?
|
|
3
|
Wat kunt u doen om de doorlooptijd van dijkversterkingsprojecten te verkorten, aangezien
er richting 2050 een versnelling nodig is en tegelijkertijd jaarlijks geld overblijft
in het Deltafonds? Kunt u een plan van aanpak opstellen voor het verkorten van de
doorlooptijd van dijkversterkingsprojecten, zoals de Minister van Binnenlandse Zaken
heeft gedaan voor woningbouwprojecten?
|
|
4
|
Hoe beoordeelt u de onzekerheid over beschikbaarheid van klei voor dijkversterking
zoals blijkt uit recent onderzoek van CE Delft? Hoe wilt u hiermee omgaan?
|
|
5
|
Waaraan worden de extra middelen uit het coalitieakkoord voor instandhouding van het
hoofdwatersysteem in het Deltafonds concreet besteed? Kunt u het bestedingsplan voor
instandhouding van het hoofdwatersysteem, dat u tijdens het wetgevingsoverleg Water
van november 2022 heeft aangekondigd, naar de Kamer sturen?
|
|
6
|
Hoe verklaart u de overboekingen van artikel 3 naar artikel 5 in 2024 en 2025 (tabel 3)
van coalitieakkoordmiddelen voor instandhouding, terwijl de tekst juist spreekt van
een overboeking van artikel 5 naar artikel 3? Is hier sprake van een typfout?
|