Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 2023D48503 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 2023D48503 |
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister voor Klimaat en Energie voorgelegd over de Geannoteerde agenda Energieraad 19 december 2023 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1049) en de Antwoorden op vragen commissie over o.a. de geannoteerde Agenda formele Energieraad 17 oktober 2023 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 103).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Stoffer
Adjunct-griffier van de commissie,
Reinders
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
II Antwoord / Reactie van de Minister
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks- PvdA-fractie steunen het voorstel om in te stemmen met de verlenging van de noodverordening, maar hebben hier nog wel vragen over. De Minister geeft aan dat dat de appreciaties zoals eerder gestuurd naar de Kamer nog steeds geldig zijn aangezien er geen inhoudelijke wijzingen zijn doorgevoerd. In kader van het dynamisch prijslimiet heeft de Minister zich kritisch geuit over het markcorrectiemechanisme (MCM), en aangeven het belangrijk te vinden dat er een impact assessment wordt uitgevoerd. Verder geeft de Minister aan dat de verwachting is dat de verlenging breed zal worden gesteund. Deze leden vragen in dit licht op welke wijze de Minister zich heeft ingezet voor de impactanalyse, zoals aangegeven in voorgaande appreciatie.1 Gelden dezelfde inhoudelijke bezwaren als eerdere appreciaties? Wat is de voortgang van het impact assessment? Vermoed de Minister dat deze noodverordeningen in de toekomst opnieuw worden verlengd?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn van mening dat de vergunningsverlening van hernieuwbare energieprojecten dient te worden versneld. Echter, de Minister geeft aan dit pas voor te stellen wanneer andere lidstaten wijzigingsvoorstellen doen. Deze leden zijn van mening dat de Minister hiervoor proactief zou moeten inzetten, ondanks de verwachting dat de verlenging van de noodverordeningen ongewijzigd worden verlengd. Deelt de Minister deze mening? Is de Minister bereid zich hiervoor in te zetten als er geen wijzigingsvoorstellen worden gedaan? Zo nee, waarom?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Energieraad van 19 december 2023. Deze leden onderschrijven dat een verlenging van de bestaande noodverordeningen wenselijk is. Wel benadrukken zij het belang van leveringszekerheid en een toename van de Europese en Nederlandse energie-onafhankelijkheid.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet zal instemmen met het verlengen van de noodverordeningen waarbij er staat dat er geen inhoudelijke wijzigingen plaatsvinden. Deze leden vragen hoe het kabinet dit standpunt rijmt met de additionele solidariteitsmaatregelen die nu voorgesteld worden voor landen met LNG-installaties. Waarom kiest het kabinet ervoor om met deze verstrekkende maatregel in te stemmen die Nederland ruimte ontneemt om zelf te handelen in een gascrisis?
De leden van de VVD-fractie hebben dan ook ernstige zorgen over de extra verplichtingen betreffende LNG-faciliteiten en de verplichting om gas te leveren aan andere lidstaten. Dit gezien de schaalgrootte van de LNG-faciliteiten in Nederland. Deze leden vragen daarom welke negatieve gevolgen verwacht worden bij deze maatregel en welke gevolgen dit geeft voor de sector. Verder vragen deze leden welke gevolgen de verordening heeft voor het vullen van gasopslagen en mogelijke strategische reserves. Zij vragen ook hoe dit aansluit op de prioritering binnen het bescherm- en herstelplan gas (BHG). Deze leden vinden het dan ook vreemd dat het kabinet hiermee instemt gegeven haar bredere standpunt.
De leden van de VVD-fractie zijn tevreden dat de Noodverordening Versoepelde vergunningverlening verlengd wordt en de inzet op uitbreiding van versnelde en vereenvoudigde vergunningverlening met waterstofprojecten. Kan de Minister aangeven gezien de lange implementatieduur hoe deze vereenvoudigde vergunningverlening wordt bewerkstelligd? Hoe past de Minister deze versnelling al toe in Nederland? Kan deze ook op het elektriciteitsnet toegepast worden? Welke elementen van deze noodverordening zouden ook wenselijk zijn op de lange termijn?
De leden van de VVD-fractie zijn nog steeds van mening dat het marktcorrectiemechanisme er niet had moeten komen en vragen de Minister of hij nog mogelijkheden ziet om de komende periode – mogelijk via additionele impact assessments – de risico’s van het marktcorrectiemechanisme verder te verminderen. Deze leden gaan ervan uit dat als er niet voldaan wordt aan de randvoorwaarden van het kabinet bij de eenjarige verlenging van het MCM het kabinet dan ook tegen deze verlenging zal stemmen.
De leden van de VVD-fractie vragen verder of het kabinet bereid is om het afsluiten van langetermijninkoopcontracten te agenderen bij de update omtrent de externe energiebetrekking en ook als mogelijk onderwerp voor het Belgische voorzitterschap? Daarnaast vragen deze leden of gezamenlijke kennis- en innovatieontwikkeling op het gebied van SMR’s samen met België mogelijk is.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de door de Minister voor Klimaat en Energie opgestelde geannoteerde agenda voor de Energieraad van 19 december 2023. Zij hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie onderschrijven de kritiekpunten die de Minister aanlevert op het verlengen van de noodverordeningen, maar steunen hem eveneens in het besluit om akkoord te gaan met verlenging. De Minister stelt dat het marktcorrectiemechanisme niet tot negatieve effecten heeft geleid. Maar kan de Europese Commissie ook aantonen dat er sprake is van positieve effecten die de noodzakelijkheid van voortzetting ondersteunen?
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat de gang van zaken, waarbij het Europees parlement feitelijk buitenspel wordt gezet, zeer ongewenst is. Zij vragen de Minister om dit stevig kenbaar te maken tijdens de Energieraad en hierbij aan te geven dat een dergelijke werkwijze de democratische legitimiteit van de Europese Unie kan schaden.
De leden van de D66-fractie vragen tot slot om, indien van toepassing sinds de brief van 8 september 2023 (Kamerstuk 22 112, nr. 3767), een update te geven over de stand van zaken van het uittredingsproces uit het Energiehandvestverdrag.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de Geannoteerde Agenda Raad voor de Energieraad. Deze leden hebben een aantal vragen.
De leden van de BBB-fractie lezen dat de verlenging van de drie noodverordeningen geschiedt op basis van artikel 122 VWEU. Dit geeft de Raad de mogelijkheid om ten tijde van crises op voordracht van de Commissie noodmaatregelen te treffen zonder dat hier instemming van het Europees parlement voor nodig is. Nederland is hier geen voorstander van, en is van mening dat er een gedegen juridische analyse moet komen. Komen er hier nog vervolgstappen op? Gaat Nederland vragen naar deze juridische analyse en zal deze worden teruggekoppeld aan de Kamer zodra deze afgerond is?
De leden van de BBB-fractie lezen dat de Nederlandse kritiek op aangaande de Noodverordening solidariteit bevorderen. In het verleden werd er voorbijgegaan aan het feit dat lidstaten geen gas inkopen en ook niet over mogelijkheden beschikken om bedrijven voor te schrijven hoe en waar zij hun gas inkopen. Ook was er kritiek over extra solidariteitsverplichtingen voor lidstaten met LNG-installaties, dit omdat de uitvoering daarvan erg complex is door onder meer de hiervoor noodzakelijke afspraken over transit door andere lidstaten naar een lidstaat die op deze een bepaling een beroep doet. De kritiekpunten gelden nog steeds voor Nederland, maar stemt wederom in. Bleek de kritiek van een jaar geleden terecht? Hoe heeft zich dit in de praktijk geuit en is dit het waard om alsnog voor te stemmen, los van het krachtenveld en een gezamenlijke aanpak niet in de weg willen staan? Ook hebben deze leden nog een vraag over het decarbonisatiepakket. Vermeld staat dat er goed bekeken gaat worden of er vanaf de inwerkintreding van het pakket geen overlap gaat ontstaan tussen verordeningen. Hoe gaat dit bekeken worden en kan de Kamer deze bevindingen dan ook inzien?
De leden van de BBB-fractie lezen aangaande de Noodverordening Marktcorrectiemechanisme dat Nederland getracht heeft extra parameters in te bouwen die zorgen dat het instrument enkel in uiterste gevallen ingezet kan worden. Ook valt de lezen dat Nederland (indien het krachtenveld niet op de hand van Nederland is) zou kunnen instemmen met een verlenging van een jaar mits er geen aanpassingen worden gedaan anders dan allicht enkele technische aanpassingen. Welke parameters heeft Nederland toentertijd ingebouwd en gaan deze mee indien Nederland opnieuw gaat instemmen, of moet daar opnieuw over onderhandeld worden?
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2023D48503.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.