2023D40998 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 6 oktober 2023 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over het door de Minister van Buitenlandse Zaken op 1 september 2023 toegezonden fiche: Herziene richtlijn en verordening betaaldiensten (PSD3 en PSR) (Kamerstuk 22 112, nr. 3763).

De voorzitter van de commissie,

Tielen

De griffier van de commissie,

Weeber

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Zoals bekend hechten de leden van de D66-fractie veel waarde aan innovatie, ook en zeker in de financiële sector. Daarom hebben deze leden met belangstelling kennisgenomen van dit fiche. Zij hebben hier nog een aantal vragen en opmerkingen bij.

Omdat de leden van D66-fractie begrijpen dat het kabinetsbeleid beoogt het betalingsverkeer toegankelijk te houden, vragen deze leden naar signalen waarin financiële diensten worden geweigerd aan klanten die tot een risicogroep zouden behoren zonder dat hier een individuele beoordeling aan vooraf gaat, zoals hypotheken voor sekswerkers. Hoe kunnen deze richtlijn en deze verordening bijdragen aan een toename van partijen die betaaldiensten aanbieden, ook aan klanten die volgens banken tot een risicogroep behoren? En hoe kunnen de richtlijn en de verordening bijdragen aan het nog eenvoudiger maken om over te stappen?

Het hoge niveau van digitalisering van het Nederlandse betalingsverkeer leidt ook tot lagere kosten voor het betalingsverkeer, maar kan ook een risico zijn, zien de leden van de D66-fractie. Welke alternatieven zijn er voor digitale betalingen met een pinpas, creditcard of via iDeal als deze systemen een storing ervaren? Welke risico’s ziet de regering van het beperkte aantal grote banken in Nederland, zeker ten opzichte van banken in andere landen, voor de continuïteit van het betalingsverkeer?

De leden van de D66-fractie herinneren zich ook de nationale implementatie van Payment Services Directive 2 (PSD2), waarbij deze leden ook weten dat de nationale implementatie langer duurde dan de termijn die de Europese Commissie hiervoor stelde. Is de verwachting dat het nu wel lukt om PSD3 en PSR tijdig in nationale regelgeving te verwerken?

Daarnaast volgen de leden van de D66-fractie het standpunt van het kabinet in de voorstellen om betaalfraude te voorkomen, maar vragen deze leden naar de implementatie van deze voorstellen in relatie tot payment service providers (PSP’s) die in een andere lidstaat actief zijn. Welke partij houdt toezicht op een adequaat beleid om fraude te voorkomen bij PSP’s?

Het stemt de leden van de D66-fractie positief dat de regering schrijft dat een groot deel van de lidstaten zich in eerste instantie positief tegenover de voorstellen zal opstellen. Deze leden zien dat er verschillende lidstaten zijn waar de ontwikkeling van FinTech’s sneller lijkt te verlopen en kennen het FinTech-Actieplan in Nederland, maar vragen naar de gevolgen van deze herziene richtlijn en verordening voor de ontwikkeling van FinTech in Nederland. Welke aanvullende stappen zet de regering concreet om ervoor te zorgen dat de toetreding van FinTech wordt bevorderd, of in ieder geval niet wordt tegengewerkt door te strenge regels of handhaving daarvan? Daarbij vragen deze leden ook naar de lessen die zijn getrokken sinds de toetreding van Bunq tot de Nederlandse bankenmarkt.

De leden van de D66-fractie zien de bezwaren van de regering over toetreding van niet-bancaire-partijen tot Target2 als een argumentatie die innovatie in de kiem kan smoren. Daarom vragen deze leden naar het gebruik van de Sandbox-methode om risico’s te mitigeren en ervaringen in andere landen waar FinTech zich sneller lijken te ontwikkelen. Concreet vragen deze leden of niet-bancaire partijen ook toegang krijgen tot voorzieningen voor settlement in clearing in het Verenigd Koninkrijk.

Ten aanzien van het bestrijden van witwassen en fraude, vragen de leden van de D66-fractie naar de verplichtingen voor andere partijen dan financiële partijen. Om welke verlichtingen uit PSD3 en PSR gaat het en hoe wordt geborgd dat deze verplichtingen ook door niet-financiële partijen worden nagekomen? Welke partij in Nederland wordt belast met het toezicht op de naleving van fraudebestrijding door niet-financiële partijen?

II Reactie van de Minister

Naar boven