De vaste commissie voor Financiën heeft op 26 september 2023 een aantal vragen en
opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over het door de Minister van
Buitenlandse Zaken op 14 juli 2023 toegezonden fiche op het beleidsterrein Financiën:
Verordening ESG-ratingbureaus (Kamerstuk 22 112, nr. 3740).
De voorzitter van de commissie,
Tielen
De adjunct-griffier van de commissie,
Meijerink
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben verduurzaming hoog in het vaandel staan en onderkennen
het belang van de financiële sector in verduurzaming. Omdat deze leden steeds meer
duurzaamheidsclaims zien, erkennen deze leden ook het belang van de juiste assurance
op deze claims en hebben deze leden met interesse kennisgenomen van het fiche over
de verordening ESG-ratingbureaus. Zij hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen
bij.
Het verbeteren van de kwaliteit en betrouwbaarheid van ESG-ratings als doel van de
Europese Commissie met de regelgeving voor ESG-ratingbureaus, steunen de leden van
de D66-fractie. Ten aanzien van de aanleiding voor dit voorstel en het gesignaleerde
risico op belangenverstrengeling, vragen deze leden naar de samenhang met de accountancypraktijk,
waar accountantskantoren niet gelijktijdig advies kunnen geven. Kan één partij wel
gelijktijdig ESG-ratings en een accountantsverklaring afgeven, zo vragen deze leden.
Hoe wordt eventuele belangenverstrengeling hierbij voorkomen, vragen deze leden verder.
Ook steunen de leden van de D66-fractie de transparantievereisten voor ESG-ratingbureaus.
Het lijkt deze leden van belang om de vergelijkbaarheid en herbruikbaarheid van informatie
te borgen. Daarom vragen deze leden naar standaardisering van de aan te leveren informatie
voor transparantievereisten. Voorts vragen deze leden naar de publieke toegankelijkheid
van deze informatie, met de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) in het
achterhoofd. Concreet vragen deze leden of de ESG-ratings van deze ratingbureaus makkelijk
toegankelijk zijn voor consumenten. Wordt er bijvoorbeeld een keurmerk overwogen,
vragen deze leden specifiek.
Omdat het voorstel ook een klachtenprocedure verplicht stelt bij ESG-ratingburaus,
vragen de leden van de D66-fractie naar de samenhang met het Klachteninstituut voor
Financiële Dienstverlening (Kifid). Deze leden zien namelijk dat consumenten het meest
geholpen zijn met één loket waar zij naartoe kunnen met klachten.
Betreffende het verbod om adviesdiensten aan te bieden vragen de leden van de D66-fractie
hoe wordt voorkomen dat de adviespraktijk en het ESG-ratingbureau twee dochterondernemingen
zijn van dezelfde organisatie of dat er anderszins een sterke band bestaat tussen
een ESG-ratingbureau en een adviespraktijk. Welke partij handhaaft op dit verbod en
signaleert mogelijke banden tussen beide soorten bedrijven in Nederland, vragen deze
leden.
De leden van de D66-fractie begrijpen de keuze om naast algemene publieke transparantie-informatie
voor uitgebreide transparantievereisten richting klanten van ESG-ratingbureaus te
kiezen, maar vragen naar de toegankelijkheid van deze uitgebreide informatie. Kan
deze bijvoorbeeld worden opgenomen in het (publiek toegankelijke) jaarverslag, vragen
deze leden concreet. Voorts vragen deze leden hoe mogelijke investeerders toegang
kunnen krijgen tot uitgebreide informatie voordat zij een investering hebben gedaan
als deze informatie niet publiek toegankelijk is via de jaarrekening.
In aanvulling op de inzet van het kabinet, vragen de leden van de D66-fractie naar
het Klimaatcommitment van de Nederlandse Financiële Sector. Wordt de klimaatcommitment
zelf onderzocht door een ESG-ratingbureau en worden de uitspraken van individuele
financiële instellingen getoetst op juistheid? Hoe kunnen consumenten kennisnemen
van (het gebrek aan) naleving van de commitment door ondertekenaars van het Klimaatcommitment
van de Nederlandse financiële sector en welke rol hebben ESG-ratingbureaus hierbij,
vragen deze leden verder.
Aangezien de leden van de D66-fractie begrijpen dat de markt voor ESG-ratingbureaus
op dit moment grotendeels uit partijen die buiten de EU zijn gevestigd bestaat, vragen
deze leden naar de inzet op strategische autonomie van ESG-beoordelingen. Deze leden
vragen specifiek aandacht voor de rol van kredietbeoordelaars tijdens de kredietcrisis
en de rol van ESG-ratingbureaus in de klimaatcrisis. Hoe wordt bevorderd dat Europese
partijen ESG-beoordelingen (kunnen) verrichten en welke rol speelt de (publieke) beschikbaarheid
van data hierbij, zo vragen deze leden. Deze leden vragen het kabinet om toe te lichten
wat de inzet van Nederland is om, bijvoorbeeld met middelen uit het groeifonds, Nederlandse
initiatieven voor ESG-ratingbureaus te ondersteunen. Op welke manier wordt de Nederlandse
expertise op het gebied van duurzaamheid ingezet voor ESG-ratingbureaus en welke lokale
initiatieven zijn er al, vragen deze leden.
II Reactie van de Minister