2023D38832 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Financiën over haar brief van 25 september 2023 inzake Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën (Miljoenennota) 2024 (Kamerstuk 36 410, nr. 1).

De voorzitter van de commissie,

Tielen

De adjunct-griffier van de commissie,

Schukkink

Nr

Vraag

   

1.

Hoeveel geld zou ervoor nodig zijn om ook alle studenten die al vóór de herinvoering van de basisbeurs waren gestart met hun initiële studie, maar die deze nog niet hebben afgerond, in aanmerking te laten komen voor vier jaar basisbeurs vanaf het studiejaar 2023–2024, zodat bijvoorbeeld ook een student die in augustus 2020 is begonnen te studeren nog aanspraak kan maken op maximaal vier jaren basisbeurs?

2.

Hoeveel fte en hoeveel geld is er extra bijgekomen in 2022, 2023 en hoeveel is er begroot in 2024 op de begroting Financiën en Nationale Schuld (IX)?

3.

Hoeveel externe inhuur is er geweest op de begroting Financiën en Nationale Schuld in 2022 en 2023 en hoeveel is er begroot in 2024? Indien u de realisatiecijfers over de afgelopen twee jaar niet paraat heeft, kunt u dan de begrote cijfers voor 2023 geven?

4.

Inzake K13: is er een analyse uitgevoerd over de externe effecten van het wegvallen van het verlaagd tarief glastuinbouw?

5.

Inzake K13: hoeveel is de procentuele stijging van het nieuwe tarief vergeleken met het oude tarief?

6.

Inzake K13: is er berekend in hoeverre deze verhoging van het tarief doorberekend gaat worden in prijs van de geleverde producten door glastuinbouwers? Zou er een berekening gepresenteerd kunnen worden over de stijging van de prijs op verschillende producten (dus verschillende groenten/fruit/sierteelt)?

7.

Inzake K13: in hoeverre is er een analyse gemaakt over de stijging van de prijs van het product dat geproduceerd wordt in de glastuinbouw ten aanzien van de concurrentiepositie met het buitenland? Welke van tevoren ingecalculeerde effecten zijn er op de concurrentiepositie van Nederlandse glastuinbouwers met telers van dezelfde producten in het buitenland?

8.

Inzake K13: is er een analyse gemaakt over het effect van deze maatregel en de invloed hiervan op de voedselzekerheid?

9.

Inzake 2b: is er een analyse uitgevoerd over de externe effecten van het wegvallen van het verlaagd tarief op agrarische input-goederen en diensten?

10.

Inzake 2b: hoeveel is de procentuele stijging van het nieuwe tarief vergeleken met het oude tarief?

11.

Inzake 2b: is er berekend in hoeverre deze afschaffing van het lage tarief doorberekend gaat worden in prijs van de geleverde producten door agrarische bedrijven? Zou er een berekening gepresenteerd kunnen worden over de stijging van de prijs op verschillende producten (bijv. de prijs van zuivel, de prijs van de producten van akkerbouw)?

12.

Inzake 2b: in hoeverre is er een analyse gemaakt over de stijging van de prijs van het product dat geproduceerd wordt in de agrarische bedrijven ten aanzien van de concurrentiepositie met het buitenland? Welke van tevoren ingecalculeerde effecten zijn er op de concurrentiepositie van Nederlandse agrarische bedrijven vergeleken met bedrijven in het buitenland die dezelfde producten produceren?

13.

Inzake 2b: is er een analyse gemaakt over het effect van deze maatregel en de invloed hiervan op de voedselzekerheid?

14.

Inzake 2b: in hoeverre is er een analyse gemaakt van de impact van deze belastingverhoging op agrarische gemeenschappen en andere dorpen buiten de randstad? Zou deze gemaakt kunnen worden alvorens wordt over gegaan op de verhoging van de belasting.

15.

Inzake 2b: in welke mate belasten landen zoals België, Frankrijk en Duitsland de agrarische input-goederen en diensten? En welk effect is er economisch gezien te verwachten wanneer er een verschil zit in de procentuele belasting van dergelijke goederen en diensten?

16.

Inzake 2c: hoeveel zou het financieel opleveren als de belasting niet tussentijds kon worden opgeschort en kampeerauto eigenaren gegarandeerd het hele jaar het huidige kwarttarief betalen? Zou hiervan een berekening kunnen worden gemaakt?

17.

Inzake 2h: in hoeverre levert het afschaffen van dit verlaagd tarief personenauto’s op CNG, LNG of LPG een verhoging van de uitstoot van CO2 op?

18.

Inzake 2h: welk effect heeft dit op de bezitters van dergelijke auto’s?

19.

Inzake 2h: welk effect heeft dit op bedrijven die dergelijke auto’s in de zaak hebben?

20.

Inzage 19: welk economisch effect gaat de CO2-heffing hebben op de glastuinbouwsector? In welke mate vertaalt dit zich in een hogere prijs op producten?

21.

Inzake 19: is er een analyse uitgevoerd over de externe effecten van het introduceren van een CO2 uitstoot belasting op de glastuinbouwsector?

22.

Inzake 19: is er berekend in hoeverre deze geïntroduceerde belasting op CO2-uitstoot doorberekend gaat worden in prijs van de geleverde producten door glastuinbouwbedrijven? Zou er een berekening gepresenteerd kunnen worden over de stijging van de prijs op verschillende producten (dus verschillende groenten/fruit/sierteelt)?

23.

Inzake 19: in hoeverre is er een analyse gemaakt over de stijging van de prijs van het product dat geproduceerd wordt in de glastuinbouwbedrijven ten aanzien van de concurrentiepositie met het buitenland? Welke van tevoren ingecalculeerde effecten zijn er op de concurrentiepositie van Nederlandse tuinbouwbedrijven vergeleken met bedrijven in het buitenland die dezelfde producten produceren?

24.

Inzake 19: is er een analyse gemaakt over het effect van deze maatregel en de invloed hiervan op de voedselzekerheid?

25.

Hoe wordt invulling gegeven aan de in het debat over de Voorjaarsnota overgenomen motie-Azarkan over een meer inzichtelijke presentatie van begrotingen (Kamerstuk 36 350, nr. 27)?

26.

Hoe kan worden gewaarborgd dat in komende Miljoenennota’s weer zoals te doen gebruikelijk de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de vorige Miljoenennota (in plaats van Voorjaarsnota) worden opgenomen?

27.

Kunt u, gezien de forse overboekingen vanuit het Klimaatfonds, meer inzicht verschaffen in de klimaatuitgaven door vanuit de overdaad aan tabellen en informatie over klimaatuitgaven één overzicht te destilleren waarmee het geld dat aan klimaatmaatregelen wordt uitgegeven goed kan worden gevolgd? Kan dit zodanig gemaakt worden dat het in ieder geval inzicht biedt in de volgende vragen: a) Welk geld wordt vanuit het klimaatfonds overgeboekt naar welke departementen en bij welke instrumenten slaat dit neer in welk verplichtingen- en uitgavenritme? b) Welke instrumenten zijn er voor het klimaatbeleid, van waaruit worden deze instrumenten gedekt en wat is het verplichtingen en uitgavenritme?

28.

Kunt u inzicht geven in hoeverre de 11,8 miljard euro die in 2024 wordt overgeboekt vanuit het Klimaatfonds juridisch, bestuurlijk of anderszins is verplicht?

29.

Kunt u inzicht geven in hoeverre de 15,3 miljard euro die in het Klimaatfonds is gereserveerd voor het jaar 2025 juridisch, bestuurlijk of anderszins is verplicht?

30.

Kunt u meer toelichten aan welke wijken de middelen uit de specifieke uitkering-regeling (SPUK-regeling) worden besteed? Betreft dit wijken in zowel grote als kleine gemeenten? Wat zijn de criteria om in aanmerking te komen voor deze middelen?

31.

Kunt u nader toelichten waarom de middelen voor het Koopstartfonds doorschuiven naar 2024? Wanneer verwacht u dat het Koopstartfonds van start gaat?

32.

Kunt u nader toelichten waarom de middelen voor wooncoöperaties doorschuiven naar 2024? Wanneer verwacht u dat deze regeling van start gaat?

33.

Kunt u toelichten waarom de verhoging van middelen voor de huurtoeslag van 58,2 miljoen euro niet in de tabel bij artikel 3 wordt genoemd?

34.

Waarom wordt er bij artikel 11 22,9 miljoen euro extra uitgegeven aan de inhuur van externen? Kunt u toelichten waar deze extra inhuur uit bestaat?

35.

In de Miljoenennota wordt aangegeven dat de arbeidskorting met 115 euro verhoogd wordt rond het 2e knikpunt, waarmee een lastenverlichting voor de laagste inkomens tot stand tot stand zou worden gebracht door middel van verlaging. Het tweede knikpunt lijkt echter vooral bij inkomens rond 40.000 euro te zitten. Kan dit worden verduidelijkt?

36.

Klopt het dat de subsidieregeling heterogene brugklassen voor 2024 op nul staat en dat er dus geen geld is in 2024 voor scholen die van deze subsidieregeling gebruik willen maken? Klopt het dat het geld van deze subsidieregeling (55,5 miljoen euro) in zijn geheel gaat naar het bekostigen van de schoolmaaltijden?

37.

Kunt u een overzicht geven van de impact van alle aangenomen moties tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op de begroting, koopkracht en werkgelegenheid (graag per motie en maatregel uitsplitsen)?

38.

Hoeveel kost het voorkomen dat de benzine- en dieselaccijnzen in 2024 stijgen, door het met een jaar verlengen van de huidige korting en het eenmalig niet indexeren van de accijnzen?

39.

Hoeveel kost het verhogen van het minimumloon per 2024 met 1,7 procent extra met behoud van de volledige koppeling?

40.

Hoeveel kost het terugdraaien van de verlaging van het afbouwpunt van het kindgebonden budget voor paren met circa 9.000 euro?

41.

Hoeveel kost het niet verhogen van de inkomstenbelasting?

42.

Hoeveel geeft het kabinet in totaal uit aan asiel in 2024, 2025, 2026 en 2027 t.o.v. de Voorjaarsnota? Welke maatregelen zijn nieuw?

43.

Kunt u alle uitgaven aan «gevolgen gaswinning» opsommen en uitsplitsen in de periode 2023–2027 (graag per onderdeel uitsplitsen)? Kunt u daarbij tevens aangeven welke maatregelen nieuw zijn?

44.

Kunt u alle uitgaven aan asiel opsommen en uitsplitsen in de periode 2023–2027? Kunt u daarbij tevens aangeven welke maatregelen nieuw zijn?

45.

Hoeveel belasting wordt er extra opgehaald als de 2e schijf van de vennootschapsbelasting wordt verhoogd naar 36,93 procent? En hoeveel als deze met 1 procent wordt verhoogd?

46.

Hoeveel hebben de kabinetten Rutte II t/m IV bezuinigd op de Wajong (graag per jaar uitsplitsen)?

47.

Wat zijn de verwachte gasbaten in 2023 en 2024? Wat was de stand tijdens de Voorjaarsnota?

48.

Hoeveel belasting wordt er extra opgehaald als er een schijf aan de vennootschapsbelasting wordt toegevoegd voor winsten boven de 1 miljoen, belast met een tarief van 50 procent?

49.

Wat zijn de verwachte extra btw-inkomsten in 2023 en 2024? Wat was de stand tijdens de Voorjaarsnota?

50.

Kunt u een opsomming geven van alle grotere meevallers en tegenvallers in 2024 boven de 200 miljoen euro (graag in één overzicht en niet verwijzen naar de horizontale toelichting)?

51.

Hoeveel belasting wordt er extra opgehaald als er een vermogensbelasting wordt ingevoerd van 1 procent bij een vermogen boven de 1 miljoen?

52.

Kunt u per fonds (Klimaatfonds, Transitiefonds, Nationaal Groeifonds, etc.) aangeven hoeveel geld er nog beschikbaar is? Welk deel is al vastgelegd in daadwerkelijke verplichtingen?

53.

Hoeveel belasting wordt er extra opgehaald als er een vermogensbelasting wordt ingevoerd van 1 procent bij een vermogen boven de 1 miljoen, 2 procent boven de 2 miljoen, en 5 procent boven de 5 miljoen?

54.

Wat levert het afschaffen van de 30%-regeling op?

55.

Met hoeveel neemt de koopkracht toe van een eenverdiener die het minimumloon verdient en deze stijgt naar 16 euro per 2024?

56.

Hoeveel heeft een alleenstaande moeder met twee kinderen in de bijstand meer te besteden indien het minimumloon naar 16 euro stijgt en alle uitkeringen gekoppeld meestijgen?

57.

Wat is het effect van het koopkrachtpakket in de miljoenennota op de koopkracht van een eenpersoonshuishouden in de bijstand?

58.

Met hoeveel nemen de belastinginkomsten toe indien het minimumloon stijgt naar 16 euro als gevolg van onder meer toegenomen koopkracht en hogere afdracht inkomstenbelasting?

59.

Wat kost het verlagen van de AOW-leeftijd naar 65 per 2024?

60.

Wat kost het toevoegen van de mondzorg, GGZ en fysio aan het basispakket?

61.

Wat kost het gratis maken van het openbaar vervoer?

62.

Wat kost het om medisch specialisten verplicht in loondienst te nemen?

63.

Wat levert het op om medisch specialisten in loondienst te nemen?

64.

Wat kost het om huishoudelijke zorg in het gemeentelijke basispakket te nemen?

65.

Wat kost het om het eigen risico af te schaffen?

66.

Hoeveel winst wordt er gemaakt in de zorg? Kunt u dat uitsplitsen per sector?

67.

Hoeveel winst wordt er uitgekeerd in de zorg? Kunt u dat uitsplitsen per sector?

68.

Hoeveel procent van de topbestuurders in de zorg verdient boven de wet normering topinkomens (WNT)?

69.

Hoeveel winst maakte de farmaceutische industrie in 2022? Hoeveel is dit toegenomen ten opzichte van 2018?

70.

Met hoeveel zijn de private schulden toegenomen in Nederland in 2022?

71.

Met hoeveel wordt verwacht dat de private schulden toe- of afnemen in 2023? en in 2024?

72.

Wat kost het afschaffen van de btw op het openbaar vervoer?

73.

Wat kost het afschaffen van de btw op voedsel?

74.

Wat levert het afschaffen van de innovatiebox op?

75.

Welke definitie wordt gehanteerd voor een laag-, midden- en hoog inkomen?

76.

Wat zijn de totaal geraamde uitgaven aan de rente (in euro's) en welk deel valt onder het plafond? Kunt u hierbij los aangeven welk deel uit de Miljoenennota komt en welk deel daarvoor al is bepaald/geraamd?

77.

Wat zijn de koopkrachteffecten, armoede-effecten, kinderarmoede-effecten van de voorliggende koopkrachtmaatregelen voor diverse inkomens: bijstand, minimumloon (wml), modaal inkomen, laag inkomen, midden inkomen, hoog inkomen, enkel AOW-inkomen, AOW-inkomen met aanvullend pensioen?

78.

Kunt u voor alle aangenomen moties, per motie, in kaart brengen wat de budgettaire aspecten zijn, alsmede wat de koopkrachteffecten, armoede-effecten en kinderarmoede-effecten zijn voor diverse inkomens: bijstand, wml, modaal inkomen, laag inkomen, midden inkomen, hoog inkomen, enkel AOW-inkomen, AOW-inkomen met aanvullend pensioen?

79.

Wat zijn de koopkrachteffecten van de voorliggende (koopkracht)maatregelen aangevuld met de aangenomen moties tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op de diverse inkomens: bijstand, wml, modaal inkomen, laag inkomen, midden inkomen, hoog inkomen, enkel AOW-inkomen, AOW-inkomen met aanvullend pensioen?

80.

Op basis van het Belastingplan 2024 is de tabelcorrectiefactor voor 2024 9,9 procent. Hoe is ervan afgeweken, bij welke groepen en waarom? Hoe vaak is het in de afgelopen tien jaar voorgekomen dat er een gedifferentieerde tabelcorrectiefactor is gehanteerd? Waarom was dit destijds het geval?

81.

Wat zijn de budgettaire effecten van 1 procent niet indexeren?

82.

Kunt u aan de hand van de sleuteltabel 2024 in vergelijking met de sleuteltabel 2023 een overzicht geven van welke onderdelen volledig zijn geïndexeerd, welke gedeeltelijk en met welk percentage?

Hoe zou de sleuteltabel 2024 er uitzien als deze volledig als zou zijn geïndexeerd?

83.

Wat zijn de budgettaire effecten, de koopkrachteffecten, de effecten op armoede en kinderarmoede indien de maatregelen die beperkt zijn geïndexeerd met 1 procent worden verhoogd? Kunt u deze uitsplitsen voor de volgende inkomens: bijstand, wml, modaal inkomen, laag inkomen, midden inkomen, hoog inkomen, enkel AOW-inkomen, AOW-inkomen met aanvullend pensioen?

84.

Wat verklaart het grote verschil tussen de geschatte omvang van de raffinaderijvrijstelling zoals in de bijlage van de Miljoenennota staat en de inschatting die SOMO doet in haar rapport «Rechtvaardig afbouwen van fossiele subsidies»?

85.

Wat zijn de koopkrachteffecten van het verlagen van het aanvangspunt toptarief voor enkel AOW’ers en AOW’ers met aanvullend pensioen?

86.

Wat zijn de koopkrachteffecten van het verlagen van het aanvangspunt tweede schijf voor AOW’ers en AOW’ers met aanvullend pensioen?

87.

Wat zijn de budgettaire effecten, de koopkrachteffecten, de armoede-effecten van het verhogen van de inkomensondersteuning AOW-gerechtigden (IOAOW) met 1 euro?

88.

Hoeveel gepensioneerden worden naar verwachting getroffen door het verlagen aanvangspunt 2e schijf AOW‘ers en verlagen aanvangspunt toptarief? Wat zijn de koopkrachteffecten voor deze gepensioneerden?

89.

Wat zijn de koopkrachteffecten van het verlagen van het aanvangspunt tweede schijf voor de volgende inkomens: bijstand, wml, modaal inkomen, laag inkomen, midden inkomen, hoog inkomen, enkel AOW-inkomen, AOW-inkomen met aanvullend pensioen?

90.

Kunt u een aantal casussen geven van bedrijven in verschillende bedrijfsgroepen en wat de gevolgen zouden zijn van het schrappen van fossiele subsidies?

91.

Kunt u voor alle berekende koopkrachteffecten nader toelichten of deze afwijken van de koopkrachteffecten van die van het Nibud en zo ja, op welke punten? Bent u bereid om de koopkrachtmaatregelen van het kabinet af te zetten tegen de koopkrachtplaatsjes van het Nibud voor 117 huishoudtypen en het verschil te duiden?

92.

Hoe draagt het niet volledig indexeren (niet) bij aan het idee dat werken moet lonen? Draaien burgers en bedrijven indirect twee keer op voor een hoge inflatie (1 keer in 2023 en 1 keer in 2024 door beperkte indexatie)?

93.

Uit de Factsheetbundel Pakket Belastingplan 2024 (22 september 2024) komt naar voren dat er geen directe prijssubsidies voor fossiele energie bestaan (Factsheetbundel pagina 86). In de inventarisatie is voor het begrip «subsidie» aangesloten bij de brede definitie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Volgens de factsheetbundel gaat het deze definitie bijvoorbeeld ook om gemiste belastinginkomsten in de vorm van vrijstellingen of verlaagde tarieven. Kunt u een vergelijkbare inventarisatie maken van de budgettaire «groene» subsidies (en deze per onderdeel uitsplitsen)?

94.

Met hoeveel is de belasting op vermogen (particulier en zakelijk) de afgelopen tien jaar gestegen en met hoe veel stijgt het in 2024? Kunt u een overzicht verstrekken van alle genomen maatregelen die vermogen zwaarder belasten en de budgettaire effecten (per jaar en totaal) hiervan weergeven?

95.

Kunt een overzicht vertrekken van de integrale belastingtarieven voor een werknemer, een ib-ondernemer (box 1) en een directeur-grootaandeelhouder (dga) in de 1e schijf van het vennootschapsbelastingtarief en de 1e schijf van het aanmerkelijk belang-tarief c.q. een dga in de 2e schijf van het vennootschapstarief en de 2e schijf van het aanmerkelijk belang-tarief (vpb en box 2)? Kunt u dit overzicht eveneens verstrekken indien alle aangenomen moties per 1 januari 2024 effect krijgen?

96.

Met hoeveel zijn de overheidsinkomsten de afgelopen tien jaar gestegen, kunt u hierbij de top vijf hardst gestegen overheidsinkomsten aangeven?

97.

Met hoeveel stijgen de werkgeverslasten als gevolg van de stijging van het wml, met hoeveel daalt de winstmarge voor de gemiddelde werkgever, wat zijn de budgettaire effecten op de vpb-opbrengsten?

98.

In welke mate en op welke termijn werkt een verhoging van het wml door in andere inkomensgroepen, kunt u onderscheid maken tussen bijstand, modaal inkomen, laag inkomen, midden inkomen, hoog inkomen, enkel AOW-inkomen, AOW-inkomen met aanvullend pensioen?

99.

Wat is de totale nog niet juridisch of bestuurlijk verplichte budgettaire ruimte van alle ministeries samen?

100.

Tot hoeveel budgettaire opbrengsten leidt een hoger wml (1 euro extra per uur)?

101.

Kunt u de Nederlandse werkgeverslasten afzetten tegenover werkgeverslasten in andere Europese landen?

102.

Verslechtert of verbetert de Nederlandse concurrentiepositie in 2024?

103.

Vanaf welk belastingtarief ontstaat er een risico van een kapitaalvlucht naar het buitenland (particulier/zakelijk)?

104.

Kunt u een overzicht verstrekken van (Europese) landen die geen vermogensbelasting kennen, (Europese) landen die wel een vermogensbelasting kennen en deze vergelijken met de (indirecte) vermogensbelasting (heden en beoogd) van box 3? Kunt u een vergelijkbaar overzicht verstrekken voor de schenk- en erfbelasting?

105.

Wat zijn de budgettaire effecten indien de erf- en schenkbelasting wordt afgeschaft? Hoeveel (fiscale) regelingen kunnen daarmee vervallen?

106.

Wat zijn de koopkrachteffecten voor rokers, de armoede-effecten voor rokers en de kinderarmoede-effecten voor rokers van de voorliggende accijnsverhoging op tabak voor diverse inkomens:

bijstand, wml, modaal inkomen, laag inkomen, midden inkomen, hoog inkomen, enkel AOW-inkomen, AOW-inkomen met aanvullend pensioen? Kunt u een vergelijk overzicht opstellen in verband met de alcoholaccijnsstijging?

107.

Wat zijn de budgettaire effecten, de koopkrachteffecten, de armoede-effecten, de kinderarmoede-effecten indien de btw op boodschappen wordt verlaagd naar nul voor de volgende inkomens:

bijstand, wml, modaal inkomen, laag inkomen, midden inkomen, hoog inkomen, enkel AOW-inkomen, AOW-inkomen met aanvullend pensioen?

108.

Wat zijn de budgettaire effecten van het verhogen van de werkkostenregeling met 1 procent? Mag de werkkostenregeling ingezet worden om een meerurenwerkbonus te verstrekken?

109.

Hoeveel familiebedrijven komen onder de huidige BOR-regeling in liquiditeitsproblemen, hoeveel zijn dat er onder de nieuwe (versoberde regeling)?

110.

Hoeveel familiebedrijven zijn er in Nederland? Kunt u een overzicht per sector weergeven?

111.

Hoeveel werknemers zijn in dienst bij familiebedrijven?

112.

Wat is het economische belang van familiebedrijven voor de Nederlandse economie?

113.

Hoeveel bedrijven vallen in de 1e schijf van de vpb (absoluut en relatief)? Wat is het budgettair belang van deze groep?

114.

Hoeveel bedrijven vallen in de 2e schijf van de vpb (absoluut en relatief)? Wat is het budgettair belang van deze groep?

115.

Wat is het budgettair belang van 1 cent verlaging van de energiebelasting (inclusief btw) per m3 gas c.q. kWh per uur? Wat zijn de koopkrachteffecten, de armoede-effecten, de kinderarmoede-effecten voor de volgende inkomens: bijstand, wml, modaal inkomen, laag inkomen, midden inkomen, hoog inkomen, enkel AOW-inkomen, AOW-inkomen met aanvullend pensioen?

116.

Wat is het budgettair belang van afschaffing van de energiebelasting (inclusief btw) voor gas en elektra onder gelijktijdige verlaging van de belastingvermindering energiebelasting?

Wat zijn de koopkrachteffecten, de armoede-effecten, de kinderarmoede-effecten voor de volgende inkomens: bijstand, wml, modaal inkomen, laag inkomen, midden inkomen, hoog inkomen, enkel AOW-inkomen, AOW-inkomen met aanvullend pensioen?

117.

Wat is het budgettair belang van afschaffing van de netbeheerkosten en de leveringskosten? Wat zijn de koopkrachteffecten, de armoede-effecten, de kinderarmoede-effecten voor de volgende inkomens: bijstand, wml, modaal inkomen, laag inkomen, midden inkomen, hoog inkomen, enkel AOW-inkomen, AOW-inkomen met aanvullend pensioen?

118.

Hoeveel huishoudens in Nederland hebben nog een gasaansluiting?

119.

Met welk gemiddeld gebruik rekent de overheid voor gas c.q. elektra in hoeverre wijkt dit af van het daadwerkelijke gebruik in de praktijk?

120.

Kunt u de Nederlandse gas- en elektraprijzen (inclusief EB, netbeheerkosten, leveringskosten en btw) per m3 gas en per KWh elektriciteit vergelijken met andere Europese landen? Kunt u verschillen verklaren?

121.

Met hoeveel geld wordt het uitgavenplafond overschreden in 2023 en waarom?

122.

Kunt u per toeslag en heffingskorting grafisch weergeven hoe deze wordt afgebouwd met het inkomen? Kunt u toelichten welke techniek hieraan ten grondslag ligt? Graag per toeslag en heffingskorting een losse grafiek en waar er meerdere parameters zijn (zoals bij het kindgeboden budget en huurtoeslag) deze weergeven op basis gevallen die het vaakst in de praktijk voorkomen, bijvoorbeeld op basis van de meest voorkomende huur en de meest voorkomende gezinssamenstelling met kinderen.

123.

Wat is de reden dat het Gemeentefonds en het Provinciefonds met bijna 2 miljard euro in 2026 daalt? Kan dit worden toegelicht?

124.

De Kamer heeft de nieuwe financieringssystematiek controversieel verklaard. Is de nieuwe normeringssystematiek onderdeel van de nieuwe financieringssystematiek?

125.

Wat betekent voetnoot 89 precies voor de vergelijkbaarheid van de reeksen in tabel 2.3.1?

126.

De aangekondigde nieuwe financieringssystematiek was in de Startnota aanleiding om het accres vanaf 2026 lager vast te stellen en de trap-op-trap-af-systematiek af te schaffen. Wordt dit teruggedraaid, nu de nieuwe financieringssystematiek controversieel is verklaard? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer wordt dit in de begrotingen en circulaires voor Gemeente- en Provinciefonds verwerkt?

127.

Hebben gemeenten en provincies ingestemd met het afstappen van «trap-op-trap-af» vanaf 2026 en zijn ze akkoord met de nieuwe normeringssystematiek?

128.

Wanneer komt het uitvoeringsplan met tijdpad voor de nieuwe financieringssystematiek, zoals gevraagd in de motie-Van Weyenberg/Van Dijk naar de Kamer?

129.

Is de huidige (trap-op-trap-af-)systematiek recent geëvalueerd? Zo ja, wat waren de conclusies en aanbevelingen?

130.

Kunt u een overzicht geven van alle gerealiseerde investeringen en bezuinigingen in onderwijs per kabinet voor de afgelopen 15 jaar, uitgesplitst en optelsom?

131.

Kan er een overzicht gegeven worden voor de afgelopen 20 jaar hoeveel geld er jaarlijks aan het accres is toegevoegd voor Gemeentefonds en Provinciefonds?

132.

Klopt het dat het Gemeente- en Provinciefonds vanaf 2026 op een lager niveau zijn vastgesteld, vooruitlopend op een nieuwe financieringssystematiek? Kan dit worden toegelicht?

133.

Wat zouden de standen Gemeentefonds en het Provinciefonds zijn zonder deze ingreep en met de huidige normeringssystematiek?

134.

Kunt u een overzicht geven van alle gerealiseerde investeringen en bezuinigingen in klimaat per kabinet voor de afgelopen 15 jaar, uitgesplitst en optelsom?

135.

Kunt u een overzicht geven van alle gerealiseerde investeringen en bezuinigingen in veiligheid per kabinet voor de afgelopen 15 jaar, uitgesplitst en optelsom?

136.

Kunt u een overzicht geven van alle gerealiseerde investeringen en bezuinigingen in defensie per kabinet voor de afgelopen 15 jaar, uitgesplitst en optelsom?

137.

Kunt u een overzicht geven van alle gerealiseerde investeringen en bezuinigingen in openbaar bestuur per kabinet voor de afgelopen 15 jaar, uitgesplitst en optelsom?

138.

Kunt u een overzicht geven van alle gerealiseerde investeringen en bezuinigingen in sociale zekerheid per kabinet voor de afgelopen 15 jaar, uitgesplitst en optelsom?

139.

Wat is de totale belastingderving als gevolg van afspraken met de Belastingdienst voor lagere belastingtarieven voor winsten van grote bedrijven en multinationale ondernemingen in zogeheten «rulings»? Indien voor deze bedrijven hetzelfde belastingtarief zou gelden als voor bedrijven zonder «ruling» hoeveel extra belastinginkomsten zou dat opleveren?

140.

Kunt u een overzicht maken van de ontwikkeling van de armoedecijfers, de schuld en het tekort (saldo) in de afgelopen 15 jaar, uitgesplitst en optelsom?

141.

Kunt u een overzicht maken van de ontwikkeling van de armoedecijfers, de schuld en het tekort (saldo) sinds 2017?

142.

Kunt u een totaaloverzicht maken van de verschillen tussen het EMU-saldo dat Financiën hanteert in 2028 en dat het CPB hanteert in 2028?

143.

Wat is de reden dat de accrestranches vanaf 2026 niet «plat» doorgetrokken worden? Wat betekent dit voor de stabiliteit van de accrestranches?

144.

De nieuwe systematiek voor de indexering van het Gemeentefonds die het kabinet vanaf 2027 toepast, is voor de reële groei gekoppeld aan de volumeontwikkeling van het bbp. De potentiële groei van de volumeontwikkeling bbp is volgens het CPB 1,5 procent. Levert de nieuwe systematiek dan voldoende op om de zorgkosten van gemeenten op te vangen als hetzelfde CPB in het MEV de reële loonstijging voor de komende jaren raamt op gemiddeld 2,12 procent en de groei van het aantal 67-plussers raamt op gemiddeld 2,48 procent? Zo nee, moeten gemeenten deze middelen dan zelf opbrengen?

145.

Waarom gaat de nieuwe normeringssystematiek vanaf 2027 in, en niet vanaf 2026 als de huidige normeringssystematiek wordt afgeschaft? Wat zou de hoogte van het accres zijn geweest vanaf 2026 als de accrestranches «plat» doorgetrokken zouden worden?

146.

Wordt verruiming van het eigen belastinggebied van gemeenten en provincies nog steeds gezien als oplossing voor de korting op Gemeentefonds/Provinciefonds vanaf 2026? Welke concrete stappen zijn er sinds begin 2022 gezet voor verruiming van het belastinggebied van gemeenten en provincies?

147.

Kunt u aangeven hoe de ombuiging binnen het OS-budget wordt vormgegeven? Kunt u specificeren om welke mutaties het gaat en op welke (sub)-artikelen dit neerslaat? Welk deel van de ombuiging wordt gehaald door betalingen uit te stellen, en welk deel is een «echte» ombuiging?

148.

Is er (bij de provinciale toezichthouders) zicht op het aantal gemeenten vanaf 2026 met een niet-sluitende begroting?

149.

Kan de OS-ombuiging in 2023 nog ongedaan gemaakt worden door een kasschuif naar 2023 vanuit 2028?

150.

Kan de OS-ombuiging in 2024 nog ongedaan gemaakt worden door een kasschuif naar 2024 vanuit 2028?

151.

Hoeveel eerstejaarsasielzoekers zijn tot nog toe naar Nederland gekomen in 2023, en hoe verhoudt dit zich tot de Meerjaren Productieprognose (MPP)-raming?

152.

Kunt u toelichten hoe het aantal asielzoekers geraamd wordt, en hoe en wanneer dit in de begroting wordt verwerkt? Hoe wordt omgegaan met de realisatie aan het eind van het jaar, en hoe en wanneer wordt dit in de begroting verwerkt?

153.

Kunt u stap voor stap laten zien hoe de hoogte van het bruto referentieminimumloon in de AOW en bijstand voor alleenstaanden en stellen berekend wordt?

154.

Wat is het effect van het verplaatsen van het afbouwpad van het kindgebonden budget op de marginale druk? Klopt het dat dit afbouwpad nu deels overlapt met het afbouwpad van het kindgebonden budget?

155.

Kan in een overzichtelijk schema worden weergegeven hoeveel geld de Rijksoverheid bijdraagt aan wonen (kan dit worden uitgesplitst in bijdragen zoals de woningbouwimpuls, volkshuisvestingsfonds, duurzaamheidssubsidies als ook belastingmaatregelen zoals de hypotheekrenteaftrek)?

156.

Wat is het aantal miljonairs in Nederland sinds 2017 tot en met 2027?

157.

Hoe hoog zijn de fossiele subsidies in NL sinds 2017 tot en met 2027?

158.

Hoe groot is het begrotingstekort in 2028 als je de incidentele begrotingsfondsen niet zou meerekenen?

159.

Wat is de nieuwe raming voor het aantal mensen en kinderen in armoede tot en met 2030?

160.

Klopt het dat het aantal mensen in armoede sinds de start van Rutte IV (2022) elk jaar toeneemt (ook in 2024)?

161.

Hoe groot is de kans dat het kabinetsdoel van 60 procent CO2-reductie in 2030 met het huidige pakket wordt behaald?

162.

Is nog steeds het meest actuele cijfer dat de rijkste 1 procent in Nederland een belasting en premiedruk heeft van 28 procent, de top 0,1 procent 22 procent en de top 0,01 procent 20 procent (bron: CPB)? Zo nee, wat zijn de nieuwste actuele cijfers?

163.

Waarom zijn in de marginaledruktabellen de kosten van kinderopvang separaat vermeld en de kosten van bijv. de zorgpremie of de verschuldigde huur niet?

164.

Klopt het dat Nederland de hoogste energiebelasting heeft van de EU op gas en/of elektra? Zo nee, waar staan we dan? Kunt u deze vraag ook beantwoorden voor accijnzen en brandstof?

165.

Kunt u per (koopkracht)maatregel aangeven wat het koopkrachteffect is per inkomensgroep?

166.

Kunt u alle uitgaven aan «herstel toeslagen» opsommen en uitsplitsen in de periode 2023 – 2027, inclusief de 7,16 miljard euro extra (graag per onderdeel uitsplitsen)?

167.

Wanneer komt er bij het Masterplan basisvaardigheden een einde aan de systematiek van toewijzing van financiële middelen aan scholen op grond van de predicaten zwak of zeer zwak en op grond van loting? Met andere woorden: wanneer en hoe krijgen ook de uitgelote scholen geld voor de basisvaardigheden, dat bedoeld is om de leerlingen van alle scholen in Nederland gelijke kansen te bieden?

168.

Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van de ontwikkeling van de kernset van bredewelvaartsindicatoren door de planbureau's?

169.

Welke mogelijkheden ziet u om brede welvaart en een bredere set van bredewelvaartsindicatoren in de begrotingssystematiek te integreren, en welk tijdpad heeft u daarbij voor ogen?

170.

Welke acties onderneemt u momenteel om meer inzicht te verkrijgen in het begrip «winstflatie» of «graaiflatie»?

171.

Zijn er signalen van de Autoriteit Consument en Markt (ACM), of andere studies, die wijzen op toegenomen marktmacht of marktimperfecties?

172.

Hoe beoordeelt u het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte dat het volgende kabinet 17 miljard euro moet besparen om gezonde overheidsfinanciën te behouden (2 procent bbp)? Hoeveel kost het kost het besparen bij een tekort van 3 procent door de overheid?

173.

Wat wordt bedoeld met de opmerking dat «deze werkwijze zal worden voortgezet»?

174.

Waarom ontbreekt onder andere bij de plafondtoetsen en in de Verticale Toelichting van de Miljoenennota het overzicht van mutaties van Miljoenennota 2023 tot Miljoenennota 2024?

175.

Op welke veronderstellingen is de hoogte van het ingeboekte bedrag van 1,5 miljard euro aanvullende onderuitputting in 2024 en 1 miljard euro in 2025 gebaseerd? Hoe verhoudt dat zich tot de inschattingen van het CPB ten aanzien van onderuitputting?

176.

Hoeveel (aanvullende) onderuitputting moet in welke jaren nog worden gerealiseerd om in=uit-taakstellingen in te vullen en op welke begrotingen wordt deze verwacht?

177.

Kunt u inzichtelijk maken wat het per saldo-effect is geweest van alle doorgevoerde kasschuiven voor de uitgavenplafonds en voor het EMU-saldo in de jaren 2023 en 2024?

178.

Waarom is gekozen om 1 miljard OV-uitgaven vooruit te betalen? In hoeverre past dat in doelmatig kasbeleid?

179.

Kunt u nader ingaan op de achterliggende oorzaken waardoor de eerste HVP-ontvangsten met een jaar naar achteren geschoven zijn?

180.

Kunt u inzichtelijk maken wat het per saldo effect is geweest van alle doorgevoerde kasschuiven voor de uitgavenplafonds en voor het EMU-saldo in de jaren 2023, 2024 en 2025?

181.

Kunt u meer inzicht verschaffen in de klimaatuitgaven door één overzicht op te stellen waarin het geld uit het Klimaatfonds dat aan klimaatmaatregelen wordt uitgegeven te vinden is? Kunt u hierin opnemen hoeveel geld voor welk doel naar welk departement gaat?

182.

Kunt u de veronderstellingen die het CPB doet in figuur 2.2 van de cMEV ten aanzien van de omvang van onderuitputting in de jaren 2022 tot en met 2025 vertalen naar miljarden euro’s en relateren aan de onderuitputting die in die jaren in de begroting is opgetreden en/of al door het kabinet is ingeboekt?

183.

Op welke punten verschillen kabinet en CPB wat betreft de omvang en het tempo van investeringen in onderwijs, defensie en infrastructuur? Welke jaren en welke bedragen betreft dit?

184.

Welke bedragen raamt het CPB anders dan het kabinet ten aanzien van de op pagina 79 genoemde «grootste posten»: de opschalingskorting Gemeente- en Provinciefonds, middelen jeugdzorg en asieluitgaven? Kunnen deze verschillen worden toegelicht en uitgelegd?

185.

Kan een meerjarig overzicht gegeven worden van alle grote posten die het CPB anders raamt of budgettair verwerkt dan het kabinet in de Miljoenennota 2024?

186.

Kunt u nader toelichten en verklaren waarom het CPB lagere belastinginkomsten veronderstelt dan het kabinet en daarmee (in tabel 2.2.7) op een negatiever EMU-saldo 2028 uitkomt?

187.

Welke belastingen raamt het kabinet hoger dan het CPB en waarom?

188.

Kunt u nader toelichten waarom het CPB lagere belastinginkomsten veronderstelt dan het kabinet? In welke belastingen zit het verschil?

189.

Hoe kan het dat er in 2024 en 2025 een lastenverzwaring is voor de burgers van respectievelijk 2,6 miljard en 5,5 miljard euro? Welke maatregelen veroorzaken deze lastenverzwaring (graag per maatregel het budgettair effect weergeven)? Hoe kan het dat burgers alsnog erop vooruit gaan qua koopkracht, ondanks deze lastenverzwaring?

190.

Hoe kan het dat er in 2024 en 2025 een lastenverzwaring is voor bedrijven van respectievelijk 9 miljard en 10,3 miljard euro? Welke maatregelen veroorzaken deze lastenverzwaring (graag per maatregel het budgettair effect weergeven)?

191.

Kunt u een overzicht geven van de oorzaken van de onderuitputting van in totaal 6 miljard euro in 2022 en op welke begrotingen die zich heeft voorgedaan?

192.

Hoe groot acht het kabinet de kans dat Nederland in de toekomst een «zeer substantiële korting» zal krijgen op deze al ingeboekte EU-ontvangsten?

193.

Wat is de verklaring voor het feit dat corona-gerelateerde garanties vanaf 2020 relatief beperkt afnemen?

194.

Wat is de verwachting van het tempo waarin deze garanties zullen vervallen, respectievelijk de verwachting van bedragen die nog daadwerkelijk tot betaling zullen komen?

195.

Kunt u een overzicht geven van corona-gerelateerde garanties die tot nu toe daadwerkelijk tot betaling hebben geleid en toelichten waarom?

196.

Kunt u de meest actuele realisatiecijfers en de inschattingen voor 2024 en 2025 presenteren, van de omvang van de nog uitstaande belastingschuld én de niet inbare schulden uit hoofde van corona?

197.

Wat is het gevolg van de demissionaire status van het kabinet voor het aanwenden van nog niet benutte coalitieakkoordmiddelen die nog gereserveerd staan op de Aanvullende Post?

198.

Is het voor de Kamer mogelijk om deze middelen uit de Aanvullende Post over te hevelen naar een begroting? Zo ja, welke bedragen zijn daarvoor nog beschikbaar in 2024? Zo nee, hoe verhoudt zich dat tot het budgetrecht van de Kamer?

199.

Kunt u toelichten waarom de Aanvullende Post een negatieve stand heeft van 4,6 miljard euro en er daarmee sprake lijkt van een gat in de begroting?

200.

Hoe en wanneer wordt dit tekort op de Aanvullende Post ongedaan gemaakt?

201.

Kunt u uitsplitsen hoe de middelen voor loondoorbetaling bij ziekte worden besteed? Wat is de precieze besteding en hoe veel wordt er per onderdeel uitgegeven, nu in de Miljoennota wel het deel staat dat naar lastenverlichting voor het bedrijfsleven gaat? Welk deel van de 310 miljoen euro gaat naar de uitvoering van de maatregelen zelf, welk deel naar lastenverlichting voor het bedrijfsleven en welk zal worden besteed aan medefinanciering van opleiding en kwaliteitsverbetering van bedrijfsartsen en investeringen in re-integratie in het 2e spoor? Is er nog een overige categorie?

202.

Kunt u vanuit uw Rijksbrede verantwoordelijkheid reflecteren op de huidige kwaliteit van alle SEA’s? Welke activiteiten onderneemt u om ervoor te zorgen dat alle SEA’s gaan voldoen aan de RPE-eisen?

203.

Kunt u toelichten in hoeverre de verbeterpunten die zijn gesignaleerd in het Berenschot onderzoek Eerste ervaringen met de Strategische Evaluatie Agenda zijn opgepakt? Kunt u daarbij specifiek ingaan op het inzicht in de kennisbehoefte en de samenhang tussen de onderzoeken? Bent u voornemens een vervolgonderzoek uit te voeren naar de ervaringen met de SEA?

204.

Welke mogelijkheden ziet u om de inzichtbehoefte van de Kamer mee te nemen in de SEA’s?

205.

Kunt u aangeven in hoeverre interdepartementaal overleg plaatsvindt om te komen tot meer departementoverstijgende onderwerpen in de SEA’s?

206.

In bijlage 9 tabel 97 van de Voorjaarsnota 2023 (blz. 205) bedroeg de terugval aan volume-accres in 2026 ten opzichte van 2025 nog (tranche 26 – tranche 2023 – tranche 2024 – tranche 2025 =) -/- 1.813 miljoen. Een negatief volume-accres van 1.813 miljoen. In bijlage 9 tabel 11.2 van de Miljoenennota 2024 (blz. 152) bedraagt de terugval aan volume-accres (tranche volume 2026 – tranche volume 2024 – tranche volume 2025 =) -/- 591 miljoen. Er hebben echter geen mutaties plaatsgevonden. Als de standen worden vergeleken met de Voorjaarsnota 2022 en Miljoenennota 2023 dan blijkt het negatieve volume-accres in 2026 -/-2.196 miljoen te bedragen. Dit geldt voor de gemeentefondscirculaires. Wat is hiervan de oorzaak? Kan een gedetailleerd overzicht geven worden van de standen van het volume-accres in Voorjaarsnota’s 2022 en 2023, Miljoenennota’s 2023 en 2024 en de mei- en septembercirculaires van 2022 en 2023? En kunnen eventuele verschillen nauwkeurig worden toegelicht?

207.

Wat is de reden dat de «spelregels» van IBO’s zijn aangepast wat betreft verzending en verzendtermijn. Wat waren daarbij de overwegingen en welke verbeteringen worden verwacht?

Naar boven