De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 september 2023 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd over zijn op 23 juni 2023 toegezonden
brief inzake Contouren vastgoedaandelen- transacties (Kamerstuk 32 140, nr. 157).
De voorzitter van de commissie,
Tielen
De adjunct-griffier van de commissie,
Kruithof
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie delen de noodzaak voor een gelijk fiscaal speelveld ten
aanzien van vastgoedtransacties en het tegengaan van belastingconstructies. Het stemt
tevreden dat deze doelstellingen eveneens door de vastgoedsector zelf onderschreven
worden. Ten aanzien van de inhoudelijke wijzigingen zullen voorgenoemde leden bij
de behandeling van het wetsvoorstel zelf nadere opmerkingen plaatsen.
Ten aanzien van het proces van consultatie en de opstelling van de sector richting
het wetsvoorstel hebben de leden van de VVD-fractie nog wel enkele vragen. Deze leden
hechten er waarde aan dat de sector betrokken is geweest bij de totstandkoming van
het wetsvoorstel. Zij vragen of er over de wijzigingen in de voorgestelde wet (ten
behoeve van de overmatige heffing en het overgangsrecht) nog overleg is gevoerd met
de sector. Hoe is door hen op de voorgestelde wijzigingen gereageerd?
Ten aanzien van het overgangsrecht lezen de leden van de VVD-fractie dat hierbij wordt
aangesloten bij het moment van indiening van het wetsvoorstel. Zij nemen aan dat hiermee
wordt bedoeld het moment waarop het Belastingplan voor 2024, waar het wetsvoorstel
onderdeel van uitmaakt, wordt ingediend. Kan de Staatssecretaris dat bevestigen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voornemen van
de Staatssecretaris om het wetsvoorstel met betrekking tot vastgoedaandelentransacties
aan te passen naar aanleiding van de internetconsultatie. Zij hebben hierover nog
enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben begrip voor het feit dat enkel het gat tussen de
al verschuldigde btw en de ontweken btw gedicht moet worden. Zij vragen de Staatssecretaris
nader toe te lichten wat hij bedoelt met «maximaal» 4% overdrachtsbelasting. Wordt
het overdrachtsbelastingtarief dan afhankelijk van de marge van de aannemer, of gaat
het om een nader te bepalen specifiek tarief dat geldt voor alle gevallen?
De leden van de D66-fractie begrijpen ook de noodzaak voor een overgangsbepaling.
Kan de Staatssecretaris ingaan op de vermoedelijke uitvoeringsgevolgen van deze bepaling?
Is deze minder ingrijpend als een eerdere datum dan 1 januari 2030 wordt gekozen?
Waarop is de datum van 1 januari 2030 gebaseerd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie hebben de brief van de Staatssecretaris
met interesse gelezen.
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie zijn benieuwd naar de (cijfermatige) voorbeelden
van «overkill» die de Staatssecretaris overtuigd hebben dat het wetsvoorstel aangepast
diende te worden. Daarnaast vragen zij de Staatssecretaris welke voorbeelden wat hem
betreft voldoende aannemelijk maken dat het redelijk is om overgangsmaatregelen te
treffen.
Kan de Staatssecretaris tot slot toelichten wat de budgettaire gevolgen zijn van de
verschillende aanpassingen van het wetsvoorstel?