2023D24439 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse Zaken inzake de brief van 11 mei 2023 over de Bevindingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het onderzoek gebruik afkomstgerelateerde gegevens en gebruik risicomodellen (Kamerstuk 26 643, nr. 1031).

De voorzitter van de commissie,

Rudmer Heerema

De adjunct-griffier van de commissie,

Blom

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de DENK-fractie

II Antwoord / Reactie van de Minister

III Volledige agenda

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief Bevindingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aangaande het gebruik van afkomstgerelateerde gegevens en gebruikte risicomodellen. Zij hebben hierover enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat zorgvuldig moet worden omgegaan met persoonsgegevens, ook bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Echter, de leden begrijpen ook dat de verwerking van afkomstgerelateerde gegevens een onvermijdelijk onderdeel is van de gegevens waar het Ministerie van Buitenlandse Zaken mee te maken heeft. Het is van belang dat geen onnodige registraties plaatsvinden. Hoe zorgt de Minister ervoor dat dit niet gebeurt? Daarnaast vragen deze leden of de Minister de toegevoegde waarde van afkomstgerelateerde modellen op basis van nationaliteitsgegevens nader kan toelichten. De leden van de VVD-fractie kunnen zich voorstellen dat het gebruik van deze modellen leidt tot meer effectiviteit en voorkomt dat minder mensen hoeven te worden ingezet (die moeilijk te werven zijn in deze krappe arbeidsmarkt). Hoe maakt de Minister een afweging tussen deze toegevoegde waarde en eventuele risico’s van modellen op basis van nationaliteit?

De leden van de VVD-fractie lezen dat er in het onderzoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken één risicomodel is aangetroffen: het Informatie Ondersteunend Beslissen (IOB) binnen het Kort Verblijf Visum (KVV)-proces. Welke definitie hanteert de Minister voor een risicomodel? Daarnaast vernamen de leden van de VVD-fractie dat er in vijftig van de driehonderd gevallen sprake is van het gebruik van afkomstgerelateerde indicatoren. Gaat dit om nationaliteit en adresgegevens, of ook andere afkomstgerelateerde indicatoren? Deze leden zijn van mening dat de overheid transparant moet zijn in het gebruik van persoonsgegevens, risicoprofielen en algoritmes. Zijn de algoritmes en de daarbij behorende parameters geregistreerd bij het nationale algoritmeregister?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de bevindingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het onderzoek gebruik afkomstgerelateerde gegevens en gebruik risicomodellen. Zij hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de D66-fractie zien dat het ministerie bij 50 processen afkomstgerelateerde gegevens verwerkt. Uit het onderzoek kwam daartussen slecht één risicomodel naar voren. Welke andere processen kwamen hiervoor het meest in aanmerking? Welke andere processen zijn intensief onderzocht? Worden de 49 processen waar geen risicomodel uit naar voren kwam door de Minister daarom gezien als rechtmatig, wenselijk en ethisch? Zijn er processen die de Minister vooralsnog als onwenselijk beschouwt?

De leden van de D66-fractie zijn erg bezorgd over het gebruik van afkomstgerelateerde gegevens bij het beoordelingsproces voor visumaanvragen via het IOB. De Toeslagenaffaire heeft duidelijk gemaakt dat het laten doen van beoordelingen door algoritmen op basis van persoonsgegevens discriminatoir kan werken, met desastreuze gevolgen. Het heeft duidelijk laten zien dat dergelijke systemen uitgebannen moeten worden, zeker waar de overheid beslissingen maakt over mensen die grote impact hebben op hun persoonlijke leven. Toch blijft het ministerie het IOB-systeem toepassen. Hoe beoordeelt de Minister het gebruik van afkomstgerelateerde gegevens via algoritmen? Ziet de Minister het IOB-systeem als rechtmatig en wenselijk? Is de Minister bereid om dit algoritme te toetsen middels de Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes? Zo nee, waarom niet? En kan de Minister ook aan deze leden toezeggen dat dit algoritme wordt opgenomen in het algoritmeregister, dat precies om misstanden te voorkomen is ingesteld?

De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat er binnen het ministerie eerder bezwaar is gemaakt tegen het IOB-systeem.1 Is het IOB-systeem inmiddels herzien? Zo nee, waarom is ervoor gekozen de bezwaren van de functionaris gegevensbescherming te negeren? Is de Minister bereid de schriftelijke vragen van de leden Dekker-Abdulaziz en Podt (beiden D66) hierover op korte termijn te beantwoorden?2

De leden van de D66-fractie vragen of er andere processen binnen het ministerie zijn waar afkomstgerelateerde gegevens via algoritmen worden verwerkt. Kan de Minister deze processen uiteenzetten? Welke stappen worden door de Minister ondernomen om te voorkomen dat het gebruik van algoritmen en afkomstgerelateerde gegevens tot discriminatoire effecten leidt?

De leden van de D66-fractie lezen dat het ministerie een verzoek tot aanvullende informatie heeft ontvangen van de Autoriteit Persoonsgegevens. Is de Minister bereid deze aanvullende informatie ook te delen met de Kamer, en de Kamer te informeren over de voortgang van het onderzoek van de AP?

De leden van de D66-fractie zien dat afkomst of etniciteit bij verschillende andere processen verwerkt worden. Zo wordt etniciteit opgevraagd bij de klachtenbehandeling ongewenste omgangsvormen. Kan de Minister toelichten waarom het noodzakelijk is om etniciteit te verwerken bij de klachtenbehandeling van ongewenste omgangsvormen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Kamerbrief over het onderzoek gebruik afkomstgerelateerde gegevens en gebruik risicomodellen. Zij hebben hier nog enkele opmerkingen en vragen bij.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken van mening is dat het gebruikmaken van afkomstgerelateerde gegevens noodzakelijk is voor het uitvoeren van het werk. Op welke manier is het betrekken van afkomstgerelateerde persoonsgegevens noodzakelijk voor het werk van de consulaire dienstverleners? Kan worden aangegeven welke rol de afkomstgerelateerde persoonsgegevens spelen in de processen waar zij voor worden gebruikt? Welke rol spelen de afkomstgerelateerde persoonsgegevens voor de beslissing over een visum kort verblijf? Welke landen worden aangemerkt als risicoafkomst en wat zijn de gevolgen hiervan voor de persoon?

De leden van de PvdA-fractie lezen dat het voor de uitoefening van de publieke taak soms noodzakelijk zou zijn om risicomodellen in te zetten. Hoe verhouden deze risicomodellen zich tot de moties Marijnissen c.s.3 en Klaver c.s.4? Wat zou precies de impact zijn van het volledig beëindigen van het gebruik van risicomodellen door Buitenlandse Zaken?

Vragen en opmerkingen van de leden van de DENK-fractie

De leden van de DENK-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 11 mei 2023 over de bevindingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het onderzoek gebruik afkomstgerelateerde gegevens en gebruik risicomodellen. Deze leden vinden het belangrijk dat het kabinet invulling geeft aan de opvolging van de eerder genoemde moties Marijnissen c.s. en Klaver c.s. In de Toeslagenmisdaad hebben we gezien welke gevolgen het gebruik van afkomstgerelateerde gegevens in risicomodellen kan hebben. Deze leden zijn van mening dat we alles moeten doen om te voorkomen dat dit ooit nog gebeurt.

De Minister geeft aan dat bij de inzet van risicomodellen moet worden gekeken naar proportionaliteit en subsidiariteit, zodat de inzet rechtmatig en eigenlijk is. Het is de leden van de DENK-fractie nog onduidelijk of er getoetst is op eigenlijk gebruik. Dit blijkt namelijk niet uit de stukken. Deze leden vragen de Minister om hier duidelijkheid over te geven. Heeft het ministerie dit wel getoetst? Welke definitie van «eigenlijk gebruik» heeft het ministerie gehanteerd? Wat zijn de uitkomsten van deze toetsing?

De leden van de DENK-fractie lezen dat de Minister stelt dat het gebruik van afkomstgerelateerde gegevens in kaart is gebracht aan de hand van het register van verwerkingsactiviteiten. Deze leden vragen zich af welke afkomstgerelateerde gegevens er geselecteerd en dus geïnventariseerd zijn. Kan de Minister dit uiteenzetten? Het is niet duidelijk welke afkomstgerelateerde gegevens er in kaart zijn gebracht binnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Kan de Minister deze informatie zo snel mogelijk aan de Kamer doen toekomen?

De leden van de DENK-fractie constateren dat na de inventarisatie is beoordeeld of er sprake is van een risicomodel. Ook dit is onduidelijk, onvolledig en roept verschillende vragen op bij deze leden. Hoe is beoordeeld of er sprake is van een risicomodel? Deze leden ontvangen graag de definitie die gebruikt is om dit te beoordelen. Ook ontvangen deze leden graag een overzicht van alle risicomodellen die binnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn gebruikt.

Er is een risicomodel aangetroffen in de processen waarin afkomstgerelateerde indicatoren worden verwerkt, zo constateren de leden van de DENK-fractie. Dit gaat om het Informatie Ondersteund Beslissen binnen het Kort Verblijf Visum-proces. Deze leden hebben hier vol verbazing kennis van genomen. De Minister geeft aan dat hij een informatieverzoek hierover heeft ontvangen om aanvullende informatie te verstrekken over de noodzakelijkheid en de proportionaliteit van de gegevensverwerking. Deze leden missen het standpunt van het kabinet hierover. Waarom krijgt de Kamer deze aanvullende informatie niet? Was het gebruik van deze indicatoren rechtmatig of niet? Was het gebruik oneigenlijk of niet? Is het kabinet van mening dat aan de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit voldaan is? Wat is de aanleiding voor de Autoriteit Persoonsgegevens om dit informatieverzoek te doen? Kan de Minister de onderliggende stukken over dit informatieverzoek delen met de Kamer? Klopt het dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken een zwaarwegend advies van de functionaris gegevensbescherming negeerde? Klopt het dat de functionaris gegevensbescherming een persoonlijk gesprek heeft gehad met de Minister van Buitenlandse Zaken en dat er daarna niks is veranderd? De leden van de DENK-fractie vragen de Minister om het verslag van het gesprek dat tussen de Autoriteit Persoonsgegevens en de Minister gaat plaatsvinden, eventueel vertrouwelijk, aan de Kamer te doen toekomen.

De rijksbrede aanpak bestaat uit drie stappen, zo constateren de leden van de DENK-fractie. De eerste stap is het inventariseren van gegevensverwerkingen waarin afkomstgerelateerde indicatoren worden verwerkt. Vervolgens vindt er een toetsing plaats of de gegevensverwerkingen eigenlijk en rechtmatig zijn. De laatste stap is het opruimen van de vervuilde data. Dit betekent dat de gegevensverwerking beëindigd wordt en dat de betrokkene genotificeerd wordt. Er is een risicomodel aangetroffen. De leden van de DENK-fractie vinden het zorgelijk dat er hierna geen vervolgstappen zijn genomen. Is er getoetst op rechtmatig en eigenlijk gebruik? Na de toetsing moeten de gegevens verwijderd worden als er sprake is van onrechtmatig en/of oneigenlijk gebruik. Gaat dit gebeuren? Kan de Minister deze leden verzekeren dat deze gegevens verwijderd gaan worden? En kan de Minister deze leden verzekeren dat de betrokkenen geïnformeerd worden? Is dit gebeurd bij het risicoprofiel dat is aangetroffen bij IOB?

De leden van de DENK-fractie vragen of een overheidsinstelling onafhankelijk kan oordelen over eigen beleid. Deze leden vragen daarom om een externe toets. De Staatssecretaris heeft hiervoor de Auditdienst Rijk ingeschakeld. Hoe staat het hiermee? Wanneer kunnen we hier meer informatie over verwachten?

De leden van de DENK-fractie vinden het opmerkelijk dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken pas op 11 mei 2023 haar onderzoek met de Kamer heeft gedeeld. Dit zou namelijk in december 2021 afgerond worden en in de eerste helft van 2022 met de Kamer gedeeld worden. Deze leden zouden graag een toelichting willen hebben van de Minister. Wat is hier misgegaan? Hoe kan het dat het ruim een jaar langer duurde?

In 50 van de 300 verwerkingen worden afkomstgerelateerde indicatoren in het verwerkingsregister gebruikt. De leden van de DENK-fractie missen in de kabinetsreactie een conclusie dat deze verwerkingen allemaal rechtmatig zijn. Kan de Minister bevestigen dat alle 50 verwerkingen rechtmatig en eigenlijk zijn? De leden van de DENK-fractie ontvangen ook graag een overzicht van alle 50 verwerkingen.

De leden van de DENK-fractie constateren dat de Kamer een overzicht ontving van 35 gevallen van wet- en regelgeving en beleid waarbij nationaliteit functioneel wordt gebruikt. Deze leden hebben dit met verontwaardiging gelezen. Het voorbeeld dat de Minister aanhaalt in zijn brief, is het systeem van erkend referenten. Deze leden vinden het zorgelijk dat de Minister dit functioneel gebruik noemt. Vorig jaar is gebleken dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) etnisch profileerde door de afkomst van het bestuur van duizenden bedrijven te registreren in risicoprofielen, omdat men dacht dat mensen die in een bepaald land geboren waren eerder geneigd waren om te frauderen. Deze leden vinden het zorgelijk dat de Minister hieraan voorbij gaat en dit functioneel gebruik noemt. Zijn deze risicoprofielen inmiddels verwijderd? Kan de Minister uitsluiten dat dit niet meer gebeurt? Wat is het doel van het registreren van de nationaliteit? Wat is de definitie van functioneel gebruik? De leden van de DENK-fractie ontvangen graag een overzicht van alle afkomstgerelateerde gegevens die worden verwerkt over erkend referenten en een overzicht van hoe en met wie deze gegevens worden gedeeld.

De leden van de DENK-fractie lezen in Kamerstuk 32 761, nr. 971 van 10 februari 2023 dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken naast het onderzoek over gebruik van afkomstgerelateerde indicatoren in gegevensverwerking een nadere analyse uitvoert op het proces bij aanvragen voor een Visum Kort Verblijf en dat de Kamer in het eerste kwartaal van 2023 geïnformeerd zou worden over de uitkomst van de gehele inventarisatie. De Kamer heeft deze analyse niet ontvangen. De leden van de DENK-fractie ontvangen graag de volledige analyse, inclusief de resultaten en alle onderliggende stukken aangaande deze analyse. Deze leden vragen de Minister wat er precies geanalyseerd is. Wie heeft deze analyse uitgevoerd? Gaat het om een juridische analyse? Is er gekeken naar het functioneren van algoritmes? Is er een uitvoerige bias toets gedaan?

II Antwoord/ Reactie van de Minister

III Volledige agenda

  • Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken inzake Bevindingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het onderzoek gebruik afkomstgerelateerde gegevens en gebruik risicomodellen (Zaaknummer 2023Z08192)


X Noot
1

NRC, 23 april 2023, ««Pas op met deze visumaanvraag», waarschuwt het algoritme dat discriminatie in de hand werkt. Het ministerie negeert kritiek.»

X Noot
3

Kamerstuk 35 510, nr. 21

X Noot
4

Kamerstuk 35 510, nr. 16

Naar boven