De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de brief van 4 mei
2023 houdende het Toetsingskader Risicoregelingen Rijksoverheid en conceptregeling
inzake de verlenging van de subsidiemodule Groeifaciliteit (Kamerstuk 35 420, nr. 522).
De ondervoorzitter van de commissie,
Valstar
De adjunct-griffier van de commissie,
Van Dijke
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat de subsidiemodule verlengd
wordt tot 1 juli 2024, mede gelet op de huidige krapte op de financieringsmarkt voor
bedrijven. De leden van de VVD-fractie hebben verder geen aanvullende vragen over
het Toetsingskader.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de verlenging van
de regeling Groeifaciliteit. Zij wensen de Minister nog enkele vragen voor te leggen.
De leden van de D66-fractie juichen de verlenging toe, aangezien er vanuit de markt
vraag blijft, gezien de economische onzekerheid. Deze leden zoeken echter verduidelijking
over de te bereiken doelen via Invest-NL. De Minister geeft aan dat door de komst
van Invest-NL de Groeifaciliteit zou worden uitgefaseerd per 1 juli 2020, maar aangezien
de doelen van de Groeifaciliteit niet via Invest-NL konden worden bereikt werd de
regeling in eerste instantie tot 1 juli 2023 in stand gehouden. De Minister geeft
nu aan dat de verlenging tot 1 juli 2024 mede is ingegeven door het feit dat de doelen
van de Groeifaciliteit niet door Invest-NL kunnen worden ingevuld, zoals eerder was
voorzien. Kan de Minister verduidelijken of de Groeifaciliteit zal blijven bestaan
naast Invest-NL? Hoe wordt gegarandeerd dat de doelen van de Groeifaciliteit ook na
1 juli 2024 worden behaald? Worden de doelen van Invest-NL in het komende jaar aangepast,
zodat Invest-NL wel toereikend is voor de doelen van de Groeifaciliteit, zoals eerder
beoogd? Zo ja, is hier dan meer budget voor?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen van het kabinet
om de subsidiemodule Groeifaciliteit te verlengen tot 1 juli 2024. Deze leden achten
het positief om de Groeifaciliteit met nog een jaar te verlengen. Deze leden hebben
nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben in het schriftelijk overleg over de verlenging
van de BMKB-regeling gevraagd of de regeling voldoende aansluit bij het kleine mkb.
De leden van de CDA-fractie vragen daarnaast graag aandacht voor een ander belangrijk
punt. Deze leden willen de verlenging van de BMKB en de Groeifaciliteit plaatsen in
de context van het recente debat over financiering van het mkb en het voorstel van
deze leden voor een «MKB-bank». De leden van de CDA-fractie constateren dat de Minister
heeft aangegeven een centrale financieringshub te gaan ontwikkelen, die op termijn
moet uitgroeien tot hét centrale punt voor het mkb om passende financiering te vinden.
Het is volgens deze leden essentieel dat in de uitwerking van deze hub ook wordt gekeken
naar passende bijbehorende financieringsinstrumenten, waarbij verbetering van het
bestaande aanbod aan regelingen het uitgangspunt moet zijn. Deze leden vragen of de
Minister het hiermee eens is.
De leden van de CDA-fractie roepen de Minister daarom op om bij het verlengen van
de Risicoregeling BMKB en de Risicoregeling Groeifaciliteit geen onomkeerbare stappen
te nemen, zolang de uitwerking van de centrale financieringshub nog niet heeft plaatsgevonden.
Deze leden vragen of de Minister bijvoorbeeld bereid is om in de verlenging van de
BMKB een knip op te nemen op 1 juli 2024, waarbij de Kamer opnieuw de gelegenheid
heeft zich uit te spreken over de vormgeving van de BMKB in relatie tot de centrale
financieringshub. Deze leden vragen of de Minister hierop wil reageren.
De leden van de CDA-fractie noemen hier specifiek de datum van 1 juli 2024, omdat
dit ook de horizontermijn is voor andere risicokapitaalinstrumenten als de Vroege
Fase Financiering, de Seed Capital-regeling en het Innovatiekrediet en omdat dit ook
de voorgenomen horizontermijn is voor de Groeifaciliteit. Deze leden vragen of de
Minister de evaluatie van deze regelingen wil bezien in samenhang met de uitwerking
van de centrale financieringshub, waarbij in een definitief voorstel voor de centrale
financieringshub dit punt is meegenomen, inclusief een strategie ten aanzien van waar
de centrale financieringshub uiteindelijk toe zou moeten leiden. Deze leden vragen
om een reactie per punt van de Minister.
II Antwoord / reactie van de Minister