2023D20464

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2023

Hiermee geef ik u op verzoek van uw Kamer een reactie op de brief van BoerenNatuur met betrekking op implementatieproblemen bij het Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb), geschreven als reactie op mijn eerdere brief aan BoerenNatuur, ter invulling van coulance in 2023 voor het ANLb.

De invoering van het Nationaal Strategisch Plan (NSP) is een uitdaging waarvan ik mij besef dat dit veel vraagt van de aanvragers en bij de uitvoering betrokken partijen. In mijn brief van 14 november ben ik daarom ingegaan op de toepassing in 2023 van coulance bij het ANLb (Kamerstuk 28 625, nr. 347). Onderdeel daarvan is de inzet op uitbetaling van uitgevoerd beheer. Uw Kamer heeft zich in een aangenomen motie hier positief over uitgesproken. Daarnaast is mede vanwege ervaren problemen, recent voor onder andere het GLB (en ANLb) de periode voor aanmelding verlengd, zodat er meer tijd is voor aanvragers om de Gecombineerde Opgave in te vullen.

In haar brief geeft BoerenNatuur aan dat zij het onaceptabel vindt dat bepaalde financiële, ecologische en organisatorische risico’s bij de collectieven worden neergelegd. De risico’s waar naar wordt verwezen, zijn risico’s ten gevolge van de implementatie van het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid, en dan met name de aanloopproblemen bij de Gecombineerde Opgave, de samenhang van het ANLb met de conditionaliteiten, met name de voorwaarde op akkerland voor niet-productief areaal, en de samenhang met de nieuwe ecoregeling. Dit maakt de keuze voor de landbouwer complex, waardoor de bereidheid om deel te nemen aan het ANLb in meerdere gebieden afneemt.

Met het NSP wordt een belangrijke stelselwijziging doorgevoerd, waarbij het via de ecoregeling voor alle deelnemers mogelijk wordt een vergoeding te krijgen voor een bijdrage aan publieke doelen. Dit is een belangrijke ambitie voor deze nieuwe periode. Ik (h)erken dat deze wijziging veel invloed heeft op het ANLb, waarbij een vergoeding voor de deelnemers aan het ANLb al mogelijk was. Met BoerenNatuur wil ik samen met provincies het nieuwe NSP tot een succes maken zodat mede via het ANLB er een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan een duurzame landbouw. Ik wil samen met provincie voorkomen dat collectieven hun gebiedsaanvraag door externe omstandigheden niet kunnen waarmaken en daardoor in de financiële problemen komen. Mijn uitgangspunt is dat wanneer een activiteit in het veld op voor het ANLb subsidiabele areaal aanwezig is en uitgevoerd, de activiteit wordt uitbetaald. Het is mij bekend dat de complexiteit, en inspanning bij collectieven groot is, met name vanwege de relatie van het ANLb met andere grondgebonden regelingen. Ik wil samen met de provincies, collectieven hierbij graag ondersteunen. Daarbij wil ik tevens kijken naar oplossingen als er door minder contractering financiële problemen ontstaan in de werkorganisatie. Ik wil voorkomen dat er, zeker in het licht van de ambities die we de komende jaren hebben, druk is op kwaliteit en capaciteit bij collectieven. Daarnaast wil ik dat de relatie en vertrouwensband die de collectieven hebben opgebouwd met hun deelnemers niet wordt geschaad en dat de deelnamebereidheid bij het ANLb wordt behouden en op termijn versterkt.

De risico’s waar collectieven voor staan, zijn complex en weerbarstig. Voor een deel hebben deze betrekking op implementatievraagstukken. Collectieven hebben te maken met een veelvoud aan lanbouwers, inclusief de veelvoud aan implementatieproblemen die door de invoering van het GLB en nieuwe mestwetgeving, bij de afzonderlijke landbouwers spelen. Zij zijn hierbij afhankelijk van keuzes die de landbouwer maakt. Daarnaast is er een ambitie om het ANLb te versterken en uitbreiden. Dit met het oog op het realiseren van NPLG-doelen. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe deze ambitie wordt ingevuld, wat de bereidheid van landbouwers om 6-jarige contracten met een collectief aan te gaan negatief beinvloedt. Dit maakt een eenduidig antwoord op de risico’s die BoerenNatuur in haar brief aandraagt lastig. Ik heb daarom gekozen voor twee overlegstructuren, waarbij ik BoerenNatuur als partner bij de uitvoering volwaardig betrek:

  • Een implementatieoverleg waarin alle administratieve vraagstukken worden behandeld. In dit overleg worden wekelijks stapsgewijs problemen besproken, en voor zover mogelijk binnen de kaders die Europese regelgeving stelt, opgelost;

  • Een overleg om met provincies beleidsmatige keuzes te kunnen maken die ingaan op zowel de doorwerking op collectieven van de implementatieproblemen bij het ANLb in 2023, als de lange termijn ambitie om het ANLb te versterken en uitbreiden, zoals deze wordt besproken bij het de invulling van NPLG-doelen en het Landbouwakkoord.

De doelstelling met deze overleggen is dat hiermee de collectieven op de korte termijn worden ondersteund bij de uitvoering van het ANLb, en dat er voor collectieven op de langere termijn zekerheid is, zowel qua uitvoering ANLb als een mogelijke bredere rol ter ondersteuning van het invullen van het realiseren van NPLG-doelen. Ik heb met provincies afgesproken dat nog voor de zomer besluitvorming hierover wordt afgerond, en zal deze in samenspraak met BoerenNatuur de Kamer doen toekomen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

P. Adema

Naar boven