2023D19157 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de kabinetsinzet ten aanzien van de Top van de Raad van Europa van 16 en 17 mei in Reykjavik.

De voorzitter van de commissie,

Rudmer Heerema

De griffier van de commissie,

Westerhoff

Inhoudsopgave

  • I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

    Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

    Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

  • II Antwoord / Reactie van de Minister

  • III Volledige agenda

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kabinetsinzet ten aanzien van de Top van de Raad van Europa (RvE) van 16 en 17 mei in Reykjavik. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie willen ten eerste benadrukken dat de onrechtmatige Russische agressie in Oekraïne eens te meer heeft laten zien dat Europese kernwaarden zoals vrede, veiligheid en recht met voeten getreden worden. Een eensgezinde reactie en een internationale herbevestiging van deze waarden is volgens deze leden belangrijk om de Russische agressie het hoofd te bieden en internationale bondgenootschappen te versterken.

De leden van de VVD-fractie hebben in de kabinetsinzet gelezen hoe de RvE een ondersteunende rol kan spelen in het tegengaan van straffeloosheid en de veroordeling van daders van agressie. Aangezien de RvE zelf geen mogelijkheden heeft tot strafrechtelijke vervolging vragen deze leden hoe het kabinet deze ondersteunende rol ziet en wat daarin de rol van Nederland kan zijn. Het kabinet heeft de ambitie uitgesproken om een eventueel schaderegister te willen huisvesten in Nederland om de gevolgen van de Russische agressie in kaart te brengen. De leden van de VVD-fractie staan hier positief tegenover. Hoe is het kabinet voornemens om ook met andere landen samen te werken om de informatievoorziening te stroomlijnen?

De leden van de VVD-fractie delen het kabinetsstandpunt dat het noodzakelijk is dat alle landen binnen de RvE de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) naleven. Ten aanzien van de verhoogde Nederlandse bijdrage aan het «Department for the Execution of Judgments» vragen zij of andere landen hier ook een extra bijdrage aan leveren en hoeveel Nederland in verhouding tot andere landen bijdraagt. Kan het kabinet daarnaast aangeven bij hoeveel uitspraken die eerst niet werden nageleefd, inzet van het Department for the Execution of Judgments vervolgens wel tot naleving heeft geleid? De leden van de VVD-fractie vragen ook welke landen het meest achterlopen bij de naleving van uitspraken en in hoeveel gevallen de inzet van het Department bij deze landen tot succes heeft geleid.

Welke mogelijkheden ziet het kabinet om in het kader van de aankomende top diplomatieke druk uit te oefenen op lidstaten die waarschijnlijk een rol spelen bij de omzeiling van EU-sancties tegen Rusland, zoals Turkije en Armenië? Hoe wordt dit opgepakt?

Het stemt de leden van de VVD-fractie tevreden dat het kabinet zich blijft inzetten om ervoor te zorgen dat de lidstaten van de RvE de uitspraken van het EHRM onverkort nakomen. Wel zijn deze leden voorstander van een betere dialoog tussen enerzijds verdragsgever (het Comité van Ministers in de RvE) en het EHRM. Om het draagvlak voor het EHRM te behouden onder alle lidstaten zou het wat deze leden betreft mogelijk moeten worden voor het Comité van Ministers om op basis van unanimiteit aanbevelingen te doen over de interpretatieruimte van het EVRM, in de enkele uitzonderlijke gevallen waarin consensus bestaat over de vraag of het EHRM op basis van een te extensieve interpretatie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) uitspraak heeft gewezen tegen een lidstaat die op geen enkele wijze voor deze lidstaat voorzienbaar was op grond van de tekst en de tot dan toe geldende interpretatie van het verdrag. Deelt het kabinet deze inzet en, zo ja, is zij bereid te verkennen hoe zo’n mechanisme vorm zou krijgen?

De leden van de VVD-fractie vragen welke soort besluiten onder het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid onder de rechtsmacht van het EHRM zouden komen als de Europese Unie toetreedt tot het EVRM. Gaat het hier bijvoorbeeld om militaire en civiele missies? Hoe verandert dit ten opzichte van de rechtsgang die nu al mogelijk is bij nationale rechters tegen bijvoorbeeld nationale krijgsmachten die troepen bijdragen? En zou de rechtsmacht van het EHRM over sanctiebeleid verder gaan dan de beroepsmogelijkheid die nu al bij het Hof van Justitie van de Europese Unie bestaat tegen listing door een individu? Zo ja, hoe zou deze verdere rechtsmacht eruit zien?

In resolutie AS/Soc/NCP (2023) 01 heeft de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa (Parliamentary Assembly of the Council of Europe, PACE) opgeroepen het beschermen van klimaat en leefomgeving als een recht voor alle burgers te zien. Wat zouden de consequenties voor Nederland en het klimaatbeleid zijn wanneer deze oproep door de regeringstop zou worden aangenomen? Deelt het kabinet de opvatting van de leden van de VVD-fractie dat dit risicovol en overbodig is, gezien alle klimaatafspraken die reeds zijn gemaakt?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda met de kabinetsinzet voor de top van regeringsleiders van de Raad van Europa op 16 en 17 mei 2023. Zij hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de D66-fractie lezen dat de Raad van Europa streeft naar een herbevestiging van de kernwaarden van de organisatie en een nieuwe strategische visie. Hoe zouden een dergelijke herbevestiging en visie eruit moeten komen te zien? Wat wordt de inzet van het kabinet hiervoor? De leden van de D66-fractie vinden het belangrijk dat jonge generaties betrokken worden bij mensenrechtenwerk. Veel thema’s die bij de top besproken zullen worden, hebben betrekking op jongeren. Klimaatrechtvaardigheid, gendergelijkheid en kunstmatige intelligentie (Artificial Intelligence, AI) staan op de agenda van de RvE en zijn onderwerpen die erg spelen onder jongeren. Het herbevestigen van de kernwaarden van de RvE geeft dus een goede gelegenheid om jongeren structureel meer te betrekken bij het werk van de Raad. Hoe kijkt het kabinet aan tegen het betrekken van jongeren bij de RvE en het mensenrechtenwerk van de RvE?

De leden van de D66-fractie zien dat de toetreding van Kosovo tot de Raad van Europa opnieuw behandeld zal worden. Nederland erkent Kosovo al sinds 2008 als onafhankelijke staat. Zeker in een tijd waarin de zelfbeschikking van Europese landen op het spel staat, zou de Raad van Europa een sterk signaal afgeven door het lidmaatschap van Kosovo toe te staan. Gaat de premier zich bij de top hardmaken voor lidmaatschap van Kosovo?

De leden van de D66-fractie zijn erg positief gestemd over de leidende rol die Nederland neemt in de internationale inspanning om Rusland ter verantwoording te roepen voor de agressieoorlog in Oekraïne. Zij staan volledig achter het initiatief om een internationaal tribunaal op te richten om Russische oorlogsmisdaden te berechten. Deze leden vragen echter wel welke concrete stappen ondernomen gaan worden om dit tribunaal op te zetten. Gaat Nederland ook gastland zijn voor dit tribunaal? Welke vorm zou dit tribunaal volgens het kabinet moeten aannemen? Is het kabinet het eens met de leden van de D66-fractie dat een internationaal tribunaal te verkiezen zou zijn boven een hybride tribunaal? Oprichting via de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) kan zorgen voor grotere internationale legitimiteit, zeker wat betreft het vraagstuk van immuniteit. Steun van de Raad van Europa, als regionale organisatie voor Europese mensenrechten, kan echter ook veel legitimering verschaffen. Is het kabinet het eens dat te verkiezen route voor oprichting via een AVVN-resolutie loopt met steun van de RvE en niet andersom?

De leden van de D66-fractie steunen derhalve ook het voorstel om een schaderegister voor schade als gevolg van Russische agressie op te richten in Nederland. Hoe gaat dit schaderegister er in de ogen van het kabinet uitzien? Zij vragen ook om een reactie van de Minister op de oprichting van een compensatiemechanisme.

In het licht van het ter verantwoording roepen van Rusland vinden de leden van de D66-fractie het erg goed dat op één na alle landen van de RvE het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof actief ondersteunen. Bij zijn recente bezoek aan het Strafhof maakte president Zelenski opnieuw duidelijk dat Poetin daar berecht moet worden. Dat maakt het extra pijnlijk dat één RvE- en EU-lidstaat, Hongarije, expliciet stelt dat Poetin in Hongarije niet gearresteerd zou worden. Gaat de premier zijn Hongaarse collega hierop aanspreken tijdens de top? De RvE-top is een goede gelegenheid om met alle lidstaten gezamenlijke medewerking aan het arrestatiebevel eensgezind te herbevestigen. Zo geeft Europa het sterke signaal af dat, waar Poetin dan ook ooit nog voet zet op het Europese continent buiten Rusland of Wit-Rusland, hij gearresteerd zal worden voor zijn criminele daden. Bovendien zouden de RvE-landen zo collectief druk uitoefenen op Hongarije om het arrestatiebevel ook te ondersteunen. Gaat de premier zich hier hard voor maken tijdens de top?

Het is erg problematisch dat EHRM-uitspraken niet altijd worden uitgevoerd. Het EHRM kampt met structurele tekorten qua middelen en capaciteit om uitvoering te kunnen handhaven. De leden van de D66-fractie zijn daarom positief gestemd over het voornemen van het kabinet om in de top te pleiten voor meer structurele financiering en vergroting van de capaciteit. Om het EHRM echt slagvaardiger te maken zou een aparte dienst opgezet kunnen worden binnen de RvE die toeziet op uitvoering. Hoe kijkt het kabinet aan tegen dit voorstel? Daarnaast zou niet-uitvoering structureel ontmoedigd kunnen worden door het instellen van een RvE-sanctieregime om bij niet-uitvoering te sanctioneren. Hoe kijkt het kabinet aan tegen dit voorstel?

De leden van de D66-fractie zien het Verdrag van Istanboel als van groot belang voor internationale vrouwenrechten. Het breed ratificeren van het verdrag zou daarom een prioriteit moeten zijn voor het feministisch buitenlandbeleid van Nederland. Het is zorgwekkend dat Turkije zich uit het verdrag heeft teruggetrokken en verschillende EU-lidstaten het verdrag nog niet hebben geratificeerd. Gaat de premier zich ervoor uitspreken dat alle RvE-lidstaten het verdrag moeten tekenen en ratificeren? Bieden de Turkse verkiezingen daartoe een nieuwe kans?

De leden van de D66-fractie lezen dat het kabinet bij de RvE-top wil inzetten op het vergroten van de mondiale relevantie van de RvE middels het promoten van open verdragen in derde landen. Het kabinet stelt tevens dat de RvE een belangrijke rol speelt op het snijvlak van toekomstige uitdagingen en bescherming van mensenrechten. Een van de grote toekomstige uitdagingen is de ontwikkeling van AI-systemen en de uitdagingen die AI meebrengt wat betreft mensenrechten. Bijvoorbeeld discriminatoire algoritmen, het gebruik van AI-systemen door staten tegen burgers en bij oorlogsvoering maken duidelijk hoe bedreigend AI-systemen kunnen zijn voor mensenrechten wereldwijd. De snelle ontwikkeling van AI maakt het bijzonder urgent om hier internationaal afspraken over te maken. De leden van de D66-fractie zijn daarom erg geïnteresseerd in de voorlopige versie van de internationale conventie over AI, mensenrechten, democratie en rechtsstaat die de RvE opstelt. Een open conventie over AI en mensenrechten vanuit de RvE, die internationaal uitgerold kan worden, zou baanbrekend zijn. Hoe apprecieert het kabinet het voorstel voor deze conventie van de RvE? Gaat de premier zich er tijdens de top hard voor maken om de conventie met urgentie in RvE-verband af te sluiten en internationaal uit te rollen?

De leden van de D66-fractie zien dat klimaat hoog op de agenda staat van de RvE-top. Op de geannoteerde agenda van de kabinetsinzet is echter niks terug te vinden over dit onderwerp. Hoe kijkt het kabinet naar het voorstel om het recht op een leefbaar klimaat toe te voegen aan het EVRM? Gaat de premier zich tijdens de RvE-top hardmaken voor het recht op een leefbare aarde?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief met de kabinetsinzet voor de top van regeringsleiders van de Raad van Europa. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen hierover.

Een belangrijk thema op de top wordt de oorlog in Oekraïne en de noodzaak van accountability. Dat de Russische oorlogsmisdaden niet onbestraft mogen blijven, is evident. Maar wat de Raad van Europa (RvE) daar concreet aan kan bijdragen wordt in de kabinetsbrief niet duidelijk. Wel zou de RvE een centrale rol kunnen spelen bij een nog op te richten – en in Nederland te vestigen – schaderegister, zo meldt het kabinet. Kan er iets meer tekst en uitleg gegeven worden over wat een dergelijk schaderegister exact moet voorstellen en welke landen de oprichting politiek en/of financieel steunen? De leden van de PVV-fractie zouden er graag wat meer over willen weten.

De RvE is 75 jaar geleden opgericht met als doel om de mensenrechten, democratie en rechtsstaat op het Europese continent te beschermen. Dat lijkt niet te lukken, aldus de leden van de PVV-fractie. Het meest treffende stukje uit de kabinetsbrief is misschien wel de zinsnede over «de toenemende erosie van de democratische rechtsstaat en mensenrechten, die plaatsvindt in verschillende lidstaten van de RvE». De leden van de PVV-fractie vragen of het kabinet ook vormen van erosie ontwaart als het zelf in de spiegel kijkt. Of ziet het kabinet de erosie van de democratische rechtsstaat en mensenrechten alleen bij andere lidstaten van de RvE? Zo ja, op welke lidstaten doelt het kabinet dan en wordt de top gebruikt om die landen daarop aan te spreken?

Ook de leden van de PVV-fractie vinden de uitholling van de democratische rechtsstaat en mensenrechten in algemene zin zorgwekkend, ook als zich dat afspeelt in andere landen. Maar dit kabinet is verantwoordelijk voor Nederland en hetgeen zich in Nederland afspeelt. Daar kan namelijk direct invloed op uitgeoefend worden door het kabinet. Daarom willen de leden van de PVV-fractie de schijnwerpers zetten op de passage uit de brief waarin staat dat «de vrije journalistiek juist een hoeksteen vormt van een functionerende democratische rechtsstaat». Het is namelijk precies dit – de vrije journalistiek – die in Nederland onder druk staat, nu de NPO de aanval op Ongehoord Nederland frontaal heeft ingezet. Deelt het kabinet die mening en is het kabinet bereid om geen concessies te doen ten aanzien van de mediavrijheid in Nederland?

Voorts verbazen de leden van de PVV-fractie zich over het feit dat verschillende niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) zeer uitgebreid zijn betrokken bij de voorbereiding van de top. Zo werd een meerdaagse bijeenkomst georganiseerd voor NGO’s en konden ze aanbevelingen doen voor de RvE-top. Kan het kabinet volledig weergeven om welke NGO’s het hier gaat, op basis waarvan ze zijn uitgenodigd om mee te werken aan de voorbereiding, en met welke aanbevelingen ze zijn gekomen? Zijn dit soort praktijken nou niet precies wat de democratie de laatste tijd uitholt en ondermijnt? Zou de RvE zich niet juist kritisch moeten opstellen tegen de toenemende invloed en macht van organisaties die nauwelijks burgers vertegenwoordigen? De leden van de PVV-fractie zien in Nederland namelijk ook de nadelige gevolgen van organisaties, zoals Urgenda en Milieudefensie, die ons beleid vergaand beïnvloeden, waardoor het vertrouwen in de democratie onder de gewone burger afbrokkelt. De leden van de PVV-fractie willen dat het kabinet daarom kritischer gaat kijken naar het betrekken van NGO’s bij de voorbereiding op toppen, zoals die van de RvE. Anders holt óók de RvE cruciale waarden uit, waartegen het ons juist moet beschermen. Deze leden ontvangen hierop graag een reactie van het kabinet.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief inzake de kabinetsinzet ten aanzien van de top van regeringsleiders van de Raad van Europa op 16 en 17 mei 2023 te Reykjavik. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie lezen dat accountability van Rusland als een van de kernthema’s wordt gezien. Hiervoor zijn een aantal initiatieven naar voren gebracht, waarvan sommige in een vergevorderd stadium zijn en andere tot op heden nog weinig concreet zijn geworden. Deze leden zijn vooral benieuwd hoe het kabinet aankijkt tegen de verschillende initiatieven die op dit moment spelen om een internationaal ad-hoc tribunaal op te richten. Is het kabinet voornemens om tijdens de top in te zetten op de rol van de Raad van Europa bij het oprichten van een tribunaal, of ziet zij andere kanalen als meer kansrijk, en, zo ja, waarom?

Op 26 april 2023 riep het PACE-netwerk for a «Healthy Environment» op om het «beschermen van het recht op een veilige, schone, gezonde en duurzame omgeving hoog op de agenda te zetten». Dit was ook een van de kernaanbevelingen van de PACE in de eerder genoemde resolutie voor de top in Reykjavik. De PACE ziet het beschermen van het klimaat en leefomgeving daarmee niet enkel als een verantwoordelijkheid, maar als een recht voor alle burgers. In de resolutie wordt aan de staatshoofden aanbevolen om een bindend juridisch kader voor het recht op een gezond klimaat te ontwikkelen en daarnaast een RvE-commissie op te richten, die zich specifiek zal bezighouden met (het uitwisselen van kennis over) klimaatvraagstukken. De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd naar het kabinetsstandpunt inzake deze resolutie.

De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet van mening is dat de Raad van Europa een belangrijke rol kan spelen in een mensenrechtenconforme en rechtstatelijke wijze van het bestrijden van georganiseerde criminaliteit. In de strijd tegen georganiseerde en ondermijnende criminaliteit is het van groot belang dat staten voldoende instrumenten hebben om de samenleving veilig te maken en te houden en tegelijkertijd weet hebben van de grenzen van diezelfde rechtsstaat en die niet overschrijden, zo lezen deze leden in de kabinetsbrief. Deze leden zijn benieuwd of het kabinet dit standpunt verder kan toelichten. De leden van de CDA-fractie vinden dit een belangrijk onderwerp, gezien het feit dat de georganiseerde misdaad in Nederland steeds meer voet aan de grond krijgt. Welke rol ziet het kabinet voor de Raad van Europa in deze thematiek? Wordt er louter gesproken over het begrenzen van de bestrijding of wordt er ook ingezet op het delen van «best practices», betere samenwerking en afstelling en uitwisseling van ervaringen, vragen deze leden.

Net als het kabinet hechten de leden van de CDA-fractie grote waarden aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Deze leden lezen tot hun spijt dat het aantal zaken onder verscherpt toezicht en met vertraging in uitvoering blijft stijgen. Kan het kabinet een overzicht geven van de landen die in toenemende mate uitspraken van het EHRM niet uitvoeren? Het kabinet zet in op het vergroten van de capaciteit van het Department for the Execution of Judgments. De leden van de CDA-fractie ondersteunen deze lijn, maar zijn tevens benieuwd of de landen die geen uitvoering geven aan uitspraken, ook hierop worden aangesproken bij de aankomende top.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie kunnen uit de brief van het kabinet over de inzet bij deze top niet opmaken wat er nu precies anders zal zijn na (of dankzij besluiten van) deze top. Kan het kabinet dit concreet aangeven? Kan het kabinet tevens aangeven waarin de vernieuwing zit, die hard nodig is?

De leden van de SP-fractie steunen de beëindiging van het lidmaatschap van Rusland van de RvE. Zijn er voorwaarden denkbaar waaronder Rusland in de toekomst eventueel weer lid zou kunnen worden, bijvoorbeeld na terugtrekking uit Oekraïne? Bestaat er een visie op een toekomst van de pan-Europese multilaterale samenwerking met en zonder Rusland? Zo nee, is het kabinet het eens met deze leden dat een dergelijke visie wel gewenst is?

Het kabinet schrijft dat ingezet wordt op «versterkte verankering van de dialoog met en samenwerking tussen de RvE en het maatschappelijk middenveld, met bijzondere aandacht voor het onafhankelijke Belarussische en Russische maatschappelijk middenveld.» De leden van de SP-fractie steunen dit en zouden dit verder uitgewerkt willen zien. Daarbij zou er ook rekenschap van gegeven moeten worden dat «het maatschappelijk middenveld» wel heel erg algemeen is en dat hier ook foute clubs tussen kunnen zitten. Daarnaast vinden deze leden dat ook sommige politieke oppositiepartijen in Rusland en Belarus steun verdienen van de RvE, waarvan het onduidelijk is of die gerekend worden onder «maatschappelijk middenveld».

De leden van de SP-fractie merken op dat volgens het kabinet de versterking van de RvE binnen het bestaande budget moet plaatsvinden. Is het kabinet het eens met deze leden dat kruidenierspolitiek niet verstandig is, waar het zoiets belangrijks betreft als de pan-Europese multilaterale samenwerking? Een goede inhoudelijke vernieuwingsagenda mag wat extra’s kosten, aldus deze leden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de kabinetsinzet ten aanzien van de Top van de Raad van Europa (RvE) van 16 en 17 mei in Reykjavik en hebben daar nog enkele vragen over.

In de brief stelt het kabinet dat de Russische agressie ingaat tegen alles waar de RvE voor staat: een Europese gemeenschap van waarden, gestoeld op mensenrechten, democratie en rechtsstaat. De leden van de Volt-fractie lezen dat de toenemende erosie van de democratische rechtsstaat en mensenrechten in verschillende lidstaten van de RvE één van de aanleidingen van de Top is. Vindt het kabinet ook dat het van groot belang is dat de basiswaarden van de Europese gemeenschap, zoals mensenrechten, beschermd en herbevestigd worden? Hoe rijmt het kabinet dit met de mening van de leden van de VVD-fractie (zoals zij het verwoordden in hun schriftelijke vragen over de kabinetsreactie op het AIV-rapport over de geopolitieke rol van Turkije) dat «het aankaarten van zorgen om mensenrechten altijd moet worden afgewogen tegen bredere Nederlandse belangen, zoals op het terrein van migratie»? Hoe draagt het kabinet er zorg voor dat het Nederlandse en Europese migratiebeleid niet bijdraagt aan de erosie van mensenrechten in de Europese gemeenschap en daarbuiten?

De leden van de Volt-fractie lezen met verbazing dat het kabinet voor de positieve grondhouding ten opzichte van de aankomende top verwijst naar een toezegging van 2016 (7 jaar geleden), waarin de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken (de heer Koenders) aangaf open te staan voor een Raad van Europa-top. Waarom heeft het kabinet niet eerder om een RvE-top gevraagd?

De leden van de Volt-fractie lezen dat de kabinetsinzet voor de Top zich onder andere focust op versterking van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Betekent dit ook dat het kabinet zich ervoor inzet dat informele migratiedeals met landen in Afrika worden omgezet in transparante wettelijke afspraken, zodat vluchtelingen en migranten zich kunnen wenden tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens om hun fundamentele rechten te verdedigen?

De leden van de Volt-fractie lezen dat het kabinet bijzondere aandacht heeft voor de regressieve druk op gendergelijkheid en toenemend gendergerelateerd geweld en dat versterking en bevordering van het Verdrag van Istanboel van de RvE een prioriteit is van het kabinet in het kader van de top. Hoe kijkt het kabinet in dit kader naar de conclusie van het in maart verschenen rapport van de Fact Finding Missie van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties over de mensenrechtenschendingen in detentiecentra in Libië? Deze detentiecentra, waarin migranten gemarteld en verkracht worden, staan onder controle van het Libische «Directorate for Combating Illegal Migration», de Libische kustwacht and het «Stability Support Apparatus». Alle drie de genoemde entiteiten hebben technische, logistieke en financiële steun van de EU ontvangen voor het onderscheppen en terugsturen van migranten. Hoe past het financieren van detentiecentra, waarin vrouwen verkracht worden, bij het feministisch buitenlandbeleid van Nederland? Wat doet het kabinet om te voorkomen dat Europees geld gebruikt wordt voor het bekostigen van detentiecentra, waarin vrouwen verkracht worden?

De leden van de Volt-fractie lezen dat het kabinet van mening is dat de RvE een belangrijke rol kan spelen in een mensenrechtenconforme en rechtstatelijke wijze van het bestrijden van georganiseerde criminaliteit. Het kabinet stelt dat in de strijd tegen deze vorm van criminaliteit het van groot belang is dat staten voldoende instrumenten hebben om de samenleving veilig te maken en te houden, en tegelijkertijd weet hebben van de grenzen van diezelfde rechtsstaat en die niet overschrijden. Welke rol ziet het kabinet precies voor de RvE bij het bestrijden van georganiseerde criminaliteit? Doelt het kabinet hier bijvoorbeeld op advies en ondersteuning bij het verruimen van de bevoegdheden van de veiligheidsdiensten?

De leden van de Volt-fractie lezen ook dat naar de aanloop van de top het kabinet specifiek inzet op het vergroten van de mondiale relevantie van de RvE middels het promoten van open instrumenten, zoals het Verdrag van Istanboel en het Cybercrimeverdrag, in derde landen. Maar ziet het kabinet in dat het promoten van gedrag waar Europese lidstaten zich zelf niet aan houden (zoals bijvoorbeeld in het geval van migratiedeals of het feit dat vier lidstaten de EU-ratificatie van het Verdrag van Istanboel niet ondersteunen), in derde landen als hypocriet wordt ervaren? In diezelfde brief schrijft het kabinet immers ook «Gebrekkige of niet-naleving van uitspraken van het EHRM ondermijnen de effectiviteit en geloofwaardigheid van het gehele EVRM-systeem.» Deze leden vragen om een reflectie van het kabinet.

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de toegekomen documenten omtrent de Top in Reykjavik van 16 en 17 mei 2023. Hier zijn nog een aantal vragen over.

Het lid van de BBB-fractie is net als het kabinet van mening dat de Russische agressie tegen Oekraïne volledig onacceptabel is. Westerse landen doen er middels sancties en wapenleveringen dan ook alles aan om de Russen te stoppen. Tot dusver is onduidelijk hoe lang dit nog nodig is. Dat is wat het lid van de BBB-fractie betreft begrijpelijk. Echter is dit lid wel van mening dat een langetermijnvisie ontbreekt. Het lijkt een beetje op: «»Vandaag doen we dit, en morgen kijken we wat dan nodig is»», zo stelt dit lid. Zij zou graag zien dat er in Europees verband wordt gesproken over een langetermijnvisie. Wat gaan wij in welk denkbaar scenario doen en wat staat ons dan te wachten? Is de Minister-President bereid om tijdens de top een langetermijnvisie te agenderen?

Het Verdrag van Istanboel is een belangrijk agendapunt van het kabinet. Het kabinet is voornemens om alle landen op te roepen het verdrag te ratificeren. Het lid van de BBB denkt niet dat landen gelijk overstag gaan bij zo’n Nederlandse oproep. Zij denkt dat bij dit soort oproepen het van groot belang is om dit samen met andere landen te doen om zo de druk op te voeren. Gebeurt dit ook? En, zo niet, is de Minister-President het met het lid van de BBB-fractie eens dat dit wel van belang kan zijn?

Nederland is de tweede voedselexporteur van de wereld en daarmee voeden wij velen mensen. Deze Nederlandse agrarische export gaat voor een groot gedeelte naar de Europese markt. Nu is het volgens het lid van de BBB-fractie natuurlijk feit dat het beleid van dit kabinet minder boeren tot gevolg heeft. En dus is er straks minder om te exporteren. Hierdoor zal de voedselschaarste toenemen. Daarbij komt ook nog eens kijken dat de voedselproductie zich gaat verplaatsen naar plekken elders in de Europese Unie, waar de standaarden ten aanzien van dierenwelzijn en duurzaamheid een stuk lager liggen. Is de Minister-President bereid deze problemen te agenderen op de top en daarbij samen met regeringsleiders te spreken over de gevolgen van dit Nederlandse beleid voor de EU?

II Antwoord/ Reactie van de Minister

III Volledige agenda

  • Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken over de kabinetsinzet t.a.v. de Top van de Raad van Europa van 16–17 mei in Reykjavik (2023D18338)

Naar boven