Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 2023D18410 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 2023D18410 |
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de Geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 12 mei 2023
De voorzitter van de commissie,
Rudmer Heerema
De adjunct-griffier van de commissie,
Prenger
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng VVD-fractie
Inbreng D66-fractie
Inbreng CDA-fractie
Inbreng Volt-fractie
Inbreng BBB-fractie
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Informele Raad Buitenlandse Zaken van 12 mei 2023. Zij hebben hierover de volgende vragen en opmerkingen.
Russische agressie tegen Oekraïne
De leden van de VVD-fractie steunen de lijn van het kabinet gericht op enerzijds het verlenen van zoveel mogelijk steun aan Oekraïne en anderzijds op het verder vergroten van de druk op Rusland om de agressie te beëindigen.
De VVD-fractieleden betreuren dat er nog altijd geen akkoord is over munitieproductie. Kan de Minister toelichten waarom er nog geen akkoord is en op welke punten er nog discussie gevoerd wordt? Elke dag dat dit langer duurt, verslechtert de positie van Oekraïne. Dit kost Oekraïne mensenlevens. Het is daarom van groot belang dat er zo snel mogelijk begonnen wordt met het verhogen van de munitieproductie. Wat gaat de Minister concreet doen om ervoor te helpen zorgen dat er snel een definitief akkoord komt?
De leden van de VVD-fractie steunen de lijn van het kabinet om in te blijven zetten op verdere aanscherping van de sancties tegen Rusland en maatregelen om sanctieomzeiling te bestrijden. Kan de Minister aangeven wat zijn concrete inzet op dit punt gaat zijn tijdens en rondom de Raad Buitenlandse Zaken? Welke aanvullende mogelijkheden ziet de Minister om sanctieomzeiling tegen te gaan?
Met betrekking tot sancties tegen Rusland lijken het steeds dezelfde lidstaten te zijn die dwarsliggen, in het bijzonder Hongarije. Hongarije onderneemt zelfs provocerende activiteiten om de banden met Rusland te versterken. Dit druist in tegen het EU-beleid en de geest van de sancties. Is de Minister bereid om Hongarije hier stevig op aan te spreken? Ziet de Minister mogelijkheden voor de EU om aanvullende (financiële) drukmiddelen in te zetten om deze dwarse houding van Hongarije te ontmoedigen?
China
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat er bij de Raad Buitenlandse Zaken een strategische discussie over China gevoerd zal worden. Sinds het opstellen van de EU strategic outlook in 2019 is de verhouding tussen de EU en China veranderd. China neemt een agressievere rol in op het wereldtoneel en toont zich in toenemende mate een systeemrivaal, een bedreiging voor onze (economische) veiligheid, en een ondermijning van de internationale rechtsorde. Tegelijk is China een belangrijke handelspartner. Nederland en de EU zijn ook sterk afhankelijk van China, in het bijzonder voor kritieke grondstoffen. Het is daarom goed om met EU-partners strategisch na te denken over onze verhouding met China. De veiligheid van de EU en haar lidstaten zou daarbij de grootste prioriteit moeten hebben. Wat vindt de Minister van de prioriteitstelling die het Verenigd Koninkrijk heeft aangebracht: 1) Nationale veiligheid, 2) Versterking samenwerking met partners Indo-Pacific, 3) Samenwerking met China bij wederzijds belang). Is de Minister bereid om ervoor te pleiten dat de EU dezelfde prioriteitstelling hanteert?
China laat duidelijk zien wie haar vrienden zijn, door regimes in Rusland en Iran te steunen. Dit vormt een acute dreiging voor onze veiligheid. Deelt de Minister deze zorg? Is hij net als de leden van de VVD-fractie van mening dat deze dreigingen de noodzaak van een stevige opstelling ten opzichte van China bevestigen? Is hij van plan dit standpunt te uiten tijdens de Raad Buitenlandse Zaken?
China toont zich steeds agressiever ten opzichte van Taiwan. Dit is ook een serieuze dreiging voor de welvaart en economische veiligheid van Nederland en de EU. Is de Minister bereid de noodzaak tot Europese eenheid en Westerse eenheid (EU, VS, JAP, Z-K, AUS etc) ten aanzien van Taiwan te benadrukken? Hoe is de Minister voornemens invulling te geven aan de motie Brekelmans c.s. (21 501-02, nr. 2644)? Onlangs deed Hoge Vertegenwoordiger Borrell de oproep aan Europese landen om militaire patrouilles uit te voeren in de Straat van Taiwan. Wat is hierin het standpunt van Nederland? Steunt Nederland deze oproep? Waarom wel/niet?
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen om de toenemende economische veiligheidsdreigingen vanuit China, in de vorm van onder andere spionage en oneerlijke concurrentie. Hoe apprecieert de Minister het vierledige plan van Commissievoorzitter Von der Leyen voor «de-risking»? De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat het een goede ontwikkeling is dat de Commissie kijkt naar een screeningsmechanisme voor Europese investeringen in China. Deelt de Minister deze positieve grondhouding? Is de Minister bereid om actief voorstellen en ideeën aan te dragen voor dit screeningsmechanisme? Zo nee, waarom niet?
Een andere pilaar uit het plan van Von der Leyen is het verkleinen van kwetsbaarheden en afbouwen van afhankelijkheden. Dit geldt bijvoorbeeld ten aanzien van kritieke grondstoffen en zeldzame aardmetalen. De EU heeft hiervoor een goed plan op papier opgesteld (Critical Raw Materials Act), het gaat nu om de implementatie. Is de Minister bereid om aan te dringen op concrete voortgang? En daarbij te benadrukken dat meer toegang tot grondstoffen leidt tot lastige dilemma’s (t.a.v. milieu, arbeidsstandaarden, corruptie), maar dat het nodig is om hierover knopen door te hakken? Welke inbreng wil de Minister hierop leveren tijdens de Raad Buitenlandse Zaken? En is hij bereid om hierover het gesprek aan te gaan met collega Ministers uit andere EU-landen?
Tot slot, wat is het standpunt van de Minister ten aanzien van het eventueel activeren van het Europees-Chinese Investeringsverdrag (Comprehensive Agreement for Investment)?
Inbreng leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken van 12 mei 2023. Zij hebben nog enkele vragen over de crisis in Soedan, de Nederlandse inzet rond de oorlog in Oekraïne, het EU-Chinabeleid en Tunesië.
Soedan
De leden van de D66-fractie hebben waardering voor de uitgevoerde evacuatievluchten en zijn de betrokken medewerkers van Defensie en Buitenlandse Zaken erkentelijk. In hoeverre zijn nu alle Nederlanders die wilden vertrekken ook daadwerkelijk meegekomen? Was het voor het lokale personeel van de ambassade (inclusief hun directe gezin) toegestaan mee te evacueren? Zo nee, waarom niet? Tegelijkertijd hebben de leden van de D66-fractie met grote zorg kennisgenomen van het bericht dat er Soedanese paspoorten liggen in de verlate Nederlandse ambassade in Khartoem, waardoor de eigenaren het land niet kunnen ontvluchten.1 Nederland draagt de volledige verantwoordelijkheid voor het feit dat de getroffenen het geweld nu niet kunnen ontvluchten. De leden dringen erop aan dat Nederland met de hoogste prioriteit ervoor zorgt dat deze paspoorten worden geretourneerd of de getroffenen ondersteunt bij hun vlucht. Graag een reactie. Hoeveel paspoorten liggen naar weten van de Minister nog in de ambassade? Welke stappen gaat de Minister ondernemen om de paspoorten te retourneren? Als blijkt dat dit op korte termijn niet mogelijk is, welke alternatieven zijn er dan volgens de Minister om de getroffenen te ondersteunen bij hun vlucht, bijvoorbeeld door actieve coördinatie met buurlanden van Soedan?
De leden van de D66-fractie zien dat meer landen met hetzelfde probleem kampen, waaronder Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Spanje.2 Er zou daarom internationale samenwerking opgezocht moeten worden om dit probleem met de grootste urgentie op te lossen. Heeft de Minister al gesproken met buitenlandse collega’s over dit onderwerp? Welke oplossingen dragen zij aan? Hoe zou een internationale samenwerkingsoperatie om de getroffenen op de zeer korte termijn te helpen er volgens de Minister uit kunnen zien?
De leden van de D66-fractie hechten er zeer grote waarde aan dat de mogelijkheid op herhaling van dit ongeval bij alle ambassades in de toekomst wordt uitgesloten. Het innemen van paspoorten kan duidelijk leiden tot onuitlegbare situaties. Hoe gaat de Minister het beleid op de Nederlandse ambassades rond het innemen van paspoorten veranderen om deze situatie in te toekomst te voorkomen?
Russische agressie Oekraïne
De leden van de D66-fractie hechten de grootste waarde aan blijvende ruimhartige steun aan Oekraïne. Zij zijn daarom verheugd dat de motie van de leden Sjoerdsma en Brekelmans, die oproept om met bondgenoten te starten met het trainen van Oekraïense militairen voor geavanceerde Westerse wapensystemen,3 recent met grote meerderheid is aangenomen. De leden vragen zich af hoe de Minister uitvoering gaat geven aan deze motie? Oekraïne heeft meermaals duidelijk gemaakt dat gevechtsvliegtuigen bij de meest noodzakelijke wapensystemen horen in de voortgang van de oorlog, en heeft een direct beroep op Nederland gedaan voor de levering van de oude Nederlandse F-16’s. Het is daarom van groot belang om tijdig te beginnen met het trainen van Oekraïense F-16-piloten. Dat behoort tot de meest waardevolle steun die we Oekraïne nu kunnen bieden. De leden zijn daarom blij te horen dat de VS recent is begonnen aan evaluaties met twee Oekraïense piloten om te komen tot F-16-trainingen.4 Gaat het kabinet, in lijn met de motie Sjoerdsma/Brekelmans, nu beginnen met het trainen van Oekraïense F-16-piloten?
De leden van de D66-fractie zijn erg negatief gestemd over het bericht dat er nog steeds geen definitief besluit is genomen over de voorwaarden waaronder de gezamenlijke inkoop en levering van munitie zal plaatsvinden. In Oekraïne woedt de oorlog door, lijkt Oekraïne zich op te maken voor een offensief en wordt de urgentie van de levering van munitie alleen maar groter. Ondertussen zorgen Europese onenigheid en het eigenbelang van lidstaten met een grote defensie-industrie voor het uitblijven van tijdige en daadkrachtige steun. Het aanhoudende dwarsliggen van Frankrijk, ten behoeve van de eigen defensie-industrie, is een verstoring van de solidariteit jegens Oekraïne. Gaat de Minister zijn Franse collega hierop aanspreken, haar vragen wat zij hoopt te bereiken met aanhouden vertraging van belangrijke steun, en haar vragen opnieuw oog te hebben voor Oekraïne in plaats van de eigen defensie-industrie?
De leden van de D66-fractie zijn blij te lezen dat het kabinet zich blijft inzetten voor verdere aanscherping van de sancties tegen Rusland. Het Europese sanctieregime tegen Rusland zou volgens deze leden nog veel krachtiger moeten zijn. De leden zien het prijsplafond op Russische olie als een belangrijk onderdeel van een aangescherpt sanctiepakket. Gaat de Minister zich hardmaken voor het verlagen van het prijsplafond op Russische olie? Terwijl Europa in rap tempo van het Russische olie en gas afkomt, zijn verschillende Russische banken nog toegelaten tot SWIFT om het inkopen van Russische olie en gas te faciliteren. Gezien de SWIFT-blokkade bij uitstek een van de meest effectieve sanctiemiddelen is, wordt het volgens de leden van de D66-fractie tijd om deze maatregel uit te breiden naar alle Russische banken. Gaat de Minister zich er in EU-verband hard voor maken om de SWIFT-blokkade nu eindelijk te voltooien, door deze maatregel uit te breiden naar alle Russische banken?
De leden van de D66-fractie zien de internationale inspanning om Rusland en Poetin als agressor van deze oorlog ter verantwoording te roepen als een grote prioriteit voor Nederland. Het is van groot belang de inspanning van het Internationaal Strafhof onder de aandacht te houden en lidstaten op te roepen de internationale inspanning actief te blijven ondersteunen. Gaat de Minister hier in de Raad Buitenlandse Zaken toe oproepen?
Daarnaast maken de leden van de D66-fractie zich grote zorgen over de importrestricties op graan uit Oekraïne die verschillende Oost-Europese lidstaten hebben opgeworpen. Gaat de Minister deze lidstaten aanspreken op het belang van blijvende ondersteuning en solidariteit jegens Oekraïne? En tevens op het feit dat hun handelen in strijd is met de regels van de interne markt? De lidstaten die deze restricties opwerpen hebben voorgesteld om het Oekraïens graan in te kopen voor het VN Wereldvoedselprogramma. Op die manier zou overtollig graan uit Oekraïne ten goede kunnen komen aan landen met voedseltekorten. Hoe kijkt de Minister aan tegen deze oplossing?
China
De leden van de D66-fractie hebben met grote zorgen kennisgenomen van de uitspraken van de Chinese ambassadeur in Frankrijk, Lu Shaye, dat voormalige Sovjetrepublieken geen soevereine status hebben onder internationaal recht. Iemand met dergelijke verwerpelijke en extreme denkbeelden verdient geen plek in het Europese diplomatieke circuit. Zeker omdat dit niet alleen een duidelijke positiebepaling is wat betreft de Russische agressieoorlog in Oekraïne, maar ook de soevereiniteit van meerdere EU-lidstaten in twijfel trekt. De IPAC heeft recent een brief gepubliceerd, ondertekend door 79 Europese parlementariërs, met de oproep om de ambassadeur persona non grata te verklaren.5 Gaat de Minister ertoe oproepen om een dergelijk statement ook in EU-verband te maken?
De leden van de D66-fractie zien een steeds assertiever China, dat in een veranderende wereldorde steeds centraler probeert te staan. Dat vraagt om een krachtige en eenduidige reactie vanuit Europa, en een herijking van het EU-Chinabeleid. De leden van de D66-fractie delen de mening van de Europese Commissie dat veiligheid daarin voortaan het eerste uitgangspunt moet zijn. Hoe zou een herijkt Chinabeleid er volgens dit kabinet uit moeten zien? De leden zijn er positief over gestemd dat het kabinet net als de Europese Commissie in wil zetten op de-risking van de economische banden met China. Hoe ziet de Minister Chinabeleid gericht op de-risking praktisch voor zich?
De leden van de D66-fractie zijn blij te lezen dat het kabinet China’s positiebepaling omtrent de Russische oorlog in Oekraïne van grote invloed acht op de EU-Chinarelatie. Eerder werd al bekend dat Chinese bedrijven wapens hebben geleverd aan Rusland. Waar de VS toen direct ingreep met sancties, bleef Europa achter. Wat zijn volgens de Minister duidelijke rode lijnen wat betreft de Chinese positiebepaling jegens Rusland? Wanneer zou de EU moeten reageren met sancties? Hoe reflecteert de Minister op het recente bezoek van Xi aan Poetin?
De leden van de D66-fractie achten het van groot belang een krachtig en eenduidig signaal af te geven dat de EU achter Taiwan staat en dat Chinese agressie jegens Taiwan een prijs zal hebben. Gaat de Minister hiertoe oproepen bij de komende Raad Buitenlandse Zaken? Kan de Minister duidelijk maken wat volgens dit kabinet de prijs moet zijn voor China als het over zou gaan op agressie jegens Taiwan?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de oproep van HR Borrell om in EU-verband patrouilles te organiseren in de Straat van Taiwan. Dergelijke steun aan Taiwan zou een krachtig signaal afgeven. Hoe kijkt de Minister aan tegen dit voorstel?
De leden van de D66-fractie zijn zeer kritisch op lidstaten die oproepen om het investeringsverdrag met China nieuw leven in te blazen. De leden brengen graag in herinnering dat meerdere parlementariërs in de EU, waaronder binnen de D66-fractie, worden gesanctioneerd door China. Zij brengen in herinnering dat de aanhoudende genocide op de Oeigoeren in China en het aandeel van Oeigoerse dwangarbeid in Chinese productie zich niet goed verhouden met het sluiten van een investeringsverdrag. Bovendien zou een dergelijk verdrag alleen gesloten kunnen worden, zolang gelijke markttoegang daarin wordt gegarandeerd. Kan de Minister verduidelijken wat het kabinetsstandpunt is jegens het investeringsverdrag? Gaat hij collega’s die oproepen om het verdrag nieuw leven in te blazen herinneren aan de Chinese sancties jegens Europese parlementariërs en de genocide jegens Oeigoeren?
Tunesië
De leden van de D66-fractie zien in de terugblik op de Raad Buitenlandse Zaken van 24 april jl. niets terugkomen over Tunesië. Terwijl de situatie voor migranten in Tunesië zeer urgent is en hier in het afgelopen commissiedebat over de Raad Buitenlandse Zaken van de commissie Buitenlandse Zaken uitgebreid over is gesproken. Kan de Minister uiteenzetten wat er in de Raad Buitenlandse Zaken van 24 april jl. is besproken over de situatie in Tunesië?
Inbreng leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 11 en 12 mei 2023. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen.
Russische agressie jegens Oekraïne
De leden van de CDA-fractie ondersteunen de inzet van de regering jegens de oorlog in Oekraïne. Deze leden zien dat Nederland één van de voortrekkers in de Europese Unie is wat betreft de steun aan Oekraïne. Tegelijkertijd betekent dat ook dat er nog een aantal lidstaten aarzelen en (fors) minder militaire, financiële en humanitaire steun verlenen aan Oekraïne. Wordt over deze discrepantie in Europees verband gesproken vragen deze leden. En waar komt deze terughoudendheid vandaan en is het mogelijk om de zorgen op Europees niveau te ondervangen?
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd naar de voortgang van de gezamenlijke munitie inkoop door de Europese Unie.
De leden van de CDA-fractie zijn geschrokken van het Poolse verbod op de invoer van graan en ander voedsel uit Oekraïne. Deze leden zijn benieuwd of dit wordt besproken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken en wat de Nederlandse inzet is op dit onderwerp.
De leden van de CDA-fractie lezen dat er voor de derde keer een Nederlands forensisch en opsporingsteam in Oekraïne aan de slag is gegaan om onderzoek te doen naar oorlogsmisdaden. Nederland laat op deze wijze zien dat het zich serieus hard maakt voor accountability en de roep om gerechtigheid niet alleen met de mond belijd. Deze inzet is niet zonder risico en de leden van de CDA-fractie willen via deze weg het FO-team danken voor hun inzet en hen veel succes wensen.
China
De leden van de CDA-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat Europese Commissievoorzitter Von der Leyen recent een aankondiging heeft gedaan voor de uitwerking van een Europese economische veiligheidsstrategie. Deze leden juichen dit initiatief toe en worden graag op de hoogte gehouden van de voortgang, en Nederlandse inzet in de uitwerking, van deze strategie.
De leden onderschrijven de noodzaak om als EU als eenheid te opereren richting China. Dit onderwerp is recent ook uitgebreid besproken in het Europees Parlement. Hoe reflecteert de regering op de diverse bezoeken van EU leiders aan China de afgelopen maanden (Spaanse premier, Duitse bondskanselier Scholz, Franse president Macron en Commissievoorzitter Von der Leyen)? Droegen zij allen dezelfde verhaal uit? En zo nee, hoe gaat de Europese Unie zorgen voor een eenduidig, stevig Europees Chinabeleid, waarin nationale economische belangen op de korte termijn niet meer de boventoon voeren op lange termijn strategische belangen?
Op 25 april jongstleden presenteerde de Britse Minister van Buitenlandse Zaken de kernpunten van het Britse Chinabeleid. Door nationale veiligheid voorop te stellen en samenwerking met China pas als derde te noemen vaart het Verenigd Koninkrijk een meer kritische koers dan de EU, waar partnerschap nog op de eerste plaats staat. De leden van de CDA-fractie vragen de regering om een eerste reactie te geven op deze Britse Chinastrategie.
Inbreng leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Informele Raad Buitenlandse Zaken van 11 en 12 mei en hebben daar nog enkele vragen over.
De leden lezen dat een herijking van het Europese China-beleid op de agenda staat. De leden juichen dit toe en stellen dat een sterk en onafhankelijk Europa weet in wat voor een wereld het wil leven en welke rol China en de EU daarin zouden kunnen spelen. Een sterk Europa bepaalt welke richting het op wil en welke acties daar aan bijdragen.
De leden hebben gelezen dat voorafgaand aan de Raad Buitenlandse Zaken van april, Hoge Vertegenwoordiger Borrell voor Europese maritieme patrouilles in de Straat van Taiwan pleitte. Hoe is dit voorstel door Nederland en de andere EU-lidstaten ontvangen? Interpreteert de Minister deze uitspraak als een voorstel om enkel een signaal aan China te geven dat de EU opkomt voor het internationaal recht en voor vrijhandel? Of interpreteert de Minister de uitspraak van Borrell als een oproep aan de lidstaten om met hun marine in de Straat van Taiwan aanwezig te zijn om de vrijheid van navigatie te garanderen? Is het doel van de EU om de stabiliteit en de veiligheid in de regio te versterken of om Taiwan uit de handen van de Chinese regering te houden?
De leden vragen zich af of de Minister het pleidooi van Michael D. Swaine in The Diplomat van 23 januari jl. heeft gelezen.6 Hierin stelt de heer Swaine onder andere dat een beleid gericht op militaire afschrikking eerder een oorlog met China over Taiwan aanwakkert dan voorkomt. De leden vragen de Minister om een appreciatie van dit pleidooi van de heer Swaine. Uit dit pleidooi van één van de meest prominente Amerikaanse analisten op het gebied van Chinese veiligheidsstudies blijkt dat het sturen van Europese maritieme patrouilles in de Straat van Taiwan niet de stabiliteit en de veiligheid van de regio versterkt. Het zou wel kunnen voorkomen dat Taiwan in handen van China de regering komt. Welke afweging maken de Minister en zijn Europese collega’s en op welke waarden is deze afweging gebaseerd? En hoe wordt dit Europees afgestemd en gecoördineerd?
De leden lazen in het verslag van de Europese Raad van oktober vorig jaar dat veel lidstaten de drieslag partner, concurrent en systeemrivaal nog steeds relevant achten voor het Europese China-beleid, maar daarbinnen meer nadruk willen leggen op het beschermen van onze waarden en belangen. Maar welke keuze maakt de Minister wanneer het beschermen van onze waarden (o.a. bijdragen tot vrede en veiligheid) in strijd is met onze belangen (de toelevering van geavanceerde chips, het tegenhouden van de groeiende Chinese economische en politieke macht)?
Commissievoorzitter Von der Leyen stelt dat de EU in reactie op het steeds assertievere Chinese buitenlandbeleid niet de banden met China moet verbreken (ontkoppeling), maar de risico’s voor Europese economische en nationale veiligheid moet verkleinen. De leden stellen dat ontkoppeling inderdaad niet wenselijk, maar tevens ook onmogelijk is (zonder Europa terug te laten vallen naar een veel minder geavanceerde en duurzame samenleving). Is de Minister het met de leden eens dat de risico’s voor Europese economische en nationale veiligheid verkleind kunnen worden door de Chinese afhankelijkheden van Europa te identificeren en te versterken? De leden hebben tijdens het begrotingsdebat in november de Minister verzocht om een lijst van de Chinese strategische afhankelijkheden van Europa. Wanneer kunnen de leden die lijst verwachten?
De leden vinden het anti-dwanginstrument een goede stap richting betere coördinatie van het buitenlandbeleid van de lidstaten. Wat de leden van de Volt-fractie betreft zal verdere Europese integratie met uiteindelijk een Europese Minister van Buitenlandse Zaken en een Europees leger dit anti-dwanginstrument op den duur overbodig maken.
Om de risico’s voor Europese economische en nationale veiligheid te verkleinen, stelt Von der Leyen ook nieuwe maatregelen voor om het weglekken van gevoelige technologieën tegen te gaan. Deze leden stellen dat een focus op het weglekken van gevoelige Europese technologieën zonder het benoemen van het risico van de komst van Chinese geavanceerde technologieën naar de Europese markt, een achterhaalde kijk op de technologische ontwikkelingen in China is. Is de Minister zich er bijvoorbeeld van bewust dat Chinese industriële schoonmaakrobots geavanceerder zijn dan de Europese merken op de markt? Dat deze Chinese merken op den duur Europese merken uit de markt kunnen drukken? Dat deze robots in openbare ruimtes worden gebruikt en dat de robots gebruik maken van camera’s om hun route te bepalen, maar dat er niet of nauwelijks controle is op waar de verzamelde data wordt opgeslagen? Is de Minister zich er ook van bewust dat China the place to be is voor Europese automerken voor het ontwikkelen en testen van V2X-technologie (oftewel technologie waarmee voertuigen kunnen communiceren met andere voertuigen en met verkeersinfrastructuur)? En dat alle Europese automerken samenwerkingen zijn aangegaan met Chinese AI-bedrijven om mee te kunnen gaan met de nieuwste ontwikkelingen? Is de Minister het met deze leden eens dat de EU ook aandacht moet hebben voor geavanceerde Chinese technologie die op basis van eerlijke marktwerking Europese merken de Europese markt uit kan concurreren? En dat dit grote gevolgen kan hebben voor de Europese economische en nationale veiligheid? Welke beleidsmaatregelen worden er genomen?
De Europese Commissie onderzoekt op dit moment of een nieuw instrument nodig is om Europese investeringen in gevoelige technologieën in het buitenland te screenen. De leden vragen de Minister om zijn collega’s ook het dilemma voor te leggen van industrieën waarvoor China voordelen heeft ten opzichte van Europa en het dus noodzakelijk is voor Europese bedrijven om de samenwerking aan te gaan om bij te blijven met de nieuwste ontwikkelingen. De tijd waarin Chinese bedrijven naar Europa en de VS kwamen om over de nieuwste technologieën te leren en niet andersom, is namelijk voorbij. De leden verzoeken de Minister daarom om de uitdaging met betrekking tot economische veiligheid in onze relatie met China niet eenzijdig te bekijken.
In datzelfde licht vragen deze leden de Minister om de uitwisseling van ideeën en academische vrijheid hoog in het vaandel te houden. Zij zorgen voor vooruitgang. Is de Minister bekend met het artikel «The U.S.-China Brain Drain» van Ethan Morales van februari 2021 in de Berkeley Political Review?7 Hierin legt Morales uit dat Chinese studenten de ruggengraat van de Amerikaanse tech-industrie waren. «Waren» want het beleid van Trump en nu Biden zorgt ervoor dat er veel minder Chinese studenten naar de VS komen. Zo’n 60 procent van de meest belovende studenten wereldwijd studeerden in de VS, waarvan 29 procent hun bachelordiploma in de China hadden gehaald. 56 procent van deze veelbelovende Chinese studenten vestigden zich daadwerkelijk in de VS na het afronden van hun studie. Dat was zowel een klap in het gezicht voor China, als een economisch en technologisch voordeel voor de VS. Maar het anti-China beleid van Trump en Biden heeft ervoor gezorgd dat er veel minder Chinese studenten naar de VS komen.
Deze leden stellen dat er voorzorgsmaatregelen genomen moeten worden tegen economische spionage en dat dit met name geldt voor spin-offs die op een universiteit actief zijn. Voor het volgen van college en de samenwerking met Nederlandse studenten in universitaire laboratoria zouden echter geen restricties op basis van etniciteit gemaakt mogen worden. Academische vooruitgang is juist gebaseerd op het delen van informatie en het voortbouwen op de ideeën van anderen. We staan wereldwijd voor enorme opgaven waaronder de aanpassingen die we moeten maken om met de gevolgen van klimaatverandering te kunnen leven en de ontwikkelingen op het gebied van AI die we in goede banen moeten zien te leiden. Hoe meer we internationaal samenwerken op deze gebieden, hoe makkelijker we tot internationale afspraken kunnen komen.
De EU is er niet bij gebaat om de samenwerking met Chinese academici te minimaliseren en zou zelfs kunnen profiteren van het feit dat het voor Chinese studenten extreem moeilijk is geworden om een visum voor de VS te krijgen. Hoe kijkt de Minister hier naar? En is juist zoiets als het beschermen van de Europese Unie tegen economische spionage, maar ook het stimuleren van economische vooruitgang door de uitwisseling van ideeën niet een onderwerp om op Europees niveau te coördineren en vast te leggen in beleid?
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken in april jl. is er ook gesproken over de uitvoering van het EU-actieplan inzake de geopolitieke gevolgen van Ruslands agressie. De leden lezen in het verslag van deze RBZ dat het doel van het plan is om de EU-partnerschappen over de hele wereld te versterken door politieke en economische betrokkenheid en via het Global Gateway-initiatief. Het Global Gateway-initiatief werd eerder ook gepresenteerd als antwoord op het succes van het Chinese Belt and Road Initiative. Maar er zijn een aantal problemen met het Global Gateway-initiatief. Zo worden fondsen die al bestemd waren voor ontwikkelingshulp opnieuw toegewezen aan projecten binnen het Global Gateway-initiatief. Vervolgens concentreert het initiatief zich op het mobiliseren van extra financiering uit de particuliere sector en samenwerkingen met onder andere grote agro-bedrijven. Hoe zorgen de Minister en zijn collega’s ervoor dat het geld het platteland in Afrika bereikt, waar meer dan de helft van de Afrikaanse bevolking leeft?
Hoe zorgen de Minister en zijn collega’s ervoor dat de zorgen van de mensen in de Global South daadwerkelijk worden geadresseerd? Zijn de Minister en zijn Europese collega’s bijvoorbeeld bereid om tot de kern van de voedselcrisis te komen? Von der Leyen riep op om de voedselproductie te verhogen en lijkt daarbij niet te erkennen dat honger geen productieprobleem is. Vijftig procent van de mensen die met honger te maken hebben, zijn kleinschalige boeren. De huidige voedselcrisis is een toegangscrisis. De EU zal meer moeten doen om de structurele oorzaken van honger, zoals: oneerlijke handelspraktijken, voedsel dat als krachtvoer wordt gebruikt voor de enorme vleesproductie en -consumptie in de EU en de CO2-uitstoot die de droogte in de Hoorn van Afrika verergert. De leden vragen de Minister daarom om er bij zijn Europese collega’s op aan te dringen om daadwerkelijk de behoeften van de mensen in de Global South te adresseren om zo bestendige partnerschappen op te bouwen. Quick fixes waarbij het leiderschap van een land verdient aan een groot project gefinancierd door de EU kunnen snelle mooie resultaten op papier opleveren, zoals bijvoorbeeld meer steunbetuigingen bij een volgende VN-resolutie over de Russische agressie in Oekraïne. Maar deze zullen de positie van de EU in de wereld niet verstevigen. Is de Minister het met de leden eens dat structurele veranderingen in de relatie tussen het globale Noorden en Zuiden (waarbij de behoeften van de mensen in het Zuiden door de EU geadresseerd worden) nodig zijn om een serieus tegenwicht te bieden tegen de groeiende Chinese invloed in bijvoorbeeld Afrika?
De wereldorde verschuift momenteel van een hegemoniale macht, naar een multipolaire wereldorde. Dat betekent dat er verschillende regionale machtscentra ontstaan. China is één van die machtscentra. Het is niet in het voordeel van de EU – noch ligt het in de mogelijkheid van de EU – om te voorkomen dat China zo’n regionaal machtscentrum wordt. Wat de EU wel zou kunnen doen, is het stimuleren van de ontwikkeling van meerdere regionale machtscentra. Wanneer er op het Afrikaanse continent een sterk regionaal machtscentrum ontstaat (bijvoorbeeld door de rol van de Afrikaanse Unie te versterken) dan hoeft de EU niet te concurreren met China, de VS en eventueel andere grootmachten om invloed in de regio. De EU hoeft dan ook niet te vrezen dat andere grootmachten te veel invloed krijgen in een regio die aan Europa grenst. Datzelfde geldt voor Centraal Azië. Ten tijde van de oude zijderoute was Centraal Azië een belangrijk economisch machtscentrum. China sloot relatief laat aan bij de Zijderoute dat Europa met Centraal Azië verbond. Wanneer Centraal Azië weer een zelfstandig regionaal machtscentrum wordt, dan perkt die ontwikkeling op een natuurlijke manier de reikwijdte van China als regionaal machtscentrum in. Met de Russische agressie in Oekraïne ligt er een window of opportunity van Centraal Aziatische landen die minder afhankelijk willen worden van Rusland en de samenwerking met Europa en China zoeken. Ziet de Minister deze mogelijkheden ook om de groeiende invloed van China in te dammen zonder opnieuw de Europese controle over deze gebieden te hoeven versterken? Kan het stimuleren van meerdere regionale machtscentra in de Global South een onderdeel zijn van het Europese beleid om de EU-partnerschappen over de hele wereld te versterken?
Inbreng van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB heeft kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken en het bijgevoegde document. Hier zijn nog een aantal vragen over.
In de nogal summiere agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 12 mei aanstaande valt te lezen dat Oekraïne en China op de agenda staan. Tot op heden neemt China geen hard standpunt in tegenover de Russische agressie. Hoe kijkt de Minister naar het 12 puntenplan gepresenteerd door China? Is er in Europa bereidheid tot overleg met China om samen druk te zetten op Rusland om de oorlog in Oekraïne te beëindigen?
De BBB is van mening dat de Russische agressie tegen Oekraïne volledig onacceptabel is. Omdat het 12-puntenplan van China niet erg concreet is, kan de Europese Unie zelf ook een puntenplan opstellen. Hierin kan Europa verduidelijken welke uitkomst van de oorlog voor ons acceptabel is, deze duidelijkheid helpt ook bij draagvlak voor steun aan Oekraïne in de oorlog. Is de Minister ertoe bereid om in de Europese Unie te kijken of er draagvlak is voor een Europees (punten)plan?
De BBB zal de wapenleveranciers blijven steunen om de Russische agressie tegen te gaan. Tot dusver is onduidelijk hoelang deze leveranties nog nodig zijn. Dit is begrijpelijk. Echter is het lid van de BBB van mening dat een scherpe lange termijnvisie ontbreekt. Is de Minister bereid om tijdens de Raad te kijken om als Europese Unie een langetermijnvisie, en daarin verschillende scenario’s voor het verloop van de oorlog in Oekraïne, uiteen te zetten?
China is tot op heden niet het braafste jongetje van de klas als het gaat om mensenrechten. Vooral de Oeigoeren in China hebben het zwaar. Helaas houden wereldleiders zich vaak afzijdig. Echter zijn de geluiden zeer schrijnend en zorgwekkend. Is de Minister bereid om deze kwestie tijdens de Raad aan de kaak te stellen? Het zou een positieve ontwikkeling zijn als de Europese Unie in gesprek gaat met China over deze kwestie. Is de Minister bereid om hiervoor draagvlak te zoeken in de Raad?
Nog niet erg lang geleden kwam naar buiten dat er Chinese politiebureaus gevestigd zaten in Nederland om Chinese staatsburgers in de gaten te houden. Gelukkig zijn deze Chinese politiebureaus nu gesloten. Toch kan het wel zo zijn dat de Chinese autoriteiten zijn staatburgers (die ook een Nederlands paspoort bezitten) in Nederland in de gaten houdt. Zijn hier bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken signalen over?
Tot op de dag vandaag zet China druk op Taiwan. Helaas in de zwaarste vorm, militair. Begin april heeft China nog militaire oefeningen gehouden bij Taiwan. Volgens het Taiwanese Ministerie van Defensie werden toen zo’n 70 Chinese toestellen rond het eiland waargenomen. Wordt deze dreiging ook besproken onder de Europese Ministers?
Deze dreiging van China richting Taiwan is betreft het lid van de BBB zorgelijk. Gelukkig wordt dit gedeeld in de Europese Unie. Echter houdt de Europese Unie zich heel stil rond dit conflict. Belangrijke aspecten van deze kwestie blijven in grijs gebied. Wat is de strategie om China te weerhouden van verdere militaire activiteiten? Wat is de strategie als China besluit tot een inval? Duidelijkheid en transparantie zorgt door draagvlak. Is de Minister bereid om in de Raad aandacht te vragen voor boven gestelde vragen? Is de Minister daarbij ook bereid om een leidende rol te nemen in het opstellen van een strategie in Europees verband?
Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 11–12 mei 2023. 2023Z07722 – Brief regering d.d. 26-04-2023, Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Algemeen Dagblad, 28 april 2023, https://www.ad.nl/buitenland/soedanezen-kunnen-niet-vluchten-paspoorten-liggen-op-gesloten-nederlandse-ambassade~a7ca7814/.
Aljazeera, 29 april 2023, https://www.aljazeera.com/news/2023/4/29/sudanese-stuck-as-passports-locked-in-abandoned-western-embassies.
CNN, 6 maart 2023 https://edition.cnn.com/2023/03/05/world/us-ukraine-f16-pilots-intl-hnk/index.html.
https://ipac.global/ipac-letter-to-minister-for-europe-and-foreign-affairs-catherine-colonna/.
The Diplomat, 23 januari 2023, What the US Gets Wrong About Taiwan and Deterrence – The Diplomat.
Berkeley Political Review, 1 februari 2021, The U.S.-China Brain Drain – Berkeley Political Review.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2023D18410.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.