2023D11255 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over zijn brief van 21 februari 2023 inzake zijn reactie op het verzoek van de commissie over een petitie van het LAKS inzake de examens in het voortgezet onderwijs in 2023 (Kamerstuk 31 289, nr. 532).

De voorzitter van de commissie,

Michon-Derkzen

De adjunct-griffier van de commissie,

Arends

Nr

Vraag

   

1

Kunt u uitleggen waarom u denkt dat de omstandigheden het toelaten dat dit jaar al getoetst kan worden zoals vóór de coronamaatregelen? Heeft u rekening gehouden met het feit dat de huidige eindexamenleerlingen juist het langst last hadden van de lockdown?

2

Heeft u in beeld wat de argumenten zijn die leraren aandragen om «zo snel mogelijk terug naar normaal» te gaan en bent u het met hen eens?

3

Zijn er verschillen tussen havo, vwo en mbo eindexamenkandidaten wat betreft het inhalen van de achterstanden?

4

Kunt u aantonen hoe fulltime digitaal onderwijs zoveel stress kan veroorzaken bij de jeugd? Zo nee, wilt u dit onderzoeken, alsmede de risico’s van het digitale onderwijs dat het met zich meedraagt?

5

Wat maakt het zo veelbetekenend dat het cohort 2023 een volledig schooljaar heeft zonder vorm van algehele schoolsluitingen, terwijl er wel meer lesuitval zal zijn geweest dan in de tijd vóór corona doordat de ziekte zich nog wel verspreidde? Heeft u een volledig overzicht van de mate van ziekteverzuim bij onderwijzend personeel op de scholen voor voortgezet onderwijs per regio?

6

Hoe weegt u de constatering van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs1 dat het huidige cohort examenleerlingen potentieel evenveel achterstanden heeft opgelopen als de leerlingen in de vorige twee jaren? Hoe weegt u de constatering dat voor de vmbo-examenleerlingen geldt dat ze vanaf het eerste jaar van hun schoolloopbaan (maart schooljaar 2019/2020) tot aan hun examenjaar enkel schooljaren hebben gekend met coronamaatregelen?

7

Welk gewichten geeft u precies aan de historische N-term en het oordeel van docenten over de moeilijkheidsgraad bij de bepaling van de N-termen in dit examenjaar? Welke overwegingen liggen ten grondslag aan deze gewichten? Of berust de bepaling van de N-termen wellicht op nattevingerwerk?

8

Wat zijn nog altijd de gevolgen van corona voor het welbevinden en de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen die na tweeëneenhalf jaar corona-onderwijs in het examenjaar zijn beland? Welke onderzoeken liggen daaraan ten grondslag?

9

In hoeverre zijn financiële redenen leidend geweest voor de keuze om niet een extra herkansing aan te bieden?

10

In hoeverre zijn uitvoeringstechnische redenen leidend geweest voor de keuze om niet een extra herkansing aan te bieden?

11

In hoeverre is er gekeken naar wat goed is voor de leerling in plaats van financiële of uitvoeringstechnische redenen bij de keuze om niet een extra herkansing aan te bieden?

12

Is het op dit tijdstip van het schooljaar nog mogelijk om een extra herkansing te regelen (los van of dat uitvoeringstechnisch of financieel wenselijk is)?

13

Is het nog mogelijk om spoedregelgeving te maken voor het bieden van een extra herkansing?

X Noot
1

Parlisnummer: 2023D08920 van 6 maart 2023.

Naar boven