2023D07330 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris voor Defensie over de B-brief project «Vervanging initiële vliegeropleidingscapaciteit» (Kamerstuk 27 830, nr. 384).

De voorzitter van de commissie,

De Roon

De adjunct-griffier van de commissie,

Goorden

Nr

Vraag

   

1

Wanneer verwacht u dat het contract en de oproep tot het indienen van voorstellen worden gepubliceerd?

2

Is in de B-fase gekeken naar de mogelijkheden voor het bijdragen van de Nederlandse industrie? In hoeverre zal participatie van Nederlandse industrie een rol spelen bij de uiteindelijke toekenning en hoe wordt dit beoordeeld?

3

Is er voor de vervanging van de PC-7 vloot gekeken naar mogelijkheden voor logistieke ondersteuning uit de Nederlandse industrie, zoals gedaan wordt door de kustwacht op het gebied van onderhoud? Kunt u aangeven welke mogelijkheden er hier zijn en wat dit zou betekenen voor de kosten en de druk op Defensiepersoneel?

4

Ziet u mogelijkheden om dit verwervingsprogramma uit te breiden buiten de initiële vliegeropleiding om een brug te slaan naar de gevorderde opleiding? Overweegt u een vliegtuigplatform dat ook geschikt is voor latere opleidingsfasen?

5

Wanneer u het heeft over commercial off-the-shelf (COTS)-verwerving, betekent dit dan de daadwerkelijke aanschaf van een nieuw lesvliegtuig of worden opties zoals lease en outsourcing, zoals ook genoemd in de A-brief, nog overwogen?

6

Wat is tijdens de onderzoeksfase naar voren gekomen over de mogelijkheden ten aanzien van lease? Wat zijn de gewenste voorwaarden voor een eventueel leasemodel?

7

Wat is tijdens de onderzoeksfase naar voren gekomen over de mogelijkheden ten aanzien van outsourcing? Wat zijn de gewenste voorwaarden eventueel outsourcen?

8

Wat zijn de verwachtingen op het gebied van duurzaamheid van de nieuwe Elementaire Militaire Vlieger Opleiding (EMVO)? Hoe lang zullen bijvoorbeeld de nieuwe lesvliegtuigen meegaan? Wanneer zouden de nieuwe lesvliegtuigen en overige leermiddelen de End-Life-Of-Type gaan bereiken? Wat is het tijdpad voor de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid voor dit project, zoals het brandstofgebruik?

9

Wanneer u schrijft om bij voorkeur bij één partij aan te besteden, heeft dit dan betrekking op de simulatoren en overige grondgebonden leermiddelen of valt hier ook het lesvliegtuig onder?

10

Is het mogelijk om het lesvliegtuig via een afzonderlijke aanbesteding/overeenkomst te verwerven via aanschaf dan wel lease?

11

Is het nodig bestaande gebouwen van de vliegbasis Woensdrecht op te knappen en/of nieuwe gebouwen te bouwen om het opleidingsprogramma te huisvesten?

12

Kunt u het tijdschema van het verdere verloop van het project schetsen?

13

Heeft u de mogelijkheden geëvalueerd van een Government-to-Government (G2G) overeenkomst voor de vervanging van de initiële vliegeropleidingscapaciteit?

14

Kunt u nader ingaan op de constatering dat internationale samenwerkingsopties niet zijn geïdentificeerd omdat het verstrijken van de technische levensduur van de PC-7's niet met de planning van mogelijke partnerlanden kan worden gecombineerd?

15

Kunt u, aangezien in de A-brief is omschreven dat omringende landen en civiele organisaties momenteel ook bezig zijn om de initiële vliegeropleiding te herzien, aangeven welke partnerschappen zijn overwogen en hoe de projectplanning er bij deze partijen uitziet? Waarom is synergie hier volgens u niet mogelijk?

16

Bent u op de hoogte van het project «basisvliegopleidingscapaciteit» dat momenteel loopt in België? Hoe verloopt in België de planning? Welke inspanningen zijn hier verricht om samenwerking mogelijk te maken?

17

Is in de onderzoeksfase overwogen een gezamenlijke academie voor de behoeften van de initiële vliegeropleiding met partnerlanden te bewerkstelligen?

18

In hoeverre zou internationale samenwerking effect hebben op de gemoeide investering voor de vervanging van de initiële vliegeropleidingscapaciteit?

19

Kunt u nader ingaan op de redenen voor de grote bandbreedte van het investeringsvolume – tussen de 100 en 250 miljoen euro – voor dit project?

Naar boven