Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over de Overeenkomst inzake een gemeenschappelijke luchtvaartruimte
tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds en Oekraïne, anderzijds; Kiev,
12 oktober 2021 (Kamerstuk 36 292, nr. 1).
De voorzitter van de commissie,
Tjeerd de Groot
De adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Overeenkomst inzake een gemeenschappelijke
luchtvaartruimte tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds en Oekraïne,
anderzijds. Voorlopig hebben deze leden geen verdere opmerkingen (hierna: de overeenkomst).
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de overeenkomst.
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief van de Minister betreffende
de overeenkomst. Dit lid heeft nog wel een vraag.
SP-fractie
De leden van de SP-fractie vragen de Minister allereerst om nadere toelichting wat
het effect is van de sinds 24 februari 2022 in Oekraïne ontstane oorlogssituatie,
niet alleen op de praktische uitvoering van de overeenkomst, maar ook op de (geo)politieke
en Europese verhoudingen en met name de vliegveiligheid in Nederland. Op dit moment
vliegen Nederlandse luchtvaartmaatschappijen helemaal niet meer naar Oekraïne en andersom
ook Oekraïense luchtvaartmaatschappijen niet meer naar Nederland. Deze leden vragen
de Minister wat het materiële effect van de goedkeuring van dit verdrag op korte en
langere termijn zal zijn en of hij in de huidige situatie ook dit verdrag had ondertekend.
Deze leden vragen wanneer het door de Minister gewenste zogeheten «Open Aviation area»
een feit moet zijn.
De leden van de SP-fractie lezen in de toelichtende nota dat de overeenkomst Nederlandse
luchtvaartmaatschappijen meer mogelijkheden zal bieden op het gebied van beschikbare
frequenties en toegestane bestemmingen. Deze leden vragen de Minister om toe te lichten
welke bestemmingen dit naar verwachting betreft en wat de behoefte is onder Nederlanders
aan deze vliegbestemmingen.
Ten slotte vragen de leden van de SP-fractie hoe dit verdrag zich verhoudt tot de
voorgenomen krimp van het aantal vliegbewegingen van en naar Schiphol. Deze leden
constateren een verwachting van de Minister dat er vroeg of laat juist meer vluchten
van en naar Oekraïne zullen plaatsvinden vanwege dit verdrag, en met een krimpend
aantal totale vliegbewegingen lijkt dit alleen mogelijk als andere vliegbewegingen
sneller krimpen. Deze leden vragen de Minister hoe hij dit voor zich ziet.
BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie merkt op dat de situatie in Oekraïne nog steeds precair
is. Dit lid kan zich er een voorstelling van maken dat in Oekraïne andere zaken prioriteit
krijgen ten opzichte van harmonisering van de luchtvaart met EU-landen. Is er iets
bekend over de haalbaarheid voor Oekraïne en over wat voor termijn we het dan ongeveer
hebben?