2023D00861 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Defensie over het Strategisch Vastgoedplan 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 12).

De voorzitter van de commissie,

De Roon

De adjunct-griffier van de commissie,

Goorden

Nr

Vraag

   

1

Welke gevolgen heeft de forse budgetverhoging voor de eerder voorgenomen plannen om 35% tot 40% van de vastgoedportefeuille te reduceren, conform de in het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) Vastgoed Defensie (2021) vastgestelde disbalans in beschikbaar budget en omvang van de vastgoedportefeuille?

2

In hoeverre staan de conclusies van het IBO Vastgoed Defensie (2021) nog dat er sprake is van een disbalans in het beschikbare budget en de omvang van de vastgoedportefeuille?

3

Dient het IBO Vastgoed Defensie (2021) te worden herzien nu er sprake is van een structurele en forse verhoging van het Defensiebudget onder dit kabinet?

4

Is er bij de verkenning voor een nieuwe kazerne in Zeewolde ook rekening gehouden met het gegeven dat de locatie zich onder NAP bevindt?

5

Is het vanuit militair oogpunt aannemelijker dat een kazerne gericht wordt uitgeschakeld in plaats van indirect via het vernietigen van dijken?

6

Mocht de Nulderdijk (Zeewolde) breken, betekent dat dat het achterliggende terrein direct onder water komt te staan, of is daar eveneens bijvoorbeeld een storm of een ongewoon hoge waterstand voor nodig?

7

Mocht de Afsluitdijk breken, betekent dat dat het beoogde terrein voor een nieuw te bouwen kazerne in Zeewolde onder water komt te staan, of is daar eveneens bijvoorbeeld een storm of een ongewoon hoge waterstand voor nodig?

8

Klopt het dat de locatie aan de overzijde van het Nijkerkernauw niet bebouwd mag worden omdat dit een Natura 2000-gebied is?

9

Acht u het wenselijk om een grote kazerne te realiseren die dicht bij een Natura 2000-gebied is gelegen?

10

Zijn er andere Defensielocaties die momenteel nabij een Natura 2000-gebied zijn gelegen?

11

Hoeveel procent van de huidige Defensielocaties ligt onder NAP?

12

Welk gebied bestrijkt volgens u «het midden van het land»?

13

Kunt u in percentages per locatie en aantal medewerkers de aanwezigheid van Defensielocaties per provincie uitdrukken?

14

Wordt er met provincies en gemeenten gesproken om in het verleden afgestoten Defensielocaties weer terug in bezit te krijgen?

15

Welke Defensielocaties in Noord- en Zuid-Holland zijn er sinds de Tweede Wereldoorlog afgestoten?

16

Ziet u mogelijkheden om bijvoorbeeld het voormalige Vliegkamp Valkenburg opnieuw in bezit te krijgen en daar een kazerne te realiseren?

17

Acht u het wenselijk dat er meer kazerneterreinen komen in de Randstad?

18

Is het mogelijk om op Defensielocaties woningbouw te realiseren die kan worden bewoond door militairen en hun gezinnen, zoals dat ook reeds in landen als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk het geval is?

19

Tot wanneer was het mogelijk voor militairen en hun gezinnen om woningen op Defensielocaties te bewonen?

20

Hoe gaat u ervoor zorgen dat gemeenten na de aanpassing van de Huisvestingswet 2014 – waardoor 50% van de woningen aan bijzondere groepen, waaronder militairen, kunnen worden toegewezen – ook de verantwoordelijkheid voelen hen nabij Defensielocaties te huisvesten?

21

In welke mate kunnen de doelstellingen van het Strategisch Vastgoedplan (SVP) 2022 nader geconcretiseerd worden, bijvoorbeeld: hoeveel vastgoed heeft Defensie nodig, hoeveel wordt afgestoten, geconcentreerd en geïnvesteerd, wanneer voldoet het vastgoed aan de behoefte die Defensie heeft en wat zijn de financiële kaders?

22

Wat is de financiële raming behorend bij de plannen uit het SVP 2022? Wordt met het SVP 2022 nu daadwerkelijk de balans tussen financiële middelen en de staat van het vastgoed hersteld?

23

Welke tijdlijnen horen bij de plannen in het SVP 2022?

24

Hoe wordt geborgd dat de vastgoedplannen gerealiseerd worden, gezien de stapsgewijze aanpak en het ontbreken van een eindbeeld?

25

Hoe wordt het integrale portefeuillemanagement vormgegeven zodat Defensie ook duidelijk kan sturen op de Defensiebelangen en uiteindelijk het benodigde vastgoed voor de toekomstbestendige krijgsmacht gerealiseerd wordt?

26

In welke mate kan er inzicht geboden worden in het monitoren van de plannen en de voortgangsinformatie die aan de Kamer verstrekt wordt?

27

Naar welke concrete KPI’s wordt in het SVP 2022 verwezen? Kunt u bij de KPI’s streefwaarden formuleren?

28

In welke mate is het mogelijk om de Kamer in de toegezegde voortgangsrapportage in ieder geval te informeren over de aspecten tijd, geld en realisatie van gestelde doelstellingen/uitgangspunten met vastgoed?

29

Op welke wijze is er in de aan de Kamer te verstrekken informatie onderscheid te maken tussen investeringsprojecten, afstotingstrajecten en onderhoudsprojecten?

30

In welke mate kan er worden ingegaan op de factoren die de voortgang van de vastgoedplannen eventueel zouden kunnen belemmeren?

31

Kan de Kamer ook informatie ontvangen over de risicoanalyses en het risicomanagement?

32

In welke mate kan de Kamer geïnformeerd worden over de voortgang van het overleg met de regio en het personeel?

33

Hoe wordt de overdracht van het Defensievastgoed naar het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) vormgegeven? Heeft het RVB voldoende capaciteit en middelen om deze eigenaarsrol goed uit te kunnen voeren?

34

Hoe gaat de governance tussen Defensie en het RVB eruit zien als Defensie zeggenschap houdt? Wordt er nu voorzien in voldoende mandaat en uitvoeringskracht, waarvan in het IBO werd geconstateerd dat die er moet zijn?

35

Heeft het RVB genoeg capaciteit en middelen om ervoor te zorgen dat dit optimaal verloopt?

36

Wat zijn de praktische gevolgen van het principebesluit het vastgoedstelsel gefaseerd onder te brengen in een specialty stelsel bij het RVB? Wat gaat er concreet veranderen?

37

Betekent het afstoten en concentreren van locaties dat er nog voldoende locaties ter beschikking zijn?

38

Hoe wordt de afweging gemaakt welke gebouwen af te stoten?

39

Welke precieze doelstellingen heeft u voor de omvang van het vastgoed en aan welke kwaliteit moet het vastgoed voldoen?

40

Deelt u de mening dat de gebouwen en terreinen van Defensie kwalitatief in goede staat moeten zijn en veilig moeten zijn?

41

Wanneer en in welke volgorde worden de zes projecten van het SVP 2022 in gang gezet?

42

Kunt u duidelijkheid verschaffen over de financiële consequenties van het SVP 2022, zoals welke investeringen, afstotingen en concentraties plaats zullen vinden?

43

Is het waar dat Defensie vanaf 2023 jaarlijks minimaal € 400 miljoen nodig heeft om het vastgoed niet verder achteruit te laten gaan?

44

Kunt u met het huidige budget ervoor zorgen dat het Defensievastgoed niet verder verslechtert?

45

Hoe gaat u ervoor zorgen dat het budget in het Defensiematerieelbegrotingsfonds wordt aangevuld zodat er voldoende financiële middelen zijn om het SVP 2022 uit te voeren?

46

Hoe denkt u de disbalans tussen de omvang van de huidige vastgoedportefeuille en het daarvoor beschikbare budget recht te trekken?

47

Welke gevolgen hebben het achterstallige onderhoud en het huidige vastgoedbudget voor de inzetbaarheid van de krijgsmacht?

48

Hoe en waar wilt u precies (tijdelijke) invulling geven aan de strategische reserves, zodat dit geen problemen veroorzaakt voor Defensie?

49

Is het gebruik van reservelocaties nodig wanneer er vastgoed wordt afgestoten? Zo ja, kan Defensie gebruik blijven maken van de reservelocaties?

50

Hoe ziet u de regionale spreiding van het Defensievastgoed precies voor zich?

51

Wat zijn de overwegingen voor de mogelijke bouw van een nieuwe «superkazerne» in Zeewolde?

Naar boven