2022D48238 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief inzake het Gezondheidsraadadvies over de inzet van het Novavax-vaccin (Kamerstuk 25 295, nr. 1952).

De voorzitter van de commissie, Smals

De adjunct-griffier van de commissie, Bakker

Inhoudsopgave

blz.

     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

3

 

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

3

     

II.

Reactie van de Minister

4

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over het advies van de Gezondheidsraad over de inzet van het Novavax-vaccin. Deze leden zijn positief dat de Minister zich inzet om de vaccinatiegraad te verhogen. Zij onderschrijven dan ook de keuze van de Minister om dit vaccin aan te bieden als herhaalprik voor volwassenen en als primaire serie bij jongeren van twaalf tot en met zeventien jaar, maar hebben hierbij nog wel enkele vragen.

Genoemde leden willen graag weten wanneer aanvullende klinische gegevens beschikbaar zijn over de effecten van revaccinatie met Novavax tegen ernstige COVID-19 bij verschillende groepen eerder gevaccineerden. Ook zijn deze leden benieuwd naar wat de verwachtingen zijn met betrekking tot het aantal vaccinaties met het Novavax-vaccin bij jongeren van twaalf tot en met zeventien jaar. Welke inzet is er momenteel om jongeren in die leeftijd zonder primaire series te bereiken en ze te informeren over de verschillende opties voor een vaccinatie tegen COVID-19?

De opkomst voor het Novavax-vaccin als primaire serie bij personen vanaf achttien jaar was zeer laag, waardoor veel vaccins moesten worden vernietigd. In de meest recente brief over de lange termijn aanpak COVID-191 lazen genoemde leden dat het Novavax-vaccin tot eind 2022 beschikbaar blijft voor mensen die niet met een messenger-RNA (mRNA)- of vectorvaccin gevaccineerd kunnen of willen worden. In dezelfde brief staat dat 0,7 miljoen Novavax-vaccins tot en met maart 2023 vernietigd zullen worden. Deze leden zijn benieuwd of deze 0,7 miljoen vaccins nu voor de revaccinatie van volwassenen en primaire serie vaccinaties bij jongeren van twaalf tot en met zeventien jaar gebruikt gaan worden of dat hiervoor een nieuwe aankoop is gedaan.

Op welke wijze zorgt de Minister dat de drempel om een afspraak te maken voor een vaccinatie met het Novavax-vaccin zo laag mogelijk ligt, bijvoorbeeld door een online mogelijkheid? Kan online inzichtelijk gemaakt worden bij welke Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD)-locaties dit vaccin gehaald kan worden, zodat mensen weten waar en hoe ze voor een vaccinatie terecht kunnen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Gezondheidsraadadvies over de inzet van het Novavax-vaccin. Zij hebben nog een aantal vragen. In de brief van 5 oktober 2022 schrijven de voorzitter van de Gezondheidsraad en de directeur van het Centrum voor Infectiebestrijding dat zij het denkbaar achten dat er – buiten de in de brief beschreven taakafbakening en expertise – andere ontwikkelingen zijn die het wenselijk maken te overleggen in hoeverre wetenschappelijke advisering door de Gezondheidsraad of het Outbreak Management Team Vaccinatie (OMT-V) aan de orde is. Tevens geven zij aan dat zij in voorkomende gevallen graag tot overleg bereid zijn. Genoemde leden vragen de Minister hierop te reflecteren. Welke ontwikkelingen zouden dit kunnen zijn? In hoeverre is de Minister onderdeel van dit gesprek?

Tevens vragen deze leden naar het communicatieplan om mensen die zich niet willen of kunnen laten (her)vaccineren toch te informeren over de voordelen van het vaccin. Wordt hier ook aandacht gegeven aan de mogelijkheid tot vaccinatie met het Novavax-vaccin?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de advisering en de inzet van het Novavax-vaccin tegen COVID-19. Deze leden hebben daarover nog een aantal vragen en opmerkingen. Zij willen weten hoeveel Novavax-vaccins zijn ingekocht en wat de verhouding is met de andere ingekochte vaccins. Hoe lang zijn de vaccins houdbaar in vergelijking met de andere vaccins en hoe zit het met de koeling van deze vaccins? Deze leden willen ook weten of het Novavax-vaccin inmiddels op alle GGD-locaties beschikbaar is en aangeboden wordt.

Genoemde leden begrijpen uit de brief dat het Novavax-vaccin als primair vaccin alleen wordt aangeboden aan jongeren tussen de twaalf en achttien jaar. Voor volwassenen is het alleen beschikbaar als herhaalprik, dus pas na de basisvaccinatie met mRNA-vaccins of Janssen. Maar Novavax is toch juist hét alternatief voor ongevaccineerde burgers die geen mRNA-vaccin kunnen of willen nemen? Kan de Minister toelichten waarom het Novavax-vaccin alleen als herhaalprik beschikbaar is voor volwassenen?

De leden van de PVV-fractie vragen waarom jongeren tussen de twaalf en achttien jaar nog steeds een vaccin aangeboden krijgen. Ze zijn immers geen risicogroep en worden amper ziek. Ook na vaccinatie kunnen ze het coronavirus overdragen. Heeft de Minister al eens een vaccinatiestop overwogen voor jongeren? Is het Novavax-vaccin getest op het overdragen en het verspreiden van het coronavirus? Zo ja, in hoeverre voorkomt vaccinatie verspreiding? Zo nee, waarom niet? Het doel van het vaccineren van jongeren is toch vooral om verspreiding tegen te gaan? Graag ontvangen genoemde leden een toelichting.

Deze leden maken zich zorgen over de aanhoudende oversterfte in Nederland. Zo stierven in oktober bijna 1800 mensen (16%) meer dan gebruikelijk. Het is nog steeds onduidelijk of er een link is tussen de oversterfte en coronavaccinaties. Inmiddels is wel duidelijk dat er een link is tussen hevige menstruele bloedingen en vaccinatie. Deze leden vinden daarom dat de Minister omzichtiger moet omgaan met de vaccinatiecampagne en ervoor moet zorgen dat alle informatie, zowel de voor- als de nadelen, voor iedereen beschikbaar en toegankelijk is.

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief van de Minister inzake het gezondheidsraadsadvies over de inzet van het Novavax en heeft daarover wat vragen. Genoemd lid vindt het bijzonder dat het in het verleden zo lang heeft geduurd voordat er toestemming kwam voor het Novavax-vaccin en dit vaccin nu enkel wordt geadviseerd voor mensen met een contra-indicatie op mRNA-vaccins. Het lid vraagt waarom mRNA-vaccins steeds de voorkeur hebben, terwijl juist deze vaccins relatief nieuw zijn en de bijwerkingen op zijn zachts gezegd onderwerp van discussie zijn. Het lid van de BBB-fractie denkt dat het destijds (in de periode dat de vaccins op de markt kwamen) een gemiste kans is geweest dat zolang is gewacht met het toelaten van niet mRNA-vaccins. Zij is van mening dat voor mensen die eerder voor Novavax hebben gekozen, het mogelijk moet zijn om een herhaalprik met Novavax te halen (behalve als duidelijke contra-indicaties aanwezig zijn). Maar nu duurt ook de toestemming voor Novavax als herhaalprik weer erg lang. Waarom valt Novavax buiten het Toepassingskader revaccinatie tegen COVID-19? Is dat de reden voor het relatief lange traject of liggen daar andere redenen aan ten grondslag?

Het lid van de BBB-fractie merkt op dat aangegeven wordt dat nog onbekend is hoe groot de gezondheidswinst door revaccinatie met het Novavax-vaccin is. Dit wordt echter niet afgezet tegen de andere vaccins. Kan de Minister aangeven hoe groot de gezondheidswinst bij andere vaccins is? Hoe verhoudt dat zich tot Novavax? Kan de Minister aangeven hoe noodzakelijk vaccinatie in deze fase van de pandemie überhaupt is? Is de Minister het met het genoemde lid eens dat naarmate een virus uitdooft en minder ernstige gevolgen heeft, de balans tussen kans op gezondheidswinst en het risico op gezondheidsschade verandert? Wordt deze weging opnieuw gemaakt? Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Gezondheidsraad schrijven in hun brief van 5 oktober jongstleden: «Hierbij dient men goed geïnformeerd een afweging te kunnen maken over mogelijke baten en eventuele (zeldzame) nadelen van vaccinatie.» Het lid van de BBB-fractie betwijfelt of mensen deze afweging nu goed kunnen maken. Veel mensen hebben bijvoorbeeld grote twijfels over de oorzaak van oversterfte en koppelen deze aan vaccinaties. Is de Minister het met het genoemde lid eens dat deze duidelijkheid noodzakelijk is? Op welke termijn valt deze duidelijkheid te verwachten?

Het lid van de BBB-fractie is benieuwd naar de relatie tussen vaccinatie en bescherming tegen long-COVID. Uit de stukken horend bij dit schriftelijk overleg maakt zij op dat dit voor Novavax niet bekend is. Is dat correct? Is dit voor andere vaccinaties inmiddels wel bekend en/of wanneer verwacht de Minister daar meer over te weten? Is de Minister het met het genoemde lid eens dat, naast aandacht voor de groep kwetsbaren, alle aandacht nu gericht moet zijn op het voorkomen van long-COVID?

II. Reactie van de Minister


X Noot
1

Kamerstuk 25 295, nr. 1959.

Naar boven