2022D47932 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de update van de conceptvisie voor de herziening van het voorzieningenbeleid op verzorgingsplaatsen langs Rijkswegen (Kamerstuk 31 305, nr. 361) en het verslag schriftelijk overleg over de update van de conceptvisie voor de herziening van het voorzieningenbeleid op verzorgingsplaatsen langs Rijkswegen (Kamerstuk 31 305, nr. 367).

De voorzitter van de commissie, Tjeerd de Groot

De adjunct-griffier van de commissie, Meedendorp

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave

blz.

   

Inleiding

2

VVD-fractie

2

CDA-fractie

3

BBB-fractie

4

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de antwoorden op vragen van de commissie over de update «Verzorgingsplaats van de toekomst». Deze leden hebben hierbij nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie spreken hun dank uit voor de beantwoording van de gestelde vragen. Met betrekking tot de beantwoording van de vraag over de restwaardevergoeding voor overdraagbare investeringen voor elektrisch laden hebben deze leden nog vervolgvragen.

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de beantwoording van de vragen die gesteld zijn bij het schriftelijk overleg over de verzorgingsplaats van de toekomst. Dit lid heeft hierover een aantal vervolgvragen.

VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie lezen dat 70% van de vergunde laadpalen in Nederland van Fastned is. Deze leden willen weten of dit aandeel is toegenomen door de overname van Mistergreen en of dit marktaandeel verder is gestegen naar 75%. Deze leden willen weten, in het licht van dit marktaandeel van Fastned, hoe de Minister de marktpositie en businesscase voor mkbMKB-aanbieders van laadpalen en brandstoffen ziet. Deze leden willen weten of de Minister de dominante marktpositie van Fastned goed vindt voor de marktwerking op de laadmarkt. Ook willen deze leden weten welke gevolgen de dominante marktpositie van Fastned heeft en gaat hebben voor de prijs en kwaliteit voor laadpaalgebruikers. Deze leden willen weten wat er gebeurt met de laadstations op verzorgingsplaatsen van Fastned als Fastned omvalt.

De leden van de VVD-fractie lezen dat Fastned de vergunningen had voor 650 laadpalen op verzorgingsplaatsen in 2020. Deze leden willen weten hoeveel laadpalen per concessie worden vergund. Ook willen deze leden weten hoeveel laadpalen Fastned heeft uitgerold, wanneer de uiterste datum voor de uitrolverplichting verloopt en, indien deze al is verlopen, welke acties hier nu op lopen. Deze leden lezen dat er een uitroltermijn van anderhalf jaar gold, maar dat onvoorziene omstandigheden hebben geleid tot vertraagde uitrol. Deze leden willen weten welke omstandigheden dit precies waren. Ook willen deze leden weten of de Minister bereid is om bij het ontbreken van geldige redenen de bestaande vergunningen in te trekken. Deze leden vragen of de Minister de Kamer een overzicht kan sturen van het totaal aantal aanvragen voor laadstations op verzorgingsplaatsen en welke partijen de aanvragen hebben gedaan. Deze leden willen ook weten in hoeverre andere partijen worden geremd om laadstations op verzorgingsplaatsen te plaatsen, omdat Fastned op bepaalde verzorgingsplaatsen ieder moment een laadstation kan uitrollen. Ook willen deze leden ook weten in hoeverre Fastned al een claim heeft gelegd op de netcapaciteit op bepaalde verzorgingsplaatsen.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister de Kamer voor het einde van het jaar zal informeren over de indeling van verzorgingsplaatsen en het wel of niet werken met exclusieve rechten. Deze leden willen weten of de Minister een voorgenomen besluit wil nemen en of de Minister bereid is om het voorgenomen besluit eerst voor te leggen aan de Kamer en ter consultatie aan de markt. Ook lezen deze leden dat de Minister het onderzoek naar het beleid van andere EU- landen pas medio 2023 zal afronden. Deze leden vragen zich af hoe de Minister de keuze voor de indeling van verzorgingsplaatsen kan nemen zonder dat er een volledig beeld is van het beleid van andere EU-landen. Deze leden willen weten hoe de Minister wil voorkomen dat eventuele exclusiviteit in het nieuwe beleid de bestaande rechten aantast, inclusief het bestaande recht op aanvullende voorzieningen van laadpalen bij tankstations.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de veiling van rechten als negatief wordt gezien, omdat de biedingen de prijs zouden opdrijven. Deze leden willen weten hoe de verschillende laad- en brandstofaanbieders dit zien.

De leden van de VVD-fractie lezen dat concurrentie op verzorgingsplaatsen niet tot onveiligheid hoeft te leiden, omdat Rijkswaterstaat partijen kan afwijzen als het «veilig en doelmatig» gebruik van het «waterstaatswerk» in geding is. Deze leden lezen ook dat er wordt geadviseerd om diensten in verschillende kavels aan te besteden. Deze leden willen weten of verschillende concurrerende diensten een toename voor het aantal verkeersbewegingen op verzorgingsplaatsen kunnen veroorzaken en daarmee leidt tot een toename in het risico voor de verkeersveiligheid. Deze leden willen weten of de Minister bereid is om te onderzoeken of één vergunninghouder de hele vergunning krijgt, inclusief het beheer van het terrein, en bepaalde delen van de vergunning kan onderaanbesteden aan andere aanbieders om zo de verkeersveiligheid te verbeteren en om mkb-aanbieders toegang te blijven geven tot de markt.

De leden van de VVD-fractie lezen dat het aanbesteden van diensten in verschillende kavels een manier is om mkb'ers toegang te geven tot de markt. Deze leden willen weten of de Minister heeft onderzocht in hoeverre het voor partijen rendabel is om slechts één type energiedrager (waterstof, elektriciteit) op één of enkele verzorgingsplaatsen aan te bieden.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister onderzoekt of exclusiviteit kan worden geboden aan laadpaalaanbieders en of dat te verenigen is met de Dienstenrichtlijn. Deze leden constateren dat de Minister kennelijk ervan uitgaat dat een laadpaalaanbieder een andere, exclusieve concessie krijgt dan de brandstofaanbieder die vaak ook laadpalen aanbiedt. Deze leden willen weten of er ook vice versa gekeken wordt, waarbij de brandstofaanbieder een exclusief recht krijgt om ook laadpalen aan te bieden.

CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben nog vragen met betrekking tot de beantwoording van de vraag over de restwaardevergoeding voor overdraagbare investeringen voor elektrisch laden. In de beantwoording gaat het over het opstarten van een onderzoek naar een eventuele meerwaarde van een restwaarderegeling in het beleid voor de verzorgingsplaats van de toekomst. De Kamer wordt hierover in de eerste helft van 2023 geïnformeerd, zo staat in de beantwoording. Op 10 december 2019 is er een motie aangenomen van de leden Von Martels en Postma (Kamerstuk 31 305, nr. 305) die het ministerie vraagt om de Regeling Restwaarde Opstallen aan te passen vóór mei 2020. De gedachte achter die keuze voor mei is dat het kader dan op tijd gereed zou zijn voor de veiling van de concessies die in 2020 geveild zouden worden. De leden van de CDA-fractie vragen zich af waarom er nu, enige tijd later, wederom een onderzoek wordt gestart, zeker gezien het feit dat snelle aanpassing van de regeling gewenst is vanuit het perspectief van verduurzaming. Waarom wordt de bestaande Regeling Restwaarde Opstallen, conform de genoemde motie, niet op korte termijn aangepast, zodat ook duurzame voorzieningen zoals laadstations, CNG of waterstofstations daar vanaf de volgende veilingen in 2023 in opgenomen zijn?

BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie leest in het antwoord van de Minister op de vraag met welke innovatieve en nieuwe energievormen rekening gehouden wordt, dat naast het elektrisch rijden, ook het gebruik van waterstof en hernieuwbare brandstoffen wordt gestimuleerd. Zullen er in de nabije toekomst nog meer infrastructurele veranderingen nodig zijn aan verzorgingsplaatsen voor deze brandstoffen en wordt hierop voorgesorteerd?

Het lid van de BBB-fractie leest dat de routekaart inzicht geeft aan de netbeheerders over de opgave per verzorgingsplaats en dat dit inzicht (netcapaciteit) de kans verkleint op desinvesteringen en het tijdig uitrollen van snelladers op verzorgingsplaatsen faciliteert. Hoe groot is überhaupt het risico op desinvesteringen in verband met de ambities van het ministerie en de praktische uitvoerbaarheid?

Naar boven