2022D45268 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van 26 september 2022 inzake het «Eindrapport «Beleidsdoorlichting Erfgoed» (Kamerstuk 31 511, nr. 48).

De voorzitter van de commissie, Michon-Derkzen

De griffier van de commissie, De Kler

Nr

Vraag

   

1

Wat is de verklaring voor het feit dat de toegezegde beleidsreacties pas in 2023 bij de Kamer zijn?

2

Waarom is er vertraging opgetreden?

3

Wordt hiermee wel voldaan aan de (wellicht) in regelgeving vastgelegde termijnen?

4

Hoe heeft u uitvoering gegeven aan de motie Beckerman c.s.?1

5

Hoe heeft u uitvoering gegeven aan het in bovengenoemde motie gemelde knelpunt dat gemeenten hun taken nu niet goed of niet goed genoeg (kunnen) uitvoeren, terwijl zij er met de Omgevingswet nieuwe taken bij krijgen?2

6

Hoe heeft u uitvoering gegeven aan het in bovengenoemde motie gemelde knelpunt dat de kwaliteit van archeologisch onderzoek bij bedrijven onder druk staat?

7

Hoe heeft u uitvoering gegeven aan het in bovengenoemde motie gemelde knelpunt dat archeologie bij een breed publiek te onzichtbaar is?

8

Onderschrijft u de ambities en kansen voor wat betreft herbestemming van monumenten om zo op duurzame wijze binnenstedelijke woonruimte te realiseren en welke middelen bent u bereid hiervoor in te zetten?

9

Wat verklaart dat het aantal monumenten in Nederland eerst steeg, maar nu al lange tijd stabiel is?

10

Wat is uw oordeel over het gepresenteerde, schokkende, feit dat 49% van de gemeenten aangeeft dat zij te kampen hebben met een ondercapaciteit op het erfgoeddomein?

11

Wat is uw oordeel over het eveneens schokkende feit dat van de gemeenten met te weinig capaciteit 71% aangeeft onvoldoende toe te komen aan toezicht en handhaving, 78% onvoldoende tijd heeft voor onder andere het opstellen van beleid en 76% voor het ontwikkelen van draagvlak voor erfgoed?

12

Welke acties gaat u ondernemen om te zorgen dat er voldoende capaciteit is voor het erfgoeddomein?

13

Kunt u aangeven welke maatregelen u voornemens bent te nemen om de grote verschillen tussen gemeenten met betrekking tot de naleving van de instandhoudingsplicht te harmoniseren?

14

Wat is de deskundigheid van de toezichthouders in de niet-genoemde gemeenten?

15

Deelt u de conclusie van de inspectie dat het toezicht gevaar loopt en dreigt tot een papieren tijger te verworden?

16

Is de inzet op een gemeenschappelijk toezichtkader voor erfgoed waaraan door IPO, de VNG en de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt gewerkt, voldoende om te komen tot adequaat toezicht? Zo nee, welke verdere acties gaat u ondernemen?3

17

Kunt u aangeven of u voornemens bent een aparte regeling of mogelijkheid te realiseren voor onderhoud aan grote- of groene monumenten nu deze vanwege hun aard of omvang vaak niet voldoende middelen kunnen vinden in de bestaande regelingen?

18

Wat gaat u doen om monumenten en karakteristieke gebouwen in het aardbevingsgebied beter te beschermen?

19

Erkent u dat eigenaren van monumenten in het aardbevingsgebied nu soms zo wanhopig zijn over een uitblijvende en tekortschietende aanpak dat ze hun monument roze schilderen?

20

Bent u voornemens om een vervolg te geven aan het Programma Toekomst Religieus Erfgoed nu is gebleken dat dit programma nuttig was voor bewustwording en kennis over de herbestemming, maar er nog geen concrete herbestemmingsacties uit zijn gekomen?

21

Bent u bereid meer geld beschikbaar te stellen voor deze monumenten en karakteristieke gebouwen in het aardbevingsgebied en te komen tot een kortere procedure en voldoende expertise?

22

Deelt u de in het rapport gepresenteerde conclusie dat met betrekking tot de monumenten in het aardbevingsgebied in Groningen er sprake is van een «nationale crisis» en de uitspraak «we hebben nog nooit zoveel schade gehad in één provincie»?

23

Deelt u de conclusie dat objecten met schade niet altijd door organisaties met voldoende erfgoedexpertise worden behandeld? Wat gaat u hieraan doen?

24

Deelt u de conclusie dat voor de twee regelingen voor regulier en groot onderhoud van rijksmonumenten de procedures ingewikkeld zijn en lang duren, hetgeen de effectiviteit van de regelingen belemmert? Wat gaat u hieraan doen?

25

Kunt u aangeven hoe u de verduurzaming van monumenten wil stimuleren nu blijkt dat verduurzaming en herbestemming van monumenten nog vaak gescheiden werelden zijn die niet goed op elkaar aansluiten?

26

Ziet u nog andere mogelijkheden om meer vakspecialisten op te leiden nu de sector kampt met een groot tekort?

27

Deelt u de zorgen van beleidsadviseurs erfgoed over de borging van erfgoed in de nieuwe Omgevingswet?

28

Welke maatregelen wilt u nemen om de belangen van erfgoed te vergroten in de Omgevingswet?

29

Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat provinciegrens overschrijdend werelderfgoed beter wordt beschermd?

30

Hoe beziet u de conclusie dat het in situ behoud van archeologische vondsten gedurende de onderzoeksperiode is afgenomen?

31

Bent u bereid het stelsel zodanig in te richten dat de kwaliteit van de archeologie overal tenminste aan een zeker basisniveau voldoet?

32

Bent u bereid ervoor zorg te dragen dat in elke gemeente een (mogelijk gedeelde) gemeentearcheoloog aangesteld kan worden?

33

Is het Rijk bereid meer financiële middelen voor archeologie beschikbaar te stellen aan gemeenten?

34

Wilt u ervoor zorgen dat ook provincies beter toegerust worden op hun taak door middel van het inrichten van een provinciale beleidscommissie archeologie met zowel een adviserende als toezichthoudende taak?

35

Welke maatregelen wilt u nemen om te zorgen dat vaker voor in situ behoud wordt gekozen?

36

Bent u bereid om maatregelen te nemen om te ruime vrijstellingsgrenzen voor toelaatbare grondberoering aan te pakken, zodat het risico op het verstoren van archeologische vindplaatsen te verkleinen?

37

Deelt u de conclusie dat de SIM niet effectief is voor archeologische monumenten?4

38

Deelt u de conclusie dat de fysieke staat van archeologische monumenten minder goed is dan de fysieke staat van andere soorten monumenten?

39

Bent u bereid om met een apart regime te komen om ervoor te zorgen dat de fysieke staat van archeologische monumenten verbetert?

40

Hoe beziet u de conclusie dat voor een brede doelgroep archeologie nog niet voldoende toegankelijk is?

41

Hoe heeft u uitvoering gegeven aan de motie Beckerman c.s., waarin in het dictum wordt verzocht om recht te doen aan het Verdrag van Malta en samen met archeologen en vrijwilligers te onderzoeken hoe, en met voorstellen te komen om een breder publiek te betrekken bij de archeologie en voorts te onderzoeken of de oprichting van een publieksfonds daarbij wenselijk is?5

42

Bent u bereid te komen met een landelijk fonds voor archeologisch publieksbereik en publieksparticiptatie?

43

Bent u bereid om vrijwilligersorganisaties in de archeologie beter te ondersteunen?

44

Deelt u de mening dat met ex situ behoud door verstoorders kosten worden afgewenteld op de samenleving?

45

Erkent u dat in situ behoud ervoor zorgt dat gebruik kan worden gemaakt van toekomstige nieuwe technieken?

46

Wat verklaart de stijging van het aantal bijschrijvingen immaterieel erfgoed?

47

Op welke manieren worden erfgoedgemeenschappen geactiveerd door een borgingsplan?

48

Wat doet u om de maatschappelijke impact van immaterieel erfgoed te vergroten?

49

Welke acties worden genomen om «born digital» erfgoed beter te beschermen?

50

Wat doet u om de maatschappelijke impact van erfgoed door digitalisering te vergroten?

51

Deelt u de conclusie dat de Erfgoedwet onduidelijkheid veroorzaakt over het eigendom van toevalsvondsten?

52

Deelt u de conclusie dat dit het optreden tegen illegale handel bemoeilijkt?

53

Ziet u iets in het invoeren van het recht van eerste koop van (toevals)vondsten voor musea?

54

Kunt u aangeven wat u vindt van het gegeven dat het aantal rijksmonumenten in de onderzochte beleidsperiode 2016–2021 vrijwel gelijk is gebleven?

55

Bent u van mening dat het van groot belang is dat de collectie rijksmonumenten niet afkalft?

56

Bent u van mening dat het van belang is om nieuwe monumenten toe te voegen, zoals gebouwen uit de wederopbouw- en moderne Post 65-periode?

57

Hoe heeft u uitvoering gegeven aan de motie Beckerman c.s. om met een samenhangende visie en actieplan te komen voor het beheer, behoud, onderzoeken en aan een breed publiek tonen van erfgoed en archeologie uit de Tweede Wereldoorlog?6

58

Zou u bereid zijn bij te dragen aan het invoeren van een cao voor opgravingsbedrijven?7

59

Erkent u dat de kwaliteit van archeologisch onderzoek onder druk staat vanwege de onderlinge prijsconcurrentie en een gebrek aan financiële buffers bij veel archeologische opgravingsbedrijven?

60

Erkent u dat de marktwerking heeft geleid tot een systeem waarbij prijs allesbepalend is geworden?

61

Welke mogelijkheden ziet u om de prijsspiraal die de kwaliteit onder druk zet, om te buigen?

62

Erkent u dat jaarlijks duizenden rapporten ongebruikt blijven en syntheses en analyse van alle onderzoeken noodzakelijk zijn?

63

Erkent u dat rapporten van Big Data en Digital Humanities in deze tijd zijn een schatkamer aan gegevens zijn?

64

Bent u bereid een structurele voorziening op te richten in de vorm van een nationaal onderzoekscentrum archeologie?

65

Deelt u de conclusie dat de archeologische kennis en kwaliteit per gemeente zeer wisselend is?

66

Ziet u meerwaarde in het ervoor zorgdragen dat het huidige Programma van Eisen voor een opgraving wordt omgevormd tot een (interdisciplinair) onderzoeksplan?

67

Deelt u de conclusie dat de ingevoerde marktwerking en de teruggetreden overheid ervoor hebben gezorgd dat kennis en ervaring, met name op het terrein van gebouwd erfgoed, erfgoed en leefomgeving, en archeologie steeds minder vaak aanwezig is, de kwaliteit van toezicht en handhaving hierdoor zwakker is en het risico op verlies van cultuurgoederen is toegenomen? Zo ja welke acties wilt u ondernemen om de overheid weer een grotere rol te laten spelen?

68

Erkent u dat het archeologiebeleid tekortschiet wanneer 130 gemeenten geen beschikking hebben over een gemeente- of regioarcheoloog?

69

Ziet u het alsnog in wetgeving opnemen van artikel 9 van het Verdrag van Valletta als wenselijke mogelijkheid om wettelijk te garanderen dat het bereiken van een breed publiek met archeologie beter wordt geborgd?

70

Deelt u de conclusie dat in de grote opgaven van ons land (woningbouw, klimaat, energie) erfgoed niet of onvoldoende is meegenomen?

71

Welke maatregelen wilt u nemen om ervoor te zorgen dat erfgoed wel wordt meegenomen in de grote opgaven van ons land, waaronder woningbouw, klimaat en energie?

X Noot
1

Kamerstuk 32 820, nr. 293.

X Noot
2

Kamerstukdossier 33 118.

X Noot
3

IPO: Interprovinciaal Overleg; VNG: Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

X Noot
4

SIM: Subsidieregeling instandhouding monumenten.

X Noot
5

Kamerstuk 32 820, nr. 264.

X Noot
6

Kamerstuk 32 820, nr. 267.

X Noot
7

Cao: collectieve arbeidsovereenkomst.

Naar boven