2022D43485 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het Nationaal Toekomstbeeld Fiets en Fietsambitie 2022–2025 (Kamerstuk 31 305, nr. 362).

De voorzitter van de commissie, Tjeerd de Groot

De adjunct-griffier van de commissie, Meedendorp

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave

blz.

   

Inleiding

2

VVD-fractie

2

D66-fractie

3

CDA-fractie

7

SP-fractie

7

GroenLinks-fractie

8

ChristenUnie-fractie

8

BBB-fractie

9

Inleiding

De leden van de VVD-fractie danken de Staatssecretaris voor haar brief aangaande het Nationaal Toekomstbeeld Fiets en Fietsambitie 2022–2025 (hierna: het Toekomstbeeld). Het is goed dat in dit kader samengewerkt wordt met de gemeenten, de vervoerregio’s en de provincies, waarbij ook sprake is van het samenwerkingsverband voor de fiets: Tour de Force. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het Toekomstbeeld. Deze leden zijn van mening dat de fiets een van de belangrijkste vervoermiddelen is in een duurzaam en gezond mobiliteitssysteem. Deze leden zijn dan ook van mening dat de Nederlandse overheid voortdurend moet blijven inzetten op het investeren en verbeteren van de Nederlandse fietscultuur, -infrastructuur en -beleid. Deze leden waarderende inzet van de Staatssecretaris op dit dossier zeer, maar hebben nog wel vragen.

De leden van de CDA-fractie zijn positief over de stevige ambities die spreken uit het Toekomstbeeld. De lat komt hoog te liggen en dat is in de ogen van deze leden terecht en nodig. Fietsen is gezond, duurzaam, schoon en leuk. Nederland is dan ook een fietsland. Nergens ter wereld is het aandeel van de fiets in het totale aantal verkeersbewegingen zo hoog. Er zijn in ons land meer fietsen dan mensen, en mede dankzij de opkomst van de elektrische fiets leggen Nederlanders steeds grotere afstanden af per fiets. Deze leden hebben nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben het Toekomstbeeld met interesse gelezen. Deze leden hebben hierover enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Toekomstbeeld. Deze leden hebben hierover enkele vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Toekomstbeeld. Deze leden hebben daarover de volgende vragen.

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris betreffende het Toekomstbeeld. Dit lid is blij om te lezen dat er zo’n grote ambitie is om meer mensen op de fiets te krijgen. Dit lid heeft nog wel een aantal vragen.

VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie lezen in het Toekomstbeeld dat fietsers gelukkiger, productiever en minder vaak ziek zijn. Deze leden merken hierbij op dat in het Toekomstbeeld veelal de term «fietsers» gebruikt wordt. Deze leden vragen zich af of bovengenoemde stelling tevens betrekking heeft op de elektrische fiets of dat het rapport met name betrekking heeft op normale fiets.

De leden van de VVD-fractie lezen in de brief dat het de verwachting is dat het aantal verkeersslachtoffers onder fietsers zal toenemen. Ook valt in Toekomstbeeld te lezen dat in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 een gezamenlijke aanpak verwoord is om de verkeersrisico’s in kaart te brengen om vervolgens maatregelen te treffen. Deze leden vragen zich af of in die analyse onderscheid gemaakt wordt tussen de verkeersongevallen met elektrische fietsen en normale fietsen. Uit de brief valt daarnaast op te merken dat verkeersslachtoffers vaak ouderen zijn. Hoe gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat maatregelen die zij treft ter voorkoming van letsel bij ouderen niet ook beperkend werken voor jongeren? Is zij bereid onderscheid te maken en eventueel maatregelen te verbinden aan leeftijdscategorieën?

De leden van de VVD-fractie lezen in de brief dat de Staatssecretaris, wat betreft de toegankelijkheid van fietsen, met een actieplan komt zodat iedereen gelijke toegang heeft tot de fiets. Deze leden willen de Staatssecretaris vragen dat actieplan naar de kamer te sturen.

De leden van de VVD-fractie lezen dat deze kabinetsperiode 100.000 mensen voor hun woon-werkverkeer switchen van de auto naar de fiets. Deze leden vragen zich af hoe dat gemeten en gerapporteerd gaat worden.

De leden van de VVD-fractie lezen dat er geïnvesteerd gaat worden in snelfietsverbindingen. Deze snelfietsverbindingen of fietssnelwegen faciliteren speedpedelecs en snelle e-bikes, maar deze routes doorkruisen veelal dorpen en kernen met veel zijwegen en kruisingen, waar vervolgens risicovolle verkeerssituaties ontstaan. Kan de Staatssecretaris aanvullend in overleg met ProRail kijken naar mogelijkheden voor snelfietsroutes langs spoorlijnen? Kan de Staatssecretaris onderzoeken welke besparingen dergelijke routes zouden opleveren aangezien spoorlijnen vaak een korte directe verbinding tussen stads- en dorpscentra zijn en deze routes vaak minder kruisingen hebben?

D66-fractie

Kamerbrief

De leden van de D66-fractie ondersteunen de Staatssecretaris in haar ambities voor de fiets. Deze leden vragen haar of zij, vergelijkbaar met haar reguliere Kamerbrieven over bijvoorbeeld het openbaar vervoer (hierna: ov) of internationaal spoor, een tweejaarlijkse update kan sturen met daarin monitoring van het Toekomstbeeld. Hierin kan zij ingaan op de bereikte doelen, ambities en complicaties.

Fietsen naar het werk

De leden van de D66-fractie lezen dat de Staatssecretaris inzet op het verhogen van het aandeel fiets in het woon-werkverkeer. Deze leden moedigen dit van harte aan. Zij vragen de Staatssecretaris of een meer verplichtend karakter van een hogere kilometervergoeding bij kan helpen. Wil de Staatssecretaris zich inzetten voor differentiatie per modaliteit bij de onbelaste reiskostenvergoeding, bijvoorbeeld met een hogere onbelast aandeel voor duurzame modaliteiten, specifiek de fiets? Is zij bereid om het aantal werkgevers dat deze vergoeding aanbiedt, alsook de hoeveelheid mensen die de fiets naar werk pakt als prestatie-indicator op te nemen bij toekomstige begrotingen?

De leden van de D66-fractie lezen verder dat de Staatssecretaris inzet op 100.000 mensen extra die de fiets naar het werk nemen tegen het einde van de kabinetsperiode. Deze leden lezen in onderliggende nota’s dat in de periode 2017–2019 maar liefst 120.000 extra mensen de fiets hebben gepakt, per dag, naar werk. Is dit geen aanleiding voor een ambitieuzere doelstelling voor het ambtstermijn van de Staatssecretaris? Zo nee, waarom niet?

De leden van de D66-fractie lezen dat de Staatssecretaris vijftig miljoen euro vrijmaakt voor nieuwe en betere stallingen. Deze leden vragen de Staatssecretaris nader in te gaan op welke projecten en maatregelen de Staatssecretaris concreet beoogt.

De leden van de D66-fractie lezen over de (toekomstige) ambities rond fietsenstallingen. Heeft de Staatssecretaris prioriteiten in het vizier van projecten die als eerste worden opgepakt? Hoe worden gemeenten geholpen die geen treinstation hebben maar wel degelijk veel vervoersbewegingen (of een ov-hub) kennen, bijvoorbeeld Wageningen, waar de fiets een rol kan spelen in ontlasting van het ov en het lokale wegnetwerk? Wordt hierbij ook aandacht besteed aan mensen met een toegankelijkheidsbehoefte, bijvoorbeeld speciale fietsparkeerplekken voor mensen die slecht ter been zijn?

De leden van de D66-fractie lezen dat de Staatssecretaris wil inzetten op het verbeteren van de snelfietsroutes. Zij constateren enige terughoudendheid van de Staatssecretaris in termen van de verantwoordelijkheid. Is de Staatssecretaris het eens dat wanneer een snelfietsroute bij kan dragen aan de ontlasting van (spoor)wegen waarvoor de rijksoverheid verantwoordelijk is, (co)financiering door het Rijk bij lokale of regionale wegen wel degelijk gepast zou zijn? Kan de Staatssecretaris toezeggen hiervoor een afwegingskader te ontwikkelen? Deze leden lezen dat er een juridische grondslag is voor nationale bijdragen, die wellicht als basis hiertoe kan dienen. Kan de Staatssecretaris toezeggen de Kamer te informeren over plekken waar zij hiertoe kansen ziet? Het gaat wat deze leden betreft niet uitsluitend om grensoverschrijdende projecten bij grenzen van decentrale overheden. Is de Staatssecretaris het niet eens dat indien de rijksoverheid het mobiliteitssysteem wil verduurzamen en op piekmomenten wil ontlasten, het ook aan de rijksoverheid is om hier ambitie en daadkracht te tonen? Acht de Staatssecretaris de vrijgemaakte zes miljoen euro hier voldoende voor? Hoeveel kilometer snelfietsroute kan hiermee worden aangelegd en welke bijdrage gaat dat leveren aan de modal shift en het behalen van de 60% uitstootreductie ambitie uit het Coalitieakkoord?

Fietsen voor iedereen

De leden van de D66-fractie steunen de Staatssecretaris van harte in haar plannen om fietsen voor iedereen beschikbaar te maken. In hoeverre ziet de Staatssecretaris nog mogelijkheden om fietslessen, fietsbezit en fietsgebruik te stimuleren onder vluchtelingen en asielzoekers in Nederland, ter verbetering van hun integratie in de Nederlandse samenleving?

Nederland wereldwijd fietsland nummer één

De leden van de D66-fractie moedigen de Staatssecretaris van harte aan in haar internationale fietsambities. Deze leden weten dat de Staatssecretaris een passie heeft voor grensoverschrijdend verkeer. In hoeverre liggen er nog kansen om in deze gebieden, in samenwerking met buurlanden en buurregio’s de fietsinfrastructuur te verbeteren?

Nationaal Toekomstbeeld Fiets

De fiets is cruciaal

De leden van de D66-fractie constateren dat er veel fietsen in Nederland worden gemaakt. Ook zijn zij bekend met de circulaire ambities van de Staatssecretaris. Heeft zij circulaire plannen, doelen of normen voor het behoud van materialen, zoals metalen in fietsen, en onderdelen?

De leden van de D66-fractie lezen over de voordelen van de fiets ten aanzien van de auto in termen van ruimtegebruik. Deze leden constateren dat auto’s (enerzijds ingegeven door buitenlandse fabrikanten en anderzijds door de noodzaak van (grote) accu’s van elektrische auto’s) steeds groter worden. Dit staat wat deze leden betreft op gespannen voet met de schaarse ruimte in met name stedelijke gebieden waar de fiets uitweg kan bieden. Doet de Staatssecretaris onderzoek naar hoe gemeenten, bijvoorbeeld met prijsprikkels, geholpen kunnen worden om het ruimtegebruik van auto’s mee te laten wegen in lokaal auto(parkeer)beleid?

De leden van de D66-fractie lezen dat de aanleg van ontbrekende schakels van hoofdfietsroutes in deze eerste inventarisatie optelt tot ongeveer een miljard euro voor de periode t/m 2025. Hoeveel van deze projecten lopen mee in andere, reeds beschikte, projecten van het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIRT)? Of moet hier apart financiering worden gevonden? Heeft de Staatssecretaris concreet een beeld van hoeveel CO2-uitstoot of andere schadelijke stoffen vermeden kan worden met de realisatie van deze projecten?

Moderne technologie benutten

De leden van de D66-fractie lezen dat de Staatssecretaris meer ondersteuning door onder andere applicaties en technologieën wil regelen voor de fiets. Deze leden horen graag meer over het internationale project Bicycles and Intelligent Transport Systems (ITS). Welke concrete plannen heeft de Staatssecretaris voor de verdere uitrol van deze ambities? Is zij bereid hier een concrete routekaart voor op te stellen? Hoe ondersteunt de Staatssecretaris het verzamelen van data? Gaat het hier om persoonsgegevens en zo ja, is deze dataverzameling beoordeeld op impact op privacy? Is de proportionaliteit van deze dataverzameling beoordeeld? Welke rol speelt het anonimiseren van data hierin? Is de overheid, bijvoorbeeld het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), hiervoor een aangewezen partij? Hoe voorkomt zij dat de data besloten en versnipperd bij verschillende partijen ligt en integratie straks ingewikkeld wordt?

De schaalsprong fiets

De leden van de D66-fractie lezen dat Rijkswaterstaat een inventarisatie heeft gemaakt van barrières die haar netwerk opwerpen voor de fiets. Kan de Staatssecretaris voorbeelden geven van deze situaties? Kan het overzicht met de Kamer worden gedeeld? Op welke manier geeft de Staatssecretaris vorm aan het tegengaan van de barrièrewerking van rijksinfrastructuur? Welke concrete afspraken maakt zij hierover met ProRail en Rijkswaterstaat? Welke concrete resultaten zijn al geboekt door «meekoppelkansen» sinds deze zijn opgenomen in de opdrachtformulering van Rijkswaterstaat?

Verbeteren van de mogelijkheden om de fiets te stallen

De leden van de D66-fractie vragen in hoeverre decentrale overheden, vervoersautoriteiten en vervoerders geëquipeerd zijn om te experimenteren met nieuwe vormen van fietsenstallingen. Bijvoorbeeld in de vorm van een aanbesteding of concessie ter exploitatie van een stuk openbare ruimte ten behoeve van het maken van stalruimte of (fiets)deelconcepten. Is dat nu mogelijk? Zo ja, welke wet- en regelgeving maakt dit mogelijk? Zo nee, welke (juridische) obstakels zijn er om dat te realiseren?

Samenwerken op vele manieren

De leden van de D66-fractie lezen dat «waar nodig» (lokale) werkwijzen, kaders en wet- en regelgeving moeten worden aangepast om de Schaalsprong Fiets mogelijk te maken. Heeft de Staatssecretaris zelf ook stappen hier in te zetten? Welke werkwijzen, kaders en wet- en regelgeving moet zij op nationaal niveau aanpassen om dit te realiseren? Wanneer verwacht de Staatssecretaris hier stappen in te zetten? Heeft zij een duidelijk beeld van nationale wet- en regelgeving die decentrale overheden «in de weg» zitten om hun fietsambities te realiseren? Zo ja, waar gaat dit dan om? Zo nee, kan de Staatssecretaris dit inventariseren?

De leden van de D66-fractie lezen dat hoe «de investeringsafspraken in MIRT-verband exact worden gemaakt, nog moet worden bepaald». Als dit nog niet het geval is, kan de Staatssecretaris dan spreken van volwaardige uitvoering van de motie-Van Ginneken (Kamerstuk 35 925 A, nr. 53) die verzoekt de fiets een volwaardige plek in het MIRT te geven? Wanneer verwacht de Staatssecretaris hier duidelijkheid over te kunnen geven? Op welke manier zijn de lagere drempelwaarden, waartoe de motie oproept, verwerkt in de MIRT-systematiek?

De leden van de D66-fractie juichen, als eerste stap, de structurele investering van zes miljoen euro van harte toe. Waarom wordt hier pas per 2024 gestart en niet al in 2023?

Overig

De leden van de D66-fractie lezen in onderliggende nota’s dat bij het maatschappelijk middenveld en decentrale overheden de behoefte bestaat aan een meerjarige nationale uitvoeringsagenda. Deze leden lezen hierover niets terug in de Kamerbrief of het Toekomstbeeld. Hoe gaat de Staatssecretaris hier vorm aan geven? Is de Staatssecretaris hierover in gesprek met de Minister voor Klimaat en Energie, gezien de klimaatbaten van meer fietsen? Zet zij in op aanvullende middelen hiervoor? In het Klimaatakkoord is immers geld vrijgemaakt voor de fiets. Deze leden vinden het niet meer dan logisch dat gezien de extra ambitie in de doelstelling voor het klimaat, er ook meer ambitie komt voor de fiets. Voorts vragen deze leden in hoeverre de regionale uitvoeringsagenda's van het Toekomstbeeld onderwerp van gesprek zijn bij de bestuurlijke overleggen over het MIRT? Welke afspraken wil het Rijk daarover maken met de regio's?

CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie vinden dat de fiets meer is dan een middel om van a naar b te komen. Deelnemen aan het verkeer en dus ook deelname door middel van de fiets, betekent om je heen kijken, oog hebben voor anderen, rekening houden met anderen. Het is samenleven in het verkeer, op de fiets. Deze leden zijn dan ook erg benieuwd naar de ambities op het gebied van veilig fietsen. Hoe en met welke middelen wordt er ingezet op de veiligheid van fietsers, zowel in de omgeving als in gedrag? Zou de Staatssecretaris kunnen voorzien in een analyse van welke gevolgen de toename van het aantal elektrische fietsen heeft voor de fietsveiligheid? Hoe kijkt de Staatssecretaris naar de mogelijkheid om een speciale rijksregeling in het leven te roepen voor ongelijkvloerse oplossingen om zo de fietsveiligheid te versterken? Welke rol kan Rijkswaterstaat spelen in het verbeteren van de fietspaden en -infrastructuur op het eigen areaal? In de richtinggevende opdrachtformulering voor Rijkswaterstaat is opgenomen dat bij elk project moet worden gekeken naar «meekoppelkansen» voor de fiets. Kan de Staatssecretaris aangeven tot welke resultaten dat sinds de publicatie van het Toekomstbeeld heeft geleid?

De leden van de CDA-fractie lezen dat het aantal gestolen fietsen fors gestegen is naar 735.000 fietsen per jaar. Is de Staatssecretaris het eens dat deze ontwikkeling een verdere groei van het fietsgebruik en daarmee van het realiseren van de potentie van de fiets bemoeilijkt? Is de Staatssecretaris bereid bij haar collega van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan te dringen op een grotere inzet bij het bestrijden van fietsendiefstal?

De leden van de CDA-fractie vinden het een goede zaak om te stimuleren dat jonge kinderen leren fietsen. Wat zijn precies de plannen bij deze ambitie en hoe ziet de planning eruit van dit beleidsdoel? Hoe kijkt de Staatssecretaris aan tegen zogenaamde vervoersarmoede? Welke rol spelen de wijk, buurt, school, gezin samenleving op preventie en aanpak van vervoersarmoede? Hoe kunnen we deze rollen versterken?

De leden van de CDA-fractie zijn ook benieuwd naar de investeringen vanuit het Rijk in fietsen. Welke mogelijkheden zijn er voor het Rijk om te investeren in de zogenaamde fietssnelwegen? Hoeveel routes per jaar denkt het ministerie mogelijk te kunnen maken met een bijdrage van zes miljoen euro per jaar? Ziet de Staatssecretaris nog een specifieke rol weggelegd in het stimuleren van provincie-overstijgende projecten? Wat wordt er gedaan met de gelden die gereserveerd zijn voor fietsparkeren en hubs? In hoeverre zijn regionale uitvoeringsagenda's van het Toekomstbeeldonderwerp van gesprek bij de bestuurlijke overleggen MIRT en welke afspraken wil het Rijk daarover maken met de regio's? Welke acties gaat de Staatssecretaris concreet ondernemen richting werkgevers voor het belastingvrij vergoeden van 21 cent per fietskilometer in het woon-werkverkeer aan hun werknemers? Gaat de Staatssecretaris de Kamer informeren over het bedrag dat naar fietsmaatregelen zal gaan in de tweede ronde van de versnellingsafspraken rond woningbouw in de bestuurlijke overleggen over het MIRT van dit najaar?

SP-fractie

De leden van de SP-fractie onderschrijven het belang van de ambities die in het Toekomstbeeld worden geformuleerd en denken dat de beoogde schaalsprong ten behoeve van de fiets op veel manieren kan bijdragen aan het oplossen van opgaven op het gebied van verduurzaming, het voorkomen van vervoersarmoede en het stimuleren van beweging en een aantrekkelijke publieke ruimte.

De leden van de SP-fractie vragen bij het Toekomstbeeld graag nog aandacht voor de problemen die kunnen ontstaan door de wildgroei aan commerciële aanbieders van (elektrische) deelfietsen. In grotere steden en op toeristische hotspots zijn dergelijke bedrijven als paddenstoelen uit de grond geschoten. Op drukke locaties zijn chaos en onveilige situaties in het straatbeeld ontstaan doordat huurders hun deelfietsen dikwijls lukraak achtergelaten. Volgens deze leden kan deze wildgroei worden tegengegaan door de uitgave, de exploitatie en het beheer van deelfietssystemen als overheden zelf in handen te nemen. Daarmee creëren we nieuwe groene banen en kunnen we deelmobiliteit zonder winstoogmerk voor iedereen laagdrempelig bereikbaar maken.

GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij dat er naar aanleiding van de motie-Bouchallikh1 een speciaal programma in het MIRT wordt gewijd aan de uitvoering van het Toekomstbeeld. Waarom gaat dat programma pas in 2024 in? Waarom niet in 2023? Deze leden vinden het goed dat de Staatssecretaris mee gaat investeren in een landelijk dekkend netwerk van doorfietsroutes. Het bedrag hiervoor is nu vastgesteld op structureel zes miljoen euro per jaar. Hoeveel routes kunnen hierdoor jaarlijks gerealiseerd worden? De leden wijzen graag op de uitspraken van de voormalige Staatssecretaris dat er een miljard euro nodig was om de ambities voor doorfietsroutes mogelijk te maken. Bovendien lezen zij in de beslisnota dat er minimaal zes miljard euro beschikbaar is. Waarom is dit bedrag niet hoger? En gaat dit bedrag voldoende zijn om de ambitie dat er begin 2025 100.000 mensen extra de fiets pakken te behalen?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben vernomen dat het aantal gestolen fietsen fors is toegenomen. Op dit moment gaat het om zo’n 735.000 fietsen per jaar. In hoeverre heeft deze ontwikkeling effect op het stimuleren van verdere groei op het fietsgebruik? Werkt de Staatssecretaris samen met de Minister van Justitie en Veiligheid om fietsendiefstal terug te dringen?

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het erg goed dat werkgevers vanaf komend jaar een hogere belastingvrije fietsvergoeding van 21 cent per kilometer kunnen aanbieden voor woon-werkverkeer. Welke acties neemt de Staatssecretaris concreet om dit mogelijk te maken? Zijn werkgevers voldoende op de hoogte van deze maatregel om zo fietsgebruik onder werknemers extra te stimuleren?

ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen zich af waarom de Staatssecretaris in de brief over fietsbeleid niet in gaat op het tegengaan van de barrièrewerking door bestaande en nieuwe rijksinfrastructuur op weg, spoor en water. Tegengaan van deze barrièrewerking door aanleg van ongelijkvloerse oplossingen is een relatief kostbare zaak, zeker voor de decentrale overheden. Is de Staatssecretaris bereid hiervoor een speciale rijksregeling in het leven te roepen? Deze leden vragen zich daarnaast af welke rol Rijkswaterstaat kan spelen in het verbeteren van de fietspaden en -infrastructuur op het eigen areaal.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen zich daarnaast af of de Staatssecretaris op de hoogte is van het fors gestegen aantal gestolen fietsen van 735.000 fietsen per jaar. Is de Staatssecretaris het met de leden van de ChristenUnie-fractie eens dat deze ontwikkeling een verdere groei van het fietsgebruik en daarmee van het realiseren van het realiseren van de potentie van de fiets bemoeilijkt? Is de Staatssecretaris bereid bij haar collega van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan te dringen op een grotere inzet bij het bestrijden van fietsendiefstal?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen zich tenslotte af waarom in het programma van eisen voor de nieuwe hoofdrailnetconcessie de bepalingen over het fietsparkeren en de stationsstallingen uit de huidige concessie niet zijn opgenomen. Wat betekent dit voor het realiseren van de doelstellingen op dit gebied zoals opgenomen in het Toekomstbeeld en in de brief van de regering? Zijn de daarin genoemde aantallen nog wel te realiseren zonder duidelijke afspraken in de concessie?

BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie leest in de brief dat eerder is aangegeven in de Kamer dat het aantal ernstige verkeersslachtoffers onder fietsers de afgelopen jaren sterk is gestegen en dat deze stijging zich naar verwachting zal voortzetten. Waardoor komt deze sterke stijging en waar komt de verwachting vandaan dat deze sterke stijging zal doorzetten?

Het lid van de BBB-fractie merkt op dat een van de vier speerpunten van de fietsambitie is, om bij nieuwe woningbouw de voordelen die de fiets kan bieden bij ontsluiting te benutten. Tegelijkertijd is verder in de brief van de Staatssecretaris te lezen dat niet iedereen zich een fiets kan permitteren of kan fietsen. Hoe gaat de Staatssecretaris voorkomen dat nieuwe woonwijken op zo’n manier worden ingericht en ontsloten dat mensen zonder een fiets benadeeld gaan worden in hun mobiliteit?


X Noot
1

Kamerstuk 35 925 A, nr. 61.

Naar boven