2022D42450

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 oktober 2022

In de eerste termijn van het nota-overleg met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken op 19 september 2022 (Kamerstuk 36 101, nr. 5), heb ik toegezegd opnieuw te zullen kijken naar de beslisnota die destijds met de kabinetsreactie op de initiatief-nota van de leden Dassen en Omtzigt (Kamerstuk 36 101) aan uw Kamer was gezonden. Het was ongelukkig dat deze beslisnota grotendeels zwart was gelakt. Dat was niet gedaan om informatie achter te houden, maar omdat deze nota grotendeels over andere onderwerpen ging dan over de aan de kabinetsreactie ten grondslag liggende argumentatie en besluitvorming. Aangezien het «buiten bereik vallen» van informatie in het verkeer met uw Kamer echter geen grond is om te lakken (anders dan bij Wob/Woo-verzoeken), was er dus per abuis gelakt.

Ik verstrek u hierbij alsnog – grotendeels ontlakt – de beslisnota. De enige informatie die nu uit deze nota achterwege blijft, betreft bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

Naar boven