2022D39537 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2023 (Kamerstuk 36 200 XVII).

De voorzitter van de commissie, Wuite

De griffier van de commissie, Meijers

Nr

Vraag

   

1

Welke maatregelen neemt het kabinet om te voorkomen dat Russische bedrijven die gelieerd zijn aan de Russische staat en/of verantwoordelijk zijn voor negatieve mensenrechtenimpact in Rusland in Nederland gebruik maken van diensten van zogenoemde «enablers», zoals advocatenfirma’s, accountants en belastingadviseurs?

2

Welke maatregelen neemt het kabinet ten aanzien van de diverse Russische bedrijven die ofwel gelieerd zijn aan de Russische autoriteiten ofwel in verband kunnen worden gebracht met negatieve mensenrechtenimpact, die momenteel via brievenbusfirma’s of andere aanwezigheid in Nederland profiteren van belasting- en andere vestigingsvoordelen?

3

Klopt het dat de investeringen in Nederland vanuit Saoedi-Arabië tussen 2017 en 2020 zijn gestegen van € 7.8 miljard naar € 31.5 miljard? Waar bestaan die investeringen uit? In welke sectoren slaan deze Saoedische investeringen met name neer?1

4

Hoe ziet die invulling eruit op het punt van IMVO-voorwaarden voor landen als Saoedi-Arabië, China en Rusland? Welke activiteiten hebben de topsectoren uitgevoerd in of met betrekking tot Rusland, China en Saoedi-Arabië tussen 2017–2022?

5

Welke bedrijven hebben sinds 2017 op enigerlei wijze steun gekregen van de Nederlandse overheid voor hun activiteiten in Rusland? Welke experts/maatschappelijke organisaties waren betrokken om te spreken over mensenrechtenrisico’s? Hoe weegt het kabinet mensenrechtenrisico’s rond Rusland en de economische reisagenda?

6

Welke bedrijven hebben deelgenomen aan de drie economische missies naar Saoedi Arabië die in 2022 tot nog toe plaatsvonden? Welke experts/maatschappelijke organisaties waren betrokken bij de voorbereiding van deze missies om te spreken over mensenrechtenrisico’s?

7

Hoeveel en welke Nederlandse bedrijven wil de Nederlandse ambassade begeleiden bij het vervullen van hun IMVO verantwoordelijkheden in Saoedi Arabië? In welke sectoren werken deze bedrijven? Hoeveel van deze bedrijven zijn MKB-bedrijven?

8

Hoeveel mensen kan Nederland in 2023 van extra voedselhulp voorzien, met incalculatie van de stijgende voedselprijzen?

9

Wat is de loon-prijs bijstelling nu? Met welk scenario wat betreft de inflatie het komend jaar is nu rekening gehouden in de begroting? Geldt deze voor alle artikelen, of ook voor sommige niet?

10

Wat zou de loon-prijs bijstelling zijn als het departement volledig geïndexeerd zou zijn met de inflatie?

11

Geldt de loon-prijs bijstelling ook voor subsidies?

12

Worden er in 2023 uitgaven gedaan in het kader van de Round Table on Responsible Soy of de Round Table on Sustainable Palm Oil? Zo ja, hoeveel?

13

Worden er in 2023 subsidies verleend aan het Initiatief Duurzame Handel? Zo ja, hoeveel en aan welke projecten komen deze subsidies ten goede?

14

Worden er in 2023 uitgaven gedaan in het kader van intensieve landbouwprojecten in het buitenland? Zo ja, hoeveel? Welk deel hiervan valt onder ODA?

15

Waar baseert het kabinet de claim op dat investeren in ontwikkelingslanden via de Nederlandse private sector leidt tot het beschermen en/of promoten van democratie wereldwijd? Hoe leidt het een tot het ander?

16

Hoe rijmt u de werkwijze «combinatie buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, waarin primair wordt gestuurd op kansen voor het Nederlands bedrijfsleven, met de focus op «Zuidelijk leiderschap» en lokalisatie, waarbij de lokale context primair bepaalt waar de behoeften liggen?

17

Kunt u aangeven waarom Nederland niet (eerder) op signalen over misstanden bij VN-organisaties, die mensen in ontwikkelingslanden aan schone toiletten moest helpen, heeft geacteerd?

18

Welke meerwaarde heeft besteding via multilaterale organisaties ten opzichte van het maatschappelijk middenveld en vice versa?

19

Ziet u meerwaarde in samenwerking met religieuze actoren?

20

Kunt u aangeven of er op dit moment VN-organisaties zijn waarbij in de handboeken of in de praktijk ruimte wordt gelaten om gedragsverandering te stimuleren door het inzetten van publieke vernedering of zelfs lijfstraffen?

21

Kunt u uitsluiten dat Nederland op dit moment organisaties (al dan niet met ODA-middelen) direct of indirect (financieel) steunt, die gedragsverandering denken te moeten stimuleren door het inzetten van publieke vernedering, lijfstraffen of andere middeleeuwse praktijken?

22

Kunt u uiteenzetten hoe het kan dat, terwijl Nederland namens de leden van de VN toezicht houdt op UNOPS, signalen over misstanden bij zowel WSSCC en UNOPS niet eerder hebben geleid tot het stopzetten van de (Nederlandse) geldstromen en adequaat ingrijpen bij deze organen?

23

Kunt u uitleggen waarom Nederland informatie van klokkenluiders en andere signalen over misstanden bij UNOPS, WSSCC en diens opvolger SHF in de wind heeft geslagen en toch opnieuw geld heeft overgemaakt naar deze organisaties?

24

Kunt u in tabelvorm uiteenzetten wat het totale bedrag – zowel ODA als non-ODA – is dat in de begroting is geraamd, uitgesplitst naar uitgaven en verplichtingen, voor SHF of UNOPS, en/of daaronder ressorterende organisaties?

25

Kunt u toelichten waarom het dossier van de klokkenluider, die in 2021 bij het ministerie aanklopte met klachten over het WSSCC en UNOPS, niet wordt heropend?

26

Kunt u uitleggen waarom Nederland eerder alleen de samenvatting mocht inzien van een fraudeonderzoek bij/van WSSCC en UNOPS? Kunt u aangeven of dit de normale gang van zaken is? En zo ja, hoeveel andere én welke organisaties waaraan Nederland geld doneert dezelfde werkwijze hanteren?

27

Kunt u het fraudeonderzoek bij/van WSSCC en UNOPS ruim voor de plenaire behandeling van de begroting aan de Kamer toesturen?

28

Kunt u uiteenzetten welke «zeer vergaande ingrepen» de raad van toezicht van UNOPS op de misstanden heeft geëist? Kunt u uiteenzetten welke ingrepen dit zijn en welke daarvan reeds zijn geïmplementeerd?

29

Kunt u in tabelvorm uiteenzetten wat het totale bedrag – zowel ODA als non-ODA – is dat in de begroting is geraamd, uitgesplitst naar uitgaven en verplichtingen, voor de Palestijnse Gebieden? Kunt u aangeven welke organisaties en projecten dit geld zullen ontvangen?

30

Kunt u van de volgende projecten, gespecificeerd volgens hun IATI-identificatiecode, afzonderlijk aangeven (a) wat de daadwerkelijke naam van het desbetreffende project is, (b) wie de uitvoerende organisatie van het project is en (c) welk doel het project dient? Het betreft:

   
 

(i) XM-DAC-7-PPR-4000004508

Project in PALESTINIAN ADMIN. AREAS

Private sector in provider country

   
 

(ii) XM-DAC-7-PPR-4000005443

Project in Palestinian admin. Areas

No organisation name specified

   
 

(iii) XM-DAC-7-PPR-4000004417

Project in Ramallah

Developing Country-Based Ngo Group

   
 

(iv) XM-DAC-7-PPR-4000004026

Project in Ramallah

Private sector in recipient country

   
 

(v) XM-DAC-7-PPR-4000004109

Project in PALESTINIAN ADMIN. AREAS

DONOR COUNTRY-BASED NGO

   
 

(vi) XM-DAC-7-PPR-4000003788

Project in Ramallah

DEVELOPING COUNTRY-BASED NGO

   
 

(vii) XM-DAC-7-PPR-4000003010

Project in Ramallah

RECIPIENT GOVERNMENT

   
 

(viii) XM-DAC-7-PPR-4000003107

Project in Ramallah

DONOR COUNTRY-BASED NGO

   
 

(ix) XM-DAC-7-PPR-4000001919

Project in Palestian adm. Area

DEVELOPING COUNTRY-BASED NGO

   
 

(x) XM-DAC-7-PPR-4000000804

Project in Palestinian admin. Areas

DONOR COUNTRY-BASED NGO

   
 

(xi) XM-DAC-7-PPR-4000001259

RAM – Policy support ODA

Developing Country-Based Ngo Group

   
 

(xii) XM-DAC-7-PPR-4000001192

Project in Palestinian admin. Areas

Private sector in provider country

31

Kunt u in tabelvorm uiteenzetten wat het totale bedrag – zowel ODA als non-ODA – is dat in de begroting is geraamd, uitgesplitst naar uitgaven en verplichtingen, voor de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNWRA)?

32

Kunt u in tabelvorm uiteenzetten wat het totale bedrag – zowel ODA als non-ODA – is dat in de begroting is geraamd, uitgesplitst naar uitgaven en verplichtingen, ter bestrijding van COVID-19? Wilt u daarbij aangeven welke landen, organisaties en projecten dit geld zullen ontvangen?

33

Kunt u in tabelvorm uiteenzetten welke klimaat-gerelateerde uitgaven (klimaatfinanciering) in de begroting voor 2022 zijn opgenomen? Wilt u daarbij aangeven welke top 10 aan externe organisaties relatief het meeste geld ontvangen. Wilt u daarbij het bedrag per organisatie separaat markeren?

34

Kunt u in tabelvorm uiteenzetten wat het totale bedrag – zowel ODA als non-ODA – is dat in de begroting is geraamd, uitgesplitst naar uitgaven en verplichtingen, voor internationale klimaatfinanciering? Wilt u daarbij aangeven welke landen, organisaties en projecten dit geld zullen ontvangen?

35

Kunt u in tabelvorm uiteenzetten welk bedrag er met de begrote publieke klimaatfinanciering aan private klimaatfinanciering tot nu toe is gemobiliseerd? Wilt u daarbij uiteenzetten hoe dit is berekend, bijvoorbeeld door het delen van de door u gehanteerde formule?

36

Kunt u in tabelvorm uiteenzetten wat het totale bedrag – zowel ODA als non-ODA – is dat, in het kader van de versterking van het maatschappelijk middenveld, in de begroting is geraamd, uitgesplitst naar uitgaven en verplichtingen, voor organisaties met activiteiten binnen Nederland?

37

Kunt u in tabelvorm uiteenzetten wat het totale bedrag – zowel ODA als non-ODA – is dat u de afgelopen tien jaar direct dan wel indirect hebt besteed in Mali? Wilt u daarbij ook in tabelvorm uiteenzetten wat het totale bedrag – zowel ODA als non-ODA – is dat u voornemens bent de komende tien jaar direct dan wel indirect te besteden in Mali?

38

Kunt u in tabelvorm uiteenzetten welke wijzigingen/aanpassingen zijn gedaan aan het CETA-verdrag sinds de inwerkingtreding door het gemengd comité, inclusief alle daaronder ressorterende technische comités, in het kader van het ontwikkelen, aanvullen of implementeren van het verdrag?

39

Kunt u daarbij aangeven vanuit welk comité die aanpassingen zijn gedaan, technisch dan wel gemengd comité?

40

Kunt u van elk van de hiervoor bedoelde aanpassingen/wijzingen van/aan het verdrag dan wel van/aan de bijbehorende protocollen en/of bijlagen aangeven hoe de besluitvorming is verlopen en welke aanpassingen/wijzingen daarvan zijn voorgelegd aan de Raad en wanneer?

41

Bent u voornemens om in Europees verband via de Trade and Technology Council concrete stappen te zetten op het gebied van exportcontrole?

42

Bent u voornemens om concrete stappen op het gebied van exportcontrole altijd in Europees verband, via bijvoorbeeld de Trade and Technology Council, te zetten?

43

Wat is de reden dat de uitgaven voor duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat lager zijn dan de verplichtingen aangezien juist deze posten enorm onder druk staan door de ontwikkelingen de afgelopen maanden?

44

Waarom zijn de uitgaven op het gebied van sociale vooruitgang zoveel hoger dan de verplichtingen?

45

Welk percentage van het ODA-budget is bestemd voor (a) de aanpak van klimaatverandering en -adaptatie, (b) het Nederlandse bedrijfsleven, (c) overig bedrijfsleven, (d) de opvang van asielzoekers in Nederland, (e) de wederopbouw van Oekraïne, en (f) overige uitgaven in 2022 en 2023? Kunt u voor elk van deze delen tevens aangeven op welke BNI percentages dit neerkomt?

46

Kunt u aangeven welk deel van de ODA-uitgaven in 2023 terecht komt in LICs, LMICs, MICs, HICs en in Nederland?

47

Waarom is de naam veranderd naar Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten? Waarom staat mondiale gezondheid boven SRGR?

48

Waarom zijn de instrumenten nog niet bekend? Ook als programma’s later starten is toch bekend welke instrumenten benodigd zijn?

49

In de tabel onderaan de pagina staan een aantal mutaties met een ondergrens van miljoen; wat is de totale omvang in euro’s en aantal mutaties?

50

Kunt u inzicht geven in het percentage van de bestedingen dat zal worden uitgegeven via lokale partners, uitgesplitst per beleidsartikel?

51

Zijn de oorlog in Oekraïne en energie- en voedselcrisis geen veel grotere mondiale uitdagingen dan de COVID-19 en klimaatcrisis om extra aandacht te zetten op verduurzaming en digitalisering?

52

Zijn de focuslanden nog steeds in lijn met de recente geopolitieke ontwikkelingen (Oorlog Oekraïne, energie-, voedsel- en migratiecrisis)?

53

Hoe is het bedrijfsleven meegenomen bij de vergroening van de EKV? Leidt de transitie van de EKV tot meer exportkansen voor het Nederlandse bedrijfsleven?

54

De definitie van de omringende landen met betrekking tot IMVO zijn toch nog steeds conform uw toezegging: Duitsland, België, Luxemburg, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk?

55

Wat is het verloop / de ontwikkeling van het ontwikkelingssamenwerkingsbudget sinds 2017 (absoluut bedrag)?

56

Hoe ziet u de kansen voor digitalisering in afgelegen gebieden, waar soms weinig tot geen internet beschikbaar is? Wat gaat het kabinet doen om deze moeilijk bereikbare regio’s te betrekken in de transitie naar een digitale economie? Welk flankerend beleid is hiervoor paraat?

57

Hoe gaat het kabinet concreet bijdragen aan het terugdringen van de vaccinongelijkheid en het verbeteren van mondiale gezondheid? Met welke ministeries, behalve VWS, wordt hierin samengewerkt? Gaan deze ministeries zelf ook financieel bijdragen aan deze doelstellingen?

58

Wordt het extra budget voor extra inzet om Nederlandse kennis en kunde te koppelen aan uitdagingen op het gebied van verduurzaming en/of digitalisering (oplopend tot € 190 miljoen structureel) volledig toegevoegd aan begrotingsartikel 1.3?

59

Worden de extra middelen oplopend tot € 190 miljoen uitsluitend of voornamelijk verstrekt aan het Nederlandse bedrijfsleven?

60

Is de € 190 miljoen volledig ODA? Zo nee, welk deel is ODA en welk deel is non-ODA?

61

Hoe voorkomt u dat de € 190 miljoen in de praktijk «gebonden hulp» betreft, in tegenstelling met internationale afspraken gericht op het tegengaan van gebonden hulp?

62

Is de keuze om € 190 miljoen structureel in te zetten een voorbeeld van trickle down beleid? Zo nee, wat is het dan en waarom niet?

63

Kan worden aangegeven in welke wetenschappelijke publicatie of beleidsevaluatie de combinatie van hulp en handel het beste werkt?

64

Hoeveel mensen zou Nederland van voedselhulp kunnen voorzien als we naar 0,7% van het BNI aan ontwikkelingssamenwerking zouden gaan in 2023?

65

Met welke landen behoort Nederland tot de aanjagers van internationale afspraken over gelijke kansen voor vrouwen en meisjes, gendergelijkheid en antidiscriminatie? En welke landen vinden/erkennen dat Nederland aanjager op dit gebied is?

66

Hoe werkt de intensieve samenwerking met andere departementen concreet op het gebied van weeshuistoerisme en CEPI?

67

Kan meer inzicht gegeven worden in hoe de beoogde intensievere samenwerking tussen de departementen op het verkleinen van de Nederlandse mondiale voetafdruk eruit ziet en welke rol de handelsagenda hierbij speelt?

68

Welke tussendoelstellingen en prioriteiten van welke resultaten worden gesteld binnen de inzet tot intensievere samenwerking met andere departementen?

69

Kunt u toelichten of het Feministisch Buitenlandbeleid (FBB) gepaard zal gaan met additionele investeringen op gendergelijkheid?

70

Welke additionele inspanningen onderneemt u vanuit het Feministisch Buitenland Beleid (FBB) als internationale aanjager van internationale afspraken over gelijke kansen in het tegengaan van de wereldwijde druk op gendergelijkheid en vrouwenrechten?

71

Op welke wijze is het kabinet van plan te gaan bijdragen aan de wederopbouw in Oekraïne? Wordt hiervoor de komende jaren budget gereserveerd, en zo ja, uit welke begrotingsposten wordt dit gefinancierd? Welk bedrag denk Nederland ongeveer te gaan bijdragen aan het wederopbouwproces in Oekraïne?

72

Op welke manier wordt er, naast verduurzaming van toekomstige handelsakkoorden, gewerkt aan verduurzaming van reeds in werking zijnde handelsakkoorden?

73

Wat is (de status van) het genoemde handel & klimaat initiatief?

74

Waarom staat er onder de beleidsagenda op het gebied van investeren in een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem benoemd dat de relatie tussen handel en duurzaamheid verder versterkt zal worden door verduurzaming van toekomstige EU handelsakkoorden? Waarom wordt er niet gesproken over handelsakkoorden waarop op dit moment nog over onderhandeld wordt, aangezien het juist ook daar van belang is om duurzaamheid stevig te verankeren?

75

Wat wordt er bedoeld met «In samenspraak met stakeholders zal een grondstoffenstrategie volgen»? Welke stakeholders worden hierbij uitgenodigd om te garanderen dat mensenrechten en duurzame ontwikkeling goed in de strategie worden opgenomen, bijvoorbeeld rond de winning van kobalt en lithium?

76

Wat wordt er bedoeld met «Hierbij zet Nederland in op het promoten van hoge internationale standaarden voor arbeidsrechten en milieubescherming en naleving van gemaakte afspraken»? Hoe verhoudt dit zich tot de keuze van prioritaire markten als China en Saoedi-Arabië waarvan bekend is dat die standaarden op het gebied van arbeidsrecht niet naleven?

77

Hoe staat het met de consultatierondes van de Afrika-, Internationale Klimaat-, Global Health- en Grondstoffenstrategie? Welke bedrijven en andere stakeholders zijn allemaal geconsulteerd?

78

Hoe gaat u bij het handel & klimaat initiatief externe stakeholders betrekken, inclusief lokale organisaties, inheemse groepen en anderen die direct de gevolgen ondervinden van de effecten van handel op klimaat?

79

De doelstelling met betrekking toegang tot hernieuwbare energie richt zich met name op de allerarmsten en meest-kwetsbaren. Hoe definieert u deze doelgroepen in kwalitatieve en kwantitatieve zin?

80

Op welke manier zal Nederlandse en Europese IMVO-wetgeving de relatie tussen handel en duurzaamheid verder versterken?

81

Hoe en waar gaat het kabinet de discussie over productiestandaarden in relatie tot handelspolitiek beginnen en hoe draagt dit bij aan de verduurzaming van de Nederlandse handel?

82

Waarom zet Nederland ook in op bilaterale afspraken om regels in te stellen die digitale handel faciliteren?

83

Wat bedoelt u met de stelling dat internationale partnerschappen zoals de Trade en [sic] Technology Council cruciaal zijn in het digitale tijdperk met oog voor de belangen van Nederlandse bedrijven en consumenten, met in achtneming van het feit dat u bilateraal en trilateraal afspraken maakt met de Verenigde Staten en Japan over het beperken van de export van Nederlandse halfgeleiderapparatuur?

84

Hoe wordt de adviserende rol van uw departement richting andere departementen versterkt met betrekking tot strategische afhankelijkheden?

85

Wat wordt er bedoeld met «Daarbij zet Nederland zich in voor (i) de bescherming van ondernemers tegen oneerlijke concurrentie met slimme EU-wetgeving»? Welke definitie van «oneerlijke concurrentie» hanteert u hier? Op welke wijze zorgt u dat bedrijven die zichzelf ten opzichte van hun concurrenten, die wel op duurzame en eerlijke wijze handelen, bevoordelen door middel van uitbuiting van mens en milieu (in plaats van verantwoord ondernemen) niet langer van deze oneerlijke concurrentie gebruik kunnen maken?

86

Wat wordt er bedoeld met «Ons handelsbeleid bestaat ook uit exportcontrole op goederen en diensten voor tweeërlei gebruik (dual-use)»? Kunt u een definitie geven van alle door u gehanteerde risiconiveaus? Om welke goederen gaat dit?

87

Hoe zullen het nieuwe internationale overheidsaanbestedingeninstrument en andere handelsgerelateerde wetgeving ervoor zorgen dat bedrijven die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen worden uitgesloten?

88

Hoe zal het kabinet invulling geven aan het beleid en uitvoering exportcontrole strategische goederen wat betreft semiconductors? En over welke semiconductoren gaat het hier?

89

Hoe verbindt het kabinet het beleid en uitvoering exportcontrole strategische goederen van sensitieve technologieën zoals kunstmatige intelligentie, gezichtsherkenning, en semiconductors aan een meer actief IMVO-beleid dat de relevante bedrijven gerichter aanspoort tot downstream due diligence?

90

Wat is het integrale beeld / overkoepelende visie van u ten aanzien van strategische afhankelijkheden?

91

Wat is met betrekking tot de exportcontrole van strategische goederen concreet de betekenis van behoud van technologisch leiderschap en het waarborgen van de eigen veiligheid?

92

Hoe gaan een nieuw internationaal overheidsaanbestedingeninstrument, een nieuw antidwang instrument en nieuwe regels om buitenlandse subsidies aan te pakken het terugdringen van strategische afhankelijkheden in grondstoffen ondersteunen?

93

Welke impact heeft de illegale annexatie van de Donbas op de strategische partnerschap tussen de EU en Oekraïne en het vergroten van de Europese voorzieningszekerheid van kritische grondstoffen?

94

Is exportcontrole niet in strijd met open strategische autonomie, zeker wanneer het verbod op de export van een verouderd product van een vlaggenschip voor het Europese beleid om Europa’s concurrentievermogen op het gebied van halfgeleidertechnologieën en -toepassingen te versterken er voor kan zorgen dat dit vlaggenschip haar concurrentiepositie verliest?

95

Op welke wijze zult u uw adviesrol met betrekking tot beleid en uitvoering van exportcontrole versterken ten aanzien van andere departementen?

96

Wat wordt er bedoeld met «Om zo effectief mogelijk te zijn met onze publieke inzet leggen we de focus op 25 prioritaire markten met het meeste potentieel voor internationale handel»? Hoe zijn de keuzes hiervoor tot stand gekomen, en hoe zijn mensenrechtencriteria hierin betrokken?

97

Kunt u expliciteren op welke manier ingezet gaat worden op het benutten van kansen door Nederlandse bedrijven als het gaat om duurzame vormen van energie?

98

Wat bedoelt u met «moderniseren» van exportregels? Kunt u aangeven welke exportregels aan vernieuwing toe zijn?

99

Hoe verhouden de ambities op het gebied van exportcontroles zich tot het Wassenaar Arrangement?

100

Op welke manier zullen bedrijven waar exportcontroles betrekking op hebben geconsulteerd worden bij het moderniseren van exportregels?

101

Bedoelt u met «Nederland zal zich in Europees verband blijven inzetten voor verdere harmonisatie van exportcontrole» dat u bij uw Europese collega’s zult pleiten voor een Europees exportcontrolebeleid? Kunt u in het kader van de dringende behoefte aan harmonisatie in het kader van het European Defence Fund aangeven op welke termijn u hier resultaat op verwacht?

102

Kunt u toelichten op welke manier Europese IMVO-wetgeving de Nederlandse IMVO-wet zal beïnvloeden? Wilt u daarbij ook ingaan op de uitspraak in het Nationaal Actieplan Bedrijfsleven en Mensenrechten dat dit kan betekenen dat gedurende het wetstraject het Nederlandse wetsvoorstel nog kan worden aangepast naar aanleiding van ontwikkelingen in Brussel?

103

Op welke manieren gaat het kabinet in 2023 de Nederlandse publiek-private dialoog over de internationale klimaatopgave en het behalen van de doelen van het Parijsakkoord versterken?

104

Is het mogelijk om de geamendeerde conceptversie in te zien van het Europese wetsvoorstel van IMVO? Hoe ver is het proces rondom het Europese wetsvoorstel van IMVO?

105

Welke middelen heeft Nederland om, naast uitvoering van de EU-ontbossingsverordening, het doel om ontbossing in 2030 te stoppen te behalen en welke van deze middelen is Nederland van plan tot uitvoering te brengen?

106

Op welke manier wordt er in de handelsagenda rekening gehouden met bosbehoud in de tropen en het tegengaan van ontbossing?

107

Hoe gaat Nederland in de uitvoering van de internationale klimaatstrategie biodiversiteitsverlies en ontbossing tegen?

108

Wat is de relatie tussen de internationale klimaatstrategie en de ambitie tot vermindering van de mondiale voetafdruk?

109

Kunt u aangeven (of inschatten) hoe de verdeling tussen mitigatie en adaptatie is van de door Nederland gemobiliseerde private klimaatfinanciering?

110

Kunt u aangeven (of inschatten) hoe de verdeling tussen mitigatie en adaptatie is van de totale Nederlandse klimaatfinanciering?

111

Welk deel van de door Nederland gemobiliseerde klimaatfinanciering gaat naar de minst ontwikkelde landen? En welk deel van het publieke geld?

112

Kunt u aangeven (of inschatten) hoe groot het deel van de Nederlandse publieke klimaatfinanciering is dat voldoet aan de door Nederland ondertekende Principles for Locally led Adaptation?

113

Kunt u aangeven (of inschatten) hoe groot het deel van de Nederlandse publieke klimaatfinanciering is waarbij lokale door vrouwen en/of jongeren geleide organisaties betrokken zijn? En op welke manier ze betrokken worden?

114

Hoe zorgt u ervoor dat binnen de versterkte inzet op beleidsbeïnvloeding binnen de EU en internationale fora voor duurzame landbouw en handelsketens vrouwen, jongeren en maatschappelijke organisaties participeren op het hoogste besluitvormingsniveau?

115

Kunnen door de vergrote inzet op SDG 2 van het kabinet ook daadwerkelijk meer mensen geholpen worden gezien de prijsstijgingen?

116

Zijn nature based solutions beoogd onderdeel van de visie van de Global Commission on the Economics of Water?

117

Zijn nature based solutions een centraal thema voor het Nederlands voorzitterschap tijdens de VN Water Conferentie?

118

Hoe gaat Nederland de rol van vrouwen als producent en consument precies versterken en wat is daarbij de concrete doelstelling? Wanneer is deze inzet geslaagd volgens het kabinet?

119

Hoe kan de Nederlandse primaire sector concreet bijdragen aan SDG2? En wat betekent dit voor het verdienmodel van de primaire (agrarische) sector in Nederland?

120

Wat is de toekomst voor het onderwerp water binnen de VN? Welke rol en positie neemt het Nederlandse kabinet hierin? Kan na de VN waterconferentie het onderwerp water structureel ingebed worden binnen de VN gelederen? En kan Nederland hierin de voortrekkersrol pakken?

121

Wanneer kunnen we de Global Health Strategie in de Kamer verwachten?

122

Hoe wordt concreet getracht de rol van vrouwen als producent binnen SDG 2 te versterken? In het bijzonder in regio’s waar de positie van vrouwen onder druk staat?

123

Hoeveel geld wordt er aan tuberculose (TBC) besteed?

124

Hoe worden de SRGR en TBC middelen onderverdeeld?

125

Aan welke TBC programma's wordt er financiële ondersteuning geboden?

126

Kan voor de financiering van TBC programma's een uitsplitsing per land en organisaties worden gegeven?

127

Is er een analyse beschikbaar over de huidige cijfers en verspreiding van TBC?

128

Welke focuspunten hebben de Global Health Programma's waaraan wordt bijgedragen?

129

Hoeveel financiële middelen worden aan Global Health besteed binnen de BuHa-OS en VWS begrotingen?

130

Hoe zorgt Nederland voor een genderlens in programma´s die niet specifiek gericht zijn op vrouwen? Welke indicatoren gebruikt u hier om te meten of dit een succes is?

131

Welke landen hebben geen moeite om de SDG’s te halen?

132

Hoe borgen we, wanneer we de veiligheidszorgen via smartphones delen, de privacy van de meest kwetsbare mensen ter wereld?

133

Vormen in de herziening van de leidraad «geïntegreerde benadering» de gedane ervaringen en geleerde lessen vanuit lokale organisaties en activisten een uitgangspunt?

134

Kunt u nadere uitleg geven over de «adaptieve manier» van werken in fragiele gebieden en hoe hierin wordt omgegaan met risico's? Betekent dit dat een deel van de risico's ook door het ministerie wordt gedragen en niet alleen door de uitvoerende organisaties?

135

Wat zijn de voornaamste geleerde lessen en ervaringen met betrekking tot de geïntegreerde benadering in Afghanistan en Mali?

136

Wat wordt precies bedoeld met «een genderlens in programma's die niet specifiek gericht zijn op vrouwen»? Hoe wordt gemonitord dat deze genderlens daadwerkelijk wordt toegepast?

137

Welk drempelbedrag wordt op dit moment gehanteerd voor organisaties die om een bijdrage uit het Civic Space Fund verzoeken?

138

Hoe werkt Nederland, in het kader van de versterking van het maatschappelijk middenveld, aan het opzetten en uitvoeren van een specifiek visa-regime voor mensenrechtenverdedigers in gevaar?

139

Kunnen met het vrijmaken van extra middelen voor noodhulp uiteindelijk ook meer mensen geholpen worden, in het licht van de prijsstijgingen? Of kunnen er door de prijsstijgingen minder mensen geholpen worden dan voorheen?

140

Over welke «relevante landen» gaat het precies waarmee de bilaterale samenwerking op het gebied van migratie wordt geïntensiveerd? Gaat het hier om de aanwending van ODA of non-ODA middelen? Kunt u daarvan een uitsplitsing geven?

141

Hoe ziet de extra inzet voor een betere online bescherming van vrouwelijke activisten er concreet uit? Worden hiervoor ook extra middelen uitgetrokken?

142

Met welke bronlanden zijn er afspraken voor inzet tegen mensenhandel?

143

Hoe wordt perspectief in Afrika ingezet om mensenhandel tegen te gaan?

144

Hoeveel middelen uit de BuHa-OS begroting worden aan de opvang van Oekraïners in Nederland besteed?

145

Komen er voor asielzoekers, anders dan Oekraïners, op een manier middelen uit de BuHa-OS begroting?

146

Wat is de Nederlandse inzet voor de 34e internationale conferentie van het Rode Kruis?

147

Waar en in welke landen investeert Nederland in onderwijs, werk en jongeren?

148

Hoe gaat u concreet handen en voeten geven aan de beleidsintenties op het gebied van mentale gezondheidszorg en psyco-sociale steun (MHPSS)? Worden hiervoor extra middelen uitgetrokken?

149

Welk percentage van het huidige budget voor noodhulp dat niet via multilaterale organisaties wordt besteed, komt ten goede aan (basis- en/of beroeps-) onderwijs?

150

Hoeveel budget is gereserveerd om uitvoering te geven aan de Youth at Heart agenda?

151

Vanaf welk jaartal gaat de opvolger van het Orange Knowledge Program van start en vanuit welk budget wordt dit programma bekostigd?

152

Op welke wijze blijft Nederland ook na het tweede Global Refugee Forum in 2023 aandacht vragen voor het belang van MHPSS in ontwikkelingshulp en de aanbevelingen van de in 2019 georganiseerde conferentie?

153

In hoeverre wordt er in het Strategisch partnerschap met Afrika voornamelijk ingezet op landen waar grote migratiestromen richting Europa vandaan komen?

154

Worden naast ODA-middelen ook non-ODA-middelen gebruikt voor Team Europe Initiatieven (TEI), delegated cooperation (DC) en gezamenlijke programma’s op Europees niveau? Zo ja, wat is de verhouding ODA-middelen ten opzichte van non-ODA-middelen gealloceerd aan deze gevallen?

155

Wordt de pilot van de Jongerenadviescommissie verlengd in 2023?

156

Kunt u uiteenzetten welke verbeteringen met betrekking tot het Afrikaanse handels- en investeringsklimaat er zichtbaar zijn sinds de start van de Afrikaanse vrijhandelszone? Kunt u daarbij aangeven welke rol Nederlandse bedrijven hierin hadden, welke bedragen er sindsdien naar Nederlandse en lokale bedrijven zijn gegaan en wat dit heeft opgeleverd voor zowel Nederland als voor de Afrikaanse landen?

157

Kunt u een overzicht geven van de verschillende onderhandelingen over Economische Partnerschapsakkoorden? En daarbij ook een planning voor zowel lopende als nieuw te starten onderhandelen de komende jaren?

158

Kunt u aangeven hoe de stelling op pagina 19 dat een combinatie van Nederlandse ontwikkelingssamenwerking, handel en investeringen grote kansen biedt, zich verhoudt tot de conclusie van de IOB dat: «De wens om de Nederlandse private sector te positioneren als drager van ontwikkelingsprocessen stuit dus op een weerbarstige praktijk.»?

159

Hoe is de afweging voor de 14 combinatielanden tot stand gekomen? Welke landen zijn nu niet op deze lijst gekomen die in eerder beleid wel focusland waren? En hoe is bij deze landen gezorgd voor een zorgvuldige overdracht naar alternatieve bronnen van hulp?

160

Hoe verhoudt de intensivering van de handelsrelatie tussen Nederland en Marokko zich tot het feit dat Nederland heeft afgesproken niet meer openlijk te zullen praten over mensenrechten?

161

Hoe gaat Nederland om met de twintig genoemde focuslanden als deze landen ook in meer of mindere mate (intensiever) gaan samenwerken met Rusland?

162

Heeft u een goed beeld van de invloed van China in de genoemde focuslanden? In hoeverre is er een gezamenlijke «westerse» of EU aanpak om hier tegenwicht tegen te bieden?

163

Wat zijn de voorwaarden/richtlijnen van het ministerie om een land aan te merken als focus land? Hoe prioriteert het ministerie bepaalde landen, zowel op gebied van handel als op het gebied van ontwikkelingssamenwerking?

164

Hoe garandeert u de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties in de planning, begeleiding en de monitoring van publiek-private samenwerkingen?

165

Hoe ziet een «ontwikkelingsvriendelijke opzet» van de economische partnerschapsakkoorden (EPA's) eruit? Zijn er al voorbeelden van EPA's die hieraan voldoen? Zo ja, welke?

166

Hoe zag de verhouding tussen Nederlandse en lokale bedrijven binnen DRIVE en D2B eruit sinds 2015? Kunt u eventuele verschuivingen in die verhouding verklaren?

167

Wat wordt er bedoeld met «flankerende maatregelen»?

168

Wat wordt er bedoeld met «We werken toe naar een leefbaar loon en inkomen»? Op welke concrete maatregelen doelt het kabinet hier? Welke concrete doelstellingen zijn vastgesteld en hoe wordt dit gemeten?

169

Wanneer er in een land bij opdrachten van de programma's DRIVE en D2B op specifieke gebieden veel goedkopere en betere aanbieders zijn voor bepaalden diensten of producten, die niet van Nederlandse bedrijven afkomstig zijn, moet dit land alsnog zaken doen met Nederlandse bedrijven omdat zij moeten voldoen aan de 70% norm?

170

Wat wordt er bedoeld met «Door middel van innovatieve programma’s wordt publiek geld als hefboom ingezet voor het mobiliseren van private investeringen. Zo dragen (internationale) financiële spelers als vermogensbeheerders en banken bij aan investeringen in ontwikkelingslanden en -doelen.»? Op wat voor soort «innovatieve programma’s» doelt het kabinet precies? Hoe verhoudt dit standpunt zich ten opzichte van IMVO-wetgeving? Vallen deze financiële spelers ook onder nationale IMVO-wetgeving?

171

Wie zijn de andere donoren en hoeveel (in euro’s) doneren deze donoren?

172

Hoe gaat u ervoor zorgen dat de streefwaarde van 90% op gebied van het bevorderen van MVO onder het Nederlands bedrijfsleven wordt gehaald, ook gezien het feit dat de referentiewaarde in 2020 slechts 35% was?

173

Wilt u de indicatoren onder Private Sectorontwikkeling uitsplitsen naar Nederlandse en lokale bedrijven?

174

Waarom zijn van sommige beleidsdoelen geen indicatoren opgenomen in de tabel «indicatoren en streefwaarden buitenlandse handel»? Bijvoorbeeld voor het streven naar een leefbaar loon?

175

Wat wordt er bedoeld met «Het aandeel grote bedrijven in Nederland dat de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen expliciet onderschrijft als referentiekader voor hun internationale activiteiten»? Wat wordt er verstaan onder «expliciet onderschrijft» en hoe wordt dit gemeten?

176

Waarom wordt er bij de indicator «het aantal grote bedrijven in Nederland dat de OESO- richtlijnen voor multinationale ondernemingen expliciet onderschrijft als referentiekader voor hun internationale activiteiten» als referentiekader het jaar 2020 genomen, waar 35% procent van de bedrijven hier aan voldeed?

177

Wat was de referentiewaarde als we zouden kijken naar het jaar 2021 en 2022?

178

Hoe gaat u ervoor zorgen dat dit percentage in 2023 naar 90% gaat?

179

Waarom staat bij de streefwaarde bij de indicator «bevorderen van internationaal ondernemerschap» n.v.t.?

180

Wat zegt de focus op kwantiteit over welke doelgroepen bereikt zijn en in hoeverre deze bereikte mensen uit zichzelf al kans hadden op «fatsoenlijk werk», los van Nederlandse interventies? Is het mogelijk om meer te sturen op wie bereikt worden, zodat kan worden nagegaan of de meest kwetsbaren bereikt worden en verdringing van de lokale markt voorkomen wordt?

181

Welke indicatoren en streefwaarden zijn er op jeugdwerkgelegenheid in ontwikkelingslanden?

182

Waarom hebben we deze indicatoren en streefwaarden? Zijn al deze indicatoren en streefwaarden verplicht om erover te rapporteren?

183

Waarom is er dit jaar – in tegenstelling tot de begroting van 2022 – niet benoemd dat het doel is dat 50% van het «aantal mensen dat toegang heeft tot recht via een juridische instelling» vrouw is? Is dit doel dan weggevallen? En hoe verhoudt zich dat tot het expliciet feministische buitenlands beleid dat in de nota wordt benoemd?

184

Gaat de streefwaarde 2021–2025 om 2 miljoen mensen formeel/informeel onderwijs te laten volgen in vluchtelingensituaties gehaald worden, aangezien de realisatie 2021 en de streefwaarde 2023 relatief laag zijn?

185

Hoeveel financiering draagt direct en indirect bij aan het bewerkstelligen van SDG8?

186

Wordt er financieel direct bijgedragen aan SDG8 programma's? Zo ja, welke?

187

Kan een uitputtend overzicht worden gegeven van de besteding van de € 130 miljoen op begrotingsartikel 1.3?

188

Hoe staat de € 130 miljoen in verhouding tot de ruim € 87 miljoen (517.910–430.509) die uitgesplitst staat op pagina 38 van tabel 8? Waar wordt de ruim € 42 miljoen voor ingezet op begrotingsartikel 1.3?

189

Hoe staat de € 130 miljoen in verhouding tot de € 84 miljoen genoemd in de beslisnota? Waar wordt de € 46 miljoen voor ingezet op begrotingsartikel 1.3?

190

Is de langjarige reeks op begrotingsartikel 1.3 een update van de beslisnota? Zo ja, waarom is er geen bedrag voor 2027 en verder in de begroting opgenomen? Is het nog steeds structureel € 190 miljoen?

191

Kan een overzicht worden gegeven welk deel van begrotingsartikel 1.3 van 2023 tot en met 2027 ODA is?

192

Hoeveel middelen worden er overgeheveld uit verdeelartikel 5.4 voor investeringen voor versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden? Kunnen deze middelen precies worden uitgesplitst naar de inzet ten behoeve van de combi-landen, de vergroening van de financieringsinstrumenten, handelscoherentie en innovatieve financiering? Is het zo dat deze middelen nog niet zijn verwerkt in tabel 8 op pagina 38? Zo nee, waarom niet en kan er een update van tabel 8 worden gegeven?

193

Waarom wordt er € 5,3 miljoen overgeheveld naar het Ministerie van Financiën? Had Financiën zelf geen middelen?

194

Verschillende keren wordt er gedekt vanuit het verdeelartikel 5.4. Hoeveel is dit in totaal? En hoeveel ruimte zit er nog in verdeelartikel 5.4?

195

Het beleidsartikel voor overig armoedebeleid wordt meerjarig verhoogd vanuit het verdeelartikel 5.4 en is gericht op sociale bescherming van kwetsbare groepen; welke kwetsbare groepen worden met deze middelen specifiek ondersteund?

196

Er gaat structureel € 150 miljoen extra naar humanitaire hulp. Kunt u aangeven welk percentage van dit budget is gereserveerd voor onderwijs in noodsituaties?

197

In welke mate is de financiering voor klimaatverandering mitigatie en adaptatie nieuw en aanvullend op reguliere ODA bijdragen, zoals is afgesproken in EU verband?

198

Is MHPSS opgenomen in de verschillende beleidsinstrumenten die worden ingezet op het bieden van perspectief aan ontheemden en kwetsbare gastgemeenschappen in landen die grote aantallen vluchtelingen opvangen?

199

Is er een maximaal percentage binnen het ODA budget als het gaat om asieltoerekening voor eerstejaarsopvang? Welk percentage van het ODA budget gaat op dit moment naar eerstejaarsopvang asiel in Nederland?

200

Kunt u aangeven of er een maximum is aan de bijdrage die vanuit ODA wordt gedaan aan de asielopvang in Nederland en of hierover in de coalitie gesproken is? Is Nederland door de gestegen ODA uitgaven voor asielopvang in Nederland inmiddels de grootste ontvanger van de eigen ontwikkelingshulp?

201

Hoe hoog zijn de verwachte kosten voor de eerstejaarsopvang van asielzoekers in de komende jaren? Welk deel daarvan komt uit het ODA-budget?

202

Wat is het garantieplafond na 2020 voor DRIVE?

203

Hoe verhoudt zich deze aanvullende EKV tot de in Glasgow door Nederland ondertekende verklaring om geen EKV's meer te verstrekken aan fossiele projecten?

204

Wat is het bedrag aan garanties/leningen/wissels uitgegeven door het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) aan bedrijven met activiteiten in Rusland tussen 2017 en nu? Wat is het bedrag aan garanties/leningen/wissels uitgegeven onder DTIF aan bedrijven met activiteiten in Saoedi-Arabië tussen 2017 en nu? Wat is het bedrag aan garanties/leningen/wissels uitgegeven onder DTIF aan bedrijven met activiteiten in China tussen 2017 en nu?

205

Wat is de betekenis van special drawing rights (SDR) 10.000?

206

Waarom is de bewindvoerder van de Asian Development Bank van de kiesgroep waar Nederland in zit altijd een Canadees?

207

In hoeverre worden de door u voorgenomen intensiveringen van het ODA-budget op artikelonderdeel 1.3 ingezet als donorgeld met als voorwaarde aan ontvangende landen dat het verplicht moet worden besteed aan goederen of diensten uit Nederland? Kan deze intensivering derhalve worden aangemerkt als gebonden hulp?

208

In hoeverre worden de door u voorgenomen intensiveringen van het ODA-budget op artikelonderdeel 1.3 ingezet middels bilaterale programma’s, primair gericht op het belang van Nederlandse bedrijven in plaats van het ontwikkelingsbelang, zodat deze intensivering formeel niet kan worden aangemerkt als gebonden hulp, maar hier wel het negatieve karakter van draagt?

209

Kunt u uiteenzetten waarom u voornemens bent te investeren met ODA-budget in programma’s zoals vermeldt op artikelonderdeel 1.3, die worden uitgevoerd in 14 «combinatielanden», terwijl uit de beleidsdoorlichting van het IOB blijkt dat de additionaliteit van deze inzet onder druk staat en leidt tot verdringing van marktpartijen lokaal? Acht u dergelijke investeringen in lijn met uw verplichting op grond van artikel 1.3 van de Comptabiliteitswet, waaruit blijkt dat investeringen doeltreffend en doelmatig moeten zijn?

210

Kunt u uiteenzetten waarom u voornemens bent te investeren met ODA-budget in programma’s gericht op de versterking van het ondernemersklimaat in ontwikkelingslanden zoals vermeldt op artikelonderdeel 1.3, terwijl uit de beleidsdoorlichting van het IOB blijkt dat onduidelijk is of met dergelijke investeringen op de lange termijn ontwikkelingsdoelen worden behaald? Acht u dergelijke investeringen in lijn met uw verplichting op grond van artikel 1.3 van de Comptabiliteitswet, waaruit blijkt dat investeringen doeltreffend en doelmatig moeten zijn?

211

In hoeverre worden de door u voorgenomen intensiveringen van het ODA-budget op artikelonderdeel 1.3 ingezet op het ondersteunen van bedrijvigheid van de groeiende middenklasse? In hoeverre gaat u er vanuit dat dit een versnelling van de economische groei oplevert die middels trickle down effect bij de armste bevolkingsgroepen terecht komt, ondanks dat uit talloze onderzoeken blijkt dat een economische trickle down strategie niet werkt?

212

In hoeverre geeft u met de beoogde investeringen met ODA-budget in programma’s zoals vermeldt op artikelonderdeel 1.3 uitvoering aan de aanbeveling van het IOB uit de beleidsdoorlichting om stelselmatig vooraf te toetsen of activiteiten voorzien in behoeften van de meest kwetsbaren omdat effecten niet automatisch naar hen doorsijpelen?

213

Welk percentage van de uitgaven op beleidsartikel 1.3 komt terecht in ontwikkelingslanden?

214

Welk percentage van de uitgaven op beleidsartikel 1.3 komt terecht in lage-middeninkomenslanden?

215

Welk percentage van de uitgaven op beleidsartikel 1.3 komt terecht bij de allerarmsten?

216

Kunt u uiteenzetten wat het verlagen van het drempelbedrag voor verzoeken om een bijdrage uit het Civic Space Fund zou doen voor de werklast van de posten?

217

Kunt u uiteenzetten wat het verlagen van het drempelbedrag voor verzoeken om een bijdrage uit het Civic Space Fund zou doen voor de werklast van het departement?

218

Is het IMVO-steunpunt inmiddels in bedrijf? Zo nee, wanneer gaat dat wel gebeuren? En op welke manier wordt binnen dit steunpunt voorgesorteerd op komende Europese en nationale wetgeving?

219

Kunt u aangeven hoe het handelsinstrumentarium, met inbegrip van specifiek het tegengaan van ontbossing, concreet in lijn gebracht wordt met Parijs/Glasgow?

220

Kunt u een overzicht van het niveau van de beschikbare subsidies voor sectorale samenwerking verschaffen voor de jaren 2019, 2020, 2021, 2022, 2023, 2024 en 2025 zoals in het nieuwe subsidieprogramma wordt gepresenteerd?

221

Kan de evolutie van de verdeling van de beschikbare subsidies voor sectorale samenwerking worden gesplitst tussen ondernemingen aan de ene kant en maatschappelijke organisaties aan de andere kant?

222

Hoeveel budget is er gereserveerd voor het «Financieren van een nieuw instrument voor het bevorderen van sectorale samenwerking om het gebied van IMVO»? Over welke sectoren gaat het? Op welke wijze gaat de overheid meer verantwoordelijkheid nemen in dit?

223

Hoe denkt u met de huidige financieren van het IMVO-steunpunt (3 FTE) bedrijven in Nederland te adviseren? Is hier wel voldoende budget voor? Is er ook budget voor de hulp van maatschappelijke organisaties en vakbonden?

224

Bij het nieuwe instrument voor het bevorderen van sectorale samenwerking zit de overheid niet aan tafel, hoe gaat de overheid toezien op de kwaliteit van de initiatieven? Hoe zorgt de overheid voor impact?

225

Gelet op het feit dat deelname van maatschappelijke organisaties en vakbonden bij het nieuw instrument voor het bevorderen van sectorale samenwerking geen voorwaarde is voor steun; hoe gaat het kabinet toezien op de kwaliteit van de initiatieven en wordt betekenisvolle stakeholderbetrokkenheid wordt ingericht?

226

Hoe zorgt het kabinet dat (collectieve) klachtenmechanismen binnen de sectorale samenwerkingsinitiatieven (nieuw instrument voor het bevorderen van sectorale samenwerking) goed gaan werken?

227

Wat wordt er bedoeld met «... het stellen van IMVO-voorwaarden in het kader van ... het inkoopbeleid van de overheid»? Voorziet het kabinet, om er zeker van te zijn dat de overheid een duidelijke boodschap meegeeft aan het (Nederlandse en internationale) bedrijfsleven, dat het hier voornamelijk om verplichtende maatregelen zal gaan?

228

Wat wordt er bedoeld met «Bijdragen aan het stimuleren van een aantrekkelijk internationaal vestigingsklimaat voor buitenlandse investeringen in Nederland via economische diplomatie, ten behoeve van een versterkt internationaal verdienvermogen van Nederland»? Welke prioriteitslanden zijn aangewezen?

229

Welke IMVO-voorwaarden zijn er voor bedrijven die via de topsectoren steun willen krijgen?

230

Wat wordt er bedoeld met «Het vorm en inhoud geven aan economische diplomatie, economische missies en inkomende en uitgaande bezoeken, en het opstellen en bewaken van de afgestemde economische reisagenda van het kabinet»? Wat heeft u ondernomen nadat via de publicatie van twee artikelen in Follow the Money bekend werd dat meerdere Nederlandse bedrijven, ondanks het onderschrijven van IMVO-richtlijnen, zaken hebben gedaan met de autoriteiten van de Russische republiek Tsjetsjenië, die verantwoordelijk zijn voor grove mensenrechtenschendingen en straffeloosheid?2

231

Wat wordt er bedoeld met «Het bevorderen van handel in gevestigde en opkomende markten en het wereldwijd faciliteren en ondersteunen van Nederlandse bedrijven om zaken te doen op buitenlandse markten, met behulp van kennis en informatie, contacten en netwerken, positionering en belangenbehartiging (incl. financiering).»? Welke IMVO-voorwaarden zijn er voor bedrijven om dit soort steun van ambassades te krijgen?

232

IMVO-voorwaarden bij het BuHa-OS-bedrijfsleven instrumentarium is staande praktijk – waarom moeten die nog worden opgezet? Gaat het ministerie de toepassing verbreden?

233

Voor het inkoopbeleid van de overheid bestaan ook al IMVO-voorwaarden; de Internationale Voorwaarden. Waarom past het kabinet die niet gewoon breed toe als gunningsvoorwaarde bij inkoop?

234

Komt er ook een doelstelling voor 2023 (of verder) voor de naleving van de OESO-richtlijnen, als onderdeel van het monitoren van de impact van IMVO-beleid? Onder het vorige kabinet was de doelstelling dat 90 procent van de grote bedrijven de OESO-richtlijnen in 2023 zouden onderschrijven, is deze doelstelling behaald?

235

Wat is de inzet van het kabinet bij de herziening van de OESO-richtlijnen, als onderdeel van het bevorderen van internationale kaders voor OESO? Er is toegezegd om dierenwelzijn te bepleiten, voor welke andere thema’s maakt Nederland zich hard?

236

Kunt u aangeven op welke wijze u wilt reageren op de conclusie van de IOB dat ODA-middelen die worden besteed via het bedrijfsleven bijdragen aan armoedebestrijding in lage-inkomenslanden en aan arme bevolkingsgroepen?

237

Op welke sensitieve technologieën wordt hier precies gedoeld?

238

Kunt u een overzicht geven van de precieze uitgaven onder artikel 1.1? Hoe wordt geld voor MVO-ondersteuning uitgegeven?

239

Kunt u een overzicht geven van ODA-uitgaven aan het bedrijfsleven en naar activiteiten die ten goede kwamen aan het ondernemingsklimaat over de jaren 2018, 2019, 2020, 2021?

240

Welk percentage van begrotingsartikel 1 gaat naar het MKB?

241

Welk percentage van de begroting van Art.1 kwam ten goede aan lokaal MKB en lokale NGO's in respectievelijk 2019, 2020 en 2021?

242

Is de € 50 miljoen dat bestemd is voor wederopbouw aan Oekraïne dat via verdeelartikel 5.4 aan begrotingsartikel 1.3 is toegevoegd al verwerkt in tabel 8? Zo ja, waar gaat de overige € 26 miljoen aan infrastructuurontwikkeling naartoe?

243

Waar gaat de 37.900 op pagina 38 in tabel 8 onder 1.3 «Subsidies (regelingen)» voor Economic governance and institutions precies naartoe en welk deel hiervan is juridisch verplicht?

244

Hoe kan het dat nog 0% niet is ingevuld maar dat van de € 130 miljoen extra pas € 87 miljoen op artikelonderdeel 1.3 is ingevuld?

245

Kan worden aangegeven welke subsidies, garanties, opdrachten en /of bijdragen niet juridisch verplicht zijn op artikelonderdeel 1.2? Kan de 50% niet-juridische verplichting op artikelonderdeel 1.2 worden uitgesplitst?

246

Kan worden aangegeven welke subsidies, garanties, opdrachten en /of bijdragen niet juridisch verplicht zijn op artikelonderdeel 1.3? Kan de 47% niet-juridische verplichting op artikelonderdeel 1.3 worden uitgesplitst?

247

Wat wordt er bedoeld met «Er is sprake van structurele voortzetting van programma’s ter ondersteuning van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, in relatie tot de totstandkoming en implementatie van de IMVO-convenanten (Internationaal

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen). Dit is in het Regeerakkoord afgesproken.»? Wat wordt hier bedoeld met «voortzetting»? Welke rol speelt de overheid binnen de convenanten?

248

Vindt u het zorgen voor een leefbaar loon van ouders, een belangrijke manier om kinderarbeid tegen te gaan? Welke plannen heeft het kabinet om te garanderen dat werknemers een leefbaar loon krijgen?

249

Welke bedrijven met geplande activiteiten in Rusland hebben in de periode 2017–2022 gebruik gemaakt van Starters International Business (SIB), Partners for International Business (PIB) en Programma Strategische Beurzen? Welke bedrijven met geplande activiteiten in Saoedi-Arabië maken hier gebruik van, in de periode 2017–2022?

250

Welke agrobedrijven waren er in het afgelopen jaar vertegenwoordigd bij handelsmissies?

251

Hoeveel handelsmissies waarbij de landbouwsector vertegenwoordigd is zijn er gepland voor 2023 en naar welke landen?

252

Wat bedroegen de kosten van het organiseren en deelnemen aan handelsmissies in 2022?

253

Wat zijn precies de werkzaamheden binnen het «visitors office» en welke resultaten zijn hier tot nu toe mee behaald?

254

Waaruit bestaat het «capacity building» programma opgezet voor het bedrijfsleven in het kader van de China-strategie? Is daarin een module opgenomen voor due diligence en mensenrechten?

255

Wat behelst de «online awareness tool» die wordt ontwikkeld voor het bedrijfsleven in het kader van de China-strategie?

256

Hoe zal de «visitors office» meehelpen aan het centraal stellen van mensenrechten bij inkomende bezoeken?

257

Waarom staat China-strategie niet in de tabel op p. 37, maar wel als toelichting op p. 41?

258

Welke programma’s worden betaald onder begrotingsonderdeel «economic governance and institutions»? En welk deel hiervan is juridisch verplicht?

259

Kunt u uiteenzetten welk percentage van de uitgaven op beleidsartikel 2 wordt uitgegeven aan klimaatadaptatie?

260

Kunt u uiteenzetten welk percentage van de uitgaven op beleidsartikel 2 wordt uitgegeven aan klimaatmitigatie?

261

Kunt u uiteenzetten wat uw prognose is van de private financiering die u probeert aan te trekken met publieke investeringen op beleidsartikel 2? Verwacht u dat de private financiering gericht zal zijn op adaptatie of mitigatie?

262

Kunt u succesvolle voorbeelden noemen van het aantrekken van private financiering voor internationale klimaatactie?

263

Kan worden aangegeven welk deel van artikelonderdeel 2.1 wordt besteed via het multilaterale kanaal en welk deel wordt besteed via het maatschappelijk middenveld?

264

Kan worden aangegeven welk deel van de extra gelden wordt besteed via het multilaterale kanaal, via de ambassades en welk deel wordt besteed via het maatschappelijk middenveld?

265

Waarom waren de bedragen via multilaterale bijdragen voor het realiseren van ecologische houdbare voedselsystemen en het uitbannen van huidige honger en voeding in 2022 opgeteld € 9 miljoen?

266

Worden de extra gelden voornamelijk besteed via multilaterale bijdragen voor het realiseren van ecologische houdbare voedselsystemen en het uitbannen van huidige honger en voeding? Kan worden uitgelegd hoe de middelen precies worden ingezet?

267

Kan een overzicht van de multilaterale bijdragen worden uitgesplitst naar internationale organisaties voor de 5 verschillende budgetlijnen?

268

Welk deel van de subsidies op «realiseren ecologisch houdbare voedselsystemen» wordt ingezet voor agro-ecologische praktijken?

269

Welk deel van de bijdrage aan internationale organisaties op «realiseren ecologisch houdbare voedselsystemen» wordt ingezet voor agro-ecologische praktijken?

270

Hoe worden lokale kennisinstellingen en kennis van lokale boeren en boerinnen bij de programma’s onder «Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid» betrokken?

271

Kunt u een overzicht geven van de ODA-middelen die begroot zijn ten behoeve van landbouw en de projecten die hiermee gefinancierd zullen worden? Kunt u aangeven welke projecten door lokale organisaties worden uitgevoerd?

272

Kan worden aangegeven welk deel van artikelonderdeel 2.1 wordt besteed via het multilaterale kanaal en welk deel wordt besteed via het maatschappelijk middenveld?

273

Wordt het Dutch Fund for Climate and Development, die oorspronkelijk in een tender voor vier jaar is aanbesteed verlengd tot 2027, opnieuw aanbesteed? Zo ja, is de eerste fase geëvalueerd en kan die worden gedeeld met de Kamer?

274

In hoeverre wordt bij het versterken van «ecologisch houdbare voedselsystemen» rekening gehouden met agro-ecologische principes?

275

Heeft Nederland zich formeel aangesloten bij de Coalition on Agroecology and Regenerative Agriculture door de verbintenisverklaring te ondertekenen?

276

Hoeveel soja en palmolie is er door Nederland geïmporteerd in 2022 en hoeveel daarvan werd doorgevoerd naar andere Europese landen?

277

Hoe is de verhouding tussen publieke, private en maatschappelijke partners onder het begrotingsonderdeel «uitbannen van honger» in artikel 2.1?

278

Welke rol ziet u voor China binnen de mondiale klimaatdiplomatie? Hoe gaat Nederland zich hiervoor inzetten?

279

Kan met concrete voorbeelden inzicht gegeven worden in de beleidseffecten van het sterker verbinden van biodiversiteit als dwarsdoorsnijdend onderwerp binnen ontwikkelingssamenwerking?

280

Wat was de jaarlijkse bijdrage van Nederland aan het Global Environment Facility (GEF) in de afgelopen 10 jaar en hoeveel hiervan was specifiek voor internationale biodiversiteit?

281

Wat was de jaarlijkse totale bijdrage van Nederland aan internationale biodiversiteit via het ontwikkelingsbudget (ODA) de afgelopen 10 jaar en hoe is dit begroot voor de komende jaren?

282

Waar in de begroting is de tijdens het commissiedebat «Nederlandse inzet met betrekking tot het VN-Biodiversiteitsverdrag» toegezegde verhoging van de Nederlandse bijdrage aan het Global Environment Facility (GEF) met 50% terug te vinden?

283

Hoe verhoudt de Nederlandse bijdrage aan internationale biodiversiteit zich tot andere landen in de Europese Unie?

284

Kunt u motiveren waarom de bijdrage aan de Global Fund voor de zevende replenishment conferentie niet conform de investment case is gestegen met 30% ten opzichte van de Nederlandse bijdrage tijdens de zesde replenisment conferentie?

285

Wat is de reden dat de subsidies voor (inter-)nationale organisaties met betrekking tot SRGR en hiv/aids aankomende jaren afneemt?

286

Kunt u aangeven of de berichten kloppen dat Nederland extra gaat bijdragen aan het Global Fund en toelichten of daarmee de volledige investeringsvraag van het Global Fund van 30% meer dan de laatste toegezegde bijdrage (dat was € 202 miljoen) wordt ingewilligd?

287

Welke mondiale fondsen werden gesteund met de fondsen die zich richtten op basisonderwijs en voor welke projecten heeft de stop van deze fondsen gevolgen?

288

Wat zijn de gevolgen van het eindigen van de steun aan de mondiale fondsen die zich richten op basisonderwijs met betrekking tot de groei van een ondernemende, jonge en weerbare generatie met meer perspectief op de arbeidsmarkt en in de samenleving?

289

Kunt u aangeven hoeveel geaggregeerd budget in totaal beschikbaar is voor SRGR?

290

In de tekst staat dat de Nederlandse bijdrage aan het Global Partnership for Education (GPE) na afloop van het lopende contract (in 2025) beëindigd wordt (p. 60). In tabel 12 (p. 57) loopt de bijdrage door tot en met 2027. Kunt u dit verschil verduidelijken?

291

Kunt u een overzicht geven van de programma’s en projecten met bijbehorende gealloceerde budgetten die zullen eindigen naar aanleiding van het besluit om basisonderwijs aan andere donoren over te laten?

292

Is bijdragen aan het bevorderen van mentale gezondheidsproblemen als gevolg van armoede een voorwaarde, of op zijn minst een pluspunt, voor deelname aan het Product Development Partnership (PDP) programma?

293

Hoe staat het met in positie brengen van politici in democratische lage- en middeninkomenslanden?

294

Welke Russische maatschappelijke organisaties hebben steun gekregen uit het Civic Space Fund sinds de oprichting van het fonds? Welke Saoedische maatschappelijke organisaties hebben hier steun uit gekregen sinds de oprichting van het fonds?

295

Blijft binnen de zoektocht naar innovatieve financieringsmodellen voor onderwijs ruimte voor het onlangs gelanceerde Innovative Finance Facility for Education (IFFEd) mogelijk?

296

Kunt u het budget voor MHPSS binnen de verschillende programma’s die Nederland financiert (p. 60), stimuleert (p. 61) en regisseert (p. 62) nader inzichtelijk maken?

297

Zijn de kosten voor het inzetten van specialistische kennis over bepaalde kwetsbare doelgroepen, zoals kinderen, ingebed in de uitvoering van art. 4? Is hier een percentage aan te verbinden?

298

Wat is het budget voor het financieren van programma’s gericht op de ontwikkeling van een effectiever en efficiënter humanitair systeem, o.a. gericht op psychosociale zorg? Wordt hierbij de impact van deze zorg gemonitord?

299

Wanneer het aantal vluchtelingen en intern ontheemden nog verder stijgt, in hoeverre is het dan nuttig om nog meer te investeren in de langdurige opvang in de regio? Wat zou hiervan het effect zijn?

300

Kunt u toelichten of, en zo ja hoe, geborgd wordt dat de private investeringen terechtkomen bij mensen die het hardst geraakt worden door klimaatverandering?

301

Is het een voorwaarde dat het maatschappelijk middenveld ook inzet op MHPSS bij lokale conflictpreventie en vredesopbouw? Wordt deze inzet gemonitord?

302

Is binnen de post humanitaire hulp budget gealloceerd voor de directe financiering van community based organisaties die noodhulp bieden aan gemarginaliseerde groepen? Zo ja, om welk en hoeveel budget gaat dit?

303

Beschikt het postennetwerk over een noodhulpbudget specifiek gericht op het bereiken van gemarginaliseerde groepen?

304

Hoe zijn de € 145 miljoen extra middelen voor «opvang in de regio» terug te zien in de begroting waar op het betreffende artikel (4.2) een uitgavenmutatie van € 85 miljoen staat ten opzichte van 2022?

305

Hoe worden de extra middelen voor opvang in de regio precies besteed? Kunt u hier uitvoeriger op ingaan dan wat u in de begroting meedeelt? Wat is de verhouding van de bestedingen tussen het bilaterale-, multilaterale- en maatschappelijke kanaal?

306

Welk percentage van het beleidsmatig gereserveerde bedrag is gereserveerd voor geestelijke gezondheidszorg en psychosociale steun bij noodhulp (MHPSS) als thematische noodhulp. Wat is de hoogte van dit bedrag in Euro’s?

307

Waarom komt geestelijke gezondheidszorg en psychosociale steun bij noodhulp (MHPSS) niet terug in de uitwerking strategische evaluatie? Komt de specifieke aandacht voor MHPSS terug in de periodieke rapportage 2023 en op welke wijze wordt dan gekeken naar effectiviteit en impact van de gesteunde humanitaire partners?

308

Waarom behoort Libië niet tot een van de partners op het gebied van opvang in de regio terwijl dit land vanuit de EU en vanuit Nederland wordt ondersteund in het opvangen van vluchtelingen die de reis naar Europa proberen te maken? Welke verantwoordelijkheid dragen Nederland en de EU daarmee in de menswaardige opvang in Libië?

309

Wordt in het beleid omtrent het bestrijden van mensensmokkel ook gekeken naar legale migratieroutes aangezien het ontbreken hiervan juist het verdienmodel van mensensmokkelaars bepalen? Zo nee, waarom niet?

310

Is de reservering van € 75 miljoen voor de asielkosten op verdeelartikel 5.4 voor wanneer de € 627 miljoen in 2023 wordt overgeschreden?

311

Indien minder nodig is dan € 75 miljoen blijven deze middelen dan op verdeelartikel 5.4 staan of kunnen die worden ingezet voor andere doeleinden?

312

Waarom is een vrijwillige bijdrage verplicht?

313

Kunt u aangeven op welke punten het handelsinstrumentarium is vergroend in deze begroting ten opzichte van het afgelopen jaar, oftewel, op welke manier er uitvoering wordt gegeven aan de motie Van der Lee hierover (Kamerstuk 35 830 XVII, nr. 6.)? Welke instrumenten worden er nog meer vergroend, naast de inzet van handelsmissies en ambassades in lijn met de klimaatafspraken van Parijs en Glasgow? En heeft dat op dit moment gevolgen voor welke bedrijven wel of niet mee mogen op Nederlandse handelsmissies? En kunt u een voorbeeld geven van wat het betekent dat publieke infrastructuurprojecten meer op vergroening zijn gericht? Wat is hierbij de concrete doelstelling van Invest International?

314

Hoe wordt in 2023 uitvoering gegeven aan de motie Koekkoek c.s. (Kamerstuk 35 925 XVII, nr. 47.)? Hoe verhoudt zich dat tot de inspanningen in 2022? Wat voor impact heeft het ontbreken van de Ambassadeur jongeren werk onderwijs voor de motie Koekkoek? Op welke termijn wordt een nieuwe Ambassadeur aangesteld?

315

Hoe staat het met de uitvoering van de motie Ceder c.s. over in het Integraal Afwegingskader de SDG-toets meenemen bij wetsvoorstellen van de vijf belangrijkste coherentieministeries (Kamerstuk 35 925 XVII, nr. 40)?

Naar boven