2022D38569 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de brief inzake de Bestuurlijke afspraken 2023 Zvw-pgb (Kamerstuk 25 657, nr. 352).

De voorzitter van de commissie, Smals

De adjunct-griffier van de commissie, Bakker

Inhoudsopgave

blz.

     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

4

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

4

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

5

 

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

5

     

II.

Reactie van de Minister

5

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief inzake de bestuurlijke afspraken omtrent het persoonsgebonden budget in de Zorgverzekeringswet (Zvw-Pgb). Zij hebben hierbij nog een aantal vragen. Deze leden lezen dat partijen benadrukken dat het Zvw-pgb een goede ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat bestuurlijke afspraken daaraan in belangrijke mate hebben bijgedragen. Kan uiteengezet worden wat deze goede ontwikkeling precies behelst? Wat is de verwachting van de bij de bestuurlijke afspraken betrokken partijen? Ook zijn genoemde leden benieuwd naar cijfers over pgb-houders. Kan de Minister een overzicht geven van het aantal pgb-houders per zorgverzekeraar en hoeveel budget hieraan gekoppeld is?

Er is een traject gestart voor de verlengde toekenning Zvw-pgb voor meer dan twee jaar. De intentie is om dit traject dit jaar af te ronden. Wat de leden van de VVD-fractie betreft mag het streven naar afronding steviger. Wat is nu de stand van zaken van en wanneer wordt de Kamer geïnformeerd? Lukt het afronden dit jaar en wanneer treden concrete vervolgstappen in werking?

Daarnaast loopt er een traject Design Thinking bij intensieve kindzorg. Dit najaar wordt de Kamer daarover geïnformeerd. Het traject is langzamer op gang gekomen dan gepland. Genoemde leden hebben veelvuldig aandacht gevraagd voor de ervaren druk in het proces van (her)indicatiestelling tot en met de Zvw-pgb-aanvraag, en de schrijnende situaties die dit soms oplevert bij gezinnen. Kan de Minister toezeggen dat er een versnelling in dit traject aangebracht wordt zodat het in het eerste kwartaal 2023 afgerond is? Na ommekomst van de resultaten zien de leden van de VVD-fractie graag concrete voorstellen om knelpunten weg te nemen in het proces van indicatiestelling tot en met toekenning van het Zvw-pgb, en om knelpunten weg te nemen die in de gehele breedte van de kindzorg aan de orde zijn. Graag horen de deze leden of de Minister hiertoe bereid is.

In de uitgangspunten valt te lezen dat de Minister de overheid vertegenwoordigt bij de bestuurlijke afspraken. De overheid is op systeemniveau verantwoordelijk voor de betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg en schept vanuit die verantwoordelijkheid randvoorwaarden zodat cliënten, indicerend verpleegkundigen en zorgverzekeraars hun rol in het zorgstelsel kunnen vervullen en ziet toe op naleving van deze regels voor de zorg. Kan de Minister aangeven op welke manier zij de rol van vertegenwoordiger invulling geeft?

Genoemde leden lezen dat de indicatie, evaluatie en het casemanagement door de zorgverzekeraar, afhankelijk van de polis van de verzekerde, via zorg in natura worden vergoed en daarbij geen deel uitmaken van het Zvw-pgb en dat verzekerden hierover worden geïnformeerd door hun zorgverzekeraar. Op welke manier worden verzekerden hierover geïnformeerd? Hoe wordt erop toegezien dat dit duidelijk is voor de verzekerden? Verzekerden die hiervan gebruik wensen te maken worden door de zorgverzekeraar bemiddeld naar een indicerend verpleegkundige. Deze leden vragen hoeveel tijd er tussen het aangeven van de wens van bemiddeling en het toegewezen krijgen van een indicerend verpleegkundige zit.

Daarnaast lezen de leden van de VVD-fractie dat het Zvw-pgb binnen het kader van de Zvw valt en met zich meebrengt dat er sprake is van concurrentie tussen zorgverzekeraars waarbij verzekerden kunnen kiezen tussen verschillende polissen. Partijen onderkennen hierbij dat het nastreven van uniformiteit niet kan bewerkstelligen dat de uitvoering tussen verschillende zorgverzekeraars volledig uniform is. Hoe wordt erop toegezien dat dit toch zoveel mogelijk uniform is?

Genoemde leden lezen dat van de partijen verwacht mag worden dat zij op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen omtrent indicatiestellig en uitvoering van het Zvw-pgb en de daarbij horende publicaties. Op welke manier worden zij geïnformeerd over ontwikkelingen? Partijen werken met elkaar samen aan oplossingen en verbeteringen van het Zvw-pgb met oog en begrip voor elkaars rollen en verantwoordelijkheden. Hoe wordt omgegaan met eventuele tegenstrijdigheden en verschillen van opvattingen door de verschillende partijen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de indicatie niet gesteld mag worden door een individuele zorgverlener die de zorg zal gaan leveren. Deze leden lezen dat zorgverzekeraars voorwaarden kunnen stellen aan de wijze waarop de indicatie tot stand komt om de onafhankelijkheid te borgen. Hoe wordt deze scheiding gewaarborgd wanneer zorgprofessionals wel verantwoordelijk zijn voor de indicatie en de zorgverzekeraars dit zelf kunnen invullen?

Genoemde leden lezen dat wanneer de natura-aanbieder voor het betreffende jaar zijn inkoopplafond al heeft bereikt, de verzekerde kan kiezen om het Zvw-pgb bij een andere aanbieder in te zetten. Het is van belang dat de verzekerden eigen regie kunnen voeren over de zorg die zij ontvangen. Hoe wordt dat vormgegeven wanneer de best passende aanbieder al een inkoopplafond heeft bereikt gezien het feit dat de budgethouder zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de ingezette zorg? Genoemde leden lezen dat zorgverzekeraars, indien daartoe acute noodzaak bestaat, een spoedprocedure beschikbaar hebben voor de (tijdelijke) ophoging van het Zvw-pgb. Zit er een maximum tijd aan een tijdelijke ophoging verbonden?

Ook lezen deze leden dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zich inspant om te bekijken of de kosten van loondoorbetaling aan de zorgverlener bij tijdelijke opname van de budgethouder voor vergoeding in aanmerking komen. Wat kunnen de gevolgen voor de budgethouder of zorgverzekering zijn wanneer deze inspanningen niet tot een vergoeding leiden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de bestuurlijke afspraken op het Zvw-pgb voor 2023. In het afgelopen commissiedebat over het pgb hebben zij aandacht gevraagd voor de doorontwikkeling van het systeem pgb 2.0 en de aansluiting van de zorgverzekeraars op dit systeem. Deze leden vragen de Minister of de overstap van de zorgverzekeraars naar pgb 2.0 een onderwerp van gesprek was tijdens de onderhandeling over de bestuurlijke afspraken en wat hiervan de uitkomst was. Genoemde leden horen graag van de Minister hoe zij zich gaat inspannen om deze stap te zetten.

Genoemde leden hebben eerder ook bepleit om te onderzoeken hoe meer integraliteit in het pgb-systeem kan worden gebracht, bijvoorbeeld door deze meer te uniformeren in de verschillende wetten. Zij horen graag van de Minister hoe de partijen in het veld hier tegenaan kijken en of als onderdeel van de bestuurlijke afspraken ook is gekeken hoe er stappen richting meer uniformiteit en integraliteit gemaakt kunnen worden. Als dat niet het geval is, kan de Minister dan aangeven hoe zij zelf deze stappen gaat zetten?

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de ontwikkeling op verlengde toekenning. Kan de Minister aangeven waarom de verlengde toekenning niet voor 2023 al gerealiseerd is en waarom op 2024 gewacht moet worden om hier afspraken over te maken? Deze leden blijven verder graag op de hoogte van de ontwikkelingen omtrent de verlengde toekenning en vragen Minister om aan het eind van het jaar een update over naar de Kamer te sturen.

Tot slot willen deze leden nogmaals aangeven blij te zijn dat kleinschalige wooninitiatieven onder het pgb blijven vallen. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat kleinschalige wooninitiatieven ook via zorg in natura goed ingekocht worden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben met enige verbazing kennisgenomen van de bestuurlijke afspraken 2023 Zvw-pgb aangezien er tijdens het laatste debat nog allemaal open eindjes bleken te zijn en er toch op vrij korte termijn daarna een bestuurlijk akkoord ligt. Waarom is het niet gelukt dit akkoord eerder af te tikken? Het verbaast deze leden dat dit akkoord slechts is afgesloten voor één jaar. Waarom is dit akkoord slechts voor één jaar afgesloten?

Wat is de financiële ontwikkeling van Zvw-pgb sinds 2014? Is het Zvw-pgb in alle (basis)zorgpolissen opgenomen? Op welke manier wordt ervoor gezorgd dat budgethouders goed toegerust worden? Is hier een budget beschikbaar voor ondersteuning of training?

Kan de Minister aangeven op welke manier dit bestuurlijk akkoord het meer afgeven van langdurige indicaties gaat bevorderen? Waarom komt dit maar niet van de grond? Waarom moet iemand met een levenslange beperking zoals een dwarslaesie zonder het vooruitzicht op verbetering jaar op jaar opnieuw geïndiceerd worden?

Klopt het dat de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) de zorgverzekeraars steeds vaker op de vingers tikt om niet op de stoel van de wijkverpleegkundige te gaan zitten om de indicaties naar beneden bij te stellen? Worden alle door de SKGZ uitgebrachte adviezen door de zorgverzekeraars opgevolgd?

In het kader van het terugdringen van de administratieve lasten en fraudebestrijdingen vragen de leden van de PVV-fractie waarom het budgethoudersportaal 2.0 niet toegankelijk gemaakt voor budgethouders in de Zvw.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief aangaande de bestuurlijke afspraken 2023 Zvw-pgb van de Minister. Eerder heeft het lid Werner (CDA) schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van het bericht «Plotseling krijgen pgb-houders minder vergoed». Naar aanleiding van de beantwoording van deze vragen, vragen genoemde leden hoeveel klachten in 2021 uiteindelijk bij de SKGZ zijn binnengekomen over het Zvw-pgb. Kan tevens worden aangeven waar deze klachten over gaan? Zijn deze klachten in categorieën in te delen?

Dan nog enkele aanvullende vragen naar aanleiding van ingediende moties door onder andere de leden van de CDA-fractie. Op 7 juli was het tweeminutendebat PGB naar aanleiding van het commissiedebat van 23 juni 2022. Graag willen deze leden weten hoe het gesteld is met de aangenomen moties. Wat betreft de motie Werner/Sala1 vragen zij hoe ver het onderzoek is om binnen het huidige stelsel een loket in te richten voor persoonsgebonden budgetten. Kan de Minister aangeven wanneer zij de onderzoekresultaten verwacht en naar de Kamer kan sturen?

Wat betreft de motie Werner/ Mohandis2 vragen deze leden hoe de motie zich verhoudt tot de bestuurlijke afspraken voor 2023. De leden van de CDA-fractie lezen in het begeleidend schrijven van de Minister wel dat er onderzoek plaatsvindt naar verlengde toekenning (naar aanleiding van het commissiedebat over intensieve kindzorg). Loopt de motie Werner/Mohandis in ditzelfde traject mee of juist niet? Kan de Minister aangeven hoe het met de uitvoering van deze motie staat? Hoe verloopt het overleg hierover en wanneer worden deze bevindingen naar de Kamer gestuurd? Wordt de termijn, zoals die in de motie genoemd wordt, gehaald?

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van het bestuurlijke akkoord en heeft daarbij nog enkele vragen. In de toelichting bij artikel 2.3 wordt gemeld dat het nastreven van uniformiteit waar nodig en mogelijk niet kan bewerkstelligen dat de uitvoering tussen verschillende zorgverzekeraars volledig uniform is. Enerzijds heeft dat te maken met het feit dat zorgverzekeraars in hun algemene polisvoorwaarden of in hun werkwijze in algemene zin verschillen, anderzijds is het ook de bedoeling dat de uitvoering van het Zvw-pgb maatwerk is. Bij de beoordeling of een verzekerde aan de gestelde voorwaarden voldoet, zal worden gekeken naar diens persoonlijke situatie. Dat betekent dat de toepassing van voorwaarden, ook als die uniform zijn vastgesteld, uiteindelijk maatwerk zal zijn. Kan de Minister aangeven in welke mate de polisvoorwaarden op rij gezet zijn en waar deze mogelijk in strijd lijken met de bestuursovereenkomst maar door dit artikel toch worden toegestaan? Kan de Kamer een overzicht krijgen van polisvoorwaarden welke de geest en intentie van de bestuursovereenkomst aantasten?

II. Reactie van de Minister


X Noot
1

Kamerstuk 25 657, nr. 334.

X Noot
2

Kamerstuk 25 657, nr. 343.

Naar boven