Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 2022D26777 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 2022D26777 |
De vaste commissie voor Financiën heeft op 23 juni 2022 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over het door de Minister van Buitenlandse Zaken op 3 juni 2022 toegezonden fiche:
Verordening terbeschikkingstelling nieuwe eigen middelen.
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Lips
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-fiche «Verordening terbeschikkingstelling nieuwe eigen middelen». Deze leden beperken zich in deze inbreng tot het onderwerp van de verordening zelf en merken daarbij op dat aan deze verordening nog een politieke vraag voorafgaat ten aanzien van het aanpassen van het eigenmiddelenbesluit zelf. Deze leden hebben over dit specifieke BNC-fiche nog enkele vragen aan het kabinet.
De leden van de VVD-fractie lezen in dit BNC-fiche dat naar oordeel van het kabinet de definitieve beoordeling van de voorstellen tot een Making Available Regulation (MAR) en Implementing Measures for Own Resources (IMSOR) voor de nieuwe eigen middelen pas plaats kan vinden zodra de onderhandelingen over de nieuwe eigen middelen zelf in een verder gevorderd stadium zijn. Deze leden vragen het kabinet duidelijk te maken wat de Nederlandse inzet is ten aanzien van de huidige voorstellen en op welke punten naar het oordeel van het kabinet nadere bijstelling noodzakelijk is. Ook vragen deze leden hoe de Kamer in dit proces wordt betrokken zodra meer duidelijkheid is over de inhoudelijke vormgeving van instrumenten die al dan niet in een eigenmiddelenbesluit komen.
Ook vragen de leden van de VVD-fractie hoe een eventuele vormgeving van het Social Climate Fund buiten het meerjarig financiële kader (MFK) doorwerkt voor het voorliggende voorstel. In welke verordening worden de bijdragen van lidstaten aan een dergelijk fonds geregeld, indien in EU-verband tot een dergelijke vormgeving zou worden besloten?
Daarnaast lezen de leden van de VVD-fractie dat niet-geveilde ETS- en ESR-rechten voor Nederland minder relevant zouden zijn. Kan het kabinet toelichten wat de omvang van deze niet-geveilde rechten voor Nederland was in de afgelopen vijf jaar en waarom het kabinet van mening is dat deze categorie voor Nederland minder relevant is? Ook vragen deze leden het kabinet om het risico dat wordt gesignaleerd ten aanzien van inkomsten uit Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) nader toe te lichten. Wat is de stand van zaken ten aanzien van het meningsverschil tussen de Nederlandse regering en de Europese Commissie ten aanzien van de controle op importheffingen waarbij Nederland een naheffing van 87,6 miljoen euro opgelegd werd? Voorziet het kabinet vergelijkbare conflicten in het CBAM-voorstel? Zo ja, welke maatregelen neemt het kabinet om dit soort problemen en conflicten met de Europese Commissie aan de voorkant te voorkomen?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie het kabinet voor de voorgestelde eigen middelen toe te lichten welke partij (Europees/nationaal) in de huidige voorstellen de gegenereerde inkomsten uit onder andere veiling- en importrechten int en wat het standpunt van het Nederlandse kabinet ten aanzien daarvan is.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het fiche ten aanzien van de verordening voor terbeschikkingstelling van nieuwe eigen middelen en hebben daarover nog de volgende vragen.
De leden van de D66-fractie lezen dat bewust is opengelaten of bij de eerste categorie ETS-afdrachten de middelen via de reguliere procedure beschikbaar worden gesteld of direct van de clearing instantie naar de eigenmiddelenrekening worden overgemaakt. Waarom is dit bewust open gelaten, wat zijn de afwegingen tussen beide routes en waarom maakt Nederland daar geen gebruik van?
De leden van de D66-fractie onderschrijven dat er controles nodig kunnen zijn om te borgen dat de juiste bedragen aan eigen middelen worden afgedragen. Is het kabinet van mening dat de financiële huishouding van Nederland en andere lidstaten voldoende op orde is zodat deze controles effectief plaats kunnen vinden? Zijn er verbeterslagen nodig bij sommige lidstaten zodat hier geen ruimte bestaat voor het ontwijken van belastingafdrachten? Waarom is ervoor gekozen om bij het koolstofgrenscorrectiemechanisme (CBAM) door de lidstaten zelf te laten uitvoeren? Betreft dit juist niet een gevoelig proces waarbij ontwijking van afdrachten en een ongelijk speelveld voorkomen dient te worden?
De leden van de D66-fractie benadrukken het belang van een gelijk internationaal speelveld op het gebied van CO2-uitstoot en het betalen van een eerlijke prijs over CO2-emissies. Daarom benaderen deze leden het voorstel voor CBAM positief. Kan het kabinet een laatste stand van zaken geven van het speelveld, de planning en de positie van Nederland ten aanzien van dit voorstel?
De leden van de D66-fractie betreuren het dat de invoering van Pilar I van het OESO-akkoord is uitgesteld ten opzichte van eerdere planning. Hebben de gemaakte keuzes in deze verordening impact op de planning en uitvoerbaarheid van deze belastingmaatregel? Wat is de laatste stand van zaken van het speelveld, de planning en de positie van Nederland ten aanzien van dit voorstel? Klopt het dat er een concept-resolutie is ingediend in het Hongaarse Parlement waarmee de invoering van Pilar I op losse schroeven zou kunnen komen te staan? Indien dit het geval is, wat zou dat betekenen voor het standpunt van Nederland ten aanzien van het vetorecht op fiscale zaken? Welke acties zal Nederland ondernemen om zorg te dragen dat deze noodzakelijke belastingmaatregel om multinationale bedrijven in het juiste land belasting te laten betalen op basis van een breed internationaal akkoord doorgang kan vinden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het fiche aangaande de Verordening terbeschikkingstelling nieuwe eigen middelen.
Naar aanleiding van het dit fiche brengen de leden van de PVV-fractie het volgende naar voren.
De leden van de PVV-fractie merken allereerst op dat de Europese Commissie voor een deel van de afdrachten op basis van ETS-inkomsten een procedure voorstelt die in principe gelijk is aan de bestaande procedures, maar die wel een mogelijkheid biedt om hiervan af te wijken. De leden van de PVV-fractie willen weten op welke punten er precies af mag worden geweken van de bestaande procedures en of het kabinet hiervan gebruik zal maken.
De leden van de PVV-fractie merken voorts op dat in het MAR-voorstel (Making Available Regulation) ruimte wordt geboden om middelen direct door de clearing instantie naar de eigenmiddelenrekening over te laten maken. De leden van de PVV-fractie vragen naar de eventuele voor- en nadelen hiervan.
Verder lezen de lezen van de PVV-fractie dat de Europese Commissie toegang heeft tot de benodigde gegevens voor de berekening van de eigen middelen en dat de Europese Commissie controles ter plaatse mag uitvoeren. De leden van de PVV-fractie willen weten waaruit deze controles van de Europese Commissie bestaan.
Voorts merken de leden van de PVV-fractie op dat in het MAR-voorstel is opgenomen dat de lidstaat vertragingsrente is verschuldigd over te laat betaalde afdrachten. In de brief met Kamerstuk 22 112 nr. 3371 gaf het kabinet aan dat onder de huidig geldende regels dit instrument nog niet optimaal functioneert en in de praktijk hoge rentebetalingen voor lidstaten voorkomen. De leden van de PVV-fractie vragen naar de voortgang hiervan en welke stappen er eventueel gezet zullen worden om dit instrument optimaal te laten functioneren. Waarom stelt het kabinet dit niet ter discussie in dit fiche?
Tevens vragen de leden van de PVV-fractie naar een overzicht van de vertragingsrentes die voor verschillende lidstaten gehanteerd worden.
De leden van de PVV-fractie lezen vervolgens dat het kabinet voor een eenvoudig, transparant en voorspelbaar systeem van eigen middelen en voor het proces van terbeschikkingstelling daarvan pleit. De leden van de PVV-fractie vragen in hoeverre het steeds introduceren van nieuwe eigen middelen bijdraagt aan een «eenvoudig systeem» en of dit niet juist indruist tegen het doel dat het kabinet voor ogen heeft.
Voorts lezen de leden van de PVV-fractie dat het kabinet aangeeft dat uit haar eerste inschatting uit het BNC-fiche blijkt dat de ETS-afdracht uitvoerbaar is. De leden van de PVV-fractie vragen om dit nader te onderbouwen. Waarop baseert het kabinet zich en waaruit blijkt dat de ETS-afdracht uitvoerbaar is?
De leden van de PVV-fractie vragen met hoeveel de Nederlandse ETS-inkomsten zullen afnemen als gevolg van het voorstel om 25 procent van deze inkomsten ter beschikking stellen aan de Europese Unie als EU-afdracht (in euro’s).
Voorts lezen de leden van de PVV-fractie dat de Europese Commissie voorstelt dat een kwart van de inkomsten van dit systeem naar de EU-begroting gaat, wat gemiddeld op ongeveer 12 miljard euro per jaar tussen 2026 en 2030 neerkomt. De leden van de PVV-fractie vragen wat het aandeel van Nederland hierin is.
Tevens merken de leden van de PVV-fractie op dat met de inkomsten de fondsen van NextGenerationEU en het Sociaal Klimaatfonds worden gefinancierd. De leden van de PVV-fractie willen weten welk deel van de 12 miljard euro naar NextGenerationEU en het Sociaal Klimaatfonds zal gaan en wat het aandeel van Nederland is hierin. Kan het kabinet tevens nader ingaan op welke wijze het Sociaal Klimaatfonds zal worden gefinancierd en hoeveel Nederland daaraan zal bijdragen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennis genomen van het fiche terbeschikkingstelling nieuw eigen middelen. Deze leden vragen het kabinet waarom er sprake is van een ETS-afdracht op basis van daadwerkelijk op de markt geveilde ETS-rechten en een ETS-afdracht op basis van potentieel veilbare rechten. Deze leden vragen een toelichting hierop.
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet naar de opbouw van de toegewezen winsten. Deze leden vragen waarom er nog steeds geen minimum-winstbelastingtarief is. Deze leden vragen het kabinet voorts of er ondanks het feit dat dit recent door Polen is tegengehouden toch zo spoedig mogelijk kan worden ingevoerd, desnoods op nationaal niveau. Deze leden vragen het kabinet of er volgens het kabinet een minimumtarief van 15 procent moet worden gekoppeld aan wetgeving over de herverdeling van de belastingrechten, nu dit de enige uitweg uit de Europese impasse lijkt.
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet om zich uit te spreken tegen deze vorm van koppelverkoop.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CU-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het fiche over de verordening terbeschikkingstelling nieuwe eigen middelen. Deze leden lezen in het fiche dat in het MAR-voorstel is opgenomen dat de lidstaat vertragingsrente verschuldigd is over te laat betaalde afdrachten en dat de bepalingen hieromtrent gelijk zijn aan het reeds bestaande regime rondom de vertragingsrente. Deze leden roepen in herinnering dat de Europese Commissie in het recente verleden meermaals heeft geoordeeld dat Nederland fouten heeft gemaakt bij de inning van de invoerrechten en dat dit heeft geleid tot al dan niet onder voorbehoud afgedragen nabetalingen, waarover ook een forse som aan vertragingsrente verschuldigd is.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen het kabinet om toe te lichten in welke mate het risico aanwezig is dat bij deze nieuwe eigen middelen ook sprake zal zijn van naheffingen, daar, met name bij CBAM, de controles gelijkenissen vertonen met de reeds bestaande afdracht van de invoerrechten. Welke stappen zet het kabinet om deze risico’s te beperken? In het verlengde hiervan vragen deze leden naar de stand van zaken omtrent de bekende naheffingen op de invoerrechten (zonnepanelen, LWTS (lage waarde textiel en schoenen), de naheffing van dit najaar etc.) alsook of aan deze naheffingen recent nieuwe claims zijn toegevoegd en of het kabinet nog andere naheffingen verwacht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2022D26777.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.