2022D25062 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de brief van 10 juni 2022, getiteld Perspectieven voor agrarische ondernemers (Kamerstuk 30 252, nr. 28).

De voorzitter van de commissie, Geurts

De adjunct-griffier van de commissie, Meijer

Nr	Vraag
1	Welke nieuwe perspectieven (dus niet vanuit bestaande regelingen) biedt u de agrarische ondernemers?
2	Voor hoeveel melkveehouders ziet u nog perspectief in Nederland?
3	Voor hoeveel varkenshouders ziet u nog perspectief in Nederland?
4	Voor hoeveel pluimveehouders ziet u nog perspectief in Nederland?
5	Wat is de verwachte inkomenspositie voor een melkveehouder binnen uw concept «kringlooplandbouw»?
6	Wat is de verwachte inkomenspositie voor een varkenshouder binnen uw concept «kringlooplandbouw»?
7	Wat is de verwachte inkomenspositie voor een pluimveehouder binnen uw concept «kringlooplandbouw»?
8	Welk percentage van het inkomen komt voort uit beloningen voor het halen van kritieke prestatie-indicatoren (kpi’s)?
9	Kunt u een uitgebreide definitie geven van wat u verstaat onder kringlooplandbouw?
10	Hoe ziet u uw betrokkenheid bij het ontwikkelen van de goede landbouwpraktijk?
11	Kunt u een volledige lijst geven van gebruiksfuncties die niet of minder afhankelijk zijn van omgevingsfactoren?
12	Hoe zet u zich concreet in Brussel in voor het verkrijgen van derogatie?
13	Kunt u een grove tijdlijn geven van alle stappen die u gaat zetten om perspectief te creëren voor de sector?
14	Welke onderliggende rapporten hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de perspectiefbrief? Welke doorrekeningen liggen eraan ten grondslag?
15	Komt er een specifieke voorlichtingscampagne voor agrarische ondernemers om renderend te kunnen produceren?
16	Wat is de exacte definitie van grondgebondenheid?
17	Vormt uitbreiding van het natuurareaal een bedreiging voor extensiveren en kringlooplandbouw, waar juist meer landbouwgrond voor nodig is?
18	Bent u ervan op de hoogte dat aanpassing van de mestregelgeving nodig is om kringlooplandbouw mogelijk te maken? Op welke termijn wordt dit aangepast?
19	Bent u ervan op de hoogte dat aanpassing van onder andere de pachtwetgeving en grondinstrumentarium nodig is om natuurinclusieve landbouw te faciliteren? Wanneer wordt hierover duidelijkheid gegeven?
20	Klopt het dat bedrijfsgerichte doelsturing (monitoring, kpi’s) van essentieel belang is, maar perspectief hiervoor pas op langere termijn haalbaar wordt geacht? Kunnen er mogelijkheden worden geboden om hierin te versnellen?
21	Klopt het dat er een rol voor de overheid ligt bij het leveren van een bijdrage aan het structureel belonen van publieke diensten? Wanneer wordt hier concreet invulling aan gegeven, zodat de boer dit kan meenemen in zijn bedrijfsplan?
22	Kunt u nader uiteenzetten hoe u vindt dat de intensieve veehouderij past binnen de goede landbouwpraktijk en de kringlooplandbouw?
23	Hoe gaat u concreet de niet-vrijblijvende rol van de keten invullen? Hoe gaat u dit juridisch borgen?
24	Hoe gaat u zorgen voor een gelijk speelveld tussen boeren en andere partijen in de keten, zoals supermarkten, verwerkers en de horeca?
25	Welke kpi's voorziet u zelf als het aankomt op dierenwelzijn?
26	Zal er ook een set kpi's worden ontwikkeld voor wat kringloopwaardig voer is? Zo nee, waarom niet?
27	Is de lijst met kpi's zoals nu opgesteld op pagina 13 een uitputtende lijst of zullen er nog andere kpi's worden opgesteld?
28	Kunt u schetsen wat het tijdpad wordt van de pilot-fase naar de bredere toepassing van de kpi's?
29	Hoe gaat u in het kader van toekomstbestendig landgebruik voorkomen dat agrariërs in de transitie van hun bedrijf gewassen gaan telen die veel of vaak chemische gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben en zeer emissiegevoelig zijn?
30	Kunt u aangeven tot welke radius het zal worden toegestaan om binnen een grondgebonden (melk)veehouderij mest te plaatsen op de grond van een collega in een samenwerkingsverband?
31	Hoe zullen de middelen uit het Transitiefonds concreet worden ingezet, aanvullend op de reguliere inzet van de middelen en de instrumenten van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)?
32	Welke belemmerende oude wetgeving die nu nog in de weg staat van de transitie naar kringlooplandbouw gaat u de komende tijd wegnemen, en wat zal hiervan het tijdpad zijn?
33	Hoe gaat u erop inzetten dat de SABE-regeling zich alleen nog richt op bedrijfsaanpassingen die bijdragen aan kringlooplandbouw?
34	Hoe ziet u zelf het convenant voor meer ketenverantwoordelijkheid in de transitie voor zich? Hoe ziet u daarbij bijvoorbeeld de rol van banken?
35	Hoe ziet u de rol van labelling in het creëren van meer ketenverantwoordelijkheid?
36	Hoe gaat u ervoor zorgen dat binnen het Omschakelprogramma Duurzame Landbouw alleen nog zal worden ingezet op kringlooplandbouw?
37	Hoe ziet u de kansen om met het Actieprogramma digitalisering ook bij te dragen aan een grotere ketenverantwoordelijkheid in de landbouwtransitie?
38	Wordt het stiktofbeleid gebruikt om klimaatdoelen te behalen en zo ja welk budget is hiervoor vrijgemaakt vanuit klimaatgelden?
39	Naar welk percentage biologisch areaal streeft u zelf in de uitwerking van het nationaal actieplan ter uitvoering van de Europese Green Deal, Farm-to-Fork en Biodiversiteitsambities?
40	Welke definitie hanteert u van kringloopwaardig voer?
41	Welke ketenpartijen wil de Minister betrekken bij de transitie en welke rol wordt van elk van hen verwacht, zoals bedoeld op pagina 8?
42	Op welke experimenten wordt op pagina 8 verwezen en wat zijn daarvan de uitkomsten?
43	Welke mogelijkheden en beperkingen stelt het GLB voor overheidssteun aan verduurzaming van de landbouw (pagina 12)?
44	Welke kaders en doelen gaat u stellen om ketenpartijen hun bijdrage te laten leveren aan de transitie? Hoe wordt dit niet-ontkoombaar en niet-vrijblijvend?
45	Wat is de potentiele stikstofreductie van de genoemde ontwikkelrichtingen op pagina 22 en tegen welke kosten?
46	Hoe gaat het nieuwe verdienmodel voor boeren er concreet uit zien (pagina 22)?
47	Welke EU-lidstaten hebben succesvol ingezet op veel meer duurzame landbouw, en met welke maatregelen (pagina 48)?
48	Op welke ketenpartijen doelt u concreet als u spreekt over ketenpartijen? Welke rol ziet u voor de horeca?
49	Welke maatstaven hanteert u om te stellen of voor u de acties in de praktijk wel voldoende opleveren, dat de positie van de boer verbeterd is en de duurzaamheidinspanningen van de ketenpartijen niet langer achterblijven?
50	Op welke manier wordt de lange-termijnopgave klimaatneutraliteit in 2050 meegewogen bij de keuzes die nu zullen worden gemaakt in de gebiedsgerichte aanpak en wie voert hierbij de regie?
51	Op welke manier worden zoönoserisico’s concreet meegenomen in de gebiedsgerichte aanpak? Worden hiervoor landelijke kaders en voorwaarden meegegeven aan provincies?
52	Voor welke bedrijven biedt een brongerichte aanpak wel kansen en voor welke niet?
53	Waarom verwacht u niet alles van een zware inzet op technische innovaties?
54	Wat bedoelt u met escalatiemechanismen?
55	Wat verstaat u onder «voldoende locaties» voor de intensieve veehouderij? Om welke aantallen gaat dit, welke kaders worden hiervoor gesteld en door wie, waar zullen deze locaties worden gezocht en hoe gaat u dit aantal begrenzen en handhaven?
56	Op welke wijze gaat u voorkomen dat de inzet op het verminderen van methaanuitstoot via voer- en managementmaatregelen ten koste gaat van diergezondheid en dierenwelzijn?
57	Op welke wijze gaat u voorkomen dat de inzet op technische innovaties ten koste gaat van diergezondheid en dierenwelzijn?
58	Wat is het totale bedrag dat in de afgelopen tien jaar door de overheid is uitgetrokken voor technische innovaties om emissies uit de veehouderij te beperken?
59	Welke inspanningen gaat u verrichten om het toepassen van biogrondstoffen te bevorderen?
60	Waarom zouden ketenpartijen nu wel een voortrekkersrol nemen? Wat gaat u doen om daarvoor te zorgen?
61	Hoe kunnen ondernemers «zelf aan het stuur» zitten als het beleid alles voorschrijft?
62	Wat is voor u een zo laag mogelijke schaal voor het sluiten van kringlopen van grondstoffen en hulpbronnen? En wat is voor u de maximale schaal voor het sluiten van kringlopen?
63	Welk kader en welke voorwaarden gaat u stellen aan de maximale grootte van de kringlopen?
64	Welke concrete acties worden of zijn ingezet om te komen tot bedrijfsgerichte doelsturing?
65	Op welke wijze worden ondernemers nu beloond voor het behalen van kpi's?
66	Wat is uw definitie van bedrijfsgerichte doelsturing?
67	Waarom moeten de kpi’s van de thema’s dierenwelzijn en diergezondheid nog vastgesteld worden?
68	Waarom ontbreekt het risico op zoönosen in het rijtje thema's en kpi's?
69	Wat is het effect in stikstofuitstoot en depositie van een volledig grondgebonden melkveehouderij in 2032?
70	Klopt het dat er vol wordt ingezet op (vrij)handelsverdragen?
71	Waarom wordt er bij (vrij)handelsverdragen niet gekozen om landbouw erbuiten te houden?
72	Welke risico’s brengt de inzet op (vrij)handelsverdragen voor het verduurzamen van de Nederlandse agrarische sector met zich mee?
73	Wordt uitgesloten dat de teelt van biogrondstoffen ook gebruikt gaat worden voor biobrandstoffen?
74	Wordt bij de teelt van dubbeldoelteelten uitsluitend ingezet op biogrondstoffen en voedsel, of worden deze ook gebruikt voor biobrandstoffen?
75	Worden banken, investeringsmaatschappijen, pensioen- en investeringsfondsen en andere financiële instellingen meegenomen in de afspraken die met de ketenpartijen gemaakt worden?