2022D24829 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief met betrekking tot de consultatie inzake aanpassing regelgeving chemische stoffen (REACH) (Kamerstuk 22 112, nr. 3415), het fiche Verordening gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen) (Kamerstuk 22 112, nr. 3418) en het fiche Verordening Ozonlaag afbrekende stoffen (ODS) (Kamerstuk 22 112, nr. 3419).

De voorzitter van de commissie, Tjeerd de Groot

De adjunct-griffier van de commissie, Koerselman

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave

blz.

   

Inleiding

2

VVD-fractie

2

D66-fractie

4

BBB-fractie

4

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de consultatie inzake aanpassing regelgeving chemische stoffen (REACH), het fiche Verordening gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen) en het fiche Verordening Ozonlaag afbrekende stoffen (ODS). Zij hebben daar nog enkele vragen over.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de stukken op de agenda van dit schriftelijk overleg.

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de consultatie inzake de aanpassing van regelgeving op het gebied van chemische stoffen en van de andere stukken op de agenda van dit schriftelijke overleg.

VVD-fractie

De consultatie inzake aanpassing regelgeving chemische stoffen (REACH)

De leden van de VVD-fractie lezen in het document «comments» dat in de ogen van het kabinet de REACH-verordening nog niet helemaal aan de verwachtingen voldoet. Toch geeft het kabinet bij veel van de antwoorden op de consultatie aan dat het instemt («strongly agree») met een uitbreiding van maatregelen. Kan de Staatssecretaris aangeven op welke punten REACH nog niet aan de verwachtingen voldoet en waarom het dan toch verstandig is deze uit te breiden met diverse maatregelen?

De leden van de VVD-fractie lezen bij stelling 1, vraag 1 dat het kabinet het uitermate eens is met de stelling dat registranten meer informatie over kritische risico’s of substanties moeten aanleveren dan nu onder de huidige REACH-verordening. Deze leden zien graag een onderbouwing van die stelling tegemoet. Kan de Staatssecretaris aangeven welke risico’s door deze maatregel beter beheerst worden? In hoeverre is met het bedrijfsleven van gedachten gewisseld, alvorens deze vraag is beantwoord?

De leden van de VVD-fractie lezen bij vraag 1, stelling 4 dat het kabinet geen oordeel geeft (eens, noch oneens) als het gaat om het snel afstand nemen van proefdiervrij testen, in relatie tot het mogelijk schaden van commerciële belangen. Is de beantwoording van deze vraag afgestemd met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)? Kan de Staatssecretaris aangeven welke commerciële belangen eventueel dierproeven zouden rechtvaardigen? Deze leden lezen verder bij vraag 5b, tweede stelling dat het kabinet het eens is met de stelling dat, wanneer er geen geschikte proefdiervrije testmethodes beschikbaar zijn, Europese regelgeving de bescherming van het milieu tegen zogenaamde «endoctrine disruptors» meer prioriteit moet geven dan de bescherming van laboratoriumdieren. Kan de Staatssecretaris aangeven welke dierproeven er momenteel gedaan worden om risico’s ten aanzien van endoctrine disruptors te voorkomen en in welke mate? Is de Staatssecretaris bereid Europa op te roepen mee te investeren in de Transitie Proefdiervrije Innovatie om versneld alternatieven te vinden, zodat in het geheel geen dierproeven meer nodig zijn voor het beheersen van risico’s ten aanzien van endoctrine disruptors?

De leden van de VVD-fractie lezen bij vraag 8 dat het kabinet het uitermate eens is met de stelling dat registranten meer informatie moeten delen met betrekking tot hun «environmental footprint». Kan de Staatssecretaris aangeven in hoeverre deze informatie geen dubbeling betreft van al via andere verordeningen of richtlijnen gevraagde informatie? Kan de Staatssecretaris toelichten in hoeverre deze informatie aansluit bij de scope van de REACH-verordening, die zich primair richt op registratie, evaluatie, autorisatie en restrictie van chemicaliën?

De leden van de VVD-fractie realiseren zich dat de Chemicals Strategy for Sustainability (CSS) en de Green Deal invloed zullen hebben op de REACH-verordening. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe het verdere proces met betrekking tot deze aanpassing van de REACH-verordening eruit gaat zien en of er naast deze aanpassing nog andere richtlijnen, verordeningen, wetten of besluiten aangepast zullen worden naar aanleiding van de CSS? Kan de Staatssecretaris aangeven op welke manier het bedrijfsleven bij dit proces betrokken is en in hoeverre de doelen van de Green Deal met deze aanpassingen behaald gaan worden?

Fiche: Verordening gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen)

De leden van de VVD-fractie lezen in het fiche dat het kabinet steun geeft aan de invoering van een bedrag van drie euro per ton CO2-equivalenten, maar dat ze de Commissie zal vragen naar de gevolgen hiervan voor het Nederlandse bedrijfsleven. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat het geven van steun aan een kostenverhogende invoering pas opportuun is, nadat de consequenties voor het bedrijfsleven bekend zijn? Is zij bereid in de reactie naar de Commissie alleen dan steun te geven aan deze maatregel, wanneer de consequenties beperkt zijn?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet de Commissie oproept tot een coherente aanpak met betrekking tot PFAS-restrictie. Zij lezen tevens dat Nederland samenwerkt met Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden aan een voorstel voor een Europees verbod. Tijdens het commissiedebat Leefomgeving van 7 april 2022 heeft de Staatssecretaris aangegeven dat de PFAS-restrictie besproken gaat worden tijdens een debat in juni. Kan de Staatssecretaris aangeven welk debat zij bedoelde en in hoeverre er dan nog gelegenheid is de uitkomst van dat debat mee te nemen naar de Milieuraad?

De leden van de VVD-fractie lezen onder de noemer «proportionaliteit» dat de Europese Unie verder gaat dan de internationale afspraken in onder andere het Kigali Amendement. Kan de Staatssecretaris toelichten in welke mate de doelen gerealiseerd zouden worden, indien de Commissie zich zou richten op de afspraken uit dat Kigali Amendement?

Fiche Verordening Ozonlaag afbrekende stoffen (ODS)

De leden van de VVD-fractie lezen dat het terugwinnen van ozonlaagafbrekende stoffen uit isolatieschuim binnen de huidige wetgeving niet voldoende plaatsvindt. De huidige verordening stelt het alleen verplicht, indien technisch en economisch haalbaar. Deze leden vragen de Staatssecretaris in hoeverre het terugwinnen van dergelijke stoffen uit isolatieschuim technisch haalbaar is en in hoeverre de sloopbedrijven betrokken zijn bij dit inzicht.

De leden van de VVD-fractie lezen dat het terugwinnen van ODS uit sandwichplaten verplicht gesteld wordt en dat hergebruik of vernietiging van stoffen alleen nog toegestaan is met daartoe goedgekeurde technieken. Deze leden vragen welke instantie de beoordeling van de technieken gaat verzorgen en op basis van welke gronden goedkeuring verleend zal worden.

D66-fractie

De leden van de D66-fractie merken op dat PFAS een zeer schadelijke stof is waarvan het gebruik zo snel mogelijk moet worden verboden. Deze leden zijn groot voorstander van de actieve rol die Nederland neemt in het toewerken richting een Europees verbod op PFAS. Hierover hebben deze leden nog een aantal vragen. Hoe staat het nu met het restrictievoorstel? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe het beoogde tijdpad eruitziet? Wanneer verwacht zij door te kunnen naar een volgende fase met het restrictievoorstel? In het fiche wordt aangeven dat ook diverse fluorkoolwaterstoffen (HFK’s) mogelijk onder dit restrictievoorstel komen te vallen. In hoeverre kunnen diverse HFK’s gebruikt worden als substituut voor PFAS en welke negatieve gevolgen heeft dit voor het milieu?

De leden van de D66-fractie merken op dat milieucriminaliteit en daarmee ook de illegale handel in stoffen die schadelijk zijn voor ons milieu, ondermijnend werken voor onze samenleving en een oneerlijke concurrentiepositie veroorzaken voor de bedrijven die zich wel aan de regels houden. Wat deze leden betreft wordt milieucriminaliteit dan ook effectief opgespoord en hard aangepakt. Het fiche stelt een aantal maatregelen voor om illegale handel in HFK’s aan te pakken. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat deze illegale handel schadelijk kan zijn voor onze leefomgeving en dat deze dus hard moet worden aangepakt? In het fiche staat: «Het kabinet steunt op hoofdlijnen de maatregelen die de Commissie op dit terrein (maatregelen ter bestrijding van illegale handel in HFK’s) voorstelt». Wat betekent dit precies? Welke maatregelen kunnen op steun rekenen en welke niet? Welke rol is bij het bestrijden van de illegale handel in HFK’s weggelegd voor de omgevingsdiensten? Welke gevolgen heeft dit voorstel voor het proces van vergunningverlening, toezicht en handhaving?

BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie vraagt hoe een toekomstig verbod op F-gassen zich verhoudt tot het instellen van een verplichte warmtepomp bij het vervangen van een cv-installatie. Dit lid vraagt daarnaast of het strikt opvolgen van Europese richtlijnen en de «European Green Deal» niet leidt tot een situatie waarin Nederland zijn eigen concurrentiepositie voor bedrijven ondermijnt. Ook vraagt dit lid hoe de Staatssecretaris wil gaan handhaven.

II Reactie van de bewindspersoon

Naar boven