2022D23973 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 9 juni 2022 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over haar op 10 mei 2022 toegezonden brief inzake uitbreiding invoercapaciteit LNG en over haar op 25 mei 2022 toegezonden brief inzake toetsingskader garantie tweede drijvende LNG-terminal Gasunie (Kamerstuk 29 023, nr. 304 en 29 023, nr. 306).

De voorzitter van de commissie, Tielen

De adjunct-griffier van de commissie, Kling

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de stukken omtrent de uitbreiding van de invoercapaciteit LNG. Zij onderschrijven en benadrukken de urgentie om de afhankelijkheid van aardgas uit Rusland te verminderen. Zij hebben geen verdere vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van het kabinet over de uitbreiding van de invoercapaciteit van LNG, middels de huur van een tweede drijvende LNG-terminal. Omdat de leden van de D66-fractie waarde hechten aan de transitie naar een duurzame economie, maar ook aan het belang van het verminderen van de afhankelijkheid van gas-exporterende landen zoals Rusland, steunen deze leden op hoofdlijnen de uitbreiding van de invoercapaciteit. Wel hebben deze leden een vraag bij deze stap.

Dat Gasunie een optie is aangegaan ter waarden van 50 miljoen euro kan op begrip rekenen van de leden van de D66-fractie. Deze leden begrijpen ook het voornemen van de Staat om dit financiële risico voor Gasunie te beperken middels een staatsgarantie. Omdat de invoercapaciteit ook voor niet-Nederlandse gasgebruikers kan worden aangewend, vragen de leden van de D66-fractie of het kabinet voornemens is om de volledige kosten van de staatsgarantie door te berekenen aan Gasunie, zodat Gasunie deze kan verwerken in de prijs die het vraagt voor het gebruik van de tweede LNG-terminal.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de brief van de Minister van Financiën over de extra uitbreiding van de invoercapaciteit LNG van 10 mei 2022. De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang van het waarborgen van de leveringszekerheid en de stappen die het kabinet hiertoe zet. Zij hebben nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie zijn met name benieuwd naar de laatste stand van zaken en vragen de Minister of zij hierop kan ingaan. De leden van de CDA-fractie lezen dat er op maandag 9 mei 2022 al vanuit zestien partijen interesse was voor meer dan vier keer de totale capaciteit, maar dat nog geen bindende contracten waren aangegaan. Deze leden vragen de Minister daarom of er op dit moment al klanten zijn gecontracteerd, en zo ja of dit binnenlandse of buitenlandse partijen zijn.

De leden van de CDA-fractie vragen als laatste of de Minister verwacht dat de terminals tijdig aangesloten kunnen worden op het gasnetwerk, zodat hier reeds komende winter gebruik van gemaakt kan worden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks

De leden van de GroenLinks-fractie maken zich ernstig zorgen over een mogelijke fossiele lock-in. Welke garanties zijn er expliciet ingebouwd om een lock-in te voorkomen, te meer omdat LNG een relatief hoge CO2-voetafdruk heeft? Welke garanties zijn er dat de extra LNG-capaciteit niet langer dan vijf jaar wordt uitgebreid en dat er niet onnodig gebruik wordt gemaakt van deze capaciteit? Hoe wordt voorkomen dat er LNG wordt geïmporteerd omdat er nou eenmaal bepaalde investeringen zijn gedaan die moeten worden terugverdiend? Wordt bij het verkoopproces van de capaciteit geborgd dat partijen die meedingen naar capaciteit er rekening mee houden dat de extra import van LNG wellicht op korte termijn niet meer nodig is?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de ChristenUnie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over de uitbreiding invoercapaciteit LNG door de Gasunie en het kabinetsvoornemen om een garantie over dit financiële risico af te geven. Wel vragen deze leden, gelet op de meervoud aan vraagstukken rondom de energietransitie en leveringszekerheid, of het kabinet in de toekomst meer van dergelijke transacties verwacht, zoals een versterking van het aandelenkapitaal Gasunie, het afgeven van meer garanties dan wel een andere vorm van kapitaalinjectie of ondersteuning.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Groep Van Haga

De leden van de Groep Van Haga hebben kennisgenomen van onderhavige brieven over de uitbreiding invoercapaciteit van LNG en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de Groep Van Haga vragen zich af of het kabinet rekening heeft gehouden met de kosten van LNG. Deze zijn beduidend hoger te noemen dan gas uit pijpleidingen. Extra invoer van LNG geeft dan ook hogere kosten wat burgers en ondernemers weer op hun energierekening zien. Ondertussen is het kabinet wel voornemens om het Groningerveld te sluiten. Dit vinden deze leden onbegrijpelijk. TNO (de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek) heeft in de technische briefing van 8 juni 2022 over het optieonderzoek voor alternatieven voor Russisch gas aangegeven dat LNG per kuub gas ongeveer een euro kost, terwijl gas uit Groningen ongeveer vijf eurocent per kuub kost. Vindt de Minister het uit te leggen dat er ondanks de lage kosten er niet voor Gronings gas wordt gekozen?

De leden van de Groep Van Haga zien dat er naar alle waarschijnlijkheid voldoende interesse van markpartijen is om capaciteit te contracteren. Deze leden vragen zich wel af of het kabinet een beeld heeft van de totale LNG-markt. Zo is het de vraag of er voldoende LNG kan worden gecontracteerd om in te voeren. Had de Minister hier een beeld van voordat het kabinet besloot om voor 40 miljoen euro garant te staan?

De leden van de Groep Van Haga zien dat er voor de invoer van LNG veelal sprake is van langetermijncontracten. Deze contracten zijn in beginsel dan ook vaak langer dan de duur waarvoor de terminals worden gehuurd. Deze leden vragen zich af hoe daarmee wordt omgegaan. Is het bijvoorbeeld een risico dat er geen invoercapaciteit aanwezig is, terwijl men wel LNG aan land moet krijgen vanwege contractuele verplichtingen?

De leden van de Groep Van Haga lezen dat de terminalcapaciteit ook gecontracteerd kan worden door buitenlandse bedrijven en bestemd kan zijn voor buitenlandse gasgebruikers. Deze leden vragen zich af of hier nog een limiet aan zit. Als dit niet zo is, waarom draagt de Nederlandse Staat dan alle risico’s? Kan de Minister hier een toelichting op geven?

Vragen en opmerkingen van het lid van de fractie vanBBB

Het lid van de BBB-fractie heeft met interesse kennisgenomen van de brief van de Minister van Financiën over de Uitbreiding invoercapaciteit LNG.

Het lid van de BBB-fractie hoort graag van de Minister waarom zij het noodzakelijk acht om een garantie te verstrekken. Kan de Gasunie dit financiële risico niet zelfstandig aan? En tegen welke condities en voorwaarden is de Minister voornemens deze garantie te verstrekken?

Naar boven