2022D19987 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 13 april 2022 ontvangen brief inzake de Actieplan Dichterbij dan je denkt – korte termijn aanpak krapte (Kamerstuk 29 544, nr. 1094).

De voorzitter van de commissie, Kuzu

De adjunct-griffier van de commissie, Blom

Inhoudsopgave

Blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

3

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

4

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

5

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

5

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie

6

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

9

 

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

10

 

Vragen en opmerkingen van het lid van de fractie Den Haan

10

     

II

Antwoord/Reactie van de Minister

12

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Actieplan Dichterbij dan je denkt – korte termijn aanpak krapte. Deze leden zijn blij te lezen dat het kabinet deze krapte als een kans ziet om meer werkkansen te creëren voor mensen die de afgelopen jaren niet hebben kunnen toetreden tot de arbeidsmarkt. Het verhogen van de arbeidsparticipatie is een mooi streven.

De leden van de VVD-fractie lezen de eerste actielijn en willen graag aan de Minister vragen hoe de ondersteuning voor werkgevers om hun baanopeningen een andere invulling te geven er concreet uit gaat zien.

De leden van de VVD-fractie zijn positief over de inzet en ontschotte werkwijze van regionale mobiliteitsteams (RMT’s), echter is het ook gebleken dat de RMT’s niet heel veel output hebben gegeven. De RMT’s kunnen zeer gericht maatwerk leveren, en het is een initiatief dat de leden van de VVD-fractie graag in heel Nederland verspreid zien om mensen zo gericht mogelijk aan een baan die bij hen past te kunnen helpen. Deze leden vragen zich af hoe de Minister dit op een efficiënte manier uit wil rollen, en of zij een lerende cultuur tussen de RMT’s wil stimuleren.

De leden van de VVD-fractie zijn enthousiast over de samenwerking tussen de verschillende organisaties (o.a. RMT’s (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV))/ Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)/VNO-NCW/MBO-Raad etc.). Deze leden vragen zich af hoe deze organisaties omgaan met de gegevensuitwisseling onderling, en hoe zij kunnen waarborgen dat er maatwerk geleverd blijft worden. Zou de Minister de Kamer daarover op de hoogte kunnen stellen?

De leden van de VVD-fractie zien dat de vier wervingsroutes in het bijzonder mee worden genomen in de campagne, en dat er middelen worden vrijgemaakt om mensen te bereiken. Ook lezen deze leden dat een landelijk team gerichte activiteiten kan helpen organiseren in het kader van de vier wervingsroutes. Deze leden vragen zich af wat er gebeurt als je als werkgever een wervingsroute wil gebruiken die niet omschreven staat in het actieplan.

De leden van de VVD-fractie lezen over de voorgenomen verkenning van het bufferbudget. Deze leden vragen zich af of dit echt een effectieve aanpak is om de arbeidsparticipatie te verhogen. Immers, als mensen geen tot weinig effecten ervaren als zij parttime gaan werken, dan wordt fulltime werken minder interessant. Hoe wil de Minister fulltime werken blijven bevorderen en de arbeidsparticipatie blijven verhogen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het vorige kabinet eenmalig 40 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld voor dit actieplan. Deze leden vragen zich af welke structurele mogelijkheden de Minister ziet om arbeidsparticipatie te verhogen. Een impuls is natuurlijk een goede start, maar om de voorgestelde inclusie te behalen die de Minister op het oog heeft, is het volgens deze leden wenselijk om te kijken naar de mogelijkheden om structureel verdere integratie op de arbeidsmarkt te bevorderen.

De leden van de VVD-fractie lezen in het slot dat door de situatie in Oekraïne de kans op een recessie is vergroot. Deze leden zien dit ook, en zij zien ook dat de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die nu heel hard nodig zijn in de tijd van krapte, dan weer naar de zijlijn kunnen worden verwezen. Hoe wil de Minister anticiperen op een situatie van de ruimere arbeidsmarkt en mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een kans blijven geven?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie danken de ministers voor hun brief over het actieplan «Dichterbij dan je denkt». Deze leden hebben daarover nog enkele vragen. Deze leden vragen waarom in dit actieplan helemaal geen aandacht is besteed aan arbeidsmigratie, zowel binnen als buiten de Europese Unie (EU).

De leden van de D66-fractie vragen of de ministers een analyse naar de Kamer zouden willen sturen over in welke beroepsgroepen of sectoren zich grote tekorten voordoen, en waar (per sector of beroepsgroep) het potentieel zit. Deze leden kunnen zich namelijk voorstellen dat in een aantal specifieke sectoren meer uren werken zou kunnen helpen, maar in andere sectoren weer minder. En dat bij sommige beroepen het potentieel aan mensen die nu een uitkering genieten goed aangesproken kan worden, maar bij andere beroepen weer minder. En dat de verwachte ontwikkeling van de tekorten ook af kan hangen van het aantal mensen dat van een opleiding komt. Deze leden zouden graag een dergelijke analyse ontvangen, omdat dit ook aanwijzingen kan geven voor waar wij naast deze genoemde oplossingen, die in het actieplan zitten, ook mogelijk naar arbeidsmigratie zullen moeten kijken.

Daarnaast vragen de leden van de D66-fractie wanneer de kabinetsbrede aanpak zal worden gedeeld. Gezien de toenemende spanning op de arbeidsmarkt zouden zij graag de kabinetsbrede aanpak nog voor het zomerreces willen bespreken.

De leden van de D66-fractie vragen of de ministers nader kunnen toelichten wat de extra financiering van de arbeidsmarktregio’s in de praktijk zal betekenen. Hoeveel meer mensen kunnen er gesproken worden en hoeveel matches verwachten de ministers? Deze leden vragen daarbij ook naar de nadere invulling van de subsidie aan werkgevers. Voor welke doelgroep is dit precies bedoeld? Deze leden vragen of deze extra subsidie op dit moment nodig is, juist omdat het toch al moeilijk is om vacatures te vullen, en werkgevers daarom naar verwachting zelf meer geneigd zullen zijn om verder te kijken, ook naar een doelgroep die misschien niet meteen makkelijk in het plaatje past. Deze leden vragen op welke wijze de extra middelen worden gemonitord en of de ministers verwachten op termijn hier ook goede voorbeelden uit te kunnen halen voor toekomstig beleid.

Tot slot vragen de leden van de D66-fractie of met het bufferbudget ook invulling wordt gegeven aan de afspraak uit het regeerakkoord om mensen vanuit de Participatiewet te stimuleren naar werk. Deze leden vragen wanneer het verruimen van de bijverdiengrenzen in de Participatiewet kan worden verwacht, en welk positief effect hiervan verwacht kan worden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie constateren dat de arbeidsmarkt met krapte kampt terwijl er ondertussen honderdduizenden mensen aan de kant staan. In Nederland bestaat het onbenut arbeidspotentieel uit 1,1 miljoen mensen. Het is van groot belang het arbeidspotentieel maximaal te benutten. Belangrijk element is het weer lonend maken van werken. Veel mensen die nu deeltijd werken geven aan meer uren te willen werken maar ondertussen de stap niet te zetten omdat dit negatieve gevolgen kan hebben voor bijvoorbeeld het ontvangen van toeslagen. De Kamer heeft op 18 mei 2022 Kamerbreed de motie van het lid Léon de Jong (Kamerstuk 29 544, nr. 1102) aangenomen welke de regering oproept werken te laten lonen en maatregelen te treffen waardoor inkomensbelemmeringen worden weggenomen en/of worden voorkomen voor werknemers die meer uren willen werken en voor mensen die nu geen werk hebben, maar wel direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Hoe gaat de Minister deze motie uitvoeren? Welke maatregelen gaat zij treffen? Gaat de Minister de motie betrekken bij de aangekondigde kabinetsbrede aanpak? Wat gaat de Minister verder doen om ervoor te zorgen dat ook het aan de slag gaan vanuit een uitkering financieel loont? Hoe gaat de Minister inkomensachteruitgang van uitkering naar werk tegen/voorkomen?

De leden van de PVV-fractie merken op dat het kabinet aangeeft dat er meer moet worden gedaan om ervoor te zorgen dat er sneller en betere matches ontstaan tussen werkgever en werkzoekende. Voor de zomer komt het kabinet met een kabinetsbrede aanpak en heeft daarbij ook vier actielijnen gepresenteerd. Het kabinet geeft aan dat instrumenten als Open Hiring, leerwerktrajecten, jobcarving/functiecreatie en innovatieve manieren van matchen veel potentie bieden om onbenut arbeidspotentieel te benutten maar dat er in de praktijk relatief weinig gebruik van wordt gemaakt. Kan het kabinet aangeven waar dit mee te maken heeft? Tegen welke punten lopen werkgever en werkende/werkzoekende aan? Wat gaat de Minister doen om deze belemmeringen weg te nemen?

De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister kan aangeven wat de precieze samenstelling is van het onbenut arbeidspotentieel. Hoeveel bijstandsgerechtigden worden meegerekend bij het onbenut arbeidspotentieel? Is het mogelijk per onderdeel de precieze samenstelling (naar o.a. uitkering, deeltijdwerk) te doen toekomen voor de onderdelen: niet gezocht/niet beschikbaar, gezocht niet beschikbaar, beschikbaar niet gezocht, werkloos. Wat is het aandeel onbenut arbeidspotentieel naar migratieachtergrond Nederlands, westers allochtoon, niet-westers allochtoon?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie maken gebruik van de mogelijkheid om enkele vragen te stellen over de het actieplan «Dichterbij dan je denkt – korte termijn aanpak krapte».

De leden van de CDA-fractie zijn blij dat het kabinet aan de slag is gegaan met het onderzoeken van de mogelijkheden om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken. Dit sluit aan bij de motie van de leden Paternotte en Pieter Heerma (Kamerstuk 35 788, nr. 128). Want hoewel de krapte in vrijwel elke sector te voelen is en er in het vierde kwartaal van 2021 105 werklozen per 100 vacatures waren, het aantal mensen wat nog (onvrijwillig) aan de kant staat is groot. Er zijn nog altijd bijna 700.000 mensen zonder baan die aangeven te willen werken en 500.000 mensen die aangeven meer uren te willen werken. De leden van de CDA-fractie delen de visie van het kabinet dat deze tijd van krapte als de uitgelezen mogelijkheid gezien kan worden om een grotere beweging van inclusie te realiseren bij werkgevers en daarmee meer werkkansen creëren voor mensen die de afgelopen jaren niet hebben kunnen toetreden tot de ruimere arbeidsmarkt.

De leden van de CDA-fractie merken op dat het actieplan bestaat uit vier actielijnen. Kan aangegeven worden wat van elke actielijn het tijdspad is? M.a.w. wanneer wordt er gestart en op welke termijn verwacht de Minister op elk van de actielijnen resultaat?

De leden van de CDA-fractie zijn blij dat het kabinet in afstemming met alle betrokken partijen werkt aan de uitvoering van de motie van het lid Maatoug c.s. die de regering onder andere oproept om de RMT’s voor alle werkenden, werkzoekenden en werkgevers beschikbaar te stellen, zodat zij mensen naar een baan in een tekortsector kunnen begeleiden. De beoogde wijziging ligt bij de uitvoerende partijen voor ter consultatie, wanneer denkt de Minister de wijziging aan de Kamer te kunnen sturen?

De leden van de CDA-fractie constateren dat gemeenten/sociaal werkbedrijven nogal fors onderling verschillen in de (mate van) inzet van instrument als loonkostensubsidie. Zou daar nog winst zijn te behalen om mensen weer toegang tot de arbeidsmarkt te geven?

De leden van de CDA-fractie zien dat het kabinet terecht inzet op het verbeteren van matching. Vanuit een signaal uit de praktijk begrijpen deze leden dat uitwisseling van gegevens tussen partijen in RMT’s een probleem daarbij is, gelet op de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Er zou een wettelijke grondslag nodig en behulpzaam zijn. Herkent de Minister dit signaal en wordt daar actie op gezet?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de regering. Deze leden willen graag een aantal kritische kanttekeningen plaatsen.

De leden van de SP-fractie onderschrijven dat er op dit moment krapte is op de arbeidsmarkt. Deze leden plaatsen vraagtekens bij de door het kabinet gekozen aanpak van deze krapte. Deze leden vragen zich af waarom er in de brief geen woord staat over de achterblijvende lonen en het gebrek aan vaste contracten in bepaalde sectoren waardoor het werk erg onaantrekkelijk is. Volgt het kabinet de oproep aan het bedrijfsleven van deze leden om de lonen te verhogen? Is het kabinet van plan een oproep aan het bedrijfsleven toe te voegen aan de communicatiestrategie van het actieplan? Deelt het kabinet de conclusie van deze leden dat snel uitzicht op een vast contract en een loon van minimaal 15 euro per uur een baan veel aantrekkelijk zou maken waardoor ook vacatures in de sectoren met krapte sneller gevuld zullen worden?

De leden van de SP-fractie vragen zich ook sterk af of het verstandig is om bijna 18 miljoen euro aan subsidie te vertrekken aan werkgevers die mensen aannemen uit het onbenut arbeidspotentieel. Deze leden vinden dat werkgevers die krapte ervaren al genoeg druk voelen om ook mensen uit het onbenut arbeidspotentieel aan te nemen, daar is geen subsidie voor nodig. Is het kabinet het met deze leden eens? Erkent het kabinet met het vergeven van subsidie om krapte tegen te gaan dat de arbeidsmarkt niet werkt, omdat werkgevers zelfs bij krapte weigeren om bepaalde mensen aan te nemen? Kan het kabinet deze bijna 18 miljoen euro niet veel beter steken in het versterken van de rechten van werknemers in plaats van het spekken van werkgevers?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie

De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het actieplan en hebben hier nog enkele vragen over.

In zijn algemeenheid zijn de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie verbaasd over het feit dat nergens in het actieplan wordt gesproken over het feit dat hogere lonen één van de manieren is om de arbeidsmarktkrapte op te lossen. Deze leden zijn namelijk van mening dat hogere lonen in sectoren met veel vacatures zal leiden tot meer aanbod van mensen en dus minder krapte. Kan het kabinet hierop ingaan en kan het kabinet daarbij ook verklaren waarom zij deze economische wetmatigheid niet in het actieplan noemt?

Ook constateren de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie dat in sectoren waar krapte is (horeca-, handel- en uitzend-) vaak lage lonen, minimumloon, worden uitgekeerd. Om deze tekorten op te lossen kan ook het kabinet een rol spelen door het minimumloon, per 1 juli, te verhogen. Deze leden vragen het kabinet aan te geven wat de gevolgen zijn voor de krapte op de arbeidsmarkt als zij het minimumloon op korte termijn extra verhoogt. Is het kabinet bereid om het effect van verhoging van het minimumloon op de krapte door het Centraal Planbureau (CPB) door te laten rekenen?

Ook zijn de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie verbaasd dat ondanks de tekorten in bepaalde sectoren (opnieuw horeca, handel en zakelijke dienstverlening) het aantal flexcontracten toeneemt en het aantal vaste contracten afneemt.1 Dit laat volgens deze leden zien dat werkgevers in deze sectoren ook nog weinig extra’s doen om personeel aan zich te binden. Deze leden vragen de Minister of zij het eens is dat het bieden van een vast contract het minste is dat een sector kan doen om de krapte tegen te gaan. Is de Minister het om die reden dan ook eens met deze leden dat het bieden van een vast contract ook kan leiden tot een oplossing van krapte in een sector? Is de Minister het met deze leden eens dat het er op lijkt dat deze sectoren graag voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten? Is de Minister daarom dan ook bereid om met sectorale sociale partners in gesprek te gaan om hen aan te sporen meer vaste contracten aan te bieden? Ook vragen deze leden of de Minister de mening van deze leden deelt dat, terwijl er een enorme krapte is in bepaalde sectoren, het flexibele contract gewoonweg nog te goedkoop is.

Exemplarisch hiervoor constateren de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie dat de krapte in de sectoren in de handel en horeca niet uitzonderlijk voor deze periode is. In het Economisch Statistische Berichten (ESB-)artikel «Arbeidstekorten hand in hand met lage lonen»2 constateren de auteurs dat de tekorten in de horeca en handel structureel zijn. Ook constateren de auteurs dat de lonen in deze sectoren fors achterblijven ten opzichte van andere sectoren en daarbovenop de grote hoeveelheid flexibele contracten. Deze leden vragen de Minister om op dit structurele tekort in deze sectoren in te gaan. Erkent de Minister dat sectoren die nu grote problemen kennen vooral het gevolg zijn van deze structurele problemen en niet een nieuw verschijnsel, maar eerder met de aantrekkelijkheid van de sector en de lage lonen, vele flexibele contracten en hoge werkdruk die deze sectoren kenmerkt? Deelt het kabinet ook dat door de bewuste flexibilisering de marktmacht van werkenden wordt beperkt en dit dus invloed heeft op de arbeidsverhoudingen en loonvorming? Is het kabinet het daarom eens met deze leden dat de oplossing simpel is voor de krapte in deze sectoren door de lonen te verhogen en de onzekerheid voor werknemers te verminderen?

Het is wat betreft de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie goed dat er een actieplan komt om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken. Deze leden zien namelijk nog veel werkenden die graag willen werken, maar nog steeds thuis op de bank zitten. Zij komen volgens deze leden veelal niet aan de slag omdat zij niet over de juiste kwalificaties en competenties beschikken. Ook spelen er vaak andere zaken mee, zoals schulden of psychische problemen, die hen belemmeren om aan het werk te gaan. Deze leden missen deze belemmeringen in de aanpak en volgens deze leden is deze krapte nu juist een geschikt moment om hier voortvarend mee aan de slag te gaan. Om die reden vragen deze leden de Minister waarom extra (op-, bij- en na-)scholing bij gemeenten en UWV niet als een actielijn wordt ingezet. Ook vragen deze leden waarom er niet wordt ingezet op succesvolle interventies, zoals Erkennen Verworven Competenties (EVC’s), verbeteren basis- en digitale vaardigheden en het behalen van een rijbewijs, om aan de slag te komen? Als laatste vragen deze leden wat de Minister gaat doen om belemmeringen zoals schulden en psychische problemen aan te pakken, zodat mensen eerder aan de slag kunnen. Is de Minister bereid om dit ook mee te nemen in een van de actielijnen en hiervoor ook budget uit te trekken?

Met betrekking tot de uitwerking van de motie Nijboer3 vragen de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie de Minister om hierbij ook te kijken naar de succesvolle acties in bijvoorbeeld Groningen met betrekking tot de inzet van basisbanen. Is de Minister bereid om de basisbanen, maar ook de in coronacrisis opgetuigde crisisbanen, mee te nemen in de verdere invulling van de motie Nijboer? Erkent de Minister, zoals deze leden stellen, dat de basisbaan een goede en succesvolle manier is voor werknemers die langs de kant staan om de eerste stappen op de arbeidsmarkt te zetten? Is de Minister bereid om gemeenten hierbij in praktische, maar ook financiële zin, te ondersteunen?

De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie vragen naar de financiering van 35 arbeidsmarktregio’s. Wordt dit budget geoormerkt? En kunnen arbeidsmarktregio’s dit ook inzetten om langdurige scholingstrajecten naar kansrijke beroepen te financieren? Verder vragen deze leden of de Minister het wenselijk vindt om het verbreden van de doelgroep die gebruik kan maken van de dienstverlening van RMT’s structureel te financieren. Ook vragen deze leden of deze middelen ook kunnen worden ingezet bij de eerdere genoemde problemen die aan de slag gaan belemmeren, zoals de schuldenaanpak en taalcursussen. Deze leden vragen zich wel af waarom er extra wordt geïnvesteerd in communicatieactiviteiten. En deelt de Minister de mening dat het belangrijk is dat RMT’s door het hele land dezelfde naam hebben? Wat denkt het kabinet van de benaming Huis van de Arbeid? Voorts vragen deze leden of de Minister het eens is dat de mensen, bijvoorbeeld bij de gemeenten en UWV, al bekend zijn en dat het helpt om hen extra ondersteuning en begeleiding te bieden. Op welke manier draagt de Minister zorg dat de kennis en kunde van sociaal ontwikkelbedrijven wordt meegenomen?

De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie zijn hoogst verbaasd over de subsidieverstrekking aan werkgevers om personeel aan te nemen. Volgens deze leden is het aannemen van personeel een werkgeverstaak en is het dus onbegrijpelijk dat werkgevers subsidie krijgen voor het aannemen van personeel. Deelt de Minister de mening van deze leden dat het aannemen van personeel een taak is van werkgevers en dat de overheid daar geen rol in behoeft te spelen? Hoe verhoudt deze subsidie met de al bestaande subsidiemogelijkheden lage-inkomensvoordeel (LIV) en loonkostenvoordeel (LKV)? Kan een werkgever straks voor een werknemer die zij aanneemt meerdere subsidies ontvangen? Zo ja, vindt de Minister dit wenselijk en hoe gaat de Minister dit voorkomen? Deze leden vragen verder naar de aanvullende voorwaarden voor het ontvangen van deze subsidie. Zijn werkgevers verplicht, zoals deze leden logisch zouden vinden, om werknemers waar zij subsidie voor ontvangen ook een vast contract aan te bieden? Is de Minister het eens dat het onwenselijk zou zijn dat werknemers, waar subsidie voor wordt ontvangen, allerlei flexcontracten ontvangen? En hoe gaat de Minister voorkomen dat er sprake kan zijn van draaideurconstructies? Hoe gaat de Minister voorkomen dat grote werkgevers, die uitgebreide human resources (HR-)afdelingen hebben, massaal gebruik maken van deze subsidieregeling? Gaat de Minister deze regeling alleen voor kleine ondernemingen (max. 50 werknemers) openstellen?

Voorts hebben de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie nog een aantal vragen over omscholing. Deze leden lezen dat er verschillende scholingsregelingen zijn. Hoe weten mensen welke regelingen er allemaal zijn en waar zij terecht kunnen als zij zich willen omscholen? Is de Minister het met deze leden eens dat het goed zou zijn als er één herkenbaar en laagdrempelig punt is, dat ook beschikbaar is voor mensen die niet werkloos zijn? Deze leden lezen ook dat er op dit moment een aantal tijdelijke regelingen zijn die het mogelijk maken langjarige scholing te volgen vanuit een uitkering. Is de Minister van plan deze regelingen te verlengen dan wel structureel te maken? Zo nee, waarom niet? Voorts vragen deze leden of de Minister bereid is na te denken over een vorm van inkomenscompensatie voor mensen die zich willen omscholen naar een kraptesector, maar hier vanwege het grote inkomensverlies toch vanaf dreigen te zien.

Als laatste vragen de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie nog specifiek naar de tekorten in de energiesector. Deze leden zien veel kansen voor nieuwe banen die te maken hebben met de energietransitie. Deze leden constateren dat actieplan Groene Banen zich op de techniek alsook de ICT richt. Deze leden vragen de Minister hoe zij specifiek kijkt naar de krapte in de energiesector. Wordt de krapte in de energiesector ook meegenomen in de arbeidsmarktregio’s? Is de Minister bereid om te starten met omscholingsprogramma om mensen naar de energiesector te begeleiden? Op welke manier gaat de Minister hier mee aan de slag? Hoe kijkt de Minister aan tegen het verlagen van les- en collegegelden voor studenten die een opleiding volgen richting de energietransitie?

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

De energie- en digitale transities moeten volgens de leden van de Volt-fractie sociale transities zijn – transities waarin iedereen betrokken wordt en kansen krijgt. Helaas blijkt uit de Kamerbrief dat er veel mensen nog langs de zijlijn staan: er is een ongekende krapte op de arbeidsmarkt van 1,2 miljoen aan onbenut arbeidspotentieel. Deze leden hebben vernomen uit de Kamerbrief dat het kabinet de bekendheid en vindbaarheid van de dienstverlenende arbeidsmarktregio’s wil vergroten. Hoewel deze leden dit toejuichen, vinden zij dat er meer moet gebeuren. Zo moet de toegankelijkheid en zichtbaarheid van de RMT’s worden vergroot. Vooralsnog hebben de RMT’s een tijdelijk karakter terwijl zij structureel zouden moeten worden ingebed en een bredere opdracht dienen te krijgen om mensen te begeleiden naar kansrijke banen. Om dat te bewerkstelligen is begeleiding en zichtbaarheid van regelingen cruciaal, om zo het verdwalen in het grote scala aan regelingen of het gebrek aan kennis over het bestaan van deze regelingen in te perken. Gelet op de Kamerbrief blijken mensen met een migratieachtergrond hier vaak tegenaan te lopen, maar daarnaast is het ook voorstelbaar dat er mensen zijn die door een gebrek aan digitale vaardigheden niet weten dat dit soort regelingen bestaan. Daarom de volgende vragen. Is de Minister bereid om onder andere de RMT’s structureel in te bedden en een bredere opdracht te geven zodat zij werklozen en werkzoekenden begeleiden naar kansrijke banen. Zo nee, waarom niet? Is de Minister het in algemene zin eens met de leden van de Volt-fractie dat er een ongelijke toegang is tot de regelingen en de arbeidsmarkt voor mensen die digitaal minder vaardig zijn en/of een migratieachtergrond hebben? Wat zijn de voornemens van de Minister om de toegankelijkheid en zichtbaarheid van de regelingen te vergroten voor bijvoorbeeld mensen met een migratieachtergrond of met beperkte digitale vaardigheden/middelen? Zou de Minister een schets kunnen geven van de plannen waaraan wordt gewerkt om dit te bewerkstelligen?

Afgezien van het vergroten van de zichtbaarheid missen de leden van de Volt-fractie een gevoel van urgentie, met name op het gebied van de energietransitie. Het regeerakkoord doet weliswaar een groot beroep op vakmensen gelet op de klimaatambities maar vooralsnog krijgen zij nog niet het juiste gereedschap. Ook blijft de inzet op omscholing naar zogenoemde klimaatbanen uit. Er zijn gunstige opleidingsvoorwaarden en een werkgarantie bij grote nutsbedrijven, maar dat is gelet op de gestage toestroom niet voldoende. Deze leden willen graag dat er meer waardering komt voor werknemers die klimaatbanen willen beoefenen. Daarom de volgende vragen. Is de Minister het met deze leden eens dat er een gevoel van urgentie ontbreekt om de energietransitie te versnellen en is zij het in algemene zin eens dat er meer moet worden ingezet op klimaatbanen? Vindt de Minister dat er meer financiële prikkels moeten worden gegeven voor mensen die zich willen inzetten om de energietransitie te versnellen? Wat vindt de Minister, in dit kader, van het bieden van een startbonus na het afronden van een technische studie in installatie- of elektrotechniek?

Tot slot willen de leden van de Volt-fractie weten of er met de voorgenomen landelijke campagne «dichterbij dan je denkt» op wordt ingezet om klimaatbanen te promoten of dat er op enigerlei wijze speciale aandacht komt voor het versnellen van de energietransitie.

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van het Actieplan Dichterbij dan je denkt – over de korte termijn aanpak van de krapte op de arbeidsmarkt. Het lid van de BBB-fractie maakt zich ernstige zorgen over de personeelskrapte en de gevolgen die dit heeft voor uitvoeringsplannen van overheid, ondernemers en burgers. Of nog urgenter: de gevolgen voor veiligheid en volksgezondheid.

Het lid van de BBB-fractie leest dat de Minister in de brief meldt dat in het vierde kwartaal van 2021 er 105 werklozen per 100 vacatures waren. Inmiddels is dit gat al omgedraaid naar een zeer zorgelijke 133 vacatures per 100 werklozen! Het lid van de BBB-fractie stelt dan ook dat de arbeidsmarkt volledig is vastgelopen en dat gaan we allemaal voelen.

Het lid van de BBB-fractie ziet de meeste kansen op het gebied van het verminderen van de vraag naar arbeid; zoals bijvoorbeeld arbeidsbesparende technologie en procesinnovatie. Juist omdat dit ook structureel voordelen oplevert. Is de Minister het hiermee eens?

Het lid van de BBB-fractie staat achter de voorgestelde subsidieregeling voor werkgevers maar heeft zorgen over het tempo waarin deze beschikbaar kan komen aangezien momenteel alleen nog maar verkennende gesprekken gevoerd worden. Kan de Minister garanderen dat deze regeling uiterlijk 1 september opengesteld kan worden? En kan de Minister aangeven hoe geborgd wordt dat deze regeling voor midden- en kleinbedrijf (mkb) en micro-bedrijven ook uitvoerbaar is?

Het lid van de BBB-fractie merkt op dat de Minister in haar slotconclusie aangeeft: «De oorlog in Oekraïne vergroot de kans op een recessie en zal zorgen voor een instroom van vluchtelingen. Dit kan de krapte verminderen, maar hoe groot het effect zal zijn is nu nog erg onzeker. In het recent verschenen Centraal Economisch Plan van het CPB wordt nog steeds gerekend op een aanhoudend krappe arbeidsmarkt. Het kabinet spant zich samen met gemeenten en andere relevante partners in om ontheemden uit Oekraïne een opvangplek en de benodigde ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld als zij aan het werk willen gaan.» Het lid van de BBB-fractie ziet hier zeker ook kansen voor de korte termijn, maar aangezien het grootste deel van de genoemde mensen zo snel als mogelijk weer terug zal willen naar hun eigen land en ook daar veel mensen nodig zijn voor de wederopbouw, is dit naar de verwachting van dit lid meer wensdenken dan een reële verwachting.

Daarnaast wil het lid van de BBB-fractie ook aandacht voor de nadelen van arbeidsmigratie. Nadelen op het gebied van culturele en andere spanningen, nadelen op het gebied van de arbeidsmarkt zelf ook. Arbeidsmigranten en eventuele gezinsleden hebben namelijk ook huisvesting, zorg, vervoer, onderwijs, sport, infrastructuur etc. nodig. De vraag is dus wat het aan arbeidsplaatsen «kost» om een arbeidsmigrant binnen te halen en te «onderhouden». Heeft de Minister hier ooit onderzoek naar gedaan? Zo nee, waarom niet en zo ja kan de Minister de uitkomsten hiervan (nogmaals) direct naar de Kamer zenden?

Vragen en opmerkingen van het lid van de fractie Den Haan

Het lid van de fractie Den Haan heeft met belangstelling kennisgenomen van het actieplan heeft een aantal vragen.

Het lid van de fractie Den Haan wil graag weten wat de leeftijdsopbouw is van de 700.000 werklozen en 500.000 deeltijders die meer willen werken. Ook vraagt zij naar de krapte in aantallen verdeeld naar sectoren, type opleidingen en groot, midden of klein bedrijf. En heeft het kabinet inzichtelijk hoe groot de groep is van mensen die geen gebruik maakt van een uitkering, maar ook niet meer werkt?

Hoelang denkt het kabinet dat de krapte op de arbeidsmarkt zal duren, en is dat voor alle sectoren hetzelfde, vraagt het lid van de fractie Den Haan. Want wat geldt voor elektrotechniek vanwege de klimaattransitie of de zorg vanwege vergrijzing hoeft niet te gelden voor de horeca. Dat is ook van belang voor de matching. Kan het kabinet hier een reflectie op geven?

Het lid van de fractie Den Haan vraagt tevens waarom het kabinet zich met extra subsidies richt op grote werkgevers. Het genoemde lid is van mening dat deze organisaties veelal een beter netwerk en meer resources hebben om zelf de weg te vinden en campagnes te financieren. Bij het mkb is juist de mankracht en het netwerk vaak niet aanwezig of beperkt. Juist het mkb is de banenmotor. Hoe ziet het kabinet dit?

Het lid van de fractie Den Haan merkt op dat in het actieplan niets staat beschreven over structurele investeringen ten aanzien van oudere werkzoekenden. Is het kabinet het met dit lid eens dat een deel van deze groep van werkzoekenden gedesillusioneerd is geraakt doordat werkgevers juist deze mensen hebben genegeerd in de afgelopen jaren toen zij na veelvuldig solliciteren, vaak niet eens fatsoenlijk antwoord krijgend, niet zijn aangenomen omdat ze bijvoorbeeld te oud werden bevonden? Hebben de werkgevers op deze wijze niet bijgedragen aan de krapte, vraagt het lid van de fractie Den Haan. Tevens vraagt zij of het nu incidenteel oplossen niet tot een jojo-effect leidt. Moet niet worden ingezet op een blijvend perspectief voor deze groep? Het genoemde lid vraagt zich af hoe het kabinet voorkomt dat bij een dalende conjunctuur deze mensen ook weer zo op straat staan.

Het lid van de fractie Den Haan constateert dat het te hopen is dat de oorlog in Oekraïne snel beëindigd wordt. Degenen die tijdelijk gevlucht zijn naar Nederland komen hier niet wonen vanwege werkloosheid aldaar. Bij beëindiging van de oorlog zullen ze weer snel hun land willen opbouwen. Ook nu al zien we de trek terug. Is het kabinet het met dit lid eens dat het juist goed is als deze mensen hun eigen land weer opbouwen en dat we daar dus geen grote structurele instroom van kunnen verwachten? Hoe denkt het kabinet de uiteindelijke trek terug op te vangen?

Als het gaat om immigratie, is het kabinet het dan eens met het lid van de fractie Den Haan dat ook hier de matching tussen de behoefte enerzijds en kwalificaties van personen anderzijds essentieel is en er derhalve behalve inzicht ook een plan moet komen voor het aantrekken van de mensen met die benodigde kwalificaties zoals bijvoorbeeld de Greencard in de Verenigde Staten?

Het lid van de fractie Den Haan merkt op dat uit diverse studies blijkt dat innovatie niet zal leiden tot minder of meer werk maar tot ander werk. Er zullen nieuwe banen ontstaan. Wie had bijvoorbeeld 20 jaar geleden gehoord van een contentmanager en meer recent van een klimaat- of duurzaamheidsadviseur of een warmtepompinstallateur? Met andere woorden, is het inzetten op technologie om de krapte op de arbeidsmarkt te voorkomen niet een valse hoop omdat voor de werking van deze technologie juist weer nieuwe beroepen nodig zijn, vraagt het lid van de fractie Den Haan.

Het lid van de fractie Den Haan stelt dat in het actieplan nagenoeg geen aandacht is geschonken aan de situatie van oudere werkzoekenden. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft toegezegd in de uitvoering deze doelgroep wel expliciet mee te nemen. Kan het kabinet aan het lid Den Haan aangeven hoe dit vorm krijgt en hoe dit te monitoren is?

II Antwoord/Reactie van de Minister


X Noot
1

CBS, 17 mei 2022, «Aantal flexibele contracten met zekerheid in eerste kwartaal toegenomen» (Aantal flexibele contracten met zekerheid in eerste kwartaal toegenomen (cbs.nl)).

X Noot
2

ESB, «Arbeidstekorten hand in hand met lage lonen» (Arbeidstekorten hand in hand met lage lonen (esb.nu)).

X Noot
3

Kamerstuk 35 925 XV, nr. 96.

Naar boven