2022D19986 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 13 april 2022 ontvangen brief inzake de Antwoorden op vragen commissie over de aanpak krapte arbeidsmarkt (Kamerstuk 29 544, nr. 1093).

De voorzitter van de commissie, Kuzu

De adjunct-griffier van de commissie, Blom

Inhoudsopgave

Blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

3

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

3

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

4

 

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

6

     

II

Antwoord/Reactie van de Minister

6

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verslag van het schriftelijk overleg waarin antwoorden zijn gegeven op de vragen over de aanpak van de krapte op de arbeidsmarkt. Over de gegeven antwoorden hebben deze leden een aantal aanvullende vragen.

De leden van de VVD-fractie zijn blij te lezen dat er wordt doorgepakt op de motie van het lid De Kort c.s. (Kamerstuk 35 925 XV, nr. 47). Deze leden zouden graag aan de Minister willen vragen of zij de Kamer periodiek op de hoogte kan houden over de ontwikkelingen van het programma Verbeteren Uitwisseling Matchingsgegevens (VUM).

De leden van de VVD-fractie lezen dat het ministerie de programmaraad regionale arbeidsmarkt (Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), Cedris en Divosa) een subsidie verstrekt om in 2022 en 2023 verschillende activiteiten uit te voeren voor het creëren van de bewustwording en urgentie in arbeidsregio’s over het vastleggen van gegevens van werkzoekenden en vacatures. Zou de Minister verder willen specificeren wat «verschillende activiteiten» inhoudt? En zou de Minister een toelichting willen geven of zij ook werkgevers betrokken heeft bij de programmaraad, en zo nee, waarom niet?

De leden van de VVD-fractie zouden graag een nadere toelichting willen op het antwoord dat gegeven is op de derde vraag. Hoe gaat het ontschotten van de arbeidsmarktdienstverlening eruit zien? Deze leden willen aan de Minister als suggestie meegeven hiervoor naar de ontschotte manier van werken van regionale mobiliteitsteams (RMT’s) te kijken. Daarnaast vragen deze leden hoe de mogelijkheden voor publiek-private samenwerkingsverbanden uitgewerkt gaan worden, en hoe zien deze er concreet uit.

De leden van de VVD-fractie vragen zich af of de expertise van Sociale Werkvoorziening (SW-)bedrijven ook kan worden ingezet om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar de reguliere arbeidsmarkt te begeleiden. Hoe is het kabinet voornemens dit in te richten en is de Minister ertoe bereid hierover om tafel te gaan met werkgeversorganisaties? De leden van de VVD-fractie vragen of zij hierover uiterlijk in het derde kwartaal van 2022 kunnen worden bericht.

De leden van de VVD-fractie lezen in het antwoord op vraag zes van de VVD-fractie dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een duidelijke rol voor de overheid ziet in het aanpakken van de krapte, naast de essentiële rol van werkgevers. Deze leden vragen zich af hoe de Minister dit wil inrichten met werkgevers.

De leden van de VVD-fractie begrijpen dat om de krapte op te lossen, werkgevers ook hun deel moeten bijdragen en, indien nodig, arbeidsvoorwaarden aantrekkelijker moeten maken. Echter, veel onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden vinden plaats aan de collectieve arbeidsovereenkomst (cao-)tafel, en deze onderhandelingen kosten veel tijd. Hoe wil de Minister waarborgen dat werkgevers adequaat en efficiënt kunnen reageren op de vraag om zichzelf aantrekkelijker te maken?

Als laatste constateren de leden van de VVD-fractie dat het verleiden van deeltijdwerkers meer te gaan werken een oplossing blijkt voor de krapte, hoe wil de Minister fulltime werken blijven bevorderen en de arbeidsparticipatie blijven verhogen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie danken de ministers voor de beantwoording van het schriftelijke overleg en hebben daarover nog enkele nadere vragen. Deze leden vragen of de Minister nader in kan gaan op het wel of niet kunnen toepassen van de voltijdsbonus. Deze leden begrijpen dat het College voor de Rechten van de Mens aangeeft dat alleen in zeer uitzonderlijke gevallen, als het proportioneel wordt geacht, iets dergelijks als een voltijdsbonus kan worden ingezet, omdat het namelijk wel onderscheid maakt naar arbeidsduur en daardoor, door de huidige verdeling van voltijdsbanen, ook naar geslacht.

De leden van de D66-fractie vragen of de Minister nader in kan gaan op de vraag of de huidige tekorten in de zorg, het onderwijs en de kinderopvang niet al zodanig nijpend zijn dat dit als uitzonderlijke situatie kan worden bestempeld. En of het niet zo is dat elk beleid wat zich dan richt op meer uren werken (zoals ook het lage-inkomensvoordeel (LIV) of bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek) dan zou kunnen worden aangemerkt als onrechtmatig onderscheid.

Tot slot vragen de leden van de D66-fractie of de Minister, als zij niet een goede inschatting kan maken of de huidige tekorten voldoende nijpend zijn om toch een voltijdsbonus in te zetten, mogelijkheden ziet om dat te toetsen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie danken de ministers van SZW en voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen voor de gegeven antwoorden bij het schriftelijk overleg over de aanpak krapte arbeidsmarkt. Deze leden hebben nog enkele vragen.

Naar aanleiding van het antwoord op de eerste vraag van de leden van de CDA-fractie (pagina 16–17) lezen deze leden dat het onderzoek naar aanleiding van de motie Ceder en Palland (Kamerstuk 35 925 XV, nr. 63) inzake sociaal ontwikkelbedrijven is afgerond en op korte termijn naar de Kamer komt. Kan de Minister dit concretiseren? Wanneer komen de onderzoeksresultaten naar de Kamer?

Naar aanleiding van het antwoord op vraag acht van de leden van de CDA-fractie (pagina 21–22) hebben deze leden een specifieke vervolgvraag: op welke wijze gaat de Leven lang leren (LLO)-aanpak van het kabinet helpen bij de aanpak van het arbeidsmarkttekort? Wordt daar nu in de LLO-aanpak concreet op gestuurd? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

De leden van de CDA-fractie merken op dat de meeste vacatures in de handel, de zakelijke dienstverlening en de zorg zijn. Samen zijn deze drie branches goed voor de helft van alle vacatures. In de horeca was de vacaturegroei het grootst; in die sector kwamen er in de eerste drie maanden 15.000 bij. In hoeverre gaat het in de horeca om banen die tijdens de coronapandemie zijn opgezegd? Is hier sprake van structureel werk, of is hierbij ook een groot deel seizoensgebonden werk? De krapte in de zorg blijft een punt van aandacht. Op welke manier kan innovatie hierbij een rol spelen om het werk zodanig in te richten dat er minder mensen nodig zijn?

De leden van de CDA-fractie constateren dat het Centraal Planbureau (CPB) de verwachting uit dat de grote krapte op de arbeidsmarkt voorlopig aanhoudt. Dat kan ook gevolgen hebben voor onder meer plannen uit het regeerakkoord, zo stellen zij: «Het is de vraag of alle geplande intensiveringen gezien de krappe arbeidsmarkt en andere capaciteitsknelpunten kunnen worden gerealiseerd». Kan het kabinet hierop reageren en ziet zij noodzaak de plannen uit het regeerakkoord bij te stellen? Zo ja, kan men een toelichting geven op welke punten en hoe dit dan eventueel gewijzigd kan worden?

De leden van de CDA-fractie merken op dat het zogeheten onbenut arbeidspotentieel voor het zevende kwartaal op rij daalde. Het gaat nu nog om 1,1 miljoen mensen, verwacht het kabinet dat deze trend zich voortzet? Kan dit nader toegelicht worden? Er is nog een groep van bijna een half miljoen onderbenutte deeltijdwerkers. Dat zijn mensen die in deeltijd werken, meer uren willen werken en hier ook direct beschikbaar voor zijn. Toch lukt het hen niet, ondanks de vele vacatures, meer uren te gaan werken. Kan hiervoor een verklaring worden gegeven? Hoe denkt het kabinet deze mensen te kunnen helpen? Kan aangegeven worden in welke orde van grote dit de krapte op de arbeidsmarkt kan aanpakken?

De leden van de CDA-fractie stellen dat, om toch aan personeel te komen of werknemers te binden, werkgevers ook vaker vaste contracten zouden kunnen aanbieden. Dat gebeurt ook wel, maar ten opzichte van een jaar eerder zit er relatief toch meer groei in flexibele contracten, blijkt uit een afzonderlijke analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) over flexwerk. Kan het kabinet hiervoor een verklaring geven? Wat zou kunnen helpen om organisaties meer mensen in vaste dienst te laten nemen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

De leden van de Volt-fractie constateren dat de arbeidsmarkt in december 2021 ongekend krap was met 126 vacatures per 100 werklozen (Kamerstuk 29 544, nr. 1093). Recentelijk is naar buiten gekomen dat de krapte is gestegen naar 133 vacatures per 100 werklozen1. Terwijl er veelal gesproken wordt over het brengen van arbeidsmigranten naar Nederland, heeft dit ook veel nadelen zoals de problemen rondom huisvesting en het bevorderen van een «braindrain» uit andere landen in Europa en derde landen. Ook is er veel onbenut arbeidspotentieel in Nederland. Met de oorlog in Oekraïne en de sancties op Rusland, merken wij allemaal hoe de jarenlange afhankelijkheid van Russisch gas ons nu pijn doet in de portemonnee. Als «oplossing» wordt er nu gekeken naar het importeren van Amerikaans schaliegas, maar dit zal de energietransitie niet verder helpen. De oorlog in Oekraïne en het recente Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC-)rapport laten zien dat wij snel moeten toewerken naar een groene energietransitite en energie-onafhankelijkheid.

Het benutten van ons arbeidspotentieel is gelet op de grote transities volgens de leden van de Volt-fractie essentieel. De ongekende krapte op de arbeidsmarkt zorgt er mede voor dat de energietransitie en energieonafhankelijk worden, in het geding komt. Het regeerakkoord doet een groot beroep op vakmensen gelet op de klimaatambities, maar deze «klimaatbanen» worden niet geprikkeld. Deze leden vinden daarom dat er met meer urgentie naar dit probleem gekeken moet worden. Een voordeel van het stimuleren van het potentieel voor deze banen is dat omscholing relatief makkelijk is. Denk hierbij aan isolatie-, zonnepanelen- en warmtenetmonteurs en energieprestatieadviseurs. Maar ook aan timmermannen, elektriciens en monteurs werktuigbouw. Daarom hebben deze leden de volgende vragen. Is de Minister het met de leden van de Volt-fractie eens dat er meer middelen beschikbaar moeten komen om klimaatbanen aantrekkelijker te maken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan de Minister toelichten wat zij doet om deze banen attractiever te maken?

De leden van de Volt-fractie merken op dat een eerder rapport over het effect van de halvering van collegegeld heeft uitgewezen dat het de toegankelijkheid van lerarenopleidingen, vooral voor kwetsbaardere groepen, vergroot. Hoewel het wel bijdroeg aan de afname van twijfel om te kiezen voor een lerarenopleiding leidde het niet direct tot een toename2. Een betere stimulans is dus nodig. Staat de Minister open voor een volledige vergoeding van opleidingen binnen de klimaat- en energiesector in mbo-opleidingen? Zo nee, waarom niet?

De leden van de Volt-fractie constateren dat slechts 7% van de technische beroepen in de energiesector beoefend worden door vrouwen. Ook zijn het vrouwen die vooral deeltijd werken. Hier zit dan ook veel onbenut arbeidspotentieel.3 Het zijn vooral vooroordelen rondom genderrollen en het gebrek aan vrouwelijke rolmodellen wat vrouwen tegenhoudt, vooral wanneer het gaat om vaktechnische banen.4 Hoe besteedt de Minister aandacht aan vrouwen binnen de technische en energiesector? Wordt hier gedacht aan hoe technische banen kunnen aansluiten op de belevingswereld van vrouwen? Hoe staat de Minister tegenover een landelijke campagne op scholen waarbij gebruik gemaakt van vrouwelijke rolmodellen binnen de energiesector op vmbo-scholen?

De leden van de Volt-fractie merken op dat nu de coronanoodsteun eindigt, veel ondernemers in zwaar weer zitten. Economen voorspellen een grote toename van faillissementen waardoor vele mensen werkloos raken. Nu is het Zweeds model van werken met transitiefondsen succesvol gebleken.5 Deze fondsen begeleiden werkzoekenden/werklozen naar nieuw werk. Deze zijn ook structureel ingebed in het systeem en krijgen structurele financiering van de Zweedse overheid. Dit is een proactieve en inclusieve aanpak waarbij het proces van werk-naar-werk zo snel mogelijk wordt gestart. Is de Minister bekend met het Zweeds model van transitiefondsen? Wat is de appreciatie van het kabinet van dit Zweedse model? Is de Minister het met leden van de Volt-fractie in algemene zin eens dat een Zweeds transitiefonds een proactieve en inclusieve manier is om mensen van werk-naar-werk te begeleiden? Is de Minister bereid om een soortgelijk transitiefonds in Nederland te creëren waarbij mensen begeleid worden naar kansrijke (klimaat)banen? Zo nee, waarom niet?

Tot slot hebben de leden van de Volt-fractie vernomen dat de Minister de eerste aanvraagronde van de Stimulering van de ArbeidsmarktPositie (STAP)-regeling als een succes bestempelde. Dit terwijl van de 36.000 aanvragen er maar 900 een STAP-budget aanvroegen om zich te laten om- of bijscholen tot een beroep in de bouwnijverheid, terwijl de beroepen in de bouwnijverheid essentieel zijn voor de energietransitie. Hier hebben deze leden de volgende vragen over. Is de Minister bereid om het STAP-budget verder uit te breiden en volledige dekking te bieden voor mensen die zich willen laten om- of bijscholen naar een klimaatbaan? Zo nee, waarom niet? Erkent de Minister dat er meer vakmensen en klimaatbanen moeten komen om de energietranstie te versnellen? Wat gaat de Minister doen om klimaatbanen te stimuleren? Deze leden ontvangen graag een toelichting.

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van de antwoorden op vragen van de commissie over de aanpak krapte arbeidsmarkt (Kamerstuk 29 544, nr. 1086).

Het lid van de BBB-fractie mist in de hele aanpak en antwoorden een plan om mensen die in deeltijd werken te verleiden om meer uren te gaan werken. Is het bij de Minister bekend wat de argumenten van mensen die in deeltijd werken zijn om niet meer uren te werken en wat er voor nodig is om deze groep van ruim 3,8 miljoen personen te verleiden om meer te gaan werken? En weet de Minister waarom een groep van 560.000 personen wel meer wil uren zou willen maar deze niet krijgt (bron: CBS)?

II Antwoord/Reactie van de Minister


X Noot
1

NOS, 17 mei 2022, «Recordkrapte op de arbeidsmarkt: 133 vacatures per 100 werklozen» (Recordkrapte op de arbeidsmarkt: 133 vacatures per 100 werklozen | NOS).

X Noot
2

ResearchNed, november 2018, «Halvering collegegeld: helpt het twijfelende studenten over de streep?» (https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2018D61248&did=2018D61248).

X Noot
3

McKinsey Global Institute, september 2018, «Het potentieel pakken: de waarde van meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de Nederlandse arbeidsmarkt» (MGI-Power-of-Parity-Nederland-September-2018-DUTCH.ashx (mckinsey.com)), Topsector energie, oktober 2021, «Rapportage vrouwen in de energietransitie» (Vrouwen in de energietransitie_printversie.docx (75inq.com)).

X Noot
4

EenVandaag, 2 mei 2022, «Mirjam, Lucy en Chantal kozen voor een baan in de techniek en merkten hoe moeilijk dat als vrouw vol te houden is» (Mirjam, Lucy en Chantal kozen voor een baan in de techniek en merkten hoe moeilijk dat als vrouw vol te houden is – EenVandaag (avrotros.nl)).

X Noot
5

Sociaaleconomische Raad (SER), 5 februari 2020, «Ook Zweden zet in op leven lang ontwikkelen» (Ook Zweden zet in op leven lang ontwikkelen | SER).

Naar boven