2022D18969 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de brief van 25 maart 2022 «Fiche: Europese Chips Act» (Kamerstuk 22 112, nr. 3369).

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II

Antwoord / Reactie van de Minister

6

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige fiche. In algemene zin onderschrijven deze leden de inzet van het kabinet. Zij zijn blij dat de Commissie beoogt minder afhankelijk te worden van het buitenland voor de ontwikkeling van chips en halfgeleiderproducten. Ook zijn deze leden blij dat de Commissie de innovatie probeert te versterken en de productiecapaciteit probeert te verhogen. Wel hebben de leden van de VVD-fractie enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie lezen dat het overbruggen van de kloof tussen onderzoek en innovatie en de industriële exploitatie daarvan een van de doelen van de Chips Act is. Op welke wijze versterkt de Chips Act het Nederlandse valorisatiebeleid? Welke kansen ziet het kabinet op dit vlak en op welke wijze gaat ze die uitputten?

De leden van de VVD-fractie melden dat er in het rondetafelgesprek Europese Chips Act, dat de Kamer op 11 mei hield, forse vraagtekens werden gezet bij de ambitie om de productiecapaciteit te verhogen tot 20 procent van de wereldwijze productie. Hoe apprecieert het kabinet deze doelstelling?

De leden van de VVD-fractie lezen dat er aanzienlijke bedragen beschikbaar worden gesteld voor het ontwikkelen en uitvoeren van diverse beleidsprogramma’s. Hoeveel geld wordt er per pijler door de Commissie beschikbaar gesteld? Hoe beoordeelt het kabinet de inzet van deze middelen?

De leden van de VVD-fractie vragen zich af welke invloed de Europese Chips Act zal hebben op de Nederlandse economie in algemene zin en het halfgeleidercluster meer specifiek. Is hier een verwachting van te geven?

De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet of zij inzet gaat plegen om een kennishub/kenniscentrum naar Nederland te halen, mede gelet op de innovatieve chipontwikkelaars die zich huisvesten in Nederland.

De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet op welke wijze zij handen en voeten gaat geven aan de «competence centers» die opgezet moeten worden in elke lidstaat om talent op te leiden en het arbeidstekort op te lossen. Kan het kabinet aangeven hoe deze centers vormgegeven moeten worden en hoe hier genoeg talent naartoe getrokken wordt?

De leden van de VVD-fractie vragen of het kabinet de verwachting heeft dat, naar aanleiding van de Europese Chips Act, de Commissie ook exportrestrictieve maatregelen zal nemen? Deelt het kabinet de mening dat dit zeer onwenselijk zou zijn?

De leden van de VVD-fractie vragen of het kabinet van mening is dat het eerder opgestelde non-paper voldoende door de Europese Commissie is verwerkt en dat er voldoende rekening is gehouden met dit non-paper.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de regeldruk voor ondernemers toe kan nemen. Kan het kabinet hier nader op ingaan? Hoe wordt dit zoveel mogelijk beperkt?

De leden van de VVD-fractie vragen of het voorstel van de Europese Commissie ook negatieve gevolgen heeft voor het Nederlandse vestigingsklimaat en concurrentievermogen. Wat is hieromtrent de verwachting?

De leden van de VVD-fractie melden dat alle deelnemers aan het rondetafelgesprek Europese Chips Act opriepen vooral op Europees en landenniveau de sterktes te versterken. Door verschillende deelnemers werd daarbij ingebracht dat Nederland strategische keuzes moet maken om de ambities die uitgesproken zijn in de Chips Act waar te maken. Welke strategische keuzes zijn volgens het kabinet nodig om dit te verwezenlijken? Welke rol dient Nederland in Europa te spelen om de Nederlandse ambities binnen de Chips Act waar te maken? Welke prioriteiten en welke posterioriteiten dienen we als land te stellen?

De leden van de VVD-fractie melden dat vrijwel alle deelnemers aan het rondetafelgesprek Europese Chips Act zorgen uitten over de uitwerking van pijler drie van de Chips Act en dan met name omtrent de rol die de overheid dient te pakken in het crisismechanisme en het gebrek aan betrokkenheid vanuit de industrie bij de uitwerking van deze pijler. Kan het kabinet reflecteren op deze kritiek?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige stuk. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie zijn positief gestemd over de strategie die vanuit Europa wordt ingezet. Europa moet competitief zijn als het gaat over de productie van halfgeleiders. Dit om de strategische autonomie van Europa te vergroten en zo minder afhankelijk te zijn van de concurrerende landen. Daarnaast hebben de leden van de CDA-fractie de volgende vragen over de strategie.

De leden van de CDA-fractie willen de Minister vragen op welke manier de halfgeleiderindustrie wordt betrokken bij het behalen van de doelstellingen, zeker aangezien de beslissingen die genomen kunnen worden marktverstorende beslissingen kunnen zijn.

De leden van de CDA-fractie lezen daarbij dat partijen die onder pijler twee het label Integrated Production Facilities (IPF) of Open EU Foundry (OEUF) hebben ontvangen, verplicht kunnen worden een prioritering in de productie toe te passen. Hoe komt deze verplichting tot stand en hoe wordt er gewaarborgd dat een prioritering in de productie niet leidt tot een vertraging in het productieproces?

De leden van de CDA-fractie lezen in pijler drie over een crisisfase. Wat houdt deze crisisfase in? Hoeveel tijd gaat er over een aanvraag van een crisisfase en de daadwerkelijke inwerkingtreding van de crisisfase heen?

De leden van de CDA-fractie merken op dat Nederland een belangrijke rol kan vervullen in het competitief maken van Europa als het gaat om halfgeleiders. Door middel van investeringen vanuit de Chip Act moet Europa zorgen dat het relevant blijft en de toeleverketen weerbaarder wordt. Dit kan door middel van investeringen in de juiste ontwikkeling in onderzoek, door intellectueel eigendom te beschermen en de productiecapaciteit te verhogen. Het vinden van genoeg talent is echter een belangrijke factor. Welke stappen is het kabinet van plan te zetten om een actief beleid te voeren in het opleiden en aantrekken van talent?

De leden van de CDA-fractie zien het opzetten en het investeren in de Chips Act vanuit de positie van Nederland in Europa en in de wereld als zijnde van cruciaal en essentieel belang voor ons toekomstig verdienvermogen. Nederland moet in relevante mate strategische autonomie en het mede bepalen van standaarden aanjagen. Hoe kijkt de Minister hiernaar?

De leden van de CDA-fractie merken op dat meedoen vraagt om een langjarig commitment. Daarom vragen zij de Minister hoe de Nederlandse maar ook de Europese governance structuur eruit gaat zien om de Chips Act duurzaam en langjarig te organiseren en te faciliteren in samenwerking met verschillende publieke en private stakeholders. Dit moet wat de leden van de CDA-fractie betreft zowel regionaal als internationaal. Hoe gaat de Minister dit inrichten met voldoende kennis en expertise?

De leden van de CDA-fractie vinden innovatie erg belangrijk. Daarom willen zij vragen hoeveel ruimte in middelen, doelstellingen en toegang tot kennis er in de Chips Act is voor nieuwe spelers en startups, naast de volwassen gevestigde bedrijven en organisatie.

De leden van de CDA-fractie zien dat fotonica voor Nederland een belangrijke gamechanger kan worden in de mondiale halfgeleiderindustrie voor zowel chipdesign, chipequipment als chipproductie. Herkent en erkent het kabinet dit? Zo ja, hoe krijgt dit een duidelijke plek in het (maak)industriebeleid?

De leden van de CDA-fractie verwachten dat de technische universiteiten, de kennis- en de onderzoekscentra in ons land samen met die in onze buurlanden Duitsland en België een nog belangrijkere positie zullen krijgen om een voldoende innovatieve voorsprong te behouden. Daarom willen de leden van de CDA-fractie vragen waar de behoeften van deze kennisinstellingen liggen en hoe de Chips Act hierin kan voorzien.

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het onderhavige fiche. Het is goed dat het concurrentievermogen en de veerkracht van de sector met de Europese Chips Act worden versterkt door de afhankelijkheid van een beperkt aantal ondernemingen en geografische gebieden te verminderen, innovatiecapaciteit te vergroten en de kloof tussen onderzoek, innovatie en de industriële exploitatie te overbruggen. De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het belangrijk dat er geïnvesteerd wordt in fundamenteel onderzoek, het toepassen van nieuwe technologie en de opschaling daarvan. De Chips Act is een kans om het momentum te pakken in een industrie waarin Nederland een sterke positie heeft.

De leden van de ChristenUnie-fractie weten dat halfgeleiderchips de bouwstenen zijn voor digitale producten en bijna overal voor worden gebruikt. Van auto’s, smartphones tot toepassingen en infrastructuur voor de gezondheidszorg, energie en automatisering. De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de moderne, digitale economie niet meer zonder kan en dat de vraag naar chips alleen maar toeneemt. Kan het kabinet aangeven of er op dit moment in Nederland sprake is van een tekort aan chips? Indien dit het geval is, in welke sectoren staat de leveringszekerheid het meest onder druk?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen met betrekking tot de derde pijler van de Chips Act dat, als er aanwijzingen zijn voor een halfgeleidercrisis, de Commissie een crisisfase kan activeren. Hiermee kan de Commissie met vergaande maatregelen ingrijpen in de markt om verstoringen op te lossen. Wanneer is er in dit voorstel precies sprake van een halfgeleidercrisis? Kan in dat geval ook de Nederlandse leveringszekerheid ten behoeve van vitale sectoren of de Nederlandse veiligheid in gevaar komen? Wordt er in overleg met de sector gewerkt aan een noodplan om in geval van crisis negatieve impact te beperken?

De leden van de ChristenUnie-fractie weten dat de chipindustrie een mondiale waardeketen is waarin Europa slechts een deel van de markt in handen heeft. Tien jaar geleden werd al geprobeerd om de eigen productie te verdubbelen, maar dat mislukte toen. Nu wil Europa verantwoordelijk worden voor twintig procent van de wereldwijde productie in 2030. Hoe haalbaar is de gestelde ambitie volgens het kabinet?

De leden van de ChristenUnie-fractie stellen dat een goede internationale samenwerking noodzakelijk is in deze mondiale waardeketen. Met welke gelijkgestemde partners kan Europa hierin optrekken? Welke rol kan het Trade and Technology Council hier bijvoorbeeld in spelen?

De leden van de ChristenUnie-fractie vinden dat investeringen die volgen uit de Chips Act met name ingezet moeten worden om krachten, dat waar we al goed in zijn, te versterken. Nederlandse partijen zijn nodig bij het bereiken van Europees leiderschap op het gebied van halfgeleideronderzoek en technologie. Wat zijn de gevolgen van de Chips Act voor de positie van deze Nederlandse partijen? Welke voordelen zou het realiseren van een chipscompetentiecentrum in Nederland ons land kunnen bieden?

De leden van de ChristenUnie-fractie weten dat start- en scale-ups rondom innovatie een belangrijke rol spelen. Kan het kabinet er in Europees verband voor pleiten dat investeringen niet alleen bij nu al succesvolle, grote bedrijven terechtkomen, maar ook bij start- en scale-ups die zich richten op de chips van de toekomst, zoals bijvoorbeeld het ontwerp en de ontwikkeling van fotonische chips?

De leden van de ChristenUnie-fractie vinden dat er met de Chips Act veel publiek geld wordt geïnvesteerd. Deze leden vinden het belangrijk dat dit zorgvuldig gebeurt en dat het geld op de juiste plek terechtkomt. Investeringen moeten niet alleen ten goede komen aan het verdienvermogen van Europa, maar ook aan een goede leefwereld. Hoe kan ervoor worden gezorgd dat het geld vooral terechtkomt bij toepassingen die nieuw perspectief kunnen bieden op de grootste maatschappelijke thema’s zoals zorg, energie, klimaat en circulaire economie?

De leden van de ChristenUnie-fractie willen benadrukken dat de plannen en investeringen in de chipindustrie alleen kunnen slagen als er ook voldoende gekwalificeerd personeel is. Bedrijven als ASML, Infineon en imec geven aan dat het lastig is om goede mensen te vinden en hen te behouden. Welke mogelijkheden ziet het kabinet om met de Chips Act ook in te zetten om beter goedgekwalificeerde mensen op te leiden en te behouden voor de sector?

De leden van de ChristenUnie-fractie pleiten hierbij om voldoende oog te hebben voor meisjes en vrouwen. Hoewel het aandeel meisjes en vrouwen dat kiest voor een technische opleiding stijgt, neemt het aandeel vrouwen in technische beroepen nauwelijks toe. Is het kabinet bereidt om met de sector in gesprek te gaan om te kijken wat er concreet voor nodig is om ervoor te zorgen dat vrouwen ook vaker kiezen voor technische beroepen?

De leden van de ChristenUnie-fractie stellen dat grote investeringen in de halfgeleidersector in Europa kunnen bijdragen aan de vergroting van de technologie- en welvaartschillen tussen verschillende regio’s in de wereld. Vooral ontwikkelingslanden zijn bovengemiddeld kwetsbaar. Veel grondstoffen die nodig zijn voor de productie van chips komen uit armere landen. Er zijn verhalen bekend van misstanden in mijnen in Congo of Zambia. Heeft het kabinet oog voor dit gevolg van grote investeringen in de halfgeleidersector in Europa? Op welke manier zou voorkomen kunnen worden dat al arme landen op verdere economische afstand worden gezet? Deze verhalen staan ver van de gemiddelde consument af en het productieproces is lastig te controleren. Op welke manier kan gecontroleerd worden of grondstoffen ook daadwerkelijk op een duurzame en eerlijke manier gewonnen worden?

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige brief.

Het lid van de BBB-fractie benadrukt dat BBB in haar verkiezingsprogramma al aangaf dat producten die vitaal zijn voor de Nederlandse samenleving ook in Nederland geproduceerd moeten worden, nu en in de toekomst. Denk hierbij aan beschermingsmiddelen voor de zorg, een basisvoedselpakket, brandstoffen, bepaalde medicijnen en drinkwater. Op Europees niveau geldt dat volgens het lid van de BBB-fractie ook voor de versterking van het Europese halfgeleiderecosysteem.

Het lid van de BBB-fractie wil er wel op wijzen dat extra investering vanuit Europa in de lokale productie van chips ook voorwaarden moet kennen op het gebied van voorrang geven op de voorraad voor toepassing voor Europees gebruik. Anders is het alleen een subsidie voor vestiging terwijl de inspanningen en investeringen van de Chips Act er op gericht moeten zijn om de beschikbaarheid van chips voor Europees gebruik te vergroten. Graag hoort het lid van de BBB-fractie welke afspraken hierover gemaakt worden en op welke wijze dat geborgd gaat worden.

II Antwoord / Reactie van de Minister

Naar boven