Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 2022D12234 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 2022D12234 |
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief d.d. 25 maart 2022 inzake hoofdlijnen herinvoering basisbeurs en tegemoetkoming studenten (Kamerstuk 24 724, nr. 176).
De voorzitter van de commissie, Michon-Derkzen
De adjunct-griffier van de commissie, Arends
1 |
Op welke manier investeert u in jongeren die niet studeren? Hoeveel is dat per jongere die niet studeert? |
2 |
Is het waar dat de beursbedragen in het voorstel geïndexeerd zullen worden in de jaren daarna? |
3 |
Kunt u bevestigen dat de inflatie volgens de Europese maatstaf in december 2021 op 6,4 procent is uitgekomen? In het jaar 2022 zal de inflatie gemiddeld 3 procent bedragen. Welke verwachting heeft u aangaande de rentetarieven op de uitstaande studentenleningen voor 2022 en 2023? |
4 |
Dient de Kamer consequent «lening» te lezen waar in de brief over «voorschot» wordt gesproken? |
5 |
Op welke wijze heeft de herinvoering van de basisbeurs invloed op de kinderbijslag? |
6 |
Kan in kaart worden gebracht wat de herinvoering van de basisbeurs betekent voor andere toeslagen, zowel voor ouders als voor studenten? |
7 |
Wat zijn de leenvoorwaarden in het nieuwe stelsel? |
8 |
Waarom zijn de bedragen van de voorgestelde basisbeurs lager dan de basisbeurs in het oude stelsel, terwijl het beschikbare budget hoger is dan de opbrengst van het leenstelsel? |
9 |
Wat betekent de herinvoering van de basisbeurs voor de weging van de studieschuld in de berekening van een maximale hypotheek? Wordt dit weer gelijkgetrokken met de situatie zoals in 2008 (zwaarder) of blijft de huidige weging (minder zwaar) gelden? |
10 |
Hoe hebben de structurele kosten van het oude stelsel zich ontwikkeld voor de afschaffing van de basisbeurs? |
11 |
Kunt u garanderen dat de herinvoering van de basisbeurs niet zal leiden tot bezuinigingen in het hoger onderwijs of in het mbo? |
12 |
Wat zijn per variant voor de studiefinanciering de additionele kosten om de hoogte van de basisbeurs te verhogen naar de geïndexeerde beursbedragen van het oude stelsel? |
13 |
Kunt u alle door het kabinet uitgewerkte beleidsvarianten doen toekomen alsmede de onderliggende stukken? |
14 |
Op basis waarvan is het basisbeursbedrag van 255 euro voor studenten op kamers en 91 euro per maand voor thuiswonende studenten vastgesteld? Hoe zijn deze bedragen tot stand gekomen? Kunt u dit zo gedetailleerd mogelijk onderbouwen? Hoe is deze specifieke verhouding in bedragen tussen uitwonende en thuiswonende studenten tot stand gekomen? |
15 |
Wat zijn de uitvoeringskosten van de voorgestelde maatregelen? Waaruit worden de kosten gedekt? |
16 |
Waarom krijgen studenten in 2023 minder basisbeurs dan in 2015 (het laatste jaar dat de basisbeurs werd afgeschaft), terwijl de koopkracht ten opzichte van toen flink is gedaald en het ernaar uitziet dat deze nog verder zal dalen in 2023? |
17 |
Hoeveel geld waren studenten maandelijks op gemiddelde basis kwijt aan vaste lasten in 2015? |
18 |
Hoeveel geld waren studenten maandelijks op gemiddelde basis kwijt aan vaste lasten in 2021? |
19 |
Hoeveel geld verwacht u dat studenten maandelijks op gemiddelde basis kwijt zullen zijn aan vaste lasten in 2022? |
20 |
In 2015 bedroeg de basisbeurs 21,7 procent van de gemiddelde uitgaven van een student. Bent u bereid om ook de nieuwe basisbeurs gelijk te stellen aan 21,7 procent van de gemiddelde uitgaven voor studenten op dat moment? Zo nee, waarom niet? |
21 |
Heeft u bij de vaststelling van het basisbeursbedrag rekening gehouden met de astronomische prijsstijgingen van de vaste lasten van het afgelopen jaar? |
22 |
Hoe kunnen studenten, inwonend of uitwonend, in het nieuwe stelsel, zonder een bijbaan rondkomen? |
23 |
Denkt u dat de basisbeurs voldoende is voor een student met of zonder bijbaan om schuldenvrij af te kunnen studeren? |
24 |
Zijn de studenten met de nieuwe basisbeurs in 2023 financieel beter of slechter af dan de vorige generatie studenten met een basisbeurs? Kunt u dit onderbouwen? |
25 |
Kunt u uitleggen waarom de inkomensgrens van de ouders om in aanmerking te komen voor de aanvullende beurs met bijna 12.000 euro per jaar is verlaagd? |
26 |
Kunt u uiteenzetten, sinds de invoering van de studiefinanciering/basisbeurs, hoe jaarlijks de bedragen de doelgroepen en het stelsel zijn veranderd? Kunt u dit zo gedetailleerd mogelijk uiteenzetten? |
27 |
Hoeveel studenten zijn uitwonend en hoeveel daarvan komen in aanmerking voor de huurtoeslag? |
28 |
Kan het stelsel met terugwerkende kracht worden ingevoerd (per 1 september 2022)? |
29 |
Wat betekent de compensatieregeling voor studenten die per 1 september 2022 gaan studeren en per 1 september 2023 een basisbeurs ontvangen? |
30 |
Heeft u kennisgenomen van het plan van de SER Jongerenplatform? Wat zijn daar de structurele kosten van en is het plan voor DUO uitvoerbaar? |
31 |
Hoeveel studenten komen straks in aanmerking voor een basisbeurs waarvan de ouders een inkomen hebben van 100.000 euro of hoger? |
32 |
Kunt u bevestigen dat DUO nog steeds jaarlijks de hoogte van de studiefinanciering actualiseert, zoals deze zou zijn onder de oude basisbeurs? Wat zijn de kosten voor de herinvoering van het leenstelsel als deze bedragen worden gehanteerd? |
33 |
Met de voorkeursvariant als basis, wat zou de hoogte van de aanvullende beurs zijn, als de aanvullende beurs tot een inkomensgrens van 34.600 euro dezelfde hoogte had als de basisbeurs en aanvullende beurs uit het oude stelsel en afloopt bij een inkomensgrens van 100.000 euro? |
34 |
Zijn er voldoende financiële middelen om álle studenten die in aanmerking komen voor een studievoorschotvoucher een voucher ter waarde van 2.150 euro te geven? Indien de 600 miljoen euro niet toereikend is: hoeveel geld ontbreekt er om alle studenten die daarvoor in aanmerking komen een voucher te geven ter waarde van 2.150 euro? |
35 |
Wat zijn de uitvoeringskosten en handhavingskosten van de huidige studiefinanciering voor DUO en hoeveel additionele kosten verwacht DUO te maken bij het uitvoeren van de voorgestelde maatregelen? |
36 |
Welke wijzigingen bevat het wetsvoorstel Wet versterking handhaving en inning studiefinanciering en verwacht u het wetsvoorstel deze kabinetsperiode aanhangig te maken? |
37 |
Wilt u een vergelijking maken van de maanlasten en de invloed op hypotheekverstrekking op basis van de gemiddelde studieschuld bij de laatste lichting studenten voor invoering van het leenstelsel en het eerste cohort onder het leenstelsel? |
38 |
Wilt u aangeven op welke manier de verwachte leenangst in de voorbereiding en behandeling van het leenstelsel aan bod is gekomen? In hoeverre verschilt de leenangst die zich heeft voorgedaan van de verwachtingen? |
39 |
In hoeverre is de kritiek op het leenstelsel en het voornemen tot wijziging gebaseerd op daadwerkelijke leenangst en ernstige problemen met schulden en financieringsmogelijkheden of is in aanmerkelijke mate ook sprake van een lobby om het leenstelsel om zeep te helpen? Klopt het dat de onderzoeksresultaten tot dusverre, in relatie tot de verwachte resultaten, niet direct aanleiding bieden tot algehele herziening van het stelsel? |
40 |
Hoeveel is de gemiddelde studieschuld onder het leenstelsel als de niet-lenende studenten niet worden meegeteld? |
41 |
Welke acties onderneemt u om de prestatiedruk onder studenten te verlagen? |
42 |
Worden bij studenten die het komende jaar met de opleiding starten bij inwerkintreding van het nieuwe stelsel met terugwerkende kracht de voorwaarden van het nieuwe stelsel op hun eerste studiejaar toegepast? Waarom wel of niet? Hoe is hierin meegewogen dat juist de voorwaarden voor het komende studiejaar erg belangrijk zijn voor de keuzes die studenten maken en dat nadelige regelingen tot onwenselijk studie-uitstel kunnen leiden? |
43 |
Wat is de definitie van een middeninkomen? |
44 |
In hoeverre zijn mogelijkheden onderzocht om het onderscheid uitwonend en thuiswonend toch te kunnen opheffen en daarmee onder meer het risico van misbruik te vermijden? |
45 |
In hoeverre is het juridisch mogelijk het ontvangen van een studielening op te schorten met behoud van de inschrijving aan de instelling, ten einde een extra jaar van de nieuwe basisbeurs veilig te stellen? Hoe is rekening gehouden met calculerend gedrag bij zittende studenten en instellingen? |
46 |
Hoe vaak kwam oneigenlijk gebruik voor van de uitwonendenbeurs in het oude stelsel (2008–2015)? |
47 |
Hoeveel levert de verhoging van de controlecapaciteit ten aanzien van onrechtmatig gebruik van de uitwonendenbeurs op? |
48 |
Hoe zag de controle op oneigenlijk gebruik van de aanvullende beurs eruit onder het voormalige stelsel van studiefinanciering? Zijn er ondertussen nieuwe (technische) mogelijkheden beschikbaar? |
49 |
Waarom is in het leenstelsel ervoor gekozen om geen onderscheid te maken tussen uitwonende en thuiswonende studenten bij de aanvullende beurs? |
50 |
Welke adviezen heeft DUO gegeven ten aanzien van de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het onderscheid tussen uit- en thuiswonende studenten? Wat is de te verwachte fraude bij het hanteren van het onderscheid tussen uit- en thuiswonende studenten? Wat zijn de kosten van de uitvoering, controle en handhaving ten opzichte van het niet hanteren van dit onderscheid? |
51 |
Hoe groot zijn de groepen uitwonende studenten en thuiswonende studenten die recht hebben op studiefinanciering in absolute cijfers en relatief ten opzichte van elkaar? |
52 |
Wat zou de hoogte van de basisbeurs in de verschillende varianten zijn als er geen onderscheid wordt gemaakt tussen uit- en thuiswonende studenten? |
53 |
Hoe heeft het kabinet de gegevens gewogen dat de groep studenten uit middeninkomens tot 69.000 euro juist de zwaarste klappen van het leenstelsel hebben gehad, waarvoor bij invoering reeds te vrezen viel? Is het niet een gemiste kans om, gezien het relatief beperkt benodigde budget en de geringe herverdeeleffecten, het oprekken van de inkomensgrens achterwege te laten? |
54 |
Hoeveel kost het om de inkomensgrens van 53.000 euro te verhogen tot 100.000 euro? |
55 |
Met hoeveel euro zou het bedrag van de basisbeurs verlaagd moeten worden om een inkomensgrens van 100.000 euro te handhaven? |
56 |
Kunt u de kosten aangeven van het verhogen van de inkomensgrens van ouders voor een minimale aanvullende beurs van a) 53.900 naar 55.000 euro, b) 55.00 naar 60.000 euro, c) 60.000 naar 65.000 euro, d) 65.000–70.000 euro en d) 70.000–75.000 euro? |
57 |
Zijn er ook incidentele kosten gemoeid met het anders inrichten van de aanvullende beurs? Zo ja wat is de omvang hiervan? |
58 |
Kan een tabel worden aangeleverd van de hoogte van de aanvullende beurs tot aan het inkomensplafond van 53.000 euro, per stijging van het inkomen met 5.000 euro? En kan een dergelijk tabel ook worden aangeleverd voor de alternatieven? |
59 |
Met hoeveel euro zal de gemiddelde studieschuld dalen door de herinvoering van de basisbeurs? |
60 |
Als de bedragen voor de thuiswonende en uitwonende basisbeurs ten opzichte van het studiefinancieringsstelsel van voor 2015 zouden worden geïndexeerd naar de huidige koopkrachtcijfers (2022) op welke bedragen zouden deze thuiswonende en uitwonende beurs dan uitkomen? |
61 |
Hoeveel geld zou het kosten om de aanvullende beurs te verbreden naar een verzamelinkomensgrens van 80.000 euro? Hoeveel geld zou dit per student per jaar kosten? |
62 |
Wat voor effect hebben de voorgestelde bedragen voor de thuiswonende en uitwonende basisbeurs uit de voorkeursvariant op de koopkracht van studenten? |
63 |
Hoe is de verhouding tussen de bedragen voor de thuiswonende en uitwonende beurs tot stand gekomen? |
64 |
In de nota van het Ministerie van 17 januari 2022 wordt een bedrag genoemd van 135 miljoen euro structureel voor het verhogen van de inkomensgrens voor de aanvullende beurs naar 70.000 euro, terwijl in de hoofdlijnenbrief een bedrag van € 105 miljoen wordt genoemd. Hoe verklaart u dit verschil? |
65 |
Waarom heeft u gekozen voor een inkomensgrens van 70.000 euro voor de aanvullende beurs en niet, bijvoorbeeld, voor 80.000 euro? |
66 |
Hoe wordt bij de herinvoering van de basisbeurs rekening gehouden met studenten waarvoor een langere studieduur dan 4 jaar onoverkomelijk is, bijvoorbeeld voor stapelaars of bij masteropleidingen van twee jaar? |
67 |
Hoe wordt rekening gehouden met studenten die in 2015 zijn begonnen met studeren en nu tegen het einde van hun leentermijn van 7 jaar zitten? Wat betekent de herinvoering van de basisbeurs voor deze groep? |
68 |
Hoeveel studenten (absoluut en relatief t.o.v. het totaal aantal studiefinanciering gerechtigden) komen in aanmerking voor de aanvullende beurs? Hoeveel studenten maken gebruik van de aanvullende beurs en hoeveel studenten maken geen gebruik van de aanvullende beurs? |
69 |
Hoeveel studenten komen extra in aanmerking voor de aanvullende beurs als de inkomensgrens wordt verhoogd van 53.900 euro naar 70.000 euro? |
70 |
Hoeveel studenten komen extra in aanmerking voor de aanvullende beurs als de inkomensgrens wordt verhoogd van 53.900 euro naar 80.000 euro en wat zijn daarvan de financiële consequenties in absolute bedragen en als effect op de basisbeurs? |
71 |
Waarom is er geen onderscheid tussen uit- en thuiswonende studenten in de aanvullende beurs gemaakt? Wat zou de hoogte van de aanvullende beurs voor thuiswonende studenten worden als er wel een onderscheid wordt gemaakt en de aanvullende beurs voor uitwonende studenten 419 euro blijft? Wat is de opbrengst als dit onderscheid wel gemaakt wordt? |
72 |
Is het feit dat er niet-gebruikers zijn van de aanvullende beurs niet een tekortkoming van het kabinet zelf, bijvoorbeeld op communicatie-vlak? |
73 |
Met welk doel bent u voornemens om de gevolgen van het herinvoeren van de basisbeurs voor studenten met ouders met een middeninkomens? |
74 |
Hoeveel geld is blijven liggen door niet-gebruikers van de aanvullende beurs en wat is er gebeurd met deze middelen? |
75 |
Op welke mogelijkheden binnen de geldende wet- en regelgeving doelt u als het gaat om de bevordering van het gebruik van de aanvullende beurs? |
76 |
Wat is de reden dat de toegezegde kabinetsreactie waarin in gegaan wordt op de mogelijkheden om het niet-gebruik van de aanvullende beurs terug te dringen niet nu al meegestuurd is naar de Kamer? Wanneer kan de Kamer dit verwachten? Hoe kan het dat dan al wel bekend is dat dit 16 euro per maand kost? |
77 |
U geeft aan het niet-gebruik van de aanvullende beurs te willen terugdringen en koppelt daar een bedrag aan van € 80 miljoen. Gaat u daarmee uit van het terugdringen van niet-gebruik naar 0%? Zo nee, naar welk percentage dan wel? |
78 |
U geeft aan het niet-gebruik van de aanvullende beurs te willen terugdringen en koppelt daar een bedrag aan van € 80 miljoen. Welke maatregelen om niet-gebruik terug te dringen liggen ten grondslag aan dit bedrag? |
79 |
Wat is de uiterste datum waarop u denkt een voorstel aan de Kamer voor te kunnen leggen aangaande de wijziging van de bijverdiengrens in het middelbaar beroepsonderwijs? Met ingang van welk studiejaar verwacht u dat de aangepaste bijverdiengrens van toepassing zal zijn? |
80 |
Kunt u aangeven of de kosten van het tegengaan van het niet-gebruik van de aanvullende beurs (105 miljoen euro) inclusief of exclusief het middelbaar beroepsonderwijs is? Wat is het specifieke bedrag voor het middelbaar beroepsonderwijs dat met deze maatregel annex is? |
81 |
Wat is de reden dat u voor het hoger onderwijs geen onderscheid maakt in de aanvullende beurs voor uit- en thuiswonende studenten, waar u dat voor het middelbaar beroepsonderwijs wel doet? |
82 |
Waarom staat in de brief dat op dit moment onduidelijk is hoe hoog het niet-gebruik is onder mbo-studenten, terwijl recent een Nibud-onderzoek is geweest naar juist (de grootte van) dit probleem onder mbo-studenten? (https://nos.nl/artikel/2409307-nibud-mbo-ers-lopen-honderden-euro-s-mis-door-financiele-onwetendheid) |
83 |
Wilt u aangeven wat het effect op de hoogte van de maximale aanvullende beurs zou zijn als het verruimen van de inkomensgrenzen gefinancierd zou worden uit het nu beschikbare budget voor de aanvullende beurs? Waarom komt deze optie niet in de brief voor? |
84 |
Is het mogelijk om de studiefinancieringsstelsels van mbo en ho samen te voegen zodat alle bedragen gelijk zijn? |
85 |
Mag het als uitgangspunt van behoorlijk bestuurlijk handelen van een betrouwbare overheid gelden wanneer een financiële tegemoetkoming in redelijke verhouding staat tot de gederfde inkomsten vanwege het leenstelsel? |
86 |
Waarom wordt in de brief niet ingegaan op fiscale mogelijkheden om de studieschuld en aflossingen die te maken hebben met het leenstelsel tegen gunstige voorwaarden te behandelen? Welke mogelijkheden ziet u hiervoor en zijn hiervan scenario's bekend? |
87 |
Hoeveel studenten vielen korter dan 12 maanden onder het leenstelsel en krijgen hierdoor geen tegemoetkoming? Hoeveel is de gemiddelde studieschuld van deze groep? |
88 |
Hoeveel kost de inrichting van het aanvraagloket van DUO? En met welk bedrag wordt hierdoor de tegemoetkoming per student verlaagd? |
89 |
Hebben, in het voorliggende voorstel, studenten die beginnen met studeren in 2022–2023, recht op de compensatie voor het leenstelsel in dat studiejaar |
90 |
Gebruikt u, in het voorliggende voorstel, de daadwerkelijke studieduur of de nominale studieduur voor het berekenen van de hoogte van compensatie? Indien dit de daadwerkelijke studieduur is, is het uitvoeringstechnisch mogelijk om de nominale studieduur te gebruiken? |
91 |
Waarom wordt ervan uitgegaan dat bij een regeling voor het studiejaar 2022–2023 het bedrag voor compensatie moet worden aangesproken? Ligt het niet veel meer voor de hand om dit studiejaar met terugwerkende kracht onder de nieuwe wet te scharen? |
92 |
Hoeveel studenten hebben recht op de studievoucher? |
93 |
Hoeveel meer studenten zullen naar verwachting gebruik maken van de studievoucher als deze aftrekbaar wordt van de studieschuld of als het bedrag vrij besteed kan worden? |
94 |
De Minister meldt dat de structurele kosten van het beëindigen van de 1-februari-regeling naar verwachting 6 miljoen euro hoger zullen zijn dan eerder aangenomen. Wat is daarvoor de dekking? |
95 |
Wat is de totale schuld van alle studenten die onder het leenstelsel vallen en die recht hebben op compensatie? |
96 |
Hoeveel studenten die onder het leenstelsel vielen hebben geen recht op de tegemoetkoming omdat zij niet voldoen aan de diploma-eis? |
97 |
Hoe hoog is de totale schuld van de studenten die onder het leenstelsel vielen maar geen recht hebben op de tegemoetkoming omdat zij niet voldoen aan de diploma-eis? |
98 |
Hoe heeft de inflatie een rol gespeeld in het bepalen van de bedragen van de basisbeurs? |
99 |
Waar is het bedrag van 1 miljard euro dat gereserveerd voor de nieuwe basisbeurs op gebaseerd? |
100 |
Hoe kan het dat er geld nodig is voor de bekostiging van aanvullende beurzen van studenten die er, in de huidige omstandigheden, ook al recht op hebben? Klopt het dat u op dit moment geen geld reserveert voor alle studenten die recht hebben op een aanvullende beurs? |
101 |
In de Kamerbrief wordt geconcludeerd dat wanneer de studievoucher vrij besteedbaar wordt, meer studenten gebruik zullen gaan maken van de regeling waardoor het bedrag van de voucher zal verminderen. Kan daaruit geconcludeerd worden dat u er op dit moment vanuit gaat dat niet alle studenten die recht hebben op een studievoucher daar gebruik van zullen gaan maken en dat er daarom te weinig geld is begroot voor een uitbetaling van 2.150 euro aan elke student? |
102 |
Waarom wordt de hoogte van de lening lager door de verlaging met de basisbeurs, als de overige kosten voor studenten (huur, collegegeld) sinds het oude stelsel wel zijn gestegen? |
103 |
Hoeveel geld levert de handhaving van een terugbetaaltermijn van 15 jaar voor alle studenten (mbo en ho) op en wat is het effect daarvan op de hoogte van de basisbeurs per student? |
104 |
Welke (financiële) maatregelen kunt u treffen om fluctuaties in het macrobudget voor ho-instellingen tegen te gaan door de verwachte boeggolf, naast de tegemoetkoming en het verlagen van het collegegeld? |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2022D12234.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.