2022D12153 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport betreffende het rapport «onderzoek backpayregeling weduwen»1.

De voorzitter van de commissie, Smals

De adjunct-griffier van de commissie, Heller

Inhoudsopgave

blz.

     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

3

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

4

     

II.

Reactie van de Staatssecretaris

6

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie danken de onderzoekers voor het uitvoerige onderzoek dat zij gedaan hebben naar een backpayregeling voor weduwen. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen over het rapport.

Allereerst krijgen genoemde leden graag een reflectie van de Staatssecretaris op de voortgang van de gesprekken met vertegenwoordigers uit de Indische gemeenschap. Kan de Staatssecretaris toelichten hoe dit traject tot nu toe is verlopen? De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd of de vertegenwoordigers die hij heeft gesproken zich kunnen vinden in de conclusies van dit rapport. Hebben de vertegenwoordigers bij de Staatssecretaris hun voorkeur uitgesproken voor een bepaald scenario? Zo ja, welke? Wat is de visie van de Staatssecretaris hierop?

Voorts horen de leden van de VVD-fractie graag hoe de Staatssecretaris de conclusies uit het rapport beziet. Komt er, in aanvulling op de brief van voormalig Staatssecretaris Blokhuis, nog een officiële reactie op het rapport?

In de conclusie worden verschillende knelpunten benoemd, zoals financiën, uitvoerbaarheid en draagvlak. Kan de Staatssecretaris toelichten in hoeverre hij deze knelpunten onoverkomelijk dan wel oplosbaar vindt? En kan hij daarbij ook ingaan op hoe hij deze knelpunten in relatie tot elkaar weegt?

De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris hoe de vervolgstappen eruit komen te zien met betrekking tot dit vraagstuk. Welk tijdspad ziet de Staatssecretaris voor zich?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het rapport naar een backpayregeling voor weduwen van ambtenaren of KNIL-militairen die ten tijde van de Japanse bezetting (van 1942 tot 1945) in dienst waren van het Nederlands-Indisch Gouvernement, en aan wie gedurende de Japanse bezetting onvolledig salaris is uitbetaald. Tevens waren zij aanwezig bij de petitie-aanbieding van het Indisch Platform 2.0 op 22 februari jl. De leden van de D66-fractie willen vooropstellen dat snelheid geboden is om snel tot een regeling te komen, zeker omdat het nu tachtig jaar geleden is dat de Japanse bezetting begon en dat de weduwen (lees: weduwen en weduwnaars) inmiddels een zeer hoge leeftijd hebben bereikt. Zij hopen daarom dat de Staatssecretaris snel de vragen van de Kamer beantwoordt en tot vervolgstappen komt.

De leden van de D66-fractie hebben de kabinetsreactie2 gelezen van het destijds demissionaire kabinet. Hierin wordt gesteld dat zij in demissionaire status niet wil voorsorteren over de wenselijkheid en de proportionaliteit van een eventuele regeling. Genoemde leden vragen daarom wat het standpunt is van de Staatssecretaris na het lezen van het rapport naar een backpayregeling voor weduwen. Zij vragen daarbij expliciet of de Staatssecretaris voornemens is alsnog een regeling te starten en voor welk scenario uit het rapport hij kiest.

De leden van de D66-fractie lezen in de genoemde brief tevens dat het kabinet, op basis van dit rapport, met vertegenwoordigers van de Indische gemeenschap in gesprek zou gaan over hoe zij de bevindingen lezen. Deze leden zijn benieuwd naar de uitkomsten van deze gesprekken en wat de Staatssecretaris hiervan meeneemt. Zij vragen de Staatssecretaris hoe hij voornemens is om vertegenwoordigers te betrekken bij het uitwerken van een regeling. Deze leden willen benadrukken dat het proces eerlijker, duidelijker en transparanter kan worden dankzij goede afstemming met vertegenwoordiging, en dat het zelfs zou kunnen versnellen.

De leden van de D66-fractie constateren dat in het rapport wordt gezegd dat een backpayregeling voor weduwen niet onmogelijk is, maar dat een dergelijke regeling wel complexer zal zijn dan de eerdere regeling uit 2015. Zij merken wel op dat de groep aanzienlijk kleiner zal zijn dan de eerdere regeling en willen daarom pleiten voor een ruim opgezette regeling, ook als het gaat om het aanleveren van bewijs. Zij vragen de Staatssecretaris hoe hij hier tegenaan kijkt en vragen hem specifiek in te gaan op de vier kernkeuzes die geschetst worden in het rapport, te weten: peildatum huwelijk, peildatum in leven, woonplaats en toekenning. Zij vragen hem daarbij ook naar de keuze van de hoogte van het bedrag.

De leden van de D66-fractie realiseren dat toekenning via ambtshalve veel uitdaging vraagt en zijn dus benieuwd naar het standpunt van de Staatssecretaris hierin. Zij vragen de Staatssecretaris hierbij of hij bereid is de mogelijkheden te betrekken om mensen actief te benaderen dat de regeling openstaat, bijvoorbeeld via de AOW-uitkering. Welke alternatieven zijn er verder om mensen actief te benaderen over de regeling?

De leden van de D66-fractie vragen tot slot naar de tijdsplanning van de Staatssecretaris voor de aankomende periode, vanaf het moment dat een eventuele regeling wordt opgestart tot het moment wanneer het gehele proces is afgerond.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief en het rapport over de backpayregeling voor weduwen en hebben daarover nog enkele vragen en opmerkingen. Genoemde leden zijn benieuwd wat de Staatssecretaris vindt van de uitkomsten van het onderzoek. Zij lezen dat de Staatssecretaris met vertegenwoordigers van de Indische gemeenschap in gesprek gaat over hoe zij de bevindingen lezen. Kan de Staatssecretaris aangeven op welke termijn deze gesprekken gaan plaatsvinden en met wie deze gesprekken zullen gaan plaatsvinden?

De leden van de PVV-fractie zijn verbaasd over de conclusie dat er geen compleet onderzoek bestaat. Is de Staatssecretaris bekend met de lijsten van de weduwen die in aanmerking komen voor de backpayregeling, opgemaakt door OneBigAgency? Heeft het oude Indisch Platform de Staatssecretaris op de hoogte gebracht van de weduwenlijst die is samengesteld door OneBigAgency? De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft op verzoek van Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp ook een lijst bijgehouden van alle weduwen die een aanvraag hebben ingediend. Heeft de Staatssecretaris deze ontvangen?

Onlangs meldden zich drie vrouwen/weduwen via Indisch Platform 2.0/Meldpunt Indische Kwestie. Zij spreken het rapport tegen en ontvangen hun salaris graag direct. Kan de Staatssecretaris hen snel duidelijkheid geven over de regeling, nu ze nog in leven zijn? De meeste van deze weduwen zijn al ver in de negentig. Is de Staatssecretaris bereid Indisch Platform 2.0 op te nemen in de zogenoemde adviesgroep/-raad voor wat betreft rechtsherstel? Zo nee, waarom niet?

De leden van de PVV-fractie zouden graag het standpunt van de Staatssecretaris ten opzichte van de uitkering voor de reeds bekende weduwen willen weten, mede omdat het hier gaat om weduwen van een aanzienlijke leeftijd. Is de Staatssecretaris voornemens een backpayregeling op te stellen voor de weduwen? Zo ja, op welke termijn verwacht hij hierover een besluit te nemen? Welk(e) scenario/regeling heeft de voorkeur van de Staatssecretaris? Of is de Staatssecretaris voornemens af te zien van een backpayregeling voor de weduwen? Zijn er nog alternatieven die de Staatssecretaris overweegt, anders dan de opties uit het onderzoek? Indien besloten wordt tot een regeling: hoe lang is het nodig om deze op te zetten?

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het rapport «Onderzoek backpayregeling weduwen».

Genoemde leden zijn van mening dat er een groot onrecht hersteld moet worden voor de Indisch-Molukse gemeenschap in Nederland. Niet alleen is achterstallig salaris niet betaald aan ambtenaren en militairen die voor de Nederlandse overheid werkten. Ook werd over het aangedane leed niet gesproken en werden schades niet vergoed. Zij werden tijdens de wederopbouw koud ontvangen en door de naoorlogse kabinetten niet goed behandeld. Daarom is de GroenLinks-fractie van mening dat de Nederlandse regering de rol van Nederland moet erkennen en dat wij als samenleving recht moeten doen aan de mensen die hiervan slachtoffer zijn. Zij vinden het erg bezwaarlijk dat de regeling in 2015 pas zeventig jaar na dato opgetuigd werd. Los van juridische verantwoordelijkheid, vinden de leden van de GroenLinks-fractie dat de Nederlandse overheid deze groep mensen veel verschuldigd is.

Een financiële genoegdoening zal het leed niet verzachten, maar is wel een rechtvaardige compensatie tegenover het leed van de weduwen van gevangenen van de Japanse bezetters. De onderzoekers concludeerden daarom in het rapport ook hoeveel deze regeling kan betekenen voor rechthebbenden.

Genoemde leden vinden het daarom rechtvaardig dat in 2020 de motie aangenomen is dat het wenselijk zou zijn om ook voor weduwen een financiële regeling te treffen en dat dit onderzoek daaruit is gekomen. De tijd dringt voor deze doelgroep. In het rapport werd genoemd dat de voorbereidingstijd ongeveer een half jaar zou betreffen. Is de Staatssecretaris het ermee eens dat besluitvorming over deze mogelijk regeling voor weduwen met spoed moet worden behandeld?

In 2015 vroeg toenmalig GroenLinks-Kamerlid Voortman al waarop de peildatum van 15 augustus 2015 op gebaseerd was, en hoe het kabinet om wil gaan met de nabestaanden van de mensen die voor deze datum zijn overleden. Dit punt is in 2019 door toenmalig GroenLinks-Kamerlid Renkema herhaald. De leden van de GroenLinks-fractie blijven een vraagteken zetten bij deze teleurstellende peildatum. Zij concluderen dat met name budgettaire overwegingen de inhoud en datum van deze regeling hebben bepaald, in plaats van een morele tegemoetkoming.

Dat dit ook speelt bij de Indisch-Molukse gemeenschap kunnen deze leden zien aan de 881 van de 1.150 afgewezen aanvragen die van nabestaanden kwamen die voor die datum al overleden waren. Indien de ex-geïnterneerde op of na 15 augustus 2015 is overleden, dan hebben diens erfgenamen recht op de backpayregeling. Met deze peildatum is geen recht gedaan aan het doel van de backpayregeling. De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat deze regeling ook van toepassing zou moeten zijn als de ex-geïnterneerde voor deze datum al was overleden, maar de weduwe nog wel in leven is. Hoe kijkt de Staatssecretaris terug op de tweedeling die deze peildatum veroorzaakt heeft?

Verder lezen genoemde leden in het eindrapport dat ook andere nabestaanden, zoals de kinderen, zich gedupeerd voelen. Er zal een grote groep nabestaanden zijn van ex-geïnterneerden van wie ook de weduwe niet meer in leven is. Dat zij niet gecompenseerd zijn, komt doordat de Nederlandse staat het uitbetalen van deze salarissen te lang van zich heeft afgeschoven. De onderzoekers concluderen ook dat een groot deel van de Indisch-Molukse gemeenschap een regeling wil die breder is dan alleen voor weduwen. De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat het niet het moment is om zuinig en inflexibel te zijn. Het gaat om het rechtzetten van de onnodig kille behandeling door de Nederlandse staat. Zij vinden het daarom een logische stap om ook de kinderen van ex-gedetineerden te compenseren als de weduwe niet meer in leven is. Wat vindt de Staatssecretaris hiervan?

De Nederlandse staat is in 2015 te laat en te zuinig geweest. De leden van de GroenLinks-fractie willen de Staatssecretaris eraan herinneren dat bij aanvang van de regeling de regering uitging van circa 1.020 rechthebbenden en dat het aantal met 594 rechthebbenden niet eens bij benadering is gehaald. Ook in de Indisch-Molukse gemeenschap is deze onvrede te vinden, met name over de peildatum, zo lezen deze leden in het eindrapport Evaluatie Uitkeringsregeling Backpay van Regioplan.3 Zij zijn benieuwd naar een reflectie van de Staatssecretaris op de effecten die de regeling van 2015 heeft gehad. Hoe blikt hij daarop terug? Genoemde leden zien ook overeenkomsten met de behandeling van de gedupeerden van de Toeslagenaffaire door de Nederlandse staat. Beide groepen krijgen te maken met langzame compensatie en een te grote focus op verschillen binnen de groep gedupeerden. Herkent de Staatssecretaris deze vergelijking?

Tot slot staan de leden van de GroenLinks-fractie graag stil bij de beperkte toetsingsmogelijkheid van de rechter vanwege het buitenwettelijke karakter van de regeling uit 2015. De kern van de Nederlandse rechtsstaat is dat beleid van de overheid gebaseerd is op algemene regels en het daarop gebaseerde beleid onderworpen is aan een onafhankelijke rechterlijke toetsing.4 Hoe ziet de Staatssecretaris dit? Kan de Staatssecretaris reflecteren op de juridische drempels voor bezwaar op besluiten in de regeling van 2015 en hoe dit beter ingericht kan worden voor een toekomstige backpayregeling zoals die voor weduwen?

De «Indische kwestie» gaat over meer dan alleen de backpayregeling. Het gaat om rechtsherstel. De leden van de GroenLinks-fractie hopen daarom dat de Staatssecretaris ruimhartig om zal gaan met de nabestaanden van ex-geïnterneerden en recht zal doen aan historische fouten.

II. Reactie van de Staatssecretaris


X Noot
1

Kamerstuk 20 454, nr. 172.

X Noot
2

Kamerstuk 20 454, nr. 172.

X Noot
3

Regioplan, 26 juni 2018, «Eindrapport Evaluatie Uitkeringsregeling Backpay» (https://www.regioplan.nl/wp-content/uploads/data/file/2018/18021-Eindrapport-Evaluatie-Uitkeringsregeling-Backpay-Regioplan.pdf).

X Noot
4

NRC, 8 december 2020, «Hoog tijd dat de «Indische Kwestie» wordt geregeld» (https://www.nrc.nl/nieuws/2020/12/08/hoog-tijd-dat-de-indische-kwestie-wordt-geregeld-a4023029).

Naar boven