2021D50450 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brief van 8 november 2021 inzake wijziging van de au-pairregeling (Kamerstuk 19 637, nr. 2782).

De fungerend voorzitter van de commissie, Van Meenen

De adjunct-griffier van de commissie, Tielens-Tripels

Inhoudsopgave

blz.

       

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

1.

Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie

2

 

2.

Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie

2

 

3.

Vragen en opmerkingen vanuit de ChristenUnie-fractie

3

       

II

Reactie van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

4

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

1. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot wijziging van het au-pairbeleid. Deze leden hebben daar nog enkele vragen en opmerkingen over.

Algemeen

Hoewel de leden van de VVD-fractie de zorg delen dat het au-pairbeleid in het verleden in meer of mindere mate oneigenlijk gebruikt kon worden om arbeid te faciliteren in plaats van culturele uitwisseling te faciliteren, vragen zij de Staatssecretaris te reflecteren op de reacties uit de sector waaruit blijkt dat misstanden nauwelijks voor komen. Voorts vragen deze leden te schetsen hoe deze cijfers zich verhouden tot ervaringen uit de omringende landen, en daarbij tevens aan te geven hoe de nieuwe maatregelen zich verhouden tot betreffende landen.

Controle en handhaving

De leden van de VVD-fractie steunen in beginsel de maatregelen alleen ongehuwde en kinderloze au pairs onder de 25 jaar te voorzien van een tijdelijke verblijfsvergunning. Wel vragen de leden of de gemelde misstanden onder au pairs, die aan de nieuwe voorwaarden voldoen, met deze maatregelen worden teruggedrongen. De voornoemde leden zijn benieuwd of aanvullende controlebevoegdheden voor de erkend referenten daaraan zullen kunnen bijdragen. Graag een reflectie van de Staatssecretaris op dit punt.

Definitie lichte huishoudelijke werkzaamheden

De leden vragen voorts wat exact onder lichte huishoudelijke werkzaamheden wordt verstaan en hoe au pairs worden voorgelicht welk werk zij wel en niet moeten uitvoeren.

De leden van de VVD vernemen ook graag waarop de gemelde misstanden zich toespitsen? Betreft dat bijvoorbeeld voornamelijk het overtreden van de uren of meer de aard van de werkzaamheden? In het verlengde daarvan zijn deze leden voorts benieuwd hoe de 30 uur tot stand is gekomen en hoe zich dit verhoudt tot de ons omringende landen.

2. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris inzake de wijziging van het au-pairbeleid. Deze leden hebben nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie vragen in welke mate de Staatssecretaris verwacht de in de brief genoemde problemen aan te pakken met de genoemde maatregelen. Deze leden vragen of de overtredingen, dat 50% van de geïnterviewde au pairs afkomstig uit derde landen heeft aangegeven meer dan 30 uur per week huishoudelijke taken te verrichten, en naast lichte, ook zware huishoudelijke taken moest uitvoeren, kunnen worden opgelost door mensen die ouder zijn dan 25 jaar of kinderen hebben, niet meer te laten deelnemen aan het au pair programma.

De leden van de D66-fractie vragen naar een onderbouwing over de samenhang tussen de voorgestelde maatregelen en de geschetste problemen. Zij kunnen zich namelijk ook voorstellen dat juist met een jonge leeftijd (jonger dan 25 jaar) mensen zich misschien wel lastiger kunnen verzetten tegen verzoeken voor (zwaar) huishoudelijk werk die eigenlijk buiten het takenpakket van een au pair vallen. De leden vragen ook of er onderbouwing is voor het feit dat gehuwd zijn tot meer druk vanuit het land van herkomst leidt, of dat ervaren druk om het werk te blijven doen bijvoorbeeld ook kan ontstaan vanuit familiebanden, zoals de zorg voor ouders. Bovengenoemde leden hebben kortom hun vraagtekens bij deze maatregel.

De leden van de D66-fractie vragen of in andere Europese landen de bovengenoemde beperking van de groep die als au pair aan het werk kan, ook een maatregel is die is genomen om misbruik van de au-pair regeling te beperken, of heeft dit een andere achtergrond. De voornoemde leden vragen of een overzicht kan worden gegeven van de geldende au-pairregelingen in de verschillende Europese landen, en van de beperkingen die daarbij gelden.

De leden van de D66-fractie vragen of de Staatssecretaris een toelichting kan geven op de monitoring van de problemen en de overtredingen. Welke middelen hebben de referentiebureaus om te communiceren en informatie op te doen van eventuele problematische gevallen. De aan het woord zijnde leden constateren daarnaast dat au pairs vaak niet bereid zijn meldingen te doen, uit angst dat de IND de verblijfsvergunningen zal intrekken. De leden vragen de Staatssecretaris of au pairs een garantie kunnen krijgen dat dit niet zal gebeuren, zodat zij eerder bereid zijn meldingen te doen van misstanden.

De leden van de D66-fractie vragen naar de opties waarop gastgezinnen wel structureel gecontroleerd zouden kunnen worden. Klopt het dat de metingen in 2014 en 2016 de laatste informatie is waarover zij kunnen beschikken? Deze leden vragen in dat kader ook op welke manier de Staatssecretaris wilt volgen of de voorgestelde maatregelen effect sorteren en of de Staatssecretaris bereid is meer regelmatig onderzoek te laten doen naar de mate van overtredingen. Daarnaast vragen de aan het woord zijnde leden waarom de Staatssecretaris ervoor kiest de Kamer pas in 2024 over de effecten van de genomen maatregelen te informeren.

3. Vragen en opmerkingen vanuit de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van uw voorstellen tot wijziging van het au pair-beleid. Zij hebben daarover nog enkele vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie kunnen zich goed vinden in de voorgestelde voorwaarde dat alleen mensen als au pair mogen werken indien zij ongehuwd zijn en geen (pleeg)kinderen hebben. Zij plaatsen echter vraagtekens bij de voorwaarde die de Staatssecretaris wilt stellen ten aanzien van de leeftijd van au pairs, namelijk dat de au pair niet ouder dan 25 jaar mag zijn op het moment dat de aanvraag wordt ingediend. Een fors deel van de huidige au pairs heeft de leeftijd van 26–30 jaar, dus deze wijziging heeft grote gevolgen. Kan worden toegelicht wat nut, noodzaak en proportionaliteit is van deze wijziging? De leeftijd van de au pair is toch geen zwaarwegende factor bij oneigenlijk gebruik van de au pair-regeling? Juist au pairs die iets ouder en volwassener zijn, kunnen toch een goede invulling geven aan de rol van au pair? Is de Staatssecretaris bereid deze voorwaarde te heroverwegen?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de Staatssecretaris ook mogelijkheden en beleidsopties heeft overwogen om specifiek gastgezinnen aan te pakken die de au pair regels hebben geschonden en waarbij bijvoorbeeld de au pair arbeid heeft verricht in strijd met de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Bijvoorbeeld door het wettelijk mogelijk te maken dat boetes gegeven kunnen worden aan deze gastgezinnen en/of hen uit te sluiten van deelname aan de au pair regeling. Is een dergelijke gerichte aanpak niet zinvoller dan generieke maatregelen die alle gastgezinnen en alle au pairs treffen?

II. Reactie van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Naar boven